Nieuw verschenen bij deLex: Het Rechterlijk Verbod en Bevel van Prof. mr. C.J.J.C. van Nispen - Tweede geheel herziene druk

Ruim 46 jaar na de oorspronkelijke uitgave verschijnt deze klassieker in het privaatrecht in een volledig herziene editie. In deze tweede druk brengt Prof. mr. C.J.J.C. van Nispen het werk 'Het rechterlijk verbod en bevel' in lijn met het huidige Burgerlijk Wetboek en integreert belangrijke ontwikkelingen in rechtspraak en regelgeving, waaronder Europese invloeden als de Handhavingsrichtlijn en nieuwe ontwikkelingen zoals het FRAND-verweer. ‘Het rechterlijk verbod en bevel’ geeft een beredeneerde beschrijving van ons positieve recht op het stuk van de preventieve maatregelen bij onrechtmatige daad. Naast een systematische beschrijving van de vereisten voor een verbod of bevel, biedt het een diepgaande bespreking van verweren, rechterlijke beleidsruimte, formulering van het dictum en de rechtsgevolgen van het vonnis. De rechtsvergelijking met het Franse, Duitse en Engelse recht biedt daarbij stof tot reflectie op het Nederlandse systeem. Een onmisbaar werk voor juristen die zich verdiepen in het civiel procesrecht.
Voor meer informatie en bestellen kunt u de deLex shop bezoeken.
Uitspraak ingezonden door Herwin Roerdink en Nicky Brouwer, Vondst Advocaten.
Gedeeltelijke vernietiging EUIPO-beslissing wegens motiveringsgebrek over homogene categorie ontluchtingskappen

Gerecht van de Europese Unie 9 juli 2025, IEF 22801, IEFbe 9342; ECLI:EU:T:2025:700 (Bouwbenodigdheden Hoogeveen BV tegen EUIPO). Bouwbenodigdheden Hoogeveen heeft in 2010 het woordteken BIENENBEISSER als Uniewoordmerk ingeschreven in de klassen 6 en 19. Dit zijn de klassen voor, kort gezegd, bouwmaterialen van metaal en bouwmaterialen niet van metaal, waaronder het product ontluchters. In 2021 heeft Sören Pürschel een vordering tot nietigverklaring van dit merk ingesteld. Deze is gedeeltelijk toegewezen en in 2023 heeft de nietigheidsafdeling van het EUIPO het merk vervallen verklaard voor zowel klasse 6 als klasse 19. Bouwbenodigdheden Hoogeveen heeft beroep ingesteld tegen de beslissing om het merk nietig te verklaren in klasse 19. Dit beroep is verworpen. Nu verzoekt Bouwbenodigdheden Hoogeveen bij het Gerecht alsnog om de bestreden beslissing gedeeltelijk te vernietigen. Zij voert in haar beroep drie samenhangende middelen aan: (1) onjuiste toepassing van het classificatiesysteem van de Overeenkomst van Nice, (2) onjuiste uitlegging van de rechtspraak, en (3) ten onrechte analoge toepassing van artikel 33, lid 7, van de Uniemerkenverordening. Bouwbenodigdheden Hoogeveen stelt dat zij het merk normaal heeft gebruikt voor een homogene warencategorie, namelijk “ontluchtingskappen”, ongeacht of deze van metaal (klasse 6) of niet-metaal (klasse 19) zijn. Volgens het EUIPO moet de beschermingsomvang uitsluitend gebaseerd zijn op de waren zoals ingeschreven volgens de Nice-classificatie.
Uitspraak ingezonden door Mireille Buydens, Janson.
Hof van beroep te Brussel verklaart capsule vormmerk van Nestlé nietig
Hof van beroep Brussel 3 juli 2025, IEFbe 3941; 2017/AR/459 (Nestlé tegen Mondelez en Kraft Foods). Met arrest van het Hof van Beroep te Brussel van 3 juli 2025 heeft Jacobs Douwe Egberts weer een slag gewonnen in de Nespresso-capsule-oorlog. Het vormmerk van Nestlé (bestaande uit de vorm van de Nespresso-capsule, ingeschreven voor met name dranken (koffie, thee, enz.) werd wederom nietig verklaart. Mondelez (dat de betreffende activiteiten gedurende de procedure had overgedragen aan Jacobs Douwe Egberts) had in eerste aanleg de geldigheid van dit merk betwist, met het argument dat het uitsluitend bestaat uit een vorm die noodzakelijk is om een technische uitkomst te verkrijgen. De Ondernemingsrechtbank van Brussel had Mondelez in het gelijk gesteld en het merk van Nestlé nietig verklaard, waarna Nestlé in beroep ging. Het Hof heeft de nietigheid van het merk bevestigd. Het is van oordeel dat het litigieuze merk uitsluitend bestaat uit de vorm van het product die noodzakelijk is om een technische uitkomst te verkrijgen. Na eerst de essentiële kenmerken van de betrokken vorm te hebben vastgesteld, constateert het Hof vervolgens, dat al deze kenmerken van het merk (dubbele kegelvorm, cirkelvormige rand, omvouw, enz.) specifieke technische functies vervullen, zoals drukbestendigheid, stabiliteit en een effectieve afsluiting, en dat zij geen decoratieve of fantasie-elementen bevatten. Het feit dat er andere vormen bestaan waarmee hetzelfde technische resultaat kan worden bereikt, doet aan de nietigheid niet af, en het is niet nodig om de algemene doelstelling van het capsule-machine-systeem in aanmerking te nemen. Voorts merkt het Hof op, dat de vorm van een product die noodzakelijk is om een technisch uitkomst te verkrijgen, geen geldig merk kan vormen, zelfs niet indien de betrokken vorm (in casu de vorm van de capsule) door de relevante doelgroep als merk wordt erkend.
Artikel ingezonden door Paul Kreijger en Dirk Visser, Visser Schaap & Kreijger.
Artikel: Nationale wetgever mag Europees persuitgeversrecht versterken
Artikel geschreven door Paul Kreijger en Dirk Visser. Het Europees persuitgeversrecht laat ruimte voor wetgeving die platforms verplicht persuitgevers een billijke vergoeding te betalen voor gebruik van hun online nieuwscontent en daarover transparant en te goeder trouw te onderhandelen onder toezicht van een mededingingsautoriteit.
Dat is het advies dat advocaat-generaal Szpunar op 10 juli jl. aan het Hof van Justitie EU deed, naar aanleiding van vragen van de Italiaanse rechter in het beroep van Meta Platforms Ireland Limited (“Meta”), het Amerikaanse bedrijf achter Facebook, tegen een besluit van de Italiaanse mededingingsautoriteit AGCom.
Kleurmerk blauw-groen van OMV mist onderscheidend vermogen volgens Gerecht EU

Gerecht van de Europese Unie 11 juni 2025, IEF 22793; IEFbe 3936; ECLI:EU:T:2025:578 (OMV AG, Marques, International Trademark Association tegen EUIPO). OMV AG diende een aanvraag in voor internationale merkregistratie binnen de EU van een kleurcombinatie bestaande uit gentiaanblauw en geelgroen. De aanvraag had betrekking op goederen en diensten zoals brandstoffen, additieven, waterstof en aanverwante retail- en installatiediensten. OMV beriep zich op prioriteit van een Oostenrijks merk. De onderzoeker van het EUIPO weigerde de registratie wegens het ontbreken van onderscheidend vermogen. OMV ging in beroep, maar de Kamer van Beroep wees het beroep af. De kleurcombinatie werd volgens de Kamer niet opgevat als aanduiding van commerciële herkomst, maar als decoratief. OMV verzoekt het Gerecht om vernietiging van die beslissing, onder aanvoering van drie middelen: onvoldoende motivering, gebrekkige beoordeling van het onderscheidend vermogen en schending van de beginselen van rechtszekerheid, gelijke behandeling en behoorlijk bestuur. INTA en Marques treden op als interveniënten.
Uitspraak ingezonden door Willem Timmers, Burst Legal. En door Sander Schouten, AMS Advocaten.
Voortgezet gebruik van merk SAPPH na beëindiging licentieovereenkomst is merkinbreuk
Vzr. Rb. Rotterdam 9 juli 2025, IEF 22796, IEFbe 3939; C/10/700229 / KG ZA 25-482 (OWIC tegen Ultracool c.s.). Gedaagden in deze procedure, Ultracool, Ultrastar en Mothership (hierna: Ultracool c.s.) maken deel uit van een groep vennootschappen. Mothership is enig bestuurder van Ultracool en Ultrastar. Eiser, Orange Wings Investments (hierna: Orange Wings), was houdster van het woordmerk SAPPH, voor onder meer kleding en schoenen. Orange Wings heeft met Ultrastar een koopovereenkomst en een licentieovereenkomst gesloten. In de koopovereenkomst is vastgelegd dat Ultrastar Orange Wings maandelijks betaalt en dat Orange Wings IE-rechten, waaronder eerder genoemd Uniemerk, overdraagt aan Ultrastar zodra Ultrastar de volledige koopprijs heeft betaald. In de licentieovereenkomst is bepaald onder welke voorwaarden Ultrastar licentiehouder is van de IE-rechten van Orange Wings tot aan de overdracht. Na het sluiten van deze overeenkomsten is Orange Wings gefuseerd met OWIC, waarbij OWIC het vermogen van Orange Wings onder algemene titel heeft verkregen. Later heeft de advocaat van OWIC beide overeenkomsten per direct opgezegd, omdat Ultrastar diverse verplichtingen niet nakomt. OWIC heeft Ultrastar onder meer gesommeerd om het gebruik van de IE-rechten te staken. Vervolgens heeft OWIC de website www.sapph.com uit de lucht gehaald en daarop hebben Ultracool c.s. de website www.shopsapph.com gelanceerd.
Benelux Merkencongres spreker uitgelicht: Tobias Cohen Jehoram

De 25e editie van het Benelux Merkencongres vindt plaats op dinsdag 7 oktober 2025. Onder leiding van dagvoorzitters Tobias Cohen Jehoram (EUR, De Brauw Blackstone Westbroek) en Martin Senftleben (IViR, Bird & Bird) staan tijdens dit congres de actuele ontwikkelingen in het merkenrecht centraal.
Tobias Cohen Jehoram opent het congres met een bespreking van de merkenrechtelijke actualiteiten en een jurisprudentieoverzicht van het afgelopen jaar. Hij is partner bij De Brauw Blackstone Westbroek en hoogleraar Intellectueel Eigendomsrecht aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. Cohen Jehoram geldt als een van de meest toonaangevende specialisten in het merken- en auteursrecht. In zijn praktijk procedeert en adviseert hij in complexe en spraakmakende IE-zaken voor (inter)nationale cliënten. Zijn combinatie van academische kennis en strategisch inzicht maakt hem bij uitstek geschikt om de recente ontwikkelingen helder te duiden.
Aanmelden voor het Benelux Merkencongres kan via deze link. Meer informatie over het programma vindt u hier.
Uitspraak ingezonden door Bram Bogaerts en Marnix van Keulen, Visser Schaap & Kreijger.
Geen merkenrechtelijke bescherming voor Rubik’s Cube
Gerecht EU 9 juli 2025, IEF 22794, IEFbe 3937; ECLI:EU:T:2025:691 (Spin Master Toys tegen EUIPO - Verdes Innovations). De Rubik's Cube wordt niet door het merkenrecht beschermd, omdat alle kenmerken noodzakelijk zijn om een technisch resultaat te bereiken. Dat oordeelde het Gerecht van het Hof van Justitie van de Europese Unie vandaag, in vier verschillende arresten: T-1170/23, T-1171/23, T-1172/23 en T-1173/23. Naast het vormmerk waren er (onder meer) vier merken ingeschreven voor de uiterlijke vormgeving van de Rubik's Cube met verschillende hoeveelheden deelkubussen (2x2, 3x3, 4x4 en 5x5). Het Gerecht oordeelt in huidige procedures dat ook deze merkinschrijvingen nietig zijn wegens de technische bepaaldheid. Het uiteindelijke doel van de Rubik's Cube is het oplossen van de kubusvormige puzzel door dezelfde kleuren aan dezelfde zijden te krijgen door middel van rotaties, hetgeen een technische functie heeft. De kleurvakken en de onlosmakelijk verbonden zwarte lijn ('grid') dragen direct bij aan dat doel. Daarbij maakt het niet uit of het om een 2x2, 3x3, 4x4 of 5x5 kubusvorm gaat, het doel blijft hetzelfde. De vier Rubik's Cube-merken zijn daarom ook nietig op grond van artikel 7 lid 1 onder e sub ii van de Uniemerkenverordening.
Voor een uitgebreide samenvatting klikt u hier.
Ferrari behoudt TESTAROSSA-merk: Gerecht EU vernietigt beslissing EUIPO
Gerecht EU 2 juli 2025, IEF 22788, IEFbe 3934; ECLI:EU:T:2025:659 (Ferrari tegen EUIPO - Kurt Hesse (TESTAROSSA)). Ferrari is sinds 2007 houder van het internationale woordmerk TESTAROSSA voor onder meer auto’s en voertuigonderdelen (klasse 12). In 2015 verzocht Kurt Hesse de Nietig- en Vervalverklaringsafdeling van het EUIPO om het merk vervallen te verklaren wegens gebrek aan normaal gebruik in de vijf jaar ervoor. De Nietig- en Vervalverklaringsafdeling van het EUIPO wees het verzoek op 16 december 2016 gedeeltelijk toe. Het merk werd doorgehaald voor vrijwel alle aangeduide waren, met uitzondering van automobielen. Beide partijen gingen hiertegen in beroep. Hesse wilde ook vervallenverklaring voor auto’s; Ferrari betoogde juist dat het merk ook voor voertuigonderdelen en motoren normaal werd gebruikt. Op 29 augustus 2023 (gecorrigeerd op 28 september 2023) verklaarde de Kamer van Beroep van het EUIPO het merk volledig vervallen. Ferrari stelde daarop beroep in bij het Gerecht van de EU en vorderde vernietiging van deze beslissing. Het Gerecht benadrukt dat het materiële geschil wordt beheerst door Verordening nr. 207/2009, terwijl de procedurele regels uit Verordening 2017/1001 van toepassing zijn.
G 1/23 verduidelijkt G 1/92: marktproduct behoort tot stand van de techniek, ook zonder reproduceerbaarheid

EOB Grote Kamer van Beroep 2 juli 2025, IEF 22789, IEFbe 3935; G 0001/23 (Borealis tegen Mitsui Chemicals). Procedure T 0438/19 bij de Technische Kamer van Beroep van het Europees Octrooibureau (hierna: EOB) ging over een Europese octrooiaanvraag waarbij ENGAGE® 8400 als meest nabije stand van de techniek werd beschouwd. Dit is een thermoplastisch elastomeer dat wordt gebruikt als inkapselingsmateriaal voor zonnepanelen. ENGAGE® 8400 is een commercieel verkrijgbaar product, maar de exacte samenstelling en interne structuur ervan zijn niet publiek bekend. Wel zijn er technische brochures en monsters beschikbaar. De centrale vraag in die procedure was of een dergelijk product tot de stand van de techniek behoort in de zin van artikel 54 lid 2 EOV, als de gemiddelde vakman het niet zonder onevenredige moeite kan analyseren of exact reproduceren. De octrooihouder stelde dat ENGAGE® 8400 daarom niet tot de stand van de techniek behoort, terwijl de opposant aanvoerde dat dit wel het geval is, omdat het product openbaar verkrijgbaar is en bepaalde eigenschappen ervan bekend zijn. Omdat hierover juridische onduidelijkheid bestond, had de Technische Kamer van Beroep besloten om prejudiciële vragen voor te leggen aan de Grote Kamer van Beroep.