Merkinbreuk en verzet tegen verhandeling door het ontbreken van toestemming
Hof van Beroep Brussel 6 oktober 2015, IEFbe 1955; (Brand Diageo tegen Alcimex-Algrofin) Merken. Uitputting. Omkering bewijslast. In het bestreden vonnis heeft de eerste rechter in deze zaak dat, wat de herkomst van de goederen betreft, aan de merkhouder kan worden gevraagd dat hij eerst bewijst dat de goederen buiten de EER op de markt werden gebracht. De zaak wordt heropend, teneinde Diageo Brands toe gelaten wordt bewijs te leveren van de herkomst van de litigieuze goederen. Algorfin is handelaar in wijnen en sterke dranken. Diageo spreekt Algrofin aan, omdat zij heeft opgemerkt dat er flessen gin worden verkocht die nagemaakt zijn van Diageo. In deze zaak heeft Diageo aangevoerd dat het gaat om flessen die niet door haar of met haar toestemming in de EER handel werden gebracht. Diageo stelt dan ook terecht dat ten aanzien van Algrofin kan worden vastgesteld dat zij een merkinbreuk heeft gepleegd.