Artikel ingezonden door Jacqueline Seignette, Höcker Advocaten.
Jacqueline Seignette: reactie op conclusie AG in AKM/Canal+
Satellietuitzending, doorgifte, directe injectie en het nieuw publiek criterium. Enkele opmerkingen naar aanleiding van de conclusie van A-G Szpunar in AKM/Canal+.
AG Szpunar concludeert dat de aanbieder van satellietpakketten op grond van de Kabel- en Satellietrichtlijn geen toestemming nodig heeft van de auteursrechthebbende [IEF 20974]. Daarmee roept hij het Europese Hof van Justitie op om terug te komen op het Airfield-arrest waarin het Hof oordeelde dat de omroeporganisatie en de aanbieder van satellietpakketten beide toestemming nodig hebben.
Mededeling aan het publiek per satelliet
De Oostenrijkse collectieve beheersorganisatie voor muziekauteursrechten AKM dagvaardt Canal+ Luxembourg omdat deze geen toestemming van AKM heeft verkregen voor uitzending aan Oostenrijkse abonnees. Canal+ betoogt dat dit niet nodig is omdat de omroeporganisaties al toestemming hebben verkregen. De hoogste Oostenrijkse rechter vraagt zich af hoe de casus moet worden beoordeeld in het licht van artikel 1 lid 2 sub b van de Kabel- en Satellietrichtlijn (93/83/EEG).
Prejudiciële vragen over de procesbevoegdheid van een collectieve beheerorganisatie
Korkein oikeus (Finland) 11 mei 2022, IEF 21007, IEFbe 3554; C-201/22 (Telia Finland) Prejudiciële vragen. Via MinBuza. Cassatie, gesteld door de Korkein oikeus (Hooggerechtshof van Finland). De geregistreerde vereniging Kopiosto is een collectieve beheerorganisatie die houders van auteursrechten vertegenwoordigt. Telia Finland exploiteert een kabeltelevisienet waarin de signalen van binnenlandse vrij toegankelijke televisiezenders worden doorgegeven voor openbare ontvangst. Kopiosto vraagt de Korkein oikeus in eigen naam vast te stellen dat Telia inbreuk maakt op de auteursrechten van de door Kopiosto vertegenwoordigde auteurs. De vraag die centraal staat is of een dergelijke collectieve beheerorganisatie als Kopiosto het recht heeft om in eigen naam een vordering wegens inbreuk op het auteursrecht in te stellen.
Uitspraak ingezonden door Hein-Piet van Boxel, Novagraaf.
Vordering tot overdracht mambo-beach.info wordt niet toegewezen
WIPO 14 september 2022, IEF 20997, IT 4101, IEFbe 3552; D2022-2554 (Cordelco) De houder van de domeinnaam had aan deze domeinnaam een website gekoppeld met informatie over het op Curaçao gelegen Mambo Beach en omliggende faciliteiten zoals, hotels, beachclubs en restaurants. Klaagster, exploitant van het winkelcentrum MAMBO BEACH, vroeg om overdracht van de domeinnaam omdat volgens haar de officiële naam van het strand Seaquarium Beach is, maar dat juist door haar inspanningen het strand ook bekend kwam te staan als Mambo Beach. De klacht wordt afgewezen omdat de domeinnaamhouder een gerechtvaardigd belang had te verwijzen naar de geografische locatie Mambo Beach, omdat deze ook als zodanig voorkomt in de Lonely Planet en Google Maps. En daarom is er ook geen sprake van kwade trouw bij de registratie en/of het gebruik. Partijen hadden nadere submissions ingediend, maar deze worden niet toegelaten. Het uitgangspunt in de WIPO-procedure is een enkele schriftelijke ronde en klaagster had het verweer van de domeinnaamhouder kunnen voorzien.
Uitspraak ingezonden door Terry Häcker, marktonderzoekadvies.
Lidl moet chocolade paashazen vernietigen
Schweizerischen Bundesgericht 30 augustus 2022, IEF 2100, IEFbe 3553; 4A_587/202 (Lindt Sprüngli tegen Lidl) De Zwitserse chocoladefabrikant Lindt Sprüngli heeft haar gouden chocolade paashazen met rode kraag en belletje geregistreerd als driedimensionaal vormmerk. Lidl verkoopt ook gouden chocoladepaashazen die lijken op de paashazen van Lindt Sprüngli. Zwitsers marktonderzoek heeft aangetoond dat de paashazen van Lindt Sprüngli bij het publiek zijn ingeburgerd. Het Bundesgericht (de hoogste rechter in Zwitserland) oordeelt dat er sprake is van verwarringsgevaar door de gelijkenis tussen de twee paashazen. Lidl moet haar voorraad chocolade paashazen vernietigen.
Prejudiciële vragen over bevoegdheid rechter bij merkinbreuk
Markkinaoikeus (Finland) 29 maart 2022, IEF 20995, IEFbe 3551; C-104/22 (Lannen MCE) Prejudiciële vragen. Via MinBuza. Eerste aanleg, gesteld door de markkinaoikeus (rechter in economische zaken, Finland). Lannen MCE is gevestigd in Finland en houder van het Uniemerk WATERMARK. Verwerende vennootschappen Berky en Senwatec maken beide een inbreuk op het Uniemerk van Lannen MCE. Lannen MCE stelt dat het ging om marketingactiviteiten van verweersters op internet, die betrekking hadden op het grondgebied van Finland en zichtbaar waren voor Finse consumenten en handelaren. Verweersters menen dat de gestelde inbreuken niet hebben plaatsgevonden in Finland en de markkinaoikeus daarom in dit geding niet internationaal bevoegd is.
HvJ EU: Vyriausioji tarnybinės etikos komisija
HvJ EU 1 augustus 2022, IT 4099, IEFbe 3550; ECLI:EU:C:2022:601 (OT tegen Hoge commissie) Beantwoording van de prejudiciële vragen. In Litouwen bestaat er wetgeving die vereist dat overheidsfunctionarissen én hun levenspartners verklaringen over hun private belangen overleggen aan een ethische commissie (de zgn. Hoge commissie). Deze commissie publiceert deze verklaringen online. Een directeur van een milieubeschermingsorganisatie weigert gegevens van zijn partner te overleggen en de zaak komt bij het Hof. Het Hof oordeelt dat in de betreffende wetgeving geen goed evenwicht is tussen de legitieme doelen en de bescherming van privacy. Verder zijn er onvoldoende waarborgen getroffen in de wetgeving. Een tweede interessant punt dat volgt uit het arrest is dat ook indirecte gevoelige informatie valt onder bijzondere persoonsgegevens in de zin van art. 9 AVG. Zo valt uit de publicatie van de naam van de levenspartner van de directeur af te leiden wat de seksuele oriëntatie is van beide personen. Het publiceren van informatie op een website die indirect de seksuele geaardheid kan onthullen vormt een verwerking van bijzondere persoonsgegevens.
Inhoudsopgave Computerrecht
Inhoudsopgave van Computerrecht 5-2022.
EDITORIAL
181 De datalekken-pandemie / p. 313 / F.J. Zuiderveen Borgesius
ARTIKELEN
182 De verhouding tussen de AVG en de WAMCA: is een collectieve privacyschadeclaim zonder dat daartoe opdracht is gegeven door betrokkene (opt-out) mogelijk op grond van de AVG? / p. 315
Hoewel in de parlementaire geschiedenis van de AVG, UAVG en WAMCA, (Nederlandse) jurisprudentie en (Nederlandse) literatuur geen eenduidig antwoord kan worden gevonden op de vraag of het mogelijk is massaschadeclaims in verband met AVG-schendingen op opt-out-basis op grond van artikel 80 AVG/de WAMCA in te stellen, is met de memorie van toelichting bij het wetsvoorstel tot implementatie van de Richtlijn representatieve vorderingen voor consumenten in ieder geval helder hoe de Minister voor Rechtsbescherming hier tegenaan kijkt. Deze uitleg past bij de uitleg van het HvJ EU in het meest recente arrest waarin (de uitleg van) artikel 80 lid 2 AVG aan de orde was. Vooralsnog lijkt de weg dus open te liggen voor massaschadeclaims in verband met AVG-schendingen op opt-out-basis. E.A.J. Schoenmakers & A.P. Koburg
Prejudiciële vragen over geluidsinstallatie in trein
Curtea de Apel București (Roemenië) 22 december 2021, IEF 20993, IT 3548; C-826/21 (UPFR) Prejudiciële vragen aan het HvJ EU. Verzoekster UPFR is een Roemeense organisatie voor collectief beheer die voor producenten van fonogrammen vergoedingen int. Verweerster houdt zich bezig met openbaar personenvervoer per spoor en is verplicht passagierswagons van door haar beheerde treinen uit te rusten met geluidsinstallaties UPFR verzoekt in eerste aanleg en hoger beroep verweerster te gelasten een billijke vergoeding te betalen voor de mededeling aan het publiek van muziekwerken. De rechtsvraag is in wezen of de loutere aanwezigheid van geluidsinstallaties in wagons van passagierstreinen kan worden geacht een mededeling aan het publiek te vormen.
Prejudiciële vragen over geluidsinstallatie in vliegtuig
Curtea de Apel București (Roemenië) 15 december 2021, IEF 20988, IEFbe 3547; C-775/21 (Blue Air Aviation) Prejudiciële vragen. Hoger beroep, ingesteld bij de Curte de Apel București (rechter in tweede aanleg Boekarest, Roemenië), tegen het vonnis waarbij de rechter in eerste aanleg een vordering tot betaling van vermeend verschuldigde vergoedingen voor mededeling van muzikale werken aan het publiek heeft toegewezen. Volgens vliegmaatschappij Blue Air is er in de eerste plaats geen bewijs dat in de vliegtuigen waarnaar het bestreden vonnis verwijst muzikale werken aan het publiek zijn meegedeeld. Blue Air betoogt in het bijzonder dat de aanwezigheid van een geluidsinstallatie binnen de vliegtuigen verplicht is om veiligheidsredenen en dat de loutere aanwezigheid van die installatie niet gelijkstaat aan een daadwerkelijke mededeling.
HvJ EU Conclusie A-G: satellietboeket-aanbieder
HvJ EU Conclusie A-G 22 september 2022, IEF 20974, IT 4084, IEFbe 3546; C‑290/21, ECLI:EU:C:2022:711 (AKM tegen Canal+ Luxembourg) Verzoekster is een Oostenrijkse maatschappij voor collectieve belangenbehartiging die de uitzendrechten in Oostenrijk in beheer heeft. Verweerster, gevestigd te Luxemburg, biedt tegen betaling gecodeerde programma’s van talrijke Oostenrijkse omroeporganisaties aan. Het aanbod is gebundeld in verschillende pakketten (satellietboeketten) en wordt doorgegeven via satelliet. De verwijzende rechter wenst te vernemen hoe een satellietboeket-aanbieder in rechte moet worden gekwalificeerd [IEF 20046]. De vraag is met name of op een dergelijke aanbieder in het geval van een grensoverschrijdende uitzending per satelliet met signaalversleuteling het uplink-staatbeginsel van toepassing is, dat wil zeggen of hij op dezelfde wijze moet worden behandeld als de omroeporganisatie. A-G Szpunar concludeert onder meer dat artikel 1, lid 2, onder b), van richtlijn 93/83 aldus moet worden uitgelegd dat een aanbieder van satellietpakketten in de lidstaat waarin het meegedeelde beschermde materiaal toegankelijk is voor het publiek geen toestemming hoeft te verkrijgen van de houders van de auteursrechten en de naburige rechten in het kader van de mededeling aan het publiek per satelliet waaraan die aanbieder meewerkt.