Uitspraak ingezonden door Tom Heremans, CMS.
Agicoa verplicht tot terugbetaling van 722.000 EUR royalties aan TV Vlaanderen
Nederlandstalige Ondernemingsrechtbank Brussel 14 oktober 2019, IEFbe 2991; A/15/07211 (TV Vlaanderen tegen Agicoa) Na tussenkomst van het Hof van Justitie in de zaak van TV Vlaanderen tegen de beheersvennootschappen Sabam en Agicoa (HJEU 13 oktober 2011, Airfield, C-431/09 en C-432/09), oordeelde het Hof van Beroep te Brussel op 9 juni 2015 dat TV Vlaanderen contractueel de toestemming had gekregen van de auteursrechthebbenden zodat zij geen bijkomende vergoeding verschuldigd was aan Agicoa voor de satellietuitzendingen van televisieprogramma’s. Daarop stelde TV Vlaanderen een vordering in tot terugbetaling van de royalties die zij in de periode 2007-2010 had betaald als gevolg van het vonnis.
De rechtbank oordeelt nu dat deze royalties moeten worden terugbetaald, bij gebrek aan oorzaak. Door de vernietiging van het vonnis door het Hof van Beroep is de onderliggende rechtsverhouding waarop de overeenkomst voortbouwt met terugwerkende kracht weggevallen. De beslissende beweegreden voor partijen om tot een overeenkomst te komen is vernietigd en wordt bijgevolg nooit geacht te hebben bestaan, zo stelt de ondernemingsrechtbank. Agicoa wordt veroordeeld tot terugbetaling van 722.000 EUR, te vermeerderen met de gerechtelijke interesten en de gerechtskosten.
Uitspraak ingezonden door Eric De Gryse en Christopher Dumont, Simont Braun.
Reclame van EG valt buiten toepassingsgebied geneesmiddelenwet
Nederlandstalige Ondernemingsrechtbank Brussel 17 oktober 2019, IEFbe 2990; 2019/4980 (EG tegen Apotex) EG is een farmaceutisch bedrijf dat zich toespitst op de ontwikkeling, productie en verkoop van generische geneesmiddelen. EG voerde in diverse media een reclamecampagne om haar bedrijf meer bekendheid te geven. De reclamecampagne, opgedeeld in verschillende fases (teasing -, reveal - en after gedeelte) zocht antwoord op de vraag: “Wat heeft bijna elke Belg in huis zonder het te weten?”. Het antwoord luidde “EG”. Daarbij onthulde EG de boodschap “EG – betaalbare geneesmiddelen. Kijk eens thuis bij je rond. De kans is groot dat ook jij EG in huis hebt. Binnenkort vind je de geneesmiddelen van EG in een nieuwe verpakking”.
Apotex, een rechtstreekse concurrent in de sector van de generische geneesmiddelen, verweet EG met haar reclamecampagne reclame te maken voor geneesmiddelen, in strijd met de geneesmiddelenwet en het koninklijk besluit betreffende geneesmiddelenreclame. Ondergeschikt verweet Apotex EG inbreuk te plegen op de algemene regels inzake eerlijke marktpraktijken. Apotex vorderde de staking van de gehele reclamecampagne.
De vorderingen worden afgewezen. De reclame van EG is geen productreclame, maar bedrijfs- of institutionele reclame. Dit valt buiten het toepassingsgebied van de geneesmiddelenwet en het koninklijk besluit betreffende geneesmiddelenreclame.
Uitspraak ingezonden door de Nederlandstalige Ondernemingsrechtbank Brussel.
Nietigheid ABC wegens niet-dienstbaarheid aan basisoctrooi
Nederlandstalige Ondernemingsrechtbank Brussel 26 februari 2019, IEFbe 2987, LS&R 1756; A/17/02864 (Gilead Sciences tegen Sandoz) Gilead Sciences is een biofarmaceutisch bedrijf dat tenofovir disoproxil en emtricitabine gecombineerd commercialiseert onder de naam Truvada. Dit geneesmiddel wordt gebruikt ter behandeling van HIV. Gilead Sciences is houdster van een octrooirecht ten aanzien van Truvada. Tevens bezit Gilead Sciences een aanvullend beschermingscertificaat dat ziet op Truvada. Sandoz is een Belgische onderneming die generieke geneesmiddelen commercialiseert. Sandoz is voornemens een generiek combinatieproduct met de actieve bestanddelen tenofovir disoproxil en emtricitabine op de Belgische markt te brengen. Gilead Sciences is het hiermee niet eens en eist staking van de distributie en elke andere verspreiding of inbreuken op het octrooi en het aanvullende beschermingscertificaat door Sandoz. Gilead wordt in dit geschil in het ongelijk gesteld, gezien met betrekking van Truvada niet is voldaan aan de tweeledige voorwaarde, voortvloeiende uit het Teva-arrest. De combinatie van werkzame stoffen (emtricitabine en tenofovir disoproxil) valt in het licht van de beschrijving noch noodzakelijkerwijs onder de uitvinding waarvoor het octrooi geldt, noch kunnen emtricitabine en tenofovir disoproxil worden geïdentificeerd in het licht van alle door het basisoctrooi bekendgemaakte gegevens.
Uitspraak ingezonden door Tjeerd Overdijk en Merel Rondhuis, Vondst.
Gerecht van forumkeuze beslist eerst over aanvaarding van forumkeuzebeding
Rechtbank Amsterdam 6 november 2019, IEF 18817, IT 2942, IEFbe 2989; ECLI:NL:RBAMS:2019:8377 (Dataprovider tegen Kapitol) Dataprovider is een Nederlands bedrijf dat informatie op internet indexeert en structureert door middel van een robot die websites afspeurt op zoek naar bruikbare gegevens. De datasets die hiermee worden verzameld worden vervolgens aangeboden aan haar klanten. Kapitol (handelend onder de naam Infobel) exploiteert online telefoongidsen. Op de website www.infobel.com worden contactgegevens van ondernemingen en personen beschikbaar gesteld. In de algemene voorwaarden van Kapitol staat dat een zakelijke gebruiker per dag 100 keer gegevens mag opvragen en dat vanaf de 101ste opvraag een bedrag in rekening zal worden gebracht. Verder staat in diezelfde algemene voorwaarden een forumkeuze voor de rechtbank te Brussel.
Heroeping inzake afgewezen beroep nietigverklaring merk is geldig
HvJ EU 31 oktober 2019, IEF 18815, IEFbe 2988; ECLI:EU:C:2019:916 (Repower tegen EUIPO/repowermap.org) Repower heeft het woordmerk “Repower“ laten inschrijven bij het EUIPO. Vervolgens heeft repowermap.org als interveniënte een vordering tot nietigverklaring van het litigieuze merk ingesteld. Volgens interveniënte mist het merk onderscheidend vermogen voor alle door dit merk aangeduide waren en diensten. Het EUIPO wijst de vordering toe. Beroep tegen de nietigverklaring wordt afgewezen. Vervolgens heeft het EUIPO het besluit tot afwijzing van het beroep herroepen wegens ontoereikende motivering. De kamer van beroep beoogde daarmee om het onderscheidend vermogen van het litigieuze merk nog een keer te analyseren. Vervolgens is tegen deze herroeping is door Repower beroep ingesteld bij het Gerecht. Dit beroep is in eerste aanleg in zijn geheel verworpen, omdat aan de voorwaarden van de toepassing van het algemene rechtsbeginsel dat de intrekking van onrechtmatige bestuurshandelingen toestaat, was voldaan. De vergissing van de kamer van beroep bij de keuze van de rechtsgrondslag rechtvaardigde de vernietiging van de litigieuze beslissing niet. In het onderhavige geschil is hoger beroep ingesteld tegen de genoemde uitspraak van het Gerecht. Repower is in deze zaak in het ongelijk gesteld. Volgens het Hof is het besluit tot afwijzing namelijk geldig herroepen.
Uitspraak ingezonden door de Nederlandstalige Ondernemingsrechtbank Brussel.
Productcombinatie valt niet noodzakelijkerwijs onder de uitvinding
Nederlandstalige Ondernemingsrechtbank Brussel 27 juni 2019, LS&R 1755, IEFbe 2986, A/17/02715 (Gilead Sciences tegen Kyrka) Gilead Sciences is een biofarmaceutisch bedrijf dat tenofovir disoproxil en emtricitabine gecombineerd commercialiseert onder de naam Truvada. Dit geneesmiddel wordt gebruikt ter behandeling van HIV. Gilead Sciences is houdster van een octrooirecht ten aanzien van Truvada. Tevens bezit Gilead Sciences een aanvullend beschermingscertificaat dat ziet op Truvada. Kyrka is een Belgische onderneming die generieke geneesmiddelen commercialiseert. Kyrka is voornemens een generiek combinatieproduct met de actieve bestanddelen tenofovir disoproxil en emtricitabine op de Belgische markt te brengen. Gilead Sciences is het hiermee niet eens en eist, nadat een briefwisseling tussen partijen heeft plaatsgevonden, staking van de distributie en elke andere verspreiding door Kyrka. Kyrka is van mening dat het aanvullend beschermingscertificaat van Gilead Sciences nietig is wegens niet-vervulling van de voorwaarden. Kyrka krijgt gelijk, omdat de vakman de combinatie van tenofovir disoproxil en emtricitabine niet zomaar uit het octrooi kan afleiden en de productcombinatie aldus niet noodzakelijkerwijs onder het basisoctrooi valt. Dit leidt ertoe dat het aanvullend beschermingscertificaat niet dienstig is aan het basisoctrooi van de uitvinding.
Uitspraak ingezonden door de Nederlandstalige Ondernemingsrechtbank Brussel.
ABC niet dienstig aan basisoctrooi
Nederlandstalige Ondernemingsrechtbank Brussel 26 februari 2019, IEFbe 2984, LS&R 1753, A/17/02947 (Gilead Sciences tegen Mylan) Gilead commercialiseert tenofovir disoprocxil en emtricitabine gecombineerd onder de naam Truvada. Mylan is een Belgische onderneming die generieke geneesmiddelen commercialiseert. Gilead is houdster van het Europese octrooi en heeft een marktvergunning voor dit octrooi. Gilead is tevens houdster van een aanvullend beschermingscertificaat dat werd toegekend voor het combinatieproduct 'Emtricitabine/tenefovir disoproxil'. Mylan is voornemens het generiek combinatieproduct met de bestanddelen tenofovir disoproxil en emtricitabine op de Belgische markt te brengen. Dit geneesmiddel zal worden gecommercialiseerd onder de naam 'Emtricitabine/Tenofovir disoproxil Mylan'. Gilead beweert dat Mylan hiermee inbreuk maakt op haar octrooi en aanvullend beschermingscertificaat. Gilead wordt in dit geschil in het ongelijk gesteld. Met betrekking tot Truvada is niet voldaan aan de tweeledige voorwaarde, voortvloeiende uit het Teva-arrest. De combinatie van werkzame stoffen (emtricitabine en tenofovir disoproxil) valt in het licht van de beschrijving niet noodzakelijkerwijs onder de uitvinding waarvoor het octrooi geldt. Ook kunnen emtricitabine en tenofovir disoproxil niet worden geïdentificeerd in het licht van alle door het basisoctrooi bekendgemaakte gegevens. Het aanvullende beschermingscertificaat is niet dienstig aan het basisoctrooi en is om deze reden nietig verklaard.
Octrooi nietig wegens toegevoegde materie en gebrek aan uitvinderswerkzaamheid
Nederlandstalige Ondernemingsrechtbank Brussel 3 september 2019, IEFbe 2982, LS&R 1749; A/17/03546 (Biogen, HLR en Genentech tegen Sandoz) Via IP Report. Biogen is houdster van het octrooi Rituximab voor de behandeling van chronische lymfocytische leukemie. HLR is licentiehoudster van dit octrooi voor Europa. Daarnaast zijn Biogen en Genentech mede-houdsters van een octrooi betreffende de werkwijze voor het behandelen van gewrichtsbeschadiging, in het bijzonder een nieuwe een inventieve behandeling van gewrichtsbeschadiging bij patiënten met reumatoïde artritis volgens een specifiek herbehandelingsregime. Tegen het laatstgenoemde octrooi is oppositie ingesteld door meerdere opponenten. Nadat de eiseressen vernamen dat Sandoz Rixathon op de markt wilde brengen, is een ingebrekestelling door de advocaten van de eiseressen verstuurd aan Sandoz. Eén dag later zijn marktvergunningen aan Sandoz toegekend. Bij brief werd Sandoz vervolgens herhaaldelijk door de respectievelijke eiseressen verzocht om hun octrooirechten niet te schenden en de Belgische markt hetzij niet te betreden, hetzij het betreden uit te stellen totdat het octrooi nietig zou zijn verklaard. De Oppositieafdeling heeft het octrooi vervolgens nietig verklaard wegens toegevoegde materie. Eiseressen hebben in het onderhavige geschil een procedure aanhangig gemaakt, omdat ze van mening zijn dat Sandoz inbreuk heeft gemaakt op hun octrooirechten door productie, verspreiding en commercialisatie van Roxathon. In deze procedure is het octrooi nietig verklaard wegens de aanwezigheid van toegevoegde materie en gebrek aan uitvinderswerkzaamheid.
Prejudiciële vragen: is artistieke vrijheid een geldige reden?
Benelux Gerechtshof 14 oktober 2019, IEF 18795, IEFbe 2983; A 2018/1/8 (Hennessy tegen Cedric Art) Hennessy houdt zich wereldwijd bezig met het produceren en verhandelen van champagnewijnen, waaronder de Dom Pérignon. De fles kenmerkt zich door een lange hals met een schildvormig etiket met daarop de naam Dom Pérignon. Voor deze vormgeving deed Hennessy destijds een beroep op kunstenaar Andy Warhol. Hennessy is houdster van de merkrechten betreffende deze vormgeving. Cédric Peers is kunstenaar en verkent in zijn werken de grenzen tussen marketing en kunst. In zijn schilderijen zijn de Don Pérignon-merken duidelijk identificeerbaar of er is sprake van speelse variaties op deze merken, waarbij de werken een ironiserende en soms ook erotische inslag hebben.
Prejudiciële vragen over termijn bij vervallenverklaring Uniemerk
HvJ EU 6 juni 2019, IEF 18791, IEFbe 2981; C-607/19 (Husqvarna tegen Lidl E-Commerce) Via MinBuza Husqvarna produceert gereedschappen voor tuinonderhoud. Zij is houdster van het merk dat in de kleuren oranje-grijs-lichtgrijs is aangevraagd voor de waar ´Bewässerungsspritze´. Het door Husqvarna verkochte sproeitoestel komt overeen met het litigieuze merk. Verweerster, een vennootschap van het Lidl-concern, bood in haar online-winkel een spiraalslang-set aan. Husqvarna beweert dat hierdoor inbreuk is gemaakt op haar merkrecht en heeft staking, alsmede schadevergoeding en vergoeding van de aanmaningskosten, gevorderd. Verweerster heeft daarentegen in reconventie doorhaling van het litigieuze merk geëist omdat het merk volgens haar is vervallen doordat het minmaal vijf jaar niet is gebruikt. Nadat de vorderingen van Husqvarna in hoger beroep werden afgewezen en de reconventionele vorderingen werden toegewezen, is een procedure bij de Duitse Bundesgerichtshof gestart. Deze verwijzende rechter wenst nog meer duidelijk over de uitleg en betekenis van het Unierecht in deze zaak ten aanzien van de berekening van het termijn voor vervallenverklaring van het merk, alsmede de vraag wat het doorslaggevende tijdstip is.