Artikel ingezonden door Bjorn Schipper, Schipper Legal.
Video rondetafelgesprek met advocaten Kraftwerk-zaak
Afgelopen jaar, tijdens Amsterdam Dance Event (ADE), vond er een rondetafeldiscussie plaats over de historische beslissing van het Europese Hof van Justitie [IEF18613] in de zaak Kraftwerk tegen de twee Duitse hiphopproducenten, Moses Pelham en Martin Haas. Bjorn Schipper nodigde beide Duitse advocaten uit die bij deze zaak betrokken waren om de uitkomst en de implicaties van deze beslissing van het HvJ EU voor de muziekindustrie te bespreken.
Hermann Lindhorst (Schlarmann Von Geyso, Hamburg) vertegenwoordigt Kraftwerk en Udo Kornmeier (Schalast, Frankfurt) vertegenwoordigt Martin Haas cs. Bjorn Schipper leidde de rondetafeldiscussie. Bekijk hier de video.
Artikel ingezonden door Tjibbe Douma en Alexandra Michel, Dentons.
Tjibbe Douma en Alexandra Michel over de conclusie AG in de CJEU Santen-zaak
Will Neurim be a "rare wild animal"?
CJEU’s AG again tries to persuade the CJEU to abandon its famous SPC decision in Neurim, this time in Santen.
The Opinion is currently only available in a limited number of languages including French. The Opinion was eagerly awaited by those wanting to know whether after Neurim and after Abraxis an SPC can be obtained for a new indication of an old active ingredient. The AG primarily proposes to essentially abandon Neurim and treat this as an exceptional case (a new human indication following a first veterinary indication): a rare wild animal which should never surface again. Only alternatively, does the AG propose a balanced interpretation of Neurim in response to the questions posed. In that case an SPC can be obtained for a new therapeutic indication for an old active ingredient or relate to a use of that active ingredient, in which it should exert a new pharmacological, immunological or metabolic action of its own.
Lees hier het hele artikel van Tjibbe Douma en Alexandra Michel.
Uitspraak ingezonden door Paul Marcelis en Julian Eck, Brinkhof.
Vorderingen inzage afgewezen
Vzr. Rechtbank Midden-Nederland 21 januari 2020, IEF 18996, LS&R 1784, IEFbe 3033; ECLI:NL:RBMNE:2020:214 (VUB c.s. tegen QVQ) Vrije Universiteit Brussel (hierna: VUB) is houdster van de basis octrooifamilie voor de zware-keten antilichamen, de VHH’s (hierna: de Hamers-octrooien). Ablynx is een biofarmaceutisch bedrijf en tevens eigenaar van een sublicentie voor de Hamers-octrooien met het doel de Nanobody technologie te kunnen exploiteren voor medische toepassingen. QVQ is een serviceonderneming die zich bezighoudt met het ontwikkelen en produceren van VHH’s voor andere ondernemingen op het gebied van medische producten, farmaceutische processen en voeding.
HvJ EU verduidelijkt criteria farmaceutisch octrooi in mededingingsrecht
HvJ EU 30 januari 2020, IEF 18991, LS&R 1782, IEFbe 3032; ECLI:EU:C:2020:52 (Generics UK e.a.) De Competition Appeal Tribunal heeft het Hof een prejudiciële vraag gesteld over de wettigheid van een besluit van de Competition and Markets Authority betreffende overeenkomsten tot schikking van een octrooigeschil gericht aan een aantal fabrikanten van generieke geneesmiddelen en aan de farmaceutische groep GlaxoSmithKline (hierna: GSK). Samenvattend gaan de vragen over de criteria aan de hand waarvan beoordeeld kan worden of een overeenkomst tot schikking van een geschil tussen de houder van een farmaceutisch octrooi en een fabrikant van generieke geneesmiddelen in strijd is met het mededingingsrecht van de Unie.
Uitspraak ingezonden door Dirk Visser, Visser Schaap & Kreijger.
HvJ EU: merkdepot zonder voornemen te gaan gebruiken in de bewuste klasse kan te kwader trouw zijn
HvJ EU 29 januari 2020, IEF 18982, IT 3025, IEFbe 3031; ECLI:EU:C:2020:45 (Sky tegen SkyKick) Het Britse bedrijf Sky is merkhouder van Uniemerken met betrekking tot televisie-uitzendingen, telecom en meer. Deze merken zijn ook ingeschreven in het Verenigd Koninkrijk als nationale woordmerken. Sky heeft een vordering wegens inbreuk op de merken ingesteld tegen SkyKick, een Amerikaanse onderneming die zich voornamelijk bezighoudt met het aanbieden van cloud-services. SkyKick heeft aangevoerd dat de ingeroepen merken geheel of gedeeltelijk nietig zijn omdat onvoldoende duidelijk en nauwkeurig is aangegeven op welke waren en diensten deze betrekking hebben. Tevens zouden de merken te kwader trouw zijn aangevraagd, om een zeer ruime merkbescherming te verkrijgen.
HvJ EU: toegang tot rapporten toegewezen
HvJ EU 22 januari 2020, LS&R 1781, IEFbe 3030; ECLI:EU:C:2020:24 (MSD Animal Health Innovation en Intervet International tegen EMA) In deze zaak heeft het Hof, vergelijkbaar met [LS&R 1780], de kwestie onderzocht van toegang tot documenten van de Europese Unie die zijn ingediend in het kader van aanvragen voor een vergunning voor het in de handel brengen (VHB). MSD Animal Health Innovation en Intervet International, rekwiranten in deze zaak, hadden hogere voorzieningen ingesteld tegen het arrest van het Gerecht, inhoudende de verwerping van hun beroep tot nietigverklaring van het besluit waarbij het Europees Geneesmiddelenbureau (EMA) toegang had verleend tot documenten die informatie bevatten die was overgelegd in het kader van VHB-aanvraagprocedures voor geneesmiddelen. De documenten waar het in casu om ging waren toxicologische testrapporten en een klinisch onderzoeksrapport, die rekwiranten hadden overgelegd bij hun VHB-aanvragen voor een geneesmiddel voor diergeneeskundig gebruik.
HvJ EU: toegang tot rapporten van PTC Therapeutics toegewezen
HvJ EU 22 januari 2020, LS&R 1780, IEFbe 3029; ECLI:EU:C:2020:23 (PTC Therapeutics International tegen EMA) In deze zaak heeft het Hof voor het eerst de kwestie onderzocht van toegang tot documenten van de Europese Unie die zijn ingediend in het kader van aanvragen voor een vergunning voor het in de handel brengen (VHB). PTC Therapeutics International, rekwirant in deze zaak, had hogere voorzieningen ingesteld tegen het arrest van het Gerecht, inhoudende de verwerping van haar beroep tot nietigverklaring van het besluit waarbij het Europees Geneesmiddelenbureau (EMA) toegang had verleend tot documenten die informatie bevatten die was overgelegd in het kader van VHB-aanvraagprocedures voor geneesmiddelen. De documenten waar het in casu om ging waren toxicologische testrapporten en een klinisch onderzoeksrapport, die rekwirant had overgelegd bij haar VHB-aanvragen voor een geneesmiddel voor menselijk gebruik.
Uitspraak ingezonden door Vincent Wellens, NautaDutilh.
Geen merkinbreuk Skylink op EU-merken SKY
Tribunal d'Arrondissement de Luxembourg 5 juli 2019, IEF 18776, IEFbe 3028 2019TALCH02/01112 (Skylink tegen SKY) In deze zaak moest de Luxemburgse arrondissementsrechter zich uitspreken over het gebruik van „skylink“ door M7 (de groep die ook in Nederland Canaal Digitaal commercialiseert) in Tsjechië en Slowakije voor televisiedistributie per satelliet. British Sky Broadcasting, nu kortweg SKY, heeft een zaak aangespannen voor de Luxemburgse rechter (M7 heeft haar zetel in Luxemburg) om dit gebruik te doen stoppen en beroept zich hiervoor op haar „SKY“ merken. Deze vordering wordt afgewezen omdat SKY een merkinbreuk in Tsjechië en Slowakije, waar SKY niet actief is, niet aannemelijk maakt.
Uitspraak ingezonden door Michaël De Vroey, Baker McKenzie.
Oppositie tegen inschrijving depot Castart ongegrond
Benelux Gerechtshof 23 januari 2020, IEF 18971, IEFbe 3026; C 2019/3 (Les Castarts tegen GDS) GDS stelde oppositie in tegen de inschrijving van woord/beeldmerk Castart. Zij voerde aan dat het teken overeenstemt met haar oudere merk KARSTADT en betrekking heeft op waren en diensten die identiek of soortgelijk zijn aan de waren en diensten waarvoor haar oudere merk is ingeschreven en dat daardoor bij het publiek gevaar voor verwaring bestaat (artikel 2.3, sub b, BVIE). Het Bureau wees de oppositie (nr. 2013822) toe en besliste dat het Benelux depot met nummer 1362238 niet werd ingeschreven. Deze oppositie is ten onrechte toegewezen. Les Castart is nu het gelijk gesteld. De algemene indruk die het teken en het (oudere) merk bij de gemiddelde consument achterlaten, is ondanks de beperkte overeenkomsten te verschillend. Er is geen sprake van verwarringsgevaar.
Conclusie AG HvJ EU omtrent verhuur auto's met radio
Conclusie AG HvJ EU 15 januari 2020, IEF 18963, IEFbe 3025; ECLI:EU:C:2020:4 (Verhuur auto's met radio) Zie ook [IEF 18245]. Stim en Sami zijn Zweedse organisaties voor het collectieve beheer van auteursrechten en naburige rechten. Fleetmanager Sweden AB en Nordisk Biluthyrning AB zijn Zweedse autoverhuurbedrijven. Laatsgenoemden verhuren voertuigen aan bedrijven, die op hun beurt de voertuigen weer verhuren aan particulieren. De voertuigen zijn uitgerust met een radio. Houdt de verhuur van auto’s die standaard zijn uitgerust met een radio in dat de verhuurder van die auto’s een gebruiker is die een ‚mededeling aan het publiek’ in de zin van artikel 3, lid 1, van richtlijn 2001/29 respectievelijk een ‚mededeling aan het publiek’ in de zin van artikel 8, lid 2, van richtlijn 2006/115 doet? De strekking van de conclusie is dat dit niet het geval is. Het Hof zal zich nu over de kwestie buigen.