Geen inbreuk Primark Dr. Martens
Rechtbank Amsterdam 20 december 2019, IEF 18907, IEFbe 3013; ECLI:NL:RBAMS:2019:9724 (Airwair tegen Primark) Merkenrecht. Auteursrecht. Slaafse nabootsing. Airwair brengt schoenen op de markt met de naam “Dr. Martens”. De kenmerkende bestanddelen van het merk liggen in de schoenzool. Primark brengt soortgelijke schoenen op de markt. Airway vordert iedere inbreuk op haar merk- en auteursrechten te staken. Primark hoeft niet te stoppen met verkoop schoenen. Airwair heeft zich niet beroepen op het woordmerk “Dr. Martens”, maar op haar gedeponeerde vormmerken. Daarvan is niet aannemelijk gemaakt dat ze bekend zijn. Ook is verwarringsgevaar van de Primark schoenen met de ingeroepen vormmerken niet aannemelijk. Voor zover de Airwair schoenen auteursrechtelijke bescherming genieten, hebben ze een andere totaalindruk dan de Primark schoenen. De gevraagde voorziening wordt afgewezen. Slaafse nabootsing is niet aannemelijk gemaakt.
Wijken formaliteitsvereiste vloeit voort uit systematiek Berner Conventie
Parket bij HR 15 november 2019, IEF 18904, IEFbe 3012; ECLI:NL:PHR:2019:1199 (Montis tegen verweerster) Internationaal auteursrecht. Vervolg HR 13 december 2013 ECLI:NL:HR:2013:1881. Is, na het verstrijken van de in art. 7 lid 4 Berner Conventie bedoelde termijn, het vereiste van een instandhoudingsverklaring als bedoeld in art. 21 lid 3 (oud) Benelux Tekeningen- en Modellenwet in strijd met het formaliteitenverbod in art. 5 lid 2 Berner Conventie? Volgens de Hoge Raad moet het formaliteitsvereiste na het verstrijken van 25 jaar wijken voor een andersluidende regeling in het nationale recht als het gaat om werken van toegepaste kunst die alleen in het nationale recht worden beschermd.
European Court: reselling e-books violates copyright law
Is there such a thing as a second-hand e-book? Put differently: may an e-book be resold after the first purchase? The Grand Chamber of the Court of Justice of the European Union (CJEU) answered this question in the negative. On 19 December 2019, the CJEU declared that the act of offering an e-book for resale is contrary to copyright law [IEF 18898].
Lees hier verder.
Auteurs: Christiaan Alberdingk Thijm & Caroline de Vries, Bureau Brandeis.
Verwarringsgevaar woordmerk DIDI en teken GiGi
Benelux Gerechtshof 4 december 2019, IEF 18902, IEFbe 3010; C 2018/11/9 (BXT tegen GiGi) Op 9 september 2016 heeft BXT een Benelux-depot verricht van het woordmerk DIDI voor waren en diensten in klassen 9, 12,35,36,37,39,42 en 45. Op 15 november 2016 heeft GiGi oppositie ingesteld tegen de inschrijving van dit depot. De oppositie is gebaseerd op het Benelux woordmerk, Uniewoordmerk GIGI en Benelux gecombineerde woord-/beeldmerk GIGI voor waren in klasse 12: opvouwbare elektrische scooters. De oppositie is terecht gedeeltelijk toegewezen; het verzoek tot vernietiging van de beslissing wordt afgewezen. Tussen het merk en het teken is sprake van een zekere tot aanmerkelijke mate van overeenstemming. Voor zover het teken is gedeponeerd voor identieke en soortgelijke waren als waarvoor het oudere merk is ingeschreven - in aanmerking genomen dat de eindgebruiker in het algemeen niet de gelegenheid heeft merk en teken rechtstreeks met elkaar te vergelijken, maar aanhaakt bij het onvolmaakte beeld dat bij hem of haar is achtergebleven - is sprake van (reëel) direct of indirect verwarringsgevaar.
Verwarringsgevaar woordmerk Alliance voor eieren en melk
Benelux Gerechtshof 12 november 2019, IEF 18901, IEFbe 3009; C 2018/5/9 (Alliance tegen SinoVita) Op 25 november 2016 deponeert SinoVita bij het Bureau het Benelux-woordmerk "Alliance" voor o.a. voedingsmiddelen voor medisch gebruik, eieren, melk en melkproducten. Op 31 januari 2017 stelt Alliance oppositie in tegen deze aanvraag. De oppositie is gebaseerd op het volgende oudere recht: het Unie-woordmerk "Alliance" dat op 28 augustus 2012 bij de EUIPO werd ingediend en op 24 januari 2013 werd ingeschreven voor waren van de klassen 29 en 30 (volgens de classificatie van Nice) als vleeswaren en vleespasteien. Het Bureau oordeelt dat de betrokken waren niet soortgelijk zijn, zodat er geen verwarringsgevaar is, ook al zijn de tekens identiek. Het Benelux-Gerechtshof vernietigt deze uitspraak gedeeltelijk. De inschrijving van Benelux-depot nr. 1343637 van het woordmerk "Alliance" wordt geweigerd voor o.m. de waren eieren, melk en melkproducten. Er is sprake van een geringe soortgelijkheid van de waren. Eieren en vlees hebben dezelfde aard (voedingswaarden) en dezelfde herkomst (dieren). Er is verwarringsgevaar, er is geen enkel stuk voorgelegd waarvan aan Alliance een sterk eigen vermogen kan worden toegekend.
Artikel ingezonden door Dirk Visser, Visser Schaap & Kreijger.
Dirk Visser: e-books mogen niet worden doorverkocht
De ‘eigenaar’ van een legaal gedownload exemplaar van een e-book mag dat niet aan een derde doorverkopen. Dat is de consequentie van de uitspraak van het Hof van Justitie van de EU van 19 december 2019, schrijft Dirk Visser vandaag op Mr-online. Het Hof is van oordeel dat “de levering aan het publiek van een voor onbeperkte tijd te gebruiken e-book via een downloadlink” niet valt onder het distributierecht, maar onder het recht van “mededeling aan het publiek”. Het cruciale verschil is dat het ‘distributierecht’ na de eerste ‘verkoop’ is ‘uitgeput’ en dat het betreffende exemplaar vervolgens mag worden doorverkocht.
Lees hier verder.
HvJ EU: levering e-books voor onbepaalde tijd valt onder 'mededeling aan publiek'
HvJ EU 19 december 2019, IEF 18898, IT 2974, IEFbe 3007; ECLI:EU:C:2019:1111 (NUV tegen Tom Kabinet) Beantwoording van de prejudiciële vragen [IEF 17593] en [IEF 18676] in een geding over het tegen betaling beschikbaar stellen van e‑books door middel van downloaden voor gebruik voor onbeperkte tijd. Kan dit al dan niet een distributiehandeling zijn in de zin van artikel 4(1) Auteursrechtrichtlijn? Geoordeeld wordt dat “de levering aan het publiek van een voor onbeperkte tijd te gebruiken e-book via een downloadlink” niet onder het distributierecht valt, maar onder het recht van “mededeling aan het publiek”.
Artikel ingezonden door Bauke van Laarhoven - Severs en Manon Venix, Severs advocatuur.
Merkgebruik door de kunstenaar
Het gebeurt steeds vaker: kunstenaars die merken gebruiken om een bepaald politiek statement te maken, of enkel voor esthetische redenen. Denk bijvoorbeeld aan de ‘Campbell’s Soup Cans’ van Andy Warhol, volgens hemzelf een kritische reflectie op de Amerikaanse samenleving. Of aan het kunstwerk van Nadia Plesner van een Afrikaans kind met een Louis Vuitton tas, waarmee zij haar verbazing uit over de aandacht voor mode, terwijl humanitaire rampen relatief onopgemerkt blijven. De merkhouders van deze merken kunnen dit merkgebruik soms niet waarderen. Toch is het in veel gevallen wel toegestaan.
Wat is de reden? Hoe zit het eigenlijk met de artistieke vrijheid tegenover de rechten van de merkhouder? Recentelijk is hierover een vraag gesteld aan het Benelux Hof, naar aanleiding van de Damn Pérignon-zaak [IEF 18795]. De vraag betreft de uitleg van ‘geldige reden’ in artikel 2.20.1.d BVIE en de criteria die de nationale rechter in aanmerking zou moeten nemen om tegenstrijdige belangen af te wegen.
Lees hier verder.
Prejudiciële vraag: is overgenomen website-informatie merkinbreuk?
Oberlandesgericht Düsseldorf 9 september 2019, IEF 18878, IEFbe 3003; C-684/19 ( MK Advokaten) Via MinBuza. Verzoek om een prejudiciële beslissing. Verzoekster met de naam “MBK Rechtsanwälte” is een advocatenmaatschap. Verzoekster is tevens houder van datzelfde Duitse woordmerk dat staat ingeschreven voor onder meer “advies bij rechtszaken; juridisch advies; advocatendiensten; dienstverlening”. Verweerster is ook een advocatenmaatschap die enige tijd actief was onder de namen “mbk rechtsanwälte” en “mbk advokaten”. Landsgericht Düsseldorf verbood verweerster om juridische diensten aan te bieden onder het teken “mbk”. Na dit vonnis heeft verzoekster aangevoerd dat er nog steeds vermelding op internet zijn te vinden van “mbk advokaten”. Deze vermeldingen zijn overgenomen uit een lokaal telefoonboek waar verweerster stond vermeld. Echter, deze vermelding heeft verweerster na het vonnis laten verwijderen. Zij was niet verplicht verdere inspanningen te leveren. In eerste aanleg is verweerster een boete opgelegd omdat zij als gevolg van het vonnis niet alleen de vermeldingen diende te verwijderen waar zij zelf opdracht toe had gegeven, maar ook alle andere vermeldingen die haar economisch voordeel verschaften en gebaseerd waren op de rechtstreeks door haar aangevraagde vermelding. Tegen deze beslissing heeft verweerster beroep ingesteld bij de verwijzende rechter.
HvJ EU: geen bescherming voor niet-geografische bestanddelen Balsamico
HvJ EU 4 december 2019, IEF 18866, IEFbe 3002; ECLI:EU:C:2019:1045 (Aceto Balsamico di Modena tegen Balema) Het Consorzio Tutela Aceto Balsamico di Modena – een vereniging van producenten van producten met de benaming „Aceto Balsamico di Modena (BGA)” – heeft het Duitse vennootschap Balema verzocht om de term „balsamico” niet langer te gebruiken [IEF 18035]. Vastgesteld wordt nu dat de bescherming van de benaming „Aceto Balsamico di Modena” zich niet uitstrekt tot het gebruik van de afzonderlijke nietgeografische bestanddelen ervan. De registratie van de betrokken BGA en de daaruit voortvloeiende bescherming hebben betrekking op de benaming „Aceto Balsamico di Modena” in haar geheel, aangezien het deze benaming is die onmiskenbaar naamsbekendheid heeft verworven op de nationale en internationale markt.