Artikel geschreven door Caroline Theunis, editor Dorien Cuyt , Artes Law.
Presentatieslides als auteursrechtelijk beschermd werk: Hof van Beroep te Brussel 13 juni 2024
Artikel geschreven door Caroline Theunis, Artes Law.
Het Hof van Beroep te Brussel oordeelde op 13 juni 2024 dat presentatieslides, waarin verschillende campagne-ideeën werden voorgesteld, auteursrechtelijk beschermd waren.
Ook al stelden de slides slechts een concept-reclamecampagne voor, waren de onderliggende ideeën voldoende uitgewerkt om aan de uitdrukkingsvereiste van het auteursrecht te voldoen.
De slides waren bovendien origineel, ook al bestonden ze grotendeels uit gangbare elementen en reeds bekende concepten. De combinatie van deze elementen was immers origineel.
Verzoek om prejudiciële beslissing over overdracht gebruiksrecht foto's
Verzoek van Oberlandesgericht Düsseldorf 24 februari 2025, IEF 22732, IEFbe 3919; C-176/25-1 (Verzoekster tegen verweerster). Verzoekster verkoopt online accessoires voor auto’s, waaronder automatten. Met een professioneel fotograaf heeft zij van 2014 tot 2018 een mondelinge overeenkomst gehad om foto’s te maken van deze automatten. Over het gebruik of de overdracht van de gebruiksrechten van de door de fotograaf vervaardigde foto’s aan verzoekster werd niets schriftelijk overeengekomen. Verweerster heeft in 2018 verschillende automatten aangeboden via eBay en hierbij de foto’s die in opdracht van verzoekster zijn gemaakt gebruikt ter illustratie. Verzoekster ziet in deze publicatie een inbreuk op haar rechten op het gebruik van de foto’s. Het Landgericht ging ervan uit dat de fotograaf de exclusieve rechten rechtsgeldig heeft overgedragen en heeft verweerster veroordeeld tot staking. Verweerster meent in hoger beroep dat verzoekster geen procesbevoegdheid heeft, omdat er geen sprake is van een geldige overdracht van de exclusieve rechten. Daarnaast betwist verweerster het toe te passen recht en stelt dat het Poolse recht van toepassing is volgens artikel 4 lid 2 van Rome I. Het Oberlandesgericht Düsseldorf stelt het Hof van Justitie van de Europese Unie de volgende vragen over de uitleg van artikel 8, lid 1, van verordening (EG) nr. 864/2007 betreffende het recht dat van toepassing is op niet-contractuele verbintenissen. De vragen zijn als volgt:
Het Benelux Merkencongres op donderdag 26 juni 2025

Op donderdag 26 juni 2025 vindt het Benelux Merkencongres plaats in De Burcht in Amsterdam. Samen met dagvoorzitters Tobias Cohen Jehoram en Martin Senftleben belooft het een inspirerende dag te worden vol actualiteiten, verdieping en discussie.
Met bijdragen over onder meer de nieuwste jurisprudentie, de invloed van AI op het merkenrecht, de rol van marktonderzoek in de rechtszaal en het spanningsveld tussen merkenrecht en vrijheid van meningsuiting is dit hét congres voor merkenrechtprofessionals in de Benelux. Lees verder voor het hele programma en inschrijven.
Gerecht bevestigt terugverwijzing in geschil over het teken 'Marrowgrow'

Gerecht van de Europese Unie 30 april 2025, IEF 22725; IEFbe 3917; ECLI:EU:T:2025:428 (Serana Europe GmbH tegen EUIPO, Cytogen Produkte für Medizin + Forschung GmbH). In de zaak tussen Serana Europe GmbH en het EUIPO, met tussenkomst van Cytogen Produkte für Medizin + Forschung GmbH, staat een oppositieprocedure over het woordteken 'Marrowgrow' centraal. Serana had dit teken als Uniemerk aangevraagd voor gebruik op onder andere cytogenetische media. Cytogen had bezwaar gemaakt met verwijzing naar oudere, niet-ingeschreven tekens met dezelfde naam, die zij in meerdere lidstaten in het economisch verkeer gebruikt. De oppositieafdeling had geoordeeld dat niet voldoende was aangetoond dat deze oudere tekens daadwerkelijk waren gebruikt en meer dan plaatselijk belang hadden. Cytogen had daarop beroep ingesteld. De Kamer van Beroep had de eerdere beslissing vernietigd en de zaak voor verdere beoordeling terugverwezen naar de oppositieafdeling. Volgens Serana had de Kamer moeten vaststellen dat niet was voldaan aan de voorwaarden voor oppositie, en is de terugverwijzing onterecht.
Nederlands Octrooicongres op dinsdag 10 juni 2025. Hebt u zich al aangemeld?

De uitspraak in de BSH/Electrolux-zaak over internationale bevoegdheid binnen het Europese octrooirecht laat zien: het speelveld verandert snel en de gevolgen voor procederen over (grensoverschrijdende) inbreuk zijn groot. Wat zijn de reikwijdte en grenzen van het UPC? Hoe positioneert het nationale recht zich daartegenover?
Tijdens het Nederlands Octrooicongres op dinsdag 10 juni 2025, dat plaatsvindt onder leiding van Peter Blok en Gertjan Kuipers, staan we uitgebreid stil bij de BSH/Electrolux-zaak. Daarnaast geven Willem Hoyng en Bart van den Broek u een overzicht van spraakmakende UPC-zaken. Niemand minder dan UPC-rechters Rian Kalden en András Kupecz leveren commentaar.
Onderwerpen als hulpverzoeken, SEP’s en SPC’s worden ook niet overgeslagen. De nationale jurisprudentie wordt besproken en Frédéric Bostedt geeft een overzicht van de meest spraakmakende uitspraken van het Europees Octrooibureau.
Aanmelden is nog mogelijk en kan via deze link. Klik hier voor meer informatie.
Geen bewijs van kwade trouw bij registratie merk Glubschis

Gerecht van de Europese Unie 21 mei 2025, IEF 22721; IEFbe 3915; ECLI:EU:T:2025:525 (Ty Inc. tegen EUIPO, Carletto Management & Logistik AG). In deze gevoegde zaken verzoekt Ty Inc. om nietigverklaring van drie beslissingen van de Kamer van Beroep, waarbij haar verzoeken tot nietigverklaring van het woordmerk en het beeldmerk Glubschis, geregistreerd op naam van rechtsvoorgangers van Carletto Management & Logistik AG, zijn afgewezen. De verzoeken zijn gebaseerd op de absolute nietigheidsgrond van kwade trouw bij de indiening van de merken. De Kamer stelt vast dat Carletto Deutschland sinds 2011 met succes pluche dieren van Ty verkocht onder de aanduiding Glubschi of Glubschis, en dat deze aanduiding in 2011 werd voorgesteld aan Ty door de directeur van Carletto Deutschland. Ty stemde in met het gebruik van deze tekens. Uit de overgelegde stukken blijkt dat de tekens Glubschi en Glubschis openlijk en in ruime mate zijn gebruikt voor de verkoop van de producten van Ty. De betwiste merken zijn zonder schriftelijke toestemming van Ty aangevraagd. De Kamer oordeelde dat Ty van deze aanvragen kennis heeft gehad en deze ten minste heeft gedoogd, mede op basis van verklaringen van een voormalig medewerker van Ty.
HvJ EU weigert hoger beroep Puma over merkconflict ‘puma acoustics’

Hof van Justitie van de Europese Unie 22 mei 2025, IEF 22719; IEFbe 3914; ECLI:EU:C:2025:385 (Puma SE tegen EUIPO, Puma Srl). Het Hof van Justitie beslist dat het hoger beroep van Puma SE tegen een uitspraak van het Gerecht in een merkrechtszaak niet in behandeling wordt genomen. Puma SE had beroep ingesteld tegen een beslissing waarbij het Gerecht haar eerdere vordering tegen het EUIPO verwierp. De zaak ging over een geschil met het Italiaanse bedrijf Puma Srl over het merk ‘puma acoustics’. Puma SE voert aan dat het Gerecht fouten heeft gemaakt bij de beoordeling van het verwarringsgevaar tussen haar bekende merk PUMA en het jongere merk puma acoustics. Volgens het Duitse sportmerk heeft het Gerecht niet goed onderzocht of het publiek een verband zou leggen tussen beide merken. Puma SE wijst daarbij op de sterke bekendheid en het onderscheidende karakter van haar merk en meent dat deze elementen onvoldoende zijn meegewogen. Verder voert zij aan dat het Gerecht een consumentenonderzoek dat zij had ingebracht niet had besproken.
Uitnodiging voor deelname aan het openbare consultatieproces over het ontwerpreglement voor het Patent Mediation and Arbitration Centre van het UPC

Het Unified Patent Court (hierna: UPC) is een gespecialiseerd gerecht voor octrooigeschillen en is momenteel gemeenschappelijk voor achttien EU-lidstaten waarin het Agreement on a Unified Patent Court (hierna: UPCA) van kracht is. Het UPC heeft exclusieve rechtsmacht over geschillen met betrekking tot Europese en Unitary patents. Op grond van artikel 35(1) UPCA is het Patent Mediation and Arbitration Centre (hierna: het PMAC) opgericht als integraal onderdeel van het UPC, met als doel ondersteuning te bieden bij de minnelijke beslechting van geschillen over Europese en Unitary patents. Doel van deze openbare consultatie is om feedback te verzamelen over het ontwerp van het regelgevend kader dat van toepassing is op de procedures bij het PMAC, zodat dit afgestemd is op de behoeften van de gebruikers.
Prejudiciële vragen over modelrechten en marktverzadiging door hof van beroep Brussel ingetrokken

Beschikking van de president van het Hof 20 februari 2025, IEFbe 3912; ECLI:EU:C:2025:163 (Van Ratingen tegen Versuni). Het Hof van Justitie van de EU heeft zaak C-749/24 Van Ratingen NV tegen Versuni Holding BV (rechtsopvolger van Koninklijke Philips NV) op 20 februari 2025 doorgehaald. Het hof van beroep Brussel had op 8 oktober 2024 een prejudiciële vraag gesteld [zie IEFbe 3812], maar heeft dit verzoek op 11 februari 2025 weer ingetrokken. Daarmee is de zaak zonder inhoudelijke behandeling gesloten. Over de kosten beslist de Belgische rechter.
Gerecht oordeelt over normaal gebruik van twee RTL-beeldmerken

Gerecht van de Europese Unie 7 mei 2025, IEF 22694; IEFbe 3911; ECLI:EU:T:2025:446 (RTL Group Markenverwaltungs GmbH tegen EUIPO, Marcella Örtl). Het Gerecht behandelt twee samenhangende zaken tussen RTL Group Markenverwaltungs GmbH en het EUIPO. In beide zaken staat de vraag centraal of de beeldmerken ‘RTL’ vervallen moet worden verklaard wegens het ontbreken van normaal gebruik. In beide procedures ligt ten grondslag dat Marcella Örtl een verzoek indient tot vervallenverklaring van het Uniemerk RTL, stellende dat dit merk in de periode van vijf jaar voorafgaand aan haar verzoek niet normaal is gebruikt voor de ingeschreven waren en diensten. De nietigheidsafdeling wijst dit verzoek deels toe. RTL stelt beroep in, dat door de Kamer van Beroep deels gegrond en deels ongegrond wordt verklaard. RTL brengt beide zaken vervolgens voor het Gerecht.