IEFBE 3830
21 november 2024
Uitspraak

Nietigverklaring beeldmerk Chiquita in categorie vers fruit

 
IEFBE 3827
20 november 2024
Artikel

UPC overzicht: 12 t/m 18 november 2024

 
IEFBE 3828
19 november 2024
Uitspraak

Hof van Beroep: geen model- of auteursrechtelijke bescherming op laadstations

 
IEFBE 3564

IE-rechten Bokmerk niet geschonden

Nederlandse jurisprudentie - Jurisprudence néerlandaise 19 okt 2022, IEFBE 3564; ECLI:NL:RBDHA:2022:10739 (Bokmerk tegen gedaagden ), https://ie-forum.be/artikelen/ie-rechten-bokmerk-niet-geschonden

Rb Den-Haag 19 oktober 2022, IEF 21048, IEFbe 3564; ECLI:NL:RBDHA:2022:10739 (Bokmerk tegen gedaagden) Bokmerk houdt zich bezig met de verkoop van aluminium panelen. Gedaagden 1 en 2 zijn een echtpaar dat een tijd lang middels een licentieovereenkomst exclusief gerechtigd om de Bokmerk-producten binnen het overeengekomen licentiegebied (België) voor eigen rekening en risico te verkopen. De licentieovereenkomst bevat onder meer een verbod om na het einde van die overeenkomst gebruik te  maken van de intellectuele eigendomsrechten en knowhow van Bokmerk, een geheimhoudingsbeding en een non-concurrentiebeding van één jaar na het einde van de overeenkomst. Per 1 maart 2021 is de licentieovereenkomst beëindigd, gedaagden 1 en 2 hebben een nieuwe onderneming opgezet. Gedaagde 3 is een vriend van hen die helpt bij de onderneming. Ook gedaagde 3 heeft in het verleden met Bokmerk samengewerkt. Bokmerk vordert van de 3 gedaagden onder meer dat zij de inbreuk op de IE-rechten van Bokmerk staken. Bokmerk wordt niet-ontvankelijk verklaard in haar vorderingen jegens gedaagde 3 omdat gedaagde 3 onder bewind is gesteld. De rechtbank oordeelt ten aanzien van de vorderingen jegens gedaagden 1 en 2 dat de licentieovereenkomst niet geschonden wordt. Verder oordeelt de rechtbank dat er geen sprake is van onrechtmatige daad, slaafse nabootsing en gebruik van beschermde knowhow. Evenwel is er geen schending van de handelsnaam-, merken- en auteursrechten van Bokmerk.

IEFBE 3563

HvJ EU Conclusie A-G: exploitant streamingsplatform

HvJ EU - CJUE 20 okt 2022, IEFBE 3563; ECLI:EU:C:2022:818 (Grand Production tegen GO4YU), https://ie-forum.be/artikelen/hvj-eu-conclusie-a-g-exploitant-streamingsplatform

HvJ EU Conclusie A-G 20 oktober 2022, IEF 21046, IEFbe 3563; C‑423/21, ECLI:EU:C:2022:818 (Grand Production tegen GO4YU) Verzoekster is een producent van audiovisuele amusementsprogramma’s die op het Servische grondgebied worden uitgezonden door de Servische omroeporganisatie Prva Srpska Televizija. Verweerster exploiteert een streamingplatform waarop krachtens overeenkomsten met de Prva Srpska Televizija de programmering van deze televisieomroep wordt doorgegeven. Dit platform is zowel binnen als buiten het grondgebied van Servië beschikbaar. Verweerster heeft ook een Oostenrijkse dochter, maar zij heeft niet het recht om de programma's buiten het grondgebied van Servië en Montenegro via het internet door te geven. Via een VPN kunnen internetgebruikers echter toch buiten dit grondgebied de programma's bekijken, verweerster weet dit ook. Met zijn eerste prejudiciële vraag wenst de verwijzende rechter te vernemen of de exploitant van een streamingplatform inbreuk maakt op het uitsluitende recht van mededeling indien gebruikers de toegangsblokkering omzeilen door middel van een VPN, zodat beschermde werken beschikbaar zijn op grondgebied waarvoor de exploitant geen toestemming heeft van de auteursrechthebbende. Verder wenst de verwijzende rechter te vernemen of de exploitant van een streamingsplatform inbreuk maakt op het uitsluitende recht van mededeling indien beschermde werken via dat platform zonder beperking op het grondgebied van de Europese Unie beschikbaar waren zonder toestemming van de auteursrechthebbende. A-G Szpunar concludeert dat de exploitant van een streamingsplatform in de eerste situatie geen inbreuk maakt op het  uitsluitende recht van mededeling, in de tweede situatie wel.

IEFBE 3561

Uitspraak ingezonden door Luuk Jonker en Daan Breuking, Holla legal & tax.

Model Puma Creeper nietig verklaard

EUIPO - BHIM - OHMI 11 aug 2022, IEFBE 3561; (Puma tegen Van Hilst), https://ie-forum.be/artikelen/model-puma-creeper-nietig-verklaard

Board of Appeal EUIPO 11 augustus 2022, IEF 21043, IEFbe 3561; R 726/2021-3 (Puma tegen Van Hilst) Zie onderaan dit bericht een drietal interessante uitspraken over de nietigheid van een tweetal modelregistraties van Puma die betrekking hebben op de Puma Creeper, een schoenmodel dat Puma in het verleden op grote schaal heeft verkocht. Puma heeft dit model ook veelvuldig gehandhaafd in het verleden richting marktdeelnemers. Bij beslissing van 18 en 19 maart 2021 heeft het EUIPO de beide modellen van Puma die betrekking hebben op de Puma Creeper (een model van alleen de zool en een model van de hele schoen) al nietig verklaard. Puma is tegen slechts één van de beslissingen in beroep gedaan, namelijk de beslissing die betrekking had op de gehele schoen (inclusief de zool) van de Creeper. De Kamer van Beroep van het EUIPO heeft op 11 augustus 2022 in beroep de nietigheidsbeslissing bevestigd. De modellen van de Puma Creeper zijn nietig verklaard omdat de bekende zangeres Rihanna, die in de betreffende periode tot creative director van Puma werd aangesteld, de betreffende schoenen al voor de start van de ‘grace period’ heeft gedragen en getoond aan het publiek. Een foto van deze ‘disclosure’ waarop Rihanna duidelijk zichtbaar de schoenen draagt, is door Rihanna zelf op haar Instagram-account geplaatst. Die vermelding heeft veel likes en commentaar gekregen en vormt volgens de Derde Kamer van Beroep van het EUIPO al “solid evidence of effective and sufficient disclosure of the prior design.” De uitspraak laat zien dat gebruik in social media belangrijke impact kan hebben op de geldigheid van modellen en is te meer interessant omdat de Kamer van Beroep duidelijke regels/richtlijnen aangeeft voor wanneer dergelijke uitingen via social media kanalen meegenomen mogen worden.

IEFBE 3562

Samenstelling van het Unified Patent Court bekend

Op 19 oktober 2022 zijn de 85 rechters benoemd die plaats zullen nemen in het Unified Patent Court (UPC). Het UPC beslist vanaf begin 2023 over inbreukzaken en nietigheidszaken bij Europese octrooien én unitaire octrooien. Een uitspraak van het UPC zal gelden voor inbreukzaken en nietigheidszaken in alle 17 aangesloten landen.

De samenstelling van 85 rechters bestaat uit 34 jurdisch gekwalificeerde rechters en 51 technisch gekwalificeerde rechters. Het Court of Appeal bestaat uit zeven rechters, waaronder twee uit Nederland; Rian Kalden en Peter BlokMargot Kokke en Edger Brinkman zijn benoemd als rechters in eerste aanleg te Den Haag. Drie Nederlanders zijn benoemd als technisch gekwalificeerde rechters; András Kupecz en Cornelis Schüller op het gebied van biotechnologie en Bernard Ledeboer op het gebied van werktuigbouwkunde. De laatst genoemde drie zijn geselecteerd op basis van hun ervaring met octrooigeschillen in een specifieke sector. 

Het UPC is de eerste rechtbank die uitspraken doet over civiele geschillen met rechtskracht in meerdere landen. De totstandkoming van het UPC wordt dan ook gezien als de belangrijkste ontwikkeling binnen het octrooirecht in de afgelopen 40 jaar.

 

IEFBE 3560

Studiedag AIPPI op 24 november

Dear colleagues,

We are pleased to invite you to our yearly Study Day on Thursday the 24th of November 2022. The theme is: Recent developments in patent, trademark and copyright laws.
Please find enclosed the detailed program, practical information and registration link. If you have any questions, please contact us via aippi@arnold-siedsma.be.

We look forward to your participation!

Feel very free to share this information with your colleagues and contacts!

Very cordially,
André Clerix, BNVBIE vzw / ANBPPI asbl and Dominique Kaesmacher, AIPPI Belgium

IEFBE 3559

Uitspraak ingezonden door Syb Terpstra, bureau Brandeis en Alexander Hagen en Olivier ten Brink, HGF Ltd.

Verwarringsgevaar bij merk Greenwich Polo Club

Gerecht EU - Tribunal UE 19 okt 2022, IEFBE 3559; ECLI:EU:T:2022:643 (Greenwich Polo Club tegen EUIPO), https://ie-forum.be/artikelen/verwarringsgevaar-bij-merk-greenwich-polo-club

Gerecht EU 19 oktober 2022, IEF 21036, IEFbe 3559; ECLI:EU:T:2022:643 (Greenwich Polo Club tegen EUIPO) Op 8 februari 2018 heeft Greenwich Polo Club bij het EUIPO een aanvraag tot inschrijving van een EU-merk ingediend. Op 29 maart 2018 is hiertegen oppositie ingesteld omdat op 14 november 2017 het EU-woordmerk Beverly Hills Polo Club is ingeschreven voor soortgelijke waren of diensten. De oppositie is gedeeltelijk toegewezen, Greenwich Polo Club is hiertegen in beroep gegaan bij het EUIPO. Het EUIPO heeft dit beroep verworpen wegens verwarringsgevaar bij de conflicterende merken. Het Hof oordeelt dat er verwarringsgevaar is omdat er sprake is van visuele en fonetische overeenstemming van tekens voor soortgelijke waren of diensten. De vordering van Greenwich Polo Club wordt afgewezen.

IEFBE 3558

Uitspraak ingezonden door Charlotte Vrendenbarg, Universiteit Leiden.

Prejudiciële beslissing over beschermende maatregel

HvJ EU - CJUE 13 okt 2022, IEFBE 3558; ECLI:EU:C:2022:791 (Perfumesco tegen Procter & Gamble), https://ie-forum.be/artikelen/prejudiciele-beslissing-over-beschermende-maatregel

HvJ EU 13 oktober 2022, IEF 21032, IEFbe 3558; C‑355/21, ECLI:EU:C:2022:791 (Perfumesco tegen Procter & Gamble) Procter & Gamble is een producent van parfumerieproducten. Door middel van een verleende licentieovereenkomst had zij het uitsluitende recht om het Uniewoordmerk HUGO BOSS te gebruiken. HUGO BOSS stelt aan de door haar erkende verkopers gratis productmonsters ter beschikking zodat klanten deze kunnen testen. Perfumesco is via een webwinkel actief als groothandelaar in parfumerieproducten. Zij biedt regelmarig productmonsters te koop aan die voorzien zijn van het merk HUGO BOSS, met de mededeling dat deze monsters zich qua geur niet van het gewone product onderscheiden. De zaak komt uiteindelijk bij de verwijzende rechter in kwestie, de Sąd Najwyższy (hoogste rechterlijke instantie in burgerlijke en strafzaken, Polen). Er bestaat onuidelijkheid over de vraag of de productmonsters vernietigd moeten worden. De Sąd Najwyższy verzocht het Hof een prejudiciële beslissing beslissing te nemen over of art. 10, lid 1 richtlijn 2004/48 aldus worden uitgelegd dat het zich verzet tegen de uitlegging van een nationale bepaling volgens welke een beschermende maatregel niet kan worden toegepast op goederen die zijn vervaardigd en voorzien van een Uniemerk met toestemming van de merkhouder, maar die zonder zijn toestemming in de handel zijn gebracht in de EER. Het Hof oordeelt dat artikel 10 lid 1 richtlijn 2004/48 zich inderdaad hiertegen verzet. Art. 10 lid 1 richtlijn 2004/48 beperkt zich in de toepassing van beschermende maatregelen niet tot bepaalde vormen van een inbreuk op een IE-recht.

IEFBE 3557

Ronde tafel conferentie 'Design & copyright law'

De Europese vereniging van IE-specialisten UNION-IP organiseert een Autumn Round Table conferentie op 11 november a.s.

UNION-IP presents this year’s autumn Round Table conference in Amsterdam on 11 November 2022. The Round Table will cover the topic of "DESIGN & COPYRIGHT LAW - siblings or rivals?" It aims to look at practical/technical aspects (strategy) and to debate on the legal consequences (validity and scope of protection). A panel of eminent speakers consisting of leading academics and some of our finest practitioners from four different countries will guide you through this exciting topic. The Round Table will take half a day. The full program with all the details and a registration form is attached.

IEFBE 3556

HvJ EU: KP tegen TV en gemeente Bodman-Ludwigshafen

HvJ EU - CJUE 13 okt 2022, IEFBE 3556; ECLI:EU:C:2022:786 (KP tegen TV en gemeente Bodman-Ludwigshafen), https://ie-forum.be/artikelen/hvj-eu-kp-tegen-tv-en-gemeente-bodman-ludwigshafen

HvJ EU 13 oktober 2022, IEF 21027, IEFbe 3556; C‑256/21, ECLI:EU:C:2022:786 (KP tegen TV en gemeente Bodman-Ludwigshafen) KP is houder van het Uniewoordmerk Apfelzügle. Het begrip "Apfelzügle” duidt op een span van meerdere door een tractor voortgetrokken aanhangers, dat bestemd is voor de appeloogst. Op 26 september 2018 hebben TV en de gemeente Bodman-Ludwigshafen reclame gemaakt voor het plukken en proeven van appels in het kader van een rit met de Apfelzügle. KP heeft bij het Landgericht München (rechter in eerste aanleg, München, Duitsland) een vordering wegens inbreuk op het merk van KP ingesteld, en daarbij verzocht TV en de gemeente Bodman-Ludwigshafen te verbieden het woord "Apfelzügle” voor de door dat merk aangeduide diensten te gebruiken. Voor diezelfde rechter hebben TV en de gemeente Bodman-Ludwigshafen reconventionele vorderingen tot nietigverklaring van het merk van KP ingesteld. KP trekt zijn vordering in, TV en gemeente Bodman-Ludwigshafen handhaven hun reconventionele vordering. De verwijzende rechter vraagt aan het Hof of artikel 124, onder a) en d), en artikel 128 van verordening 2017/100 aldus moeten worden uitgelegd dat een rechtbank bij een inbreukprocedure waarin de geldigheid van het merk door middel van een reconventionele vordering tot nietigverklaring wordt betwist, bevoegd blijft om uitspraak te doen over de geldigheid van dat merk als de hoofdvordering wordt ingetrokken. Het Hof beantwoordt dat een rechtbank in een dergelijke situatie inderdaad bevoegd blijft om uitspraak te doen over de geldigheid van het merk.

 

 

IEFBE 3555

Artikel ingezonden door Jacqueline Seignette, Höcker Advocaten.

Jacqueline Seignette: reactie op conclusie AG in AKM/Canal+

Satellietuitzending, doorgifte, directe injectie en het nieuw publiek criterium. Enkele opmerkingen naar aanleiding van de conclusie van A-G Szpunar in AKM/Canal+.

AG Szpunar concludeert dat de aanbieder van satellietpakketten op grond van de Kabel- en Satellietrichtlijn geen toestemming nodig heeft van de auteursrechthebbende [IEF 20974]. Daarmee roept hij het Europese Hof van Justitie op om terug te komen op het Airfield-arrest waarin het Hof oordeelde dat de omroeporganisatie en de aanbieder van satellietpakketten beide toestemming nodig hebben.

Mededeling aan het publiek per satelliet
De Oostenrijkse collectieve beheersorganisatie voor muziekauteursrechten AKM dagvaardt Canal+ Luxembourg omdat deze geen toestemming van AKM heeft verkregen voor uitzending aan Oostenrijkse abonnees. Canal+ betoogt dat dit niet nodig is omdat de omroeporganisaties al toestemming hebben verkregen. De hoogste Oostenrijkse rechter vraagt zich af hoe de casus moet worden beoordeeld in het licht van artikel 1 lid 2 sub b van de Kabel- en Satellietrichtlijn (93/83/EEG).