DOSSIERS
Alle dossiers

Merkenrecht - Droit des marques  

IEFBE 2285

Credophar Physiotone maakt geen inbreuk op beeldmerk Credo San Solingen

Hoven van Beroep - Cours d'Appel 5 okt 2016, IEFBE 2285; ( Europreps tegen Credo), https://ie-forum.be/artikelen/credophar-physiotone-maakt-geen-inbreuk-op-beeldmerk-credo-san-solingen

Hof van beroep Brussel 5 oktober 2016, IEF 16995; IEFbe 2285 (Europreps tegen Credo) Merkenrecht. De bestreden beslissing is een beslissing van het BBIE waarbij de oppositie van Credo gedeeltelijk werd toegewezen. Europreps vordert in hoger beroep te verklaren dat er geen verwarringsgevaar bestaat tussen de merken Credo San Solingen en Credophar Physiotone en de bestreden uitspraak teniet te doen. De totaalindruk die door beide tekens wordt achtergelaten is (visueel, auditief en begripsmatig) duidelijk verschillend. Wat betreft de waren en diensten is er hoogstens beperkte overeenstemming. Gelet op de verschillen tussen de tekens zal een consument in het geheel beschouwd  niet kunnen menen dat de waren afkomstig zouden zijn van dezelfde ondernemingen. Er is derhalve geen sprake van verwarringsgevaar. De oppositie wordt afgewezen.

IEFBE 2283

Uitspraak ingezonden door Roel Lenaerts, Legasso.

Vennootschap Arbita maakt geen inbreuk op Beneluxmerk Arbita nu de houder, mede-oprichter blijkt te zijn

Hoven van Beroep - Cours d'Appel 13 sep 2016, IEFBE 2283; ( Arbita), https://ie-forum.be/artikelen/vennootschap-arbita-maakt-geen-inbreuk-op-beneluxmerk-arbita-nu-de-houder-mede-oprichter-blijkt-te-z

Hof van beroep Brussel 13 september 2016, Hof van beroep Brussel 7 september 2012 en Rechtbank van Koophandel Brussel 9 april 2009, IEF 16993; IEFbe 2283 (Arbita) Merkenrecht. Handelsnaamrecht. Appellant (advocaat zijnde) heeft het Beneluxmerk 'Arbita'. Geïntimeerde heeft kort daarna een vennootschap opgericht onder de naam Arbita. Zij heeft als maatschappelijk doel: administratief en juridisch dienstencentrum ter ondersteuning van klanten en het adviseren bij de behandeling van hun geschillen. Appellant vordert stopzetting van het gebruik van Arbita als vennootschapsnaam en/of handelsnaam. Appellant was echter zeer nauw betrokken bij de oprichting van geïntimeerde. Uit het ontwerp van de oprichtingsakte blijkt dat de vennootschapsnaam Arbita zou worden aangenomen. Appellant heeft daartegen geen enkel bezwaar geformuleerd, zodat hij geacht wordt daarmee te hebben ingestemd. De vorderingen van appellant zijn daarom ongegrond.

IEFBE 2288

Bijdrage ingezonden door Ranee van der Straaten, BANNING en Monique Hennekens.

BPatG verklaart vormmerk stazakje Capri Sun nietig vanwege techniekexceptie

Duitse jurisprudentie - Jurisprudence allemande 28 jun 2017, IEFBE 2288; (Deutsche SiSi-Werke tegen riha Wesergold), https://ie-forum.be/artikelen/bpatg-verklaart-vormmerk-stazakje-capri-sun-nietig-vanwege-techniekexceptie

BPatG 28 juni 2017, IEF 16996; IEFbe 2288 (Deutsche SiSi-Werke tegen riha Wesergold) Merkenrecht. Vormmerk. De uitspraak van het Bundespatentgericht van 28 juni 2017 inzake Deutsche SiSi-Werke Betriebs GmbH tegen Riha WeserGold Getränke GmbH & Co. KG betreffende het vormmerk op het Capri Sun stazakje van SiSi-Werke Betriebs GmbH. Dit vormmerk is door het Bundespatentgericht nietig verklaard op grond van de techniek-exceptie. Onder meer heeft het Bundespatentgericht geoordeeld dat de rechte zijkanten technisch zijn bepaald. Het Bundespatentgericht heeft tevens geoordeeld dat tegen deze uitspraak geen beroep meer openstaat.

IEFBE 2272

A défaut de pouvoir faire valoir des droits sur le signe « Xeon », la demande de la SA Oriol et la SA Marly n'est pas fondée

Hoven van Beroep - Cours d'Appel 16 jun 2016, IEFBE 2272; (XENUM XEON), https://ie-forum.be/artikelen/a-d-faut-de-pouvoir-faire-valoir-des-droits-sur-le-signe-xeon-la-demande-de-la-sa-oriol-et-la-sa-mar

Cour d'appel Bruxelles 16 juin 2016, IEFbe 2272 (XENUM XEON) Droit des marque. Contracts. X travaille au sein de la SA Marly. X (le Vendeur), d'une part, et la SA Oriol (l'Acheteur), d'autre part, signent une convention de cession d'actions par laquelle le vendeur vend à l'acheteur les 6.300 actions au porteur qu'il détient dans la SA Marly. Le 12 mai 2004, la SA Marly effectue le dépôt de la marque Benelux verbale «Xeon». Le septembre 2004, la SA SWF - société constituée le 28 mai 2004 et contrôlée par X dépose la marque Benelux verbale «Xenum». Par un courrier recommandé du 26 juin 2006, la SA Marly se plaint auprès de X a de plusieurs violations de la clause de non-concurrence dans les termes suivants: 'Vous commercialisez directement, sous la marque «XENUM», toute une gamme d'additifs et de produits pour le secteur automobile, qui sont directement concurrents à nos produits. X fait valoir que la clause de non-concurrence qui impliquerait l'obligation d'empêcher toute importation parallèle de ses produits vers la Belgique serait nulle car contraire à l'interprétation restrictive des clauses de non-concurrence ainsi qu'à l'ordre public économique. Il résulte cependant des développements qui précèdent qu'il est établi que X a enfreint la clause de non-concurrence en développant et en distribuant directement ou indirectement ses produits en Belgique et qu'il n'est pas « victime » d'importations parallèles. Il se fonde dès lors sur une prémisse inexacte. A titre surabondant, la société luxembourgeoise Marly International étant seule titulaire de la marque Xeon et n'ayant pas pris part à l'action, la SA Oriol et la SA Marly ne peuvent demander la nullité de la marque Xenum au regard de l'article 2.4.f de la CBPI. Le jugement entrepris doit être réformé sur ce point. A défaut de pouvoir faire valoir des droits sur le signe « Xeon », la demande de la SA Oriol et la SA Marly n'est pas fondée. Le jugement entrepris est également réformé sur ce point.

IEFBE 2268

Gebruik andermans merk in domeinnaam mag, indien herkomst-, reclame- en investeringsfunctie niet worden aangetast

Rechtbanken van Koophandel - Tribunaux de commerce 25 mei 2016, IEFBE 2268; ( Hugyfot), https://ie-forum.be/artikelen/gebruik-andermans-merk-in-domeinnaam-mag-indien-herkomst-reclame-en-investeringsfunctie-niet-worden

Rechtbank van Koophandel Brussel 25 mei 2016, IEF 16984, IEFbe 2268 (Hugyfot) Merkenrecht. Eisers zijn de mede-merkhouders van het woordmerk 'Hugyfot' en het beeldmerk 'HUGY fot 1953'. Verweerder drijft handel onder de naam 'Hydronalin' waarbij hij een webwinkel uitbaat onder de domeinnaam www.hydronalin.eu. Volgens eisers maakt verweerder hierbij op onrechtmatige wijze gebruik van de Gemeenschapsmerken doordat verweerder bovengenoemde identieke tekens gebruikt op zijn website voor doeleinden van promotie en doorverkoop van 'Hugyfot'-producten en omdat verweerder de domeinnaam www.hugyfot.de heeft geregistreerd en deze laat doorzetten naar zijn eigen website. Verweerder wekt niet de indruk dat er een commerciële band bestaat, waardoor promotie van 'Hugyfot'-producten is toegestaan. Daarnaast verduidelijken eisers allerminst hoe verweerder de herkomst-, reclame- en investeringsfunctie aantast door de domeinnaam door te zetten naar de eigen website. Ook dit deel van de vordering is ongegrond.

IEFBE 2262

Des lors que la combinaison 'the dog nanny' est dépourvue de caractère distinctif, Y ne porte pas atteinte à une fonction distinctive lorsqu'elle utilise les combinaisons incriminées comme mots clés sur internet

Hoven van Beroep - Cours d'Appel 13 mei 2016, IEFBE 2262; (Dog Nanny), https://ie-forum.be/artikelen/des-lors-que-la-combinaison-the-dog-nanny-est-d-pourvue-de-caract-re-distinctif-y-ne-porte-pas-attei

Cour d'appel Bruxelles 13 mai 2016, IEFbe 2262 & Tribunal de Commerce Bruxelles 28 janvier 2015 (Dog Nanny) Droit des marques. X exerce une activité consistant notamment à promener les chiens et à prendre soin des chats de ses clients en région bruxelloise et en périphérie sous la dénomination commercial 'The Dog Nanny'. Elle est titulaire de la marque figurative Benelux 'The Dog Nanny'. Ces services sont présentés par le biais du site internet https://thedognanny.be. Y exerce les mêmes activités sous le nom commercial 'dog walking and cat sitting' dans la même région. Elle a créé deux sites internet: https://www.dogwalking-catsitting.be et https://www.dogwalking-catsitting.com. Y constate que X a inséré les termes 'dog walking & cat sitting' en lettres capitales sur la page d'accueil de son site internet ainsi qu'en titre de chacune des pages de son site. Le conseil de X met en demeure Y de cesser tout acte de parasitisme, de retirer les termes 'dog nanny' dans le titre des pages de ses sites internet. Le jugement entrepris déclare les demandes principale et reconventionnelle recevables mais non fondées et condamne les parties à supporter leurs propres dépens. X soutient qu'en utilisant a plusieurs endroits de ses sites internet des expressions composées du terme 'nanny', Y porte atteinte a sa marque et a sons nom commercial en créant la confusion avec les services qu'elle preste sous sa marque et son nom commercial 'The Dog Nanny' et pose des actes contraires aux pratiques honnêtes du marché en tirant indument profit de sa réputation et en tentant de s'approprier les consommateurs qui sont la recherche de ses services. Y soutient que l'utilisation par X sur la page d'accueil et l'ensemble des pages de son site internet des termes 'Dog Walking & Cat Sitting', qui correspondent exactement a son nom commercial. La cour reçoit les appels principal et incident, mais les dit non fondés.

IEFBE 2270

Flamma gel maakt inbreuk op het Uniemerk Flamigel

Rechtbanken van Koophandel - Tribunaux de commerce 27 mei 2016, IEFBE 2270; ( Flamigel), https://ie-forum.be/artikelen/flamma-gel-maakt-inbreuk-op-het-uniemerk-flamigel

Rechtbank van Koophandel Brussel 27 mei 2016, IEF 16985; IEFbe 2270 (Flamigel) Merkenrecht. Eiser deponeerde het teken 'FLAMIGEL' als Uniemerk. Flamigel wordt gebruikt voor gels voor wondbehandeling. Verweerder heeft het merk 'FLAMMA GEL' gedeponeerd en verkregen, tevens voor de behandeling van wonden. Er is sprake van dezelfde waren en diensten, overeenstemming van het merk en het teken en verwarringsgevaar. Verweerder pleegt inbreuk op het Uniemerk 'Flamigel' door gebruik van 'Flamma gel'.

IEFBE 2265

Teken hoofdletter D van Sprinter is verwarringwekkend t.o.v. beeldmerk Diesel

Gerecht EU - Tribunal UE 20 jul 2017, IEFBE 2265; ECLI:EU:T:2017:536 (Diesel tegen EUIPO), https://ie-forum.be/artikelen/teken-hoofdletter-d-van-sprinter-is-verwarringwekkend-t-o-v-beeldmerk-diesel

Gerecht EU 20 juli 2017, IEF 16979; IEFbe 2265; T-521/15; ECLI:EU:T:2017:536 (Diesel tegen EUIPO) Merkenrecht. Oppositie. Sprinter heeft een merkaanvraag ingediend voor een beeldteken, bestaande uit een hoofdletter D. Diesel heeft oppositie ingesteld. Dit werd afgewezen, waarop hoger beroep is ingesteld door Diesel. Het Gerecht stelt dat sprake is van soortgelijke tekens en verwarringsgevaar. De uitspraak van EUIPO moet worden vernietigd.

IEFBE 2264

Rechthoek met drie strepen in de kleuren geel, oranje en blauw is niet onderscheidend voor beeldmerk

Gerecht EU - Tribunal UE 20 jul 2017, IEFBE 2264; ECLI:EU:T:2017:537 (Basic Net tegen EUIPO), https://ie-forum.be/artikelen/rechthoek-met-drie-strepen-in-de-kleuren-geel-oranje-en-blauw-is-niet-onderscheidend-voor-beeldmerk

Gerecht EU 20 juli 2017, IEF 16978; IEFbe 2264; ECLI:EU:T:2017:537; T‑612/15 (Basic Net tegen EUIPO) Merkenrecht. Beelteken. Basic Net heeft een merkaanvraag ingediend op een beeldteken van drie verticale strepen (geel-oranje-blauw). Dit werd afgewezen op grond van het gebrek aan onderscheidend vermogen. Basic Net heeft tevergeefs beroep ingesteld bij het EUIPO. Volgens vaste jurisprudentie is het niet waarschijnlijk dat een consument een eenvoudig geometrisch figuur zal herinneren, tenzij er onderscheidend vermogen is verkregen door gebruik. Zo ook hier niet. De drie kleuren zijn niet uniek voor het wekken van bepaalde gedachteassociaties of het genereren van gevoelens, waardoor ze niet in staat zijn om nauwkeurige informatie over te brengen. Daarnaast zijn dit veelgebruikte kleuren in reclame en marketing voor de aantrekkelijkheid van producten en diensten. Ook de kleuren hebben dus geen onderscheidend vermogen. Het Gerecht EU wijst het hoger beroep af.

IEFBE 2256

HvJ EU: naast elkaar in twee lidstaten bestaande merken scheppen geen precedent voor het ontbreken van verwarringsgevaar in de Unie

HvJ EU - CJUE 20 jul 2017, IEFBE 2256; ECLI:EU:C:2017:571 (Ornua, The Irish Dairy Board tegen Tindale & Stanton), https://ie-forum.be/artikelen/hvj-eu-naast-elkaar-in-twee-lidstaten-bestaande-merken-scheppen-geen-precedent-voor-het-ontbreken-va

HvJ EU 20 juli 2017, IEF 16974; IEFbe 2256; zaak C-93-16; ECLI:EU:C:2017:571 (Ornua, The Irish Dairy Board tegen Tindale & Stanton) Merkenrecht. Zie eerder [IEF 16685] en [IEF 15794]. Audiencia Provincial de Alicante heeft een prejudiciële vraag gesteld aan het HvJ EU, namelijk of het naast elkaar in twee lidstaten bestaande merken precedent schept voor het ontbreken van verwarringsgevaar in de gehele Unie?

Het HvJ EU verklaart voor recht:

1) Artikel 9, lid 1, onder b), van verordening (EG) nr. 207/2009 van de Raad van 26 februari 2009 inzake het [Unie]merk moet aldus worden uitgelegd dat op basis van het feit dat een Uniemerk en een nationaal merk in een deel van de Europese Unie vreedzaam co-existeren, niet kan worden geconcludeerd dat in een ander deel van de Unie, waar dit Uniemerk en het aan dit nationale merk gelijke teken niet vreedzaam co-existeren, geen gevaar voor verwarring van dit Uniemerk met dit teken bestaat.

2) Artikel 9, lid 1, onder b), van verordening nr. 207/2009 moet aldus worden uitgelegd dat de elementen die volgens de rechtbank voor het Uniemerk waarbij een vordering wegens inbreuk is ingesteld relevant zijn om te beoordelen of het de houder van een Uniemerk is toegestaan, het gebruik van een teken te verbieden in een deel van de Europese Unie waarop deze vordering geen betrekking heeft, door deze rechtbank in aanmerking kunnen worden genomen om te beoordelen of het deze houder is toegestaan het gebruik van dit teken te verbieden in het deel van de Unie waarop deze vordering betrekking heeft, mits de marktomstandigheden en de socioculturele omstandigheden in die beide delen van de Unie onderling niet duidelijk verschillen.

3) Artikel 9, lid 1, onder c), van verordening nr. 207/2009 moet aldus worden uitgelegd dat op basis van het feit dat een bekend Uniemerk en een teken in een deel van de Europese Unie vreedzaam co-existeren, niet kan worden geconcludeerd dat in een ander deel van de Unie, waar deze niet vreedzaam co-existeren, een geldige reden bestaat die het gebruik van dit teken rechtvaardigt.