IEFBE 3892
19 maart 2025
Uitspraak

A-G Szpunar verduidelijkt modelbescherming voor Lego-bouwstenen in EU-recht

 
IEFBE 3891
19 maart 2025
Uitspraak

Gerecht bevestigt vervallenverklaring Uniemerk AMSTERDAM POPPERS wegens gebrek aan gebruik

 
IEFBE 3889
14 maart 2025
Uitspraak

Gerecht bevestigt verwerping beroep tegen afwijzing oppositie merk 'Undercover Joker

 
IEFBE 3892

A-G Szpunar verduidelijkt modelbescherming voor Lego-bouwstenen in EU-recht

HvJ EU - CJUE 6 mrt 2025, IEFBE 3892; ECLI:EU:C:2025:153 (Lego tegen Pozitív Energiaforrás), https://ie-forum.be/artikelen/a-g-szpunar-verduidelijkt-modelbescherming-voor-lego-bouwstenen-in-eu-recht

Conclusie A-G 6 maart 2025, IEF 22607, IEFbe 3892; ECLI:EU:C:2025:153 (Lego tegen Pozitív Energiaforrás). Deze zaak betreft de bescherming van het Lego-systeem van bouwstenen onder het modelrecht van de EU. Pozitív Energiaforrás wilde bouwspeelgoed invoeren onder het merk Qman. Lego diende hiertegen een klacht in en de Hongaarse douane nam de goederen in beslag wegens een mogelijke schending van Lego’s modelrechten. Het verzoek om een voorlopige maatregel werd echter door de rechter afgewezen. De vorm van de verbindingsonderdelen is technisch bepaald, wat de creatieve speelruimte beperkt. De rechter vond dat een geïnformeerde gebruiker de modellen met een hoge mate van aandacht beoordeelt en dat de producten van Pozitív Energiaforrás een andere algemene indruk wekten dan de Lego-modellen. Dit werd in hoger beroep wel toegewezen. Lego startte een inbreukprocedure bij de bodemrechter, die de zaak schorste en vragen aan het Hof van Justitie van de EU voorlegde. A-G Szpunar beantwoordt in deze uitspraak de eerste prejudiciële vraag. Het antwoord op de tweede vraag kan namelijk volgens hem zonder meer worden afgeleid uit vaste rechtspraak.

IEFBE 3891

Gerecht bevestigt vervallenverklaring Uniemerk AMSTERDAM POPPERS wegens gebrek aan gebruik

Gerecht EU - Tribunal UE 5 mrt 2025, IEFBE 3891; ECLI:EU:T:2025:205 (Funline tegen EUIPO), https://ie-forum.be/artikelen/gerecht-bevestigt-vervallenverklaring-uniemerk-amsterdam-poppers-wegens-gebrek-aan-gebruik

Gerecht van de Europese Unie 5 maart 2025, IEF 22606, IEFbe 3891; ECLI:EU:T:2025:205 (Funline tegen EUIPO). Funline International Corp. heeft een beroep ingesteld tegen het besluit van de Vijfde Kamer van Beroep van het Bureau voor Intellectuele Eigendom van de Europese Unie (EUIPO) van 19 oktober 2023, waarbij haar Uniemerk AMSTERDAM POPPERS werd doorgehaald wegens gebrek aan daadwerkelijk gebruik. Het merk werd op 21 juni 2010 geregistreerd voor waren in klasse 1 (chemische producten) en klasse 3 (cosmetica, parfums en massageoliën) In augustus 2021 diende MS Trade s.r.o. een vordering tot vervallenverklaring in. In november 2022 oordeelde de Nietigheidsafdeling van EUIPO dat het bewijs uitsluitend betrekking had op poppers, een product dat valt onder klasse 5 (farmaceutische producten), en niet op de klassen waarvoor het merk was geregistreerd. Daarom werd het merk voor alle geregistreerde waren vervallen verklaard. Funline ging hiertegen in beroep bij de Kamer van Beroep, die het beroep verwierp en het besluit van de Nietigheidsafdeling bevestigde.

IEFBE 3889

Gerecht bevestigt verwerping beroep tegen afwijzing oppositie merk 'Undercover Joker

Gerecht EU - Tribunal UE 5 mrt 2025, IEFBE 3889; ECLI:EU:T:2025:215 (Granini France tegen EUIPO, Techno1), https://ie-forum.be/artikelen/gerecht-bevestigt-verwerping-beroep-tegen-afwijzing-oppositie-merk-undercover-joker

Gerecht van de Europese Unie 5 maart 2025, IEF 22598; IEFbe 3889; ECLI:EU:T:2025:215 (Granini France tegen EUIPO, Techno1). Deze zaak betreft een oppositieprocedure tegen de inschrijving van het beeldmerk "Undercover Joker", aangevraagd door Techno1. Granini France heeft zich hiertegen verzet op basis van haar oudere Franse beeldmerk "JOKER +". De Kamer van beroep heeft het beroep verworpen, waarop Granini France beroep heeft ingesteld bij het Gerecht, en vernietiging van de bestreden beslissing verzoekt. De Kamer heeft vastgesteld dat het relevante publiek in Frankrijk bestaat uit zowel het grote publiek als professionals, met een gemiddeld tot hoog oplettendheidsniveau. De verzoekster voert aan dat de Kamer haar conclusie over het oplettendheidsniveau niet voldoende heeft gemotiveerd en stelt dat een deel van het publiek slechts een laag oplettendheidsniveau zal hebben. Het Gerecht verwerpt dit argument en bevestigt dat consumenten bij kansspelen een zeker financieel risico lopen, waardoor een gemiddeld oplettendheidsniveau gerechtvaardigd is. Wat betreft de vergelijking van de betrokken goederen en diensten bevestigt de Kamer de bevindingen van de oppositieafdeling dat sommige identiek, sommige vergelijkbaar en sommige niet vergelijkbaar zijn. De verzoekster betwist deze vaststellingen niet.

IEFBE 3890

Artikel geschreven door Caroline Theunis, editors Dorien Cuyt en Myrthe Maes, Artes Law.

Arrest Hof van Cassatie: gevolgen van (derden)verzet tegen beslagbeschikking op bewijsgebruik in namaakprocedure

Artikel geschreven door Caroline Theunis, Artes Law

In een eerdere bijdrage op IEForum.be werd verslag gedaan over een arrest van het Hof van beroep te Antwerpen van 14 mei 2018, waarin bestuurders persoonlijk aansprakelijk werden gesteld voor het commerciële bezit van illegale software binnen hun vennootschap. De appelrechters baseerden hun oordeel onder meer op de vaststellingen van de deskundige in het kader van een beslag inzake namaak (artikel 1481 (oud) jo. 1369bis/1, §1 Ger. W.).

Op 14 maart 2024 wees het Hof van Cassatie een arrest in deze zaak. De kernvraag was of de vaststellingen van de deskundige door het hof van beroep rechtmatig als bewijs waren gebruikt.

IEFBE 3888

Gerecht vernietigt EUIPO-besluiten in 4 zaken: "ecovie" toch verwarrend met "ECOVER"

Gerecht EU - Tribunal UE 5 mrt 2025, IEFBE 3888; ECLI:EU:T:2025:211 (People Against Dirty Holdings Ltd tegen, EUIPO, Ningbo Future Houseware Co. Ltd), https://ie-forum.be/artikelen/gerecht-vernietigt-euipo-besluiten-in-4-zaken-ecovie-toch-verwarrend-met-ecover

Gerecht van de Europese Unie 5 maart 2025, IEF 22595; IEFbe 3888; ECLI:EU:T:2025:211 (People Against Dirty Holdings Ltd tegen, EUIPO, Ningbo Future Houseware Co. Ltd). People Against Dirty Holdings Ltd, de verzoeker, komt in vier afzonderlijke zaken op tegen beslissingen van het EUIPO. De vier zaken zijn ontstaan doordat Ningbo Future Houseware Co. Ltd meerdere aanvragen heeft ingediend voor het merk "ecovie" in verschillende klassen, waaronder schoonmaakmiddelen en huishoudelijke producten. De verzoeker heeft hiertegen vier opposities ingediend, gebaseerd op verschillende oudere EU-woord- en beeldmerken van "ECOVER". De Kamer heeft in elk van deze zaken de oppositie verworpen, wat heeft geleid tot vier afzonderlijke beroepen bij het Gerecht. De merkenkwestie draait telkens om verwarringsgevaar tussen het aangevraagde merk "ecovie” en het oudere merk van de verzoeker: "ECOVER". De Kamer had eerder in alle gevallen beslist dat er geen verwarringsgevaar bestond, omdat de tekens slechts in beperkte mate visueel, fonetisch en conceptueel overeenstemmen. Volgens de Kamer omvat het relevante publiek naast consumenten ook professionals, met een aandachtsniveau dat varieert van gemiddeld tot hoog. 

IEFBE 3885

Gerecht bevestigt weigering inschrijving merk 'EAST INDIES GIN'

Gerecht EU - Tribunal UE 5 mrt 2025, IEFBE 3885; ECLI:EU:T:2025:208 (Victor Waskito Purwana tegen EUIPO), https://ie-forum.be/artikelen/gerecht-bevestigt-weigering-inschrijving-merk-east-indies-gin

Gerecht van de Europese Unie 5 maart 2025, IEF 22587; IEFbe 3885; ECLI:EU:T:2025:208 (Victor Waskito Purwana tegen EUIPO). Deze zaak betreft het beroep van Victor Waskito Purwana tegen de beslissing van de Kamer van Beroep van het EUIPO, waarbij de inschrijving van het beeldmerk "EAST INDIES GIN" als Uniemerk is geweigerd. De verzoeker vordert de nietigverklaring van deze beslissing. De verzoeker heeft een internationale registratie verkregen voor een merk dat betrekking heeft op waren zoals gedistilleerde alcoholische dranken, whisky, brandy, wodka, rum, gin, likeuren, wijn, sake en alcoholische cocktails. Het EUIPO ontving de kennisgeving van deze registratie en wees de aanvraag tot inschrijving af op grond van het ontbreken van onderscheidend vermogen en het misleidende karakter van het merk. De verzoeker stelde beroep in tegen deze beslissing. De Kamer verwierp het beroep en oordeelde dat er een voldoende directe en specifieke relatie bestond tussen het merk en de betrokken waren, waardoor het relevante publiek het merk zou opvatten als een beschrijving van de geografische herkomst. De Kamer oordeelde verder dat het merk gedeeltelijk misleidend was. De verzoeker vordert de nietigverklaring van de bestreden beslissing en voert twee middelen aan: ten eerste dat het merk niet beschrijvend is en ten tweede dat het niet misleidend is.

IEFBE 3887

Online Update - Fictief makerschap na het ONB-arrest | dinsdag 13 mei 2025

In een ontbijtsessie van een uur neemt Peter Teunissen (Radboud Universiteit) ons mee in het leerstuk van fictief makerschap na het ONB-arrest. Op 6 maart 2025, heeft het Hof van Justitie antwoord gegeven op de prejudiciële vragen die gesteld werden in een zaak van drie musici tegen het Orchestre national de Belgique (ONB). Het Hof verklaarde de verplichte overdracht van rechten op grond van een wettelijke regeling (in dit geval een Koninklijk Besluit) onverenigbaar met het Unierecht. Dit arrest heeft verstrekkende implicaties voor de bescherming van uitvoerende kunstenaars en de manier waarop nationale rechtsstelsels invulling geven aan de allocatie van auteurs- en naburige rechten in arbeidsverhoudingen en andere gevallen.

Wat betekent dit voor uw praktijk? En hoe verhoudt dit arrest zich tot de fictieve makersregeling in Nederland en België? Dat behandelen we tijdens deze eerste online update.

IEFBE 3886

Het ONB-arrest: België moet wetgeving over overdracht van naburige rechten aan werkgever aanpassen

HvJ EU - CJUE 6 mrt 2025, IEFBE 3886; ECLI:EU:C:2025:141 (Musici tegen de Belgische Staat), https://ie-forum.be/artikelen/het-onb-arrest-belgie-moet-wetgeving-over-overdracht-van-naburige-rechten-aan-werkgever-aanpassen

HvJ EU 6 maart 2025, IEF 22588, IEFbe 3886; ECLI:EU:C:2025:141 (Musici tegen de Belgische Staat). De zaak betreft prejudiciële vragen over de interpretatie van de artikelen 18-23 en artikel 26(2) van Richtlijn (EU) 2019/790 (DSM-richtlijn) inzake auteursrechten en naburige rechten in de digitale eengemaakte markt. De prejudiciële verwijzing is ingediend in een procedure tussen drie musici (FT, AL en ON) die in dienst zijn bij het Orchestre National de Belgique (ONB) en de Belgische Staat. De musici betwisten de rechtmatigheid van het Koninklijk Besluit van 1 juni 2021 betreffende de overdracht van hun naburige rechten aan de werkgever, het ONB. Dit besluit bepaalt dat musici in dienst van het ONB automatisch hun naburige rechten aan hun werkgever overdragen voor exploitatie van hun optredens, zonder hun expliciete toestemming. De overdracht omvat rechten op reproductie, distributie en communicatie aan het publiek via radio, televisie en digitale platforms, wereldwijd en voor de gehele beschermingsduur. De musici verzetten zich tegen dit besluit en brachten hun zaak voor de Belgische Raad van State, die zich afvraagt of het Koninklijk Besluit in strijd is met de DSM-richtlijn en de eerdere EU-richtlijnen. De Raad van State heeft het Hof van Justitie van de EU (HvJ-EU) de volgende vragen gesteld:

IEFBE 3884

Gerecht verwerpt beroep tegen nietigverklaring van het merk AMBER

Gerecht EU - Tribunal UE 5 mrt 2025, IEFBE 3884; ECLI:EU:T:2025:203 (Summerbird A/S tegen EUIPO, Puratos), https://ie-forum.be/artikelen/gerecht-verwerpt-beroep-tegen-nietigverklaring-van-het-merk-amber

Gerecht van de Europese Unie 5 maart 2025, IEF 22583; IEFbe 3884; ECLI:EU:T:2025:203 (Summerbird A/S tegen EUIPO, Puratos). Deze zaak betreft het door Summerbird geregistreerde woordmerk AMBER. Puratos heeft bij EUIPO een verzoek tot nietigverklaring ingediend, stellende dat het merk beschrijvend is voor de betrokken goederen en diensten. De Nietigheidsafdeling heeft dit verzoek afgewezen. Puratos heeft vervolgens beroep ingesteld tegen deze beslissing. De Kamer van Beroep heeft het beroep gedeeltelijk toegewezen en de eerdere beslissing vernietigd. De Kamer verklaarde het merk AMBER ongeldig voor alle in het verzoek genoemde goederen en diensten, op basis van het beschrijvende karakter ervan. Summerbird vordert bij het Gerecht vernietiging van deze beslissing en stelt dat de Kamer ten onrechte heeft geconcludeerd dat het merk AMBER beschrijvend is. EUIPO en Puratos verzoeken om verwerping van het beroep en veroordeling van Summerbird in de proceskosten. Het Gerecht onderzoekt de vordering van Summerbird en de argumenten van de andere partijen. Summerbird voert drie klachten aan tegen de beslissing van de Kamer van Beroep. De eerste klacht is dat de Kamer onterecht bewijsstukken heeft meegenomen die dateren van na de indiening van de merkaanvraag. Het Gerecht verwerpt deze klacht en overweegt dat latere documenten in aanmerking mogen worden genomen, voor zover deze relevant zijn om de situatie op de datum van indiening te beoordelen.

IEFBE 3883

BOIP 2030: A strategic vision for IP services and awareness across the Benelux

The Benelux Office for Intellectual Property (BOIP) has unveiled its new strategic plan, BOIP 2030, setting a clear course for the future of IP services, and trademarks in designs in particular, in the Benelux region. With a strong focus on service excellence, legal quality, and raising IP awareness, the plan aims to address the main concerns of businesses and legal professionals in the Benelux. BOIP Delivers, Connects and Commits are the three strategic themes that will guide the Benelux IP office's actions towards 2030. Developed in close collaboration with a broad network of stakeholders—including IP authorities, practitioners, legal experts, and business representatives—BOIP 2030 reflects the needs and expectations of the IP ecosystem.