DOSSIERS
Alle dossiers

Merkenrecht - Droit des marques  

IEFBE 2152

Conclusie AG: Uniemerkengerecht moet zich ambtshalve niet-ontvankelijk verklaren voor dat overeenstemmend deel als zij het later aangesproken gerecht is.

HvJ EU - CJUE 3 mei 2017, IEFBE 2152; ECLI:EU:C:2017:330 (MERCK), https://ie-forum.be/artikelen/conclusie-ag-uniemerkengerecht-moet-zich-ambtshalve-niet-ontvankelijk-verklaren-voor-dat-overeenstem

Conclusie AG HvJ EU 3 mei 2017, IEF 16757; IEFbe 2152; ECLI:EU:C:2017:330; C-231/16 (MERCK) Merkenrecht. Procesrecht. Rechtsmacht. Over de rechtsmacht over een aantal Britse en internationale woordmerken MERCK. Begrippen 'dezelfde partijen' en 'dezelfde handelingen', gebruik van Merck op websites en online platformen. Conclusie AG: Bij aanhangig gemaakte zaken in twee lidstaten, een op basis van een nationaal merk en een tweede op basis van een Uniemerk stemmen slechts voor die ene lidstaat overeen. Het Uniemerkengerecht moet zich ambtshalve niet-ontvankelijk verklaren voor dat deel van het grondgebied - als zij het later aangesproken gerecht is.

IEFBE 2151

Connect Professional maakt inbreuk op CONNECT ex sub b

4 apr 2017, IEFBE 2151; ECLI:NL:RBGEL:2017:2433 (Connect tegen Connect Professionals), https://ie-forum.be/artikelen/connect-professional-maakt-inbreuk-op-connect-ex-sub-b

Vzr. Rechtbank Gelderland 4 april 2017, IEF 16753; IEFbe 2151; ECLI:NL:RBGEL:2017:2433 (Connect tegen Connect Professionals) Connect is een uitzendbureau sinds 1992 en is houdster van woordmerk CONNECT. Connect Professionals is opgericht in 2008 en voert (interim)opdracht uit en bemiddelt personeelsdiensten. Het woordmerk en het teken stemmen in zodanige mate overeen dat het verwarringsgevaar in beginsel is gegeven. Dit geldt te meer omdat ook Connect met louter beschrijvende elementen achter het woord Connect, zoals Connect Uitzendbureau en Connect Technisch Uitzendbureau, naar buiten treedt. Connect Professional handelt in strijd met artikel 2.20 lid 1 sub b BVIE. Connect is eind 2016 pas op de hoogte geraakt dat onder de naam Connect Professionals in dezelfde branche wordt gewerkt. Dat kan nauwelijks anders betekenen dan dat tussen 2009 en eind 2016 geen verwarring is ontstaan bij het in aanmerking komende publiek. Er is niet voldoende onderbouwd aannemelijk gemaakt dat verwarring te duchten is als bedoeld in artikel 5 Hnw. Staking woordmerkinbreuk wordt bevolen en veroordeling in de proceskosten €15.196,92.

IEFBE 2146

Uitspraak ingezonden door Reindert van der Zaal, Kennedy Van der Laan.

'Mega-schadevergoeding voor namaak, te vermeerderen met een forfaitaire vergoeding per product die niet op de facturen staat'

Nederlandse jurisprudentie - Jurisprudence néerlandaise 26 apr 2017, IEFBE 2146; (Tommy Hilfiger en Calvin Klein tegen Soob management), https://ie-forum.be/artikelen/mega-schadevergoeding-voor-namaak-te-vermeerderen-met-een-forfaitaire-vergoeding-per-product-die-ni

Rechtbank Den Haag 26 april 2017, IEF 16745; IEFbe 2146 (Tommy Hilfiger en Calvin Klein tegen Soob management) Bodemzaak na IEF 16253. Merkenrecht. Namaak. Door Soob management is op grote schaal merkinbreuk gemaakt. Van de inzenders: De rechtbank legt een pan-Europees inbreukverbod op t.a.v. de EU-merken en een Benelux-wijd verbod t.a.v. de Benelux merken. (3.1/3.3/3.6). Meest noemenswaardige wat mij betreft is de mega-schadevergoeding die Soob Management moet betalen aan (i) Tommy Hilfiger van EUR 1.471.626,75, ook nog eens te vermeerderen met een forfaitaire schadevergoeding van EUR 39,88 per door gedaagde verhandeld product dat inbreuk maakt en niet op de facturen waarover Tommy Hilfiger beschikt staat vermeld en (ii) aan Calvin Klein van EUR 44.083,60 te vermeerderen met een forfaitaire schadevergoeding van EUR 23,65 per door gedaagde verhandeld product dat inbreuk maakt en niet op de facturen waarover Calvin Klein beschikt staat vermeld (3.5 en 3.8) Verder gelast de rechtbank de vernietiging van alle namaakgoederen (3.11) en wordt Soob Management veroordeeld in de proceskosten (3.12).

IEFBE 2142

Jugement envoyée par Eric De Gryse et Emmanuel Cornu, Simont Braun.

Les similitudes entre ISLAMIC RELIEF et MUSLIM RELIEF sont trop faibles

Brussel - Bruxelles(Fr./Nl.) 5 apr 2017, IEFBE 2142; (Islamic Relief Worldwide contre Islamic Relief), https://ie-forum.be/artikelen/les-similitudes-entre-islamic-relief-et-muslim-relief-sont-trop-faibles

Tribunal de commerce francophone de Bruxelles 5 avril 2017, IEFbe 2142 (Islamic Relief Worldwide contre Islamic Relief) En bref: Droit des marques. Le tribunal a conclu à une similitude trop faible entre les divers signes; Il n'y a pas lieu de croice que le public concerné établisse eun lien entre la marque de la demanderesse et celle du défendeur.

IEFBE 2141

Bewijs toegelaten tegen verweer dat dat RUBY voor verwarmingsinstallaties vervalrijp was in 2008

Nederlandse jurisprudentie - Jurisprudence néerlandaise 14 feb 2017, IEFBE 2141; ECLI:NL:GHAMS:2017:44 (Essegé tegen Ruby Décor), https://ie-forum.be/artikelen/bewijs-toegelaten-tegen-verweer-dat-dat-ruby-voor-verwarmingsinstallaties-vervalrijp-was-in-2008

Hof Amsterdam 14 februari 2017, IEF 16732; IEFbe 2141; ECLI:NL:GHAMS:2017:448 (Essegé tegen Ruby Décor) Merkenrecht. Verval. Bewijs. Beroep na IEF 15184. Essegé, in België gevestigd, gebruikt thans het merk RUBY voor verwarmingsinstallaties, dat zij in 1994 ook had gedeponeerd. Ruby Décor, in Nederland gevestigd, gebruikt sinds 2000 het merk RUBY FIRES voor haarden en heeft het op 14 maart 2008 ook gedeponeerd. Essegé vordert onder meer staking van het merk RUBY, RUBY FIRES en/of RUBY DÉCOR. Ruby Décor voert verweer dat het merk in 2008 vervalrijp was (ex art. 2.27 leden 3 en 4 BVIE). Essegé wordt toegelaten tot getuigenbewijs ervan dat zij in de periode van vijf jaar vóór 14 maart 2008 binnen de Benelux het merk RUBY voor verwarmingsinstallaties normaal heeft gebruikt.

IEFBE 2138

Uitspraak aangebracht door Lisbeth Depypere en Tom Heremans, CMS.

Brasseries en hun menukaarten maken geen inbreuk op de (beeld)merken CIPRIANI

Brussel - Bruxelles(Fr./Nl.) 20 feb 2017, IEFBE 2138; (Altunis tegen Brasseries), https://ie-forum.be/artikelen/brasseries-en-hun-menukaarten-maken-geen-inbreuk-op-de-beeld-merken-cipriani

NL Rechtbank KH Brussel 20 februari 2017, IEFbe 2138 (Altunis tegen Brasseries) Merkenrecht – geen bekend merk in de EU - geen merkinbreuk – geen schending eerlijke marktpraktijken. Altunis is beeldmerkhoudster van CIPRIANI en vordert staking van tekens die lijken op CIPRIANI/CAPRIANI met de handelsnamen van diverse brasseries, de domeinnaam capriani.be en in merk(aanvraag) BRASSERIE IL CAPRIANI en in de namen van de gerechten op de menukaart. Het Uniewoordmerk is op naam van mevrouw Giovanna Cipriani ingeschreven, zonder dat Altunis merklicentiehouder is. Eerdere oppositie is afgewezen (BBIE). De vorderingen wegens merkinbreuk op grond van artikel 9.2.c en 9.2.b UMVo worden afgewezen. Er zijn geen stukken overlegd over het marktaandeel van de merken, de intensiteit en de duur van het gebruik van de merken. Ook de vordering gebaseerd op vermeende oneerlijke marktpraktijken werd afgewezen, net als alle overige gevorderde maatregelen. 

IEFBE 2136

Parkeerplaats via p7-schipholprivium.nl aanbieden, is inbreuk sub b en c

Nederlandse jurisprudentie - Jurisprudence néerlandaise 23 apr 2015, IEFBE 2136; (Luchthaven Schiphol tegen IBR investment), https://ie-forum.be/artikelen/parkeerplaats-via-p7-schipholprivium-nl-aanbieden-is-inbreuk-sub-b-en-c

Vzr. Rechtbank Amsterdam 23 april 2015, IEF 16716; IEFbe 2136 (Luchthaven Schiphol tegen IBR Investment) Merkinbreuk. Bestuurdersaansprakelijkheid. Schiphol is houdster van Benelux woord(beeld)merken PRIVIUM (SCHIPHOL) waaronder ze een serviceprogramma aanbiedt voor wie regelmatig vliegt en onder oponthoud wil reizen en parkeerfaciliteit aanbiedt. IBR biedt via p7-schipholprivium.nl, samen met GroupDeal, een actie aan om tijdelijk buiten de luchthaven Schiphol te parkeren. Dit levert inbreuk ex 2.20 lid 1 sub b en c BVIE op. Enig bestuurder en feitelijk leidinggevende van IBR kan persoonlijk een ernstig verwijt worden gemaakt. Het verbod op merkinbreuk is ook jegens hem toewijsbaar. Staking bevolen met opgaveplicht.

IEFBE 2134

EFTA over openbare orde-beperking in het merkenrecht voor (bekende) beeldhouwwerken waarop geen auteursrecht meer rust

6 apr 2017, IEFBE 2134; (Vigeland Park), https://ie-forum.be/artikelen/efta-over-openbare-orde-beperking-in-het-merkenrecht-voor-bekende-beeldhouwwerken-waarop-geen-auteur

EFTA Court 6 april 2017, IEF 16706; IEFbe 2134; Case E-5/16 (Vigeland Park) Merkenrecht. EFTA (Europese Vrijhandelsorganisatie). Het Noorse Hof van Beroep voor Intellectuele Eigendomsrechten (Klagenemnda for industrielle rettigheter) heeft vragen gesteld over weigeren van een teken bestaande uit een kunstwerk, Vigeland Park, dat in het pubieke domein valt als merk vanwege openbare orde of de geaccepteerde moraal [gestelde vragen IEF 15907]. EFTA:

1. The registration  as a trade mark of a sign which consists of works for which the copyright protection period has expired, is not in itself contrary to public policy or accepted principles of morality within the meaning of Article 3(1)(f) of Directive 2008/95/EC.

IEFBE 2128

Conclusie AG: Vreedzaam naast elkaar bestaan in een deel van de Unie, betekent niet dat verwarringsgevaar is uitgesloten in een ander deel

HvJ EU - CJUE 29 mrt 2017, IEFBE 2128; ECLI:EU:C:2017:240 (Ornua, The Irish Dairy Board tegen Tindale & Stanton), https://ie-forum.be/artikelen/conclusie-ag-vreedzaam-naast-elkaar-bestaan-in-een-deel-van-de-unie-betekent-niet-dat-verwarringsgev

Conclusie AG HvJ EU 29 maart 2017, IEF 16685; IEFbe 2128; C-93/16; ECLI:EU:C:2017:240 (Ornua, The Irish Dairy Board tegen Tindale & Stanton) Eenheidskarakter – Artikel 1 – Verwarringsgevaar – Afbreuk aan de reputatie – Artikel 9, lid 1, onder b) en c) – Conflicterende merken die een aanduiding van de plaats van herkomst omvatten – Vreedzame co-existentie van de conflicterende merken in een deel van het grondgebied van de Unie. Conclusie AG:

1)      Artikel 9, lid 1, onder b) en c) [UniemerkVo] moet aldus worden uitgelegd dat het feit dat de conflicterende merken vreedzaam naast elkaar bestaan in een deel van het grondgebied van de Unie, zonder verwarring te creëren, niet betekent dat verwarringsgevaar automatisch uitgesloten is in een ander deel van dat grondgebied. Deze co-existentie is niettemin een relevant element dat in voorkomend geval in aanmerking kan worden genomen in het kader van de globale beoordeling van het verwarringsgevaar en van het bestaan van een verband tussen de betrokken merken, waarop elk van die bepalingen respectievelijk gebaseerd is.

IEFBE 2124

Uitspraak ingezonden door Christiaan Alberdingk Thijm en Lex Keukens, bureau Brandeis.

Nederlandse Maatschappij is een zo algemeen gangbaar begrip dat daardoor geen begripsmatige overeenstemming ontstaat

Nederlandse jurisprudentie - Jurisprudence néerlandaise 21 mrt 2017, IEFBE 2124; (NEM/NLE tegen NIM), https://ie-forum.be/artikelen/nederlandse-maatschappij-is-een-zo-algemeen-gangbaar-begrip-dat-daardoor-geen-begripsmatige-overeens

Hof Den Haag 21 maart 2017, IEF 16675; IEFbe 2124 (NEM/NLE tegen NIM) Beschikking. Merkenrecht. NIM heeft een Benelux-depot verricht voor woord-/beeldmerk, NLE heeft oppositie gevoerd op basis van haar woord-/beeldmerken. Het bureau heeft de oppositie afgewezen; de visuele en auditieve overeenkomsten tussen het teken en merken wegen niet op tegen de begripsmatige verschillen. Hoewel zowel het teken als het merk communiceert dat het gaat om een Nederlandse Maatschappij is dat een zo algemeen gangbaar begrip en wordt dat gebruikt door zo'n grote groep van Nederlandse aanbieders van waren of diensten, dat alleen daardoor geen begripsmatige overeenstemming ontstaat, althans wordt die overeenstemming opgeheven doordaat teken en merk aangeven dat het gaat om een andersoortige Nederlandse bedrijven die afwijkende diensten leveren, namelijk internetdiensten enerzijds en energiediensten anderzijds. Het hof verwerpt het beroep.