Prejudiciële vragen gesteld over elektronische communicatie
Prejudiciële vragen aan het HvJEU 12 september 2025, IT 5018; IEFbe 4042; C-608/25 (1N Telecom) via MinBuza. Verzoeker behartigt belangen van consumenten. Verweerster levert telecommunicatiediensten aan particulieren en zakelijke klanten. Nadat zij in september 2023 facturen aan een consument had geleverd die geen informatie bevatten over de aanvangsdatum van de overeenkomst, de minimumcontractduur en de opzegtermijn, heeft verzoeker een stakingsvordering ingesteld tegen verweerder. Op grond van nationale regelgeving is het opnemen van die informatie op een factuur verplicht. De Duitse rechter wil weten of artikel 101, lid 1 van richtlijn 2018/1972 zich tegen deze nationale regeling verzet, omdat het uitgaat van volledige harmonisatie, of dat de regeling valt onder de uitzonderingen van artikel 102, lid 7.
Jurisprudentielunch merken-, modellen- en auteursrecht op woensdag 26 november 2025
Binnen drie uur bent u helemaal up-to-date. Volgende week woensdag praten Selmer Bergsma (De Brauw Blackstone Westbroek), Jesse Hofhuis (HOFHUIS) en Joris van Manen (HOYNG ROKH MONEGIER) u in drie uur bij over de meest relevante rechtspraak op het gebied van productvormgeving, auteursrecht en merkenrecht.
Met onder meer:
- CeramTec/CoorsTek: kwade trouw bij merkaanvraag
- Lego/Pozitív Energieforrás: modelbescherming vanuit het perspectief van de geïnformeerde gebruiker
- CG & YN/Pelham: auteursrecht en de grenzen van pastiche
Tijdens een lunch in het Olympisch Stadion te Amsterdam krijgt u een helder overzicht van alles wat u moet weten. Met de lunch verdient u 3 PO-punten.
Conclusie A-G Szpunar in zaak IKEA/Vlaams Belang
Conclusie AG HvJEU 13 november 2025, IEF 23110; IEFbe 4037; ECLI:EU:C:2025:886 (IKEA/Vlaams Belang). De Ondernemingsrechtbank Brussel heeft eerder prejudiciële vragen gesteld aan het HvJEU [IEF 21537]. De vraag is (samengevat) of de vrijheid van meningsuiting een geldige reden vormt om gebruik te maken van een bekend merk. Volgens IKEA maakt Vlaams Belang inbreuk op haar merkenrecht. Volgens IKEA is de enige reden dat Vlaams Belang 'bekendheid van de IKEA merken gebruikt' is om haar ‘eigen boodschap kracht bij te zetten' en om 'de vruchtbaarheid en verspreiding van haar boodschap te vergroten’. Vlaams belang voert aan over een 'geldige reden' te beschikken om de IKEA merken te gebruiken.
Prejudiciële vragen gesteld inzake modellenrecht
Prejudiciële vragen aan het HvJEU 18 september 2025, IEF 23109; IEFbe 4036; C-616/25 (Elektrizace zeleznic Praha) via MinBuza. Verzoeker stelt dat verweerder een ongeoorloofde inbreuk maakt op haar Uniemodel-rechten. Verweerder had 10 dagen na de instelling van de vordering van verzoeker bij de rechtbank, maar voordat zij daarvan op de hoogte was gesteld, verzocht om nietigverklaring van de modellen bij het EUIPO Op basis van artikel 91, lid 1 Modellenverordening wordt de procedure bij de rechtbank normaliter geschorst wanneer bij het EUIPO al een vordering tot nietigverklaring is ingesteld. De verwijzende rechter vraagt zich af of hij de zaak nu ook moet schorsen, of dat de timing van de nietigheidsvordering in casu rechtvaardigt om dit niet te doen.
Jurisprudentielunch Octrooirecht op dinsdag 2 december 2025
Hoe staat het ervoor met het octrooirecht in Nederland en het UPC? Tijdens de jurisprudentielunch op dinsdag 2 december brengen Willem Hoyng en Bart van den Broek (HOYNG ROKH MONEGIER) u in drie uur tijd volledig op de hoogte.
Besproken worden onder andere:
• Hof Den Haag 11 feb 2025, IEF 22539; ECLI:NL:GHDHA:2025:542 (Janssen Biotech tegen Samsung Bioepis)
• Rechtbank Den Haag 10 sep 2025, IEF 22925; ECLI:NL:RBDHA:2025:16766 (SB tegen Janssen)
• Hof Den Haag 14 jan 2025, IEF 22477; (Sandzo tegen Astellas)
• UPC-zaken als Kodak/Fujifilm, Belkin/Philips en SeoulViosys/Klein
Zoals altijd combineren we inhoud met comfort: een verzorgde lunch in het Olympisch Stadion in Amsterdam.
Prejudiciële vragen gesteld over audiovisuele mediadiensten
Prejudiciële vragen aan het HvJEU 11 september 2025, IEF 23100; IEFbe 4032; C-591/24 (Golf Bulgaria tegen Savet za elektronni medii) via MinBuza. Roemenië heeft een nationale regel ingesteld waarin een algemeen rechtsbeginsel is opgenomen, waardoor de aanbieders van niet-lineaire audiovisuele mediadiensten nu bestuursrechtelijke sancties kunnen worden opgelegd vanwege het uitzenden van programma’s die in strijd zijn met ‘de goede zeden’. De goede zeden wordt in Roemeense rechtspraak als algemeen beginsel erkend. Het is de vraag of deze nationale regeling (als aanvullende voorwaarden op richtlijn 2010/13) toelaatbaar is, en of het niet de vrijheid van meningsuiting van artikel 11 Handvest beperkt.
Jurisprudentielunch merken-, modellen- en auteursrecht op woensdag 26 november 2025
Volgende week woensdag praten Selmer Bergsma (De Brauw Blackstone Westbroek), Jesse Hofhuis (HOFHUIS) en Joris van Manen (HOYNG ROKH MONEGIER) u in drie uur bij over de meest relevante rechtspraak op het gebied van productvormgeving, auteursrecht en merkenrecht.
Met onder meer:
- CeramTec/CoorsTek: kwade trouw bij merkaanvraag
- Lego/Pozitív Energieforrás: modelbescherming vanuit het perspectief van de geïnformeerde gebruiker
- CG & YN/Pelham: auteursrecht en de grenzen van pastiche
Tijdens een lunch in het Olympisch Stadin te Amsterdam krijgt u een helder overzicht van alles wat u moet weten. Met de lunch verdient u 3 PO-punten.
Uitspraak ingezonden door mrs. M.R. Rijks, M.M.M. van Gerwen en M.P.M. van Weezel, Taylor Wessing.
Conclusie A-G Drijber in zaak Airwair/van Haren
Parket bij BenGH 10 november 2025, IEF 23101; IEFbe 4033; C-2022/15-V (Airwair tegen Van Haren). Een verzoek van Airwair aan de Eerste Kamer, gericht tegen een arrest van de Tweede Kamer waarin het Benelux-positiemerk van Airwair – een geel stiksel in de zwarte rand tussen zool en bovenschoen van een veterlaars – nietig is verklaard wegens gebrek aan onderscheidend vermogen [IEF 21931]. De Tweede Kamer oordeelde dat het merk wel is ingeburgerd voor donkerkleurige laarzen, maar niet voor andere kleurvarianten, en verklaarde het merk daarom in zijn geheel nietig. De centrale rechtsvraag is: moet een merk dat wordt gebruikt op producten met verschillende verschijningsvormen onderscheidend vermogen hebben voor alle verschijningsvormen, of is inburgering voor één representatieve vorm voldoende om het merk te behouden?
Audiencia Provincial de Alicante stelt prejudiciële vragen in merkenrechtzaak
Audiencia Provincial de Alicante 13 juni 2025, IEF 23096; IEFbe 4030; C-392/25 (Bodegas Sanviver tegen Bodegas Vega Sicilia). Verordening 2017/1001 voorziet in twee procedures om nietigverklaring en vervallenverklaring van een Uniemerk te vorderen: middels vordering bij het EUIPO (European Union Intellectual Property Office) en middels reconventionele vordering in reactie op een vordering wegens merkinbreuk. De Spaanse rechter vraagt het Hof of het nog mogelijk is (voor verwerende partij) om een nietigheidsvordering bij het EUIPO in te dienen nadat de rechtszaak al begonnen is (door verzoekende partij). Indien dit mogelijk is, is het de vraag of de rechtbank de procedure dan moet schorsen totdat het EUIPO uitspraak heeft gedaan.
Uitspraak ingezonden door mr. H. Koenraad, Boekx.
EUIPO: "TABERNA ASTORIA 1872" trekt ongerechtvaardigd voordeel uit merk "Waldorf Astoria"
Opposition Division EUIPO 5 november 2025, IEF 23099; IEFbe 4031; B/3/219/702 (Hilton tegen Servicios Productivos Malagueños). Servicios Productivos Malagueños heeft het beeldmerk "TABERNA ASTORIA 1872" aangevraagd. Hilton heeft oppositie ingesteld wegens strijd met een ouder merk "Waldorf Astoria" op grond van artikel 8 lid 1 sub b en artikel 8 lid 5 van Verordening 2017/1001. Het EUIPO weigert de inschrijving van het merk “TABERNA ASTORIA 1872” voor alle aangevraagde diensten, omdat het ongerechtvaardigd voordeel trekt uit het bekende merk “WALDORF ASTORIA”.





















