DOSSIERS
Alle dossiers

Merkenrecht - Droit des marques  

IEFBE 1955

Merkinbreuk en verzet tegen verhandeling door het ontbreken van toestemming

Brussel - Bruxelles 6 okt 2015, IEFBE 1955; (Brand Diageo tegen Alcimex-Algrofin), https://ie-forum.be/artikelen/merkinbreuk-en-verzet-tegen-verhandeling-door-het-ontbreken-van-toestemming

Hof van Beroep Brussel 6 oktober 2015, IEFbe 1955; (Brand Diageo tegen Alcimex-Algrofin) Merken. Uitputting. Omkering bewijslast. In het bestreden vonnis heeft de eerste rechter in deze zaak dat, wat de herkomst van de goederen betreft, aan de merkhouder kan worden gevraagd dat hij eerst bewijst dat de goederen buiten de EER op de markt werden gebracht. De zaak wordt heropend, teneinde Diageo Brands toe gelaten wordt bewijs te leveren van de herkomst van de litigieuze goederen. Algorfin is handelaar in wijnen en sterke dranken. Diageo spreekt Algrofin aan, omdat zij heeft opgemerkt dat er flessen gin worden verkocht die nagemaakt zijn van Diageo. In deze zaak heeft Diageo aangevoerd dat het gaat om flessen die niet door haar of met haar toestemming in de EER handel werden gebracht. Diageo stelt dan ook terecht dat ten aanzien van Algrofin kan worden vastgesteld dat zij een merkinbreuk heeft gepleegd.

IEFBE 1949

Gebruik van op onderdelen afwijkende veelhoek, leidt niet tot verval

Gerecht EU - Tribunal UE 13 sep 2016, IEFBE 1949; ECLI:EU:T:2016:469 (hyphen veelhoek), https://ie-forum.be/artikelen/gebruik-van-op-onderdelen-afwijkende-veelhoek-leidt-niet-tot-verval

Gerecht EU 13 september 2016, IEF 1629; ECLI:EU:T:2016:469; T-146/15 (hyphen veelhoek)
Procedure tot vervallenverklaring van Uniebeeldmerk dat een veelhoek afbeeldt wegens niet normaal gebruik van het merk (artikel 15, lid 1, tweede alinea, onder a), en artikel 51, lid 1, onder a), van verordening (EG) nr. 207/2009). Het gebruik van op onderdelen afwijkende vorm wijzigt het onderscheidend vermogen niet. Het ingeschreven merk werd in de bestreden beslissing verticaal ingedrukt afgebeeld. De beslissing van de Kamer van Beroep wordt vernietigd; het merk blijft in stand.

IEFBE 1946

HvJ EU: Staking merkinbreuk voor gehele EU gelasten, uitgezonderd deel van grondgebied waarvoor geen verwarring is vastgesteld

HvJ EU - CJUE 22 sep 2016, IEFBE 1946; ECLI:EU:C:2016:719; C‑223/15 (Combit Software tegen Commit), https://ie-forum.be/artikelen/hvj-eu-staking-merkinbreuk-voor-gehele-eu-gelasten-uitgezonderd-deel-van-grondgebied-waarvoor-geen-v

HvJ EU 22 september 2016, IEF 16290; IEFbe 1946; ECLI:EU:C:2016:719; C‑223/15 (Combit Software tegen Commit) Uniemerk – Eenheidskarakter – Vaststelling van verwarringsgevaar voor slechts een deel van de Unie – Territoriale werking van het verbod als bedoeld in artikel 102 van deze verordening. HvJ EU:

Artikel 1, lid 2, artikel 9, lid 1, onder b), en artikel 102, lid 1 [Uniemerkrichtlijn] moeten aldus worden uitgelegd dat wanneer een rechtbank voor het Uniemerk vaststelt dat het gebruik van een teken leidt tot gevaar voor verwarring met een Uniemerk in een deel van het grondgebied van de Europese Unie, terwijl een dergelijk gevaar niet bestaat in een ander deel van dit grondgebied, deze rechtbank moet oordelen dat sprake is van schending van het aan dit merk verbonden uitsluitende recht en de staking van dit gebruik moet gelasten voor het gehele grondgebied van de Europese Unie, met uitzondering van het deel van dit grondgebied waarvoor het ontbreken van verwarringsgevaar werd vastgesteld.

IEFBE 1944

Bodybuilder silhouette is geen merk

Gerecht EU - Tribunal UE 29 sep 2016, IEFBE 1944; ECLI:EU:T:2016:579 (Universal Protein Supplements), https://ie-forum.be/artikelen/bodybuilder-silhouette-is-geen-merk

Gerecht EU 29 september 2016, IEF 16287; IEFbe 1944; ECLI:EU:T:2016:579 (Universal Protein Supplements) EU-merk. De aanvraag voor registratie van beeldmerk dat een bodybuilder voorstelt voor voedingssupplementen is beschrijvend voor de producten en diensten waarvoor inschrijving is gevraagd. Het silhouette is een realistische weergave van hoe een bodybuilder in pose zijn armspieren toont. Het Gerecht EU weigert de voorziening.

 

IEFBE 1943

Vragen aan HvJ EU: mogen verduidelijkende aanvullingen als tofuboter, sojamelk ondanks verkoopbenamingseisen?

HvJ EU - CJUE 28 jul 2016, IEFBE 1943; C-422/16 (TofuTown), https://ie-forum.be/artikelen/vragen-aan-hvj-eu-mogen-verduidelijkende-aanvullingen-als-tofuboter-sojamelk-ondanks-verkoopbenaming

Prejudiciële vragen gesteld aan HvJ EU 28 juli 2016, IEF 16282; IEFbe 1943; LS&R 1375; RB 2779; C-422/16 (TofuTown) Merknamen. Verkoopbenaming. Verzoekster is een vennootschap die vegetarische/vegane levensmiddelen produceert en distribueert onder benamingen als Tofubutter, pflanzenkäse, veggie-cheese e.d.. Verweerster is het Verband Sozialer Wettbewerb, een vereniging tot bestrijding van oneerlijke mededinging. Verweerster heeft een stakingsvordering tegen verzoekster ingesteld wegens schending van de DUI mededingingswet in samenhang met bijlage VII van Vo. 1308/2013. Het gaat om de benaming van de betreffende producten.

IEFBE 1939

Gerecht EU: Klankteken dat lijkt op een belsignaal kan geen identificatiefunctie vervullen

Gerecht EU - Tribunal UE 13 sep 2016, IEFBE 1939; ECLI:EU:T:2016:468 (Globo beltoon), https://ie-forum.be/artikelen/gerecht-eu-klankteken-dat-lijkt-op-een-belsignaal-kan-geen-identificatiefunctie-vervullen

Gerecht EU 13 september 2016, IEF 16275; IEFbe 1939; ECLI:EU:T:2016:468; T-408/15 (Globo tegen EUIPO) Aanvraag voor klankmerk. Absolute weigeringsgrond: geen onderscheidend vermogen. Motiveringsplicht. Klanken kunnen een merk vormen, op voorwaarde dat zij bovendien vatbaar zijn voor grafische voorstelling. De banaliteit van het teken voor waren en diensten die al dan niet kunnen worden geassocieerd met beltonen van telefoons of geluidssignalen van wekkers en het feit dat het gebruik van een klankmerk voor stille waren moeilijk voorstelbaar is.

Een klankteken dat buitengewoon eenvoudig is en zich beperkt tot louter de herhaling van twee identieke noten, op zich geen boodschap kan doorgeven die de consumenten zich kunnen herinneren, zodat deze het niet zullen beschouwen als een merk, tenzij het door gebruik onderscheidend vermogen heeft verkregen. Een merk dat bestaat uit klanken die lijken op een belsignaal kan geen identificatiefunctie vervullen, tenzij het elementen bevat die het kunnen individualiseren ten opzichte van andere klankmerken, waarbij evenwel zij aangetekend dat het niet om een origineel of fantasiemerk moet gaan. Beroep wordt verworpen.

IEFBE 1935

HvJ EU: Vaststelling van verwarringsgevaar voor slechts een deel van de Unie

HvJ EU - CJUE 22 sep 2016, IEFBE 1935; ECLI:EU:C:2016:719 (Combit Software GbmH tegen Commit Business Solutions Ltd), https://ie-forum.be/artikelen/hvj-eu-vaststelling-van-verwarringsgevaar-voor-slechts-een-deel-van-de-unie

HvJ EU 22 september 2016, IEF 16263; IEFBE 1935; ECLI:EU:C:2016:719 (Combit Software GbmH tegen Commit Business Solutions Ltd) Uniemerk. Verwarringsgevaar. In haar hoedanigheid van houdster van de merken combit heeft combit Software een rechtsvordering ingesteld tegen Commit Business Solutions. Primair verzocht zij, op grond van het Uniemerk waarvan zij houdster is, Commit Business Solutions te gelasten het gebruik, in de Unie, van het woordteken „Commit” voor de door haar verkochte computerprogramma’s te staken. Subsidiair heeft zij met een beroep op haar Duitse merk verzocht, diezelfde vennootschap te gelasten om het gebruik van dit woordteken in Duitsland te staken. De rechter geeft in deze zaak antwoord op de vraag of het bestaan van een inbreuk op het Uniemerk moet worden erkend of afgewezen voor de hele Europese Unie indien slechts in een deel verwarringsgevaar bestaat, of dat er in dat geval een onderscheid gemaakt moet worden tussen de verschillende lidstaten. Het HvJ EU stelt dat wanneer gebruik van een teken leidt tot gevaar voor verwarring met een Uniemerk in een deel van het grondgebied van de EU, geoordeeld moet worden dat er sprake is van schending van het aan dit merk verbonden uitsluitende recht en de staking van dit gebruik moet gelasten voor het gehele grondgebied van de Europese Unie, met uitzondering van het deel van dit grondgebied waarvoor het ontbreken van verwarringsgevaar werd vastgesteld.

IEFBE 1933

Beroep m.b.t. beeldmerk van '3D' en '3D's' afgewezen

Gerecht EU - Tribunal UE 13 sep 2016, IEFBE 1933; ECLI:EU:T:2016:463 (Perfetti Van Melle Benelux BV - EUIPO), https://ie-forum.be/artikelen/beroep-m-b-t-beeldmerk-van-3d-en-3d-s-afgewezen

Gerecht EU 13 september 2016, IEF 16257; IEFBE 1933; ECLI:EU:T:2016:463 (Perfetti Van Melle Benelux BV - EUIPO) Merkenrecht. Afwijzing van het beroep omtrent beeldmerk voor graanproducten met woordelement 3D. Het ging om een beroep door de aanvrager van het beeldmerk met het woordelement “3D” voor waren in klasse 30 tegen de toegewezen oppositie door de houder van het beeldmerk met het woordelement “3D’s” ook ingeschreven voor waren in klasse 30. Het beroep wordt afgewezen en het gaat in deze zaak om verwarringsgevaar. De waren stemmen volgens het GEU minder dan gemiddeld overeen. De snacks hebben niet hetzelfde doel en niet dezelfde productiewijze. Verder is er geen spraken van concurrentie. Beide elementen bevatten ‘3D’ en stemmen daarom visueel overeen. Daarnaast stemmen de merken ook fonetisch overeen, ondanks de kleine verschillen. Verder staan beide merken voor driedimensionaliteit.

IEFBE 1929

Uitspraak ingezonden door Thera Adam-van Straaten, Kneppelhout Korthals Advocaten

Winst voor de merkhouder in zaak over 'Portobello Road Gin'

EUIPO - BHIM - OHMI 15 jun 2016, IEFBE 1929; Case R 1105/2015-4 (Portobello Road Gin), https://ie-forum.be/artikelen/winst-voor-de-merkhouder-in-zaak-over-portobello-road-gin

EUIPO 15 juni 2016 IEF 16250; IEFBE 1929; Case R 1105/2015-4 (Portobello Road Gin) Merkenrecht. Geografische aanduiding. De Federatie van Porto producenten, houder van oorsprongsbenaming PORTO, heeft oppositie ingesteld tegen de CTM-aanvrage voor 'PORTOBELLO ROAD GIN' door Walker Morris. Het OHIM heeft eerder (op 17 april 2015) de oppositie toegewezen gezien de visuele, conceptuele en auditieve overeenkomsten. In het bezwaarschrift wordt door Instituto dos Vinhos do Douro e do Porto ingegaan op artikel 8 ( 4) EUTMR.

De oppositie was gebaseerd op de benaming van oorsprong beschermd in Portugal voor het teken ' PORTO / PORT’, geclaimd in de handel te worden gebruikt voor ‘versterkte wijn’. De aanvrager beschuldigde de oppositieafdeling van een ongegronde vergelijking van conflicterende tekens. Eigenlijk is het omstreden teken een samengesteld merk met verschillende verbale elementen, voornamelijk ‘Portobello Road’, ‘LONDON DRY GIN’, en ‘gedistilleerd en gebotteld in Engeland.’ Dit geldt ook voor de figuratieve elementen, waaronder een rode leeuw, de nationale vlag van het Verenigd Koninkrijk. Dit leidt tot visuele en auditieve verschillen. Het publiek zou niet afgesplitst van de term 'PORTO' worden. De aanvrager verwierp ook dat 'gin’ als product te vergelijken is met ‘wijn.’ De merkhouder wordt in het gelijk gesteld.

IEFBE 1922

Vraag aan HvJ EU: Mag een merkinbreukvordering worden afgewezen vanwege te kwader trouw, nog vóór de beoordeling reconventionele nietigheidsvordering?

HvJ EU - CJUE 8 sep 2016, IEFBE 1922; (Raimund tegen Aigner), https://ie-forum.be/artikelen/vraag-aan-hvj-eu-mag-een-merkinbreukvordering-worden-afgewezen-vanwege-te-kwader-trouw-nog-v-r-de-be

Prejudicieel gestelde vragen aan HvJ EU 8 september 2016, C-425/16; IEF 16230; IEFbe 1922 (Raimund) (gov.uk) Merkenrecht.

Verzoeker is sinds 17-05-2005 (‘met voorrang’) houder van het Uniewoordmerk ‘Baucherlwärmer’, een kruidenmengsel dat hij sinds circa 2000 met die naam aanduidt. Ook verweerster handelt in een dergelijk kruidenmengsel dat zij met dezelfde naam aanduidt. Verzoeker heeft een vordering tot staking ingesteld, vernietiging van de waren en publicatie van de uitspraak. Verweerster stelt dat verzoeker het Uniemerk in strijd met de goede zeden en te kwader trouw heeft verworven en stelt dan ook een reconventionele vordering tot nietigverklaring van verzoekers Uniemerk in. Laatstgenoemde procedure wordt geschorst in afwachting van kracht van gewijsde van de uitspraak op verzoekers vordering; in beroep is de schorsing opgeheven zodat die procedure nog aanhangig is. De rechter in eerste aanleg wijst verzoekers vordering af wegens aanvraag te kwader trouw. Het zou verzoeker bekend zijn geweest dat het kruidenmengsel zowel door verweerster als al door haar vader onder die naam werd samengesteld. Die beslissing wordt in beroep bekrachtigd. De zaak ligt nu voor ‘Revision’ bij de verwijzende rechter. Verzoeker stelt dat de lagere rechters de vraag inzake kwade trouw in de inbreukprocedure niet hadden mogen onderzoeken zonder dat de zaken waren gevoegd, respectievelijk zonder in kracht van gewijsde gegane beslissing in de procedure over de reconventionele vordering.

De verwijzende OOS rechter (Oberster Gerichtshof) stelt vast dat kwade trouw bij aanvraag een absolute nietigheidsgrond is die in de inbreukprocedure alleen geldig kan worden aangevoerd wanneer verweerster op grond daarvan een reconventionele vordering instelt. De vraag rijst echter hoe de reconventionele vordering dient te worden behandeld. Volgens de (Duitstalige) doctrine kan het nietigheidsbezwaar in ieder geval pas slagen wanneer het merk in de procedure inzake de reconventionele vordering nietig is verklaard. Het is echter niet duidelijk of de beslissing over de reconventionele vordering al in kracht van gewijsde moet zijn gegaan. Hij legt de volgende vragen voor aan het HvJEU: