DOSSIERS
Alle dossiers

Publicaties/noten - Publications/commentaires  

IEFBE 487

Commentaar op de Draft Rules of Procedure for the Unified Patent Court

W. Pors, B. Vandermeulen, Bird & Bird submission on the Rules of Procedure for the Unified Patent Court, brief 30 september 2013.
Ingezonden door Wouter Pors, Bird & Bird gericht aan het Prepatory Committee van het Unified Patent Court: On behalf of Bird & Bird LLP we hereby submit our comments on the Draft Rules of Procedure for the Unified Patent Court as published on the website on 31 May 2013. This submission was prepared by the International UPC Steering Group of Bird & Bird, which comprises patent litigators and patent attorneysin the various countries in which we practise. We have also been involved in the preparation of the submissions of AIPPI and EPLAW and have taken these submissions into account. We have further also taken the epi submission into account. This submission represents our independent professional view of the Rules of Procedure and is made to support the further improvement of the envisaged system.

We have taken the UPC Agreement as a given starting point that currently cannot be changed any more, which does not mean that we support all choices made in that Agreement. However, in some instances we cannot avoid suggesting some small amendments to the Agreement, but only where we think such amendments do not touch on political issues.

Lees de gehele bijdrage hier.

IEFBE 484

Geen kunst op Amerikaanse postzegel

B.Kist, 'Geen kunst op Amerikaanse postzegel', NRC 26 september 2013.
Een bijdrage van Bas Kist, Chiever BV.
Het Amerikaanse US Postal Service is afgelopen vrijdag veroordeeld tot betaling van een schadevergoeding van 685.000 dollar aan de kunstenaar Frank Gaylord. Het postbedrijf had een postzegel uitgegeven met een foto van het Korean War Veterans Memorial, een kunstwerk van Gaylord dat te zien is in Washington.

De zegel werd in 2003 verspreid ter gelegenheid van de 50ste verjaardag van het einde van de Koreaanse oorlog. Na verschillende juridische procedures stelde de Amerikaanse rechter Gaylord na 10 jaar in het gelijk. Volgens de rechter heeft het postbedrijf, door zonder toestemming van Gaylord het kunstwerk af te beelden, inbreuk gemaakt op de auteursrechten van de kunstenaar. US Postal Service overweegt in beroep te gaan.

 

Zou dit conflict in Nederland hebben gespeeld, dan was het waarschijnlijk anders gelopen. De Nederlandse Auteurswet bepaalt sinds 2004 dat foto’s van kunstwerken die aan de openbare weg zijn geplaatst zonder toestemming gepubliceerd mogen worden. Het idee hierachter is dat dat soort werken enigszins tot het ‘publieke domein’ behoren.

Bas Kist
[de redactie is op zoek naar de 2013 beslissing in deze zaak, zie uitspraak US Court of Appeals for the Federal Circuit 25 februari 2010, nr. 2009-5044.]

IEFBE 479

Prinses Caroline verliest weer Europese privacyzaak – EHRM komt met Von Hannover III

Redactionele bijdrage van Jens van den Brink, Kennedy Van der Laan / Mediareport.
Mediarecht. Voor de derde keer in minder dan tien jaar sleept Caroline von Hannover – prinses van Monaco – de Duitse staat voor het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM). Telkens klaagt zij dat zij in Duitsland onvoldoende wordt beschermd tegen opdringerige paparazzi. Na haar belangrijke overwinning in 2004, en het afwijzen van haar klacht in 2011, wordt ook nu de klacht van Von Hannover afgewezen (uitspraak alleen in het Frans gepubliceerd).

Waar draaide het om in deze zaak? Weer om een vakantiefoto. Te weten een kiekje dat in maart 2002 werd gepubliceerd in het Duitse blad 7 Tage, waarop Caroline en haar man op hun vakantieadres werden afgebeeld. Die foto kon volgens Caroline niet door de beugel. Naast die foto had 7 Tage een aantal foto’s gepubliceerd van de vakantievilla van de Von Hannovers op een Keniaans eiland. De kop bij het artikel luidt: “Slapen in het bed van prinses Caroline? Dat is geen onbereikbare droom. Caroline en Ernst August verhuren hun droomvilla.” Het artikel vertelde over de trend dat steeds meer Hollywood sterren en andere bekendheden hun vakantiehuis verhuren aan betalende gasten. In tijden van crisis letten ook de rich en famous op de centen.

Centrale vraag in deze procedure: mogen media dit soort entertainmentnieuws brengen, of is sprake van een ontoelaatbare inbreuk op Caroline’s artikel 8 recht op respect voor haar priveleven?

Volgens de EHRM kon het Duitse Constitutionele Hof terecht concluderen dat het artikel – in ieder geval in een bepaalde mate – een bijdrage leverde aan een debat dat in de publieke belangstelling staat (debate of general interest). Daar was hier volgens het Duitse Hof sprake van omdat het artikel “pouvait donner lieu à des réflexions de la part des lecteur“. Het artikel kon de lezer dus doen nadenken. Een nogal ruime interpretatie van het criterium “debate of general interest” dus.

Verder wijst het EHRM erop dat het artikel ook vrijwel geen privégegevens bevatte over Caroline en zich vooral beperkte tot praktische aspecten van de villa en de locatie. De foto van het koppel was bovendien van bescheiden formaat en Caroline had niet gesteld dat de foto heimelijk was genomen.

Het Hof wijst er nog eens op dat de Von Hannovers publieke figuren zijn en zij daarom niet op dezelfde bescherming van hun persoonlijke levenssfeer kunnen rekenen als normale burgers: “la requérante et son mari devaient être considérés comme des personnes publiques … qui ne peuvent pas prétendre de la même manière à une protection de leur droit à la vie privée que des personnes privées inconnues du public“.

Al met al kon de Duitse rechter terecht oordelen dat de artikel 8 rechten van Von Hannover niet ontoelaatbaar zijn geschonden en dat de publicatie in 7 Tage niet onrechtmatig was.

In het Von Hannover drieluik lijkt deze derde uitspraak degene met het minste belang. Wel is duidelijk dat het EHRM verder gaat op de weg die het insloeg in Von Hannover II, waarin de (entertainment)pers wat meer ruimte heeft gekregen. Dit arrest bevestigt dat vraag of een publicatie bijdraagt aan een “debate of general interest” (wat overigens niet het beslissende criterium is, maar een essentieel criterium, zoals Von Hannover II leert) heel ruim moet worden geïnterpreteerd. In Von Hannover II oordeelde het EHRM dat de suggestie dat Caroline niet echt om haar vader gaf omdat zij lekker vakantie vierde terwijl haar zus Stephanie haar zieke vader ondersteunde in Monaco voldeed aan dit criterium. En in Von Hannover III volstaat het enkele feit dat een artikel over celebrities die hun vakantiehuis verhuren lezers aan het denken kan zetten.

Meer over de arresten Von Hannover I en II staat hier op Media Report.

Jens van den Brink

IEFBE 473

Voetbaltattoeages zorgen voor kopzorgen bij NFL

Bas Kist, Voetbaltatoeages zorgen voor kopzorgen bij NFL ,NRC 17 september 2013
Bijdrage ingezonden door Bas Kist, Chiever BV.
Merkenrecht.Auteursrecht. De organisator van de Amerikaanse football league, de NFL, maakt zich ernstig zorgen over de tatoeages van de spelers uit de competitie. De NFL is bang voor claims. Op een tatoeage rusten namelijk, net als op elk ander creatief werk, auteursrechten. Als er niets over deze rechten is afgesproken, blijven ze in principe bij de maker. Verschijnt een bekende speler met zijn tatoeage in een reclame van een sponsor, dan bestaat het gevaar dat de tatoeëerder zich meldt met een claim.

Mogelijk is de NFL geschrokken van de rechtszaak die de maker van een tatoeage onlangs heeft aangespannen tegen het videobedrijf THQ. In een van de videogames van THQ was de bekende freefighter Carlos Condit te zien, met op zijn buik een tatoeage van een leeuw. De artiest achter de leeuw wil nu ‘even vangen’. Hij denkt zelf aan 4,16 miljoen dollar. Ook Nike werd al eens voor de rechter gesleept wegens een commercial met de getatoeëerde basketballer Rasheed Wallace. De zaak werd geschikt en de tatoeëerder ging er met een onbekend bedrag vandoor. De NFL probeert nu zijn spelers te bewegen om alsnog toestemming te vragen bij de makers van hun tatoeages, zo meldt zakenblad Forbes. Dat zal nog een hele toer worden. Het merendeel van de spelers is natuurlijk van top tot teen beschilderd, vermoedelijk door veel verschillende tattoo-artiesten. Ga dat nu nog maar eens recht breien.

IEFBE 469

Verslag AIPPI Helsinki resolutie plain packaging en position paper UPC

Verslag Forum/ExCo van AIPPI International, Helsinki, 5-10 september 2013.
Octrooien, bekende merken, duur van het auteursrecht, schadevergoeding, plain packaging, Unified Patent Court.
Van 5-10 september vond het Forum/ExCo van AIPPI plaats in Helsinki. Ongeveer 15 leden van de VIE, de Nederlandse groep van AIPPI, waren daarbij aanwezig. Tijdens het ExCo zijn er vier nieuwe resoluties aangenomen naar aanleiding van de zgn. working questions:
Q233: Grace period for patents
Q234: Relevant public for determining the degree of recognition of famous marks, well-known marks and marks with reputation
Q235: Term of copyright protection
Q236: Relief in IP proceedings other than injunctions or damages

De teksten van deze resoluties zijn tot stand gekomen op basis van de rapporten die door de diverse nationale groepen zijn opgesteld en op basis van de debatten die in Helsinki hebben plaatsgevonden.

Verder is er in Helsinki gedebatteerd over een resolutie over ‘plain packaging’ naar aanleiding van nieuwe wetgeving in Australië en voorgestelde wetgeving in de EU die fabrikanten van rookwaren beperkingen opleggen over de wijze waarop zij hun merk mogen voeren op verpakkingen van tabaksproducten. In Helsinki werd nog geen consensus bereikt. Er ligt een concepttekst voor een resolutie waarover binnen enkele dagen elektronisch alsnog door het Executive Committee zal worden gestemd in de hoop dat er op tijd voor de stemming door het Europees parlement een resolutie zal zijn aangenomen.

Ook is er wederom gedebatteerd over het Unified Patent Court. Het Executive Committee heeft een Position Paper aangenomen dat ingestuurd zal worden in het kader van de public consultation over de Draft Rules of Procedure.

In 2014 zal er weer een World Congress zijn. Dit zal plaatsvinden in Toronto van 14 – 18 september. Daar zullen wederom delegates van alle nationale groepen discussiëren over vier nieuwe vragen met de bedoeling daarvoor resoluties aan te nemen. De vragen die in Toronto aan de orde zullen komen zijn:
Q238: Second medical use or indication claims
Q239: The basic mark requirement under the Madrid system
Q240: Exhaustion issues in copyright law
Q241: IP licensing and insolvency

Leden van de VIE kunnen zich nu vast bij het secretariaat aanmelden voor deelname aan een werkgroep voor één of meer van de vragen. Zodra de working guidelines door het Bureau van AIPPI in Zwitserland zijn opgesteld, zullen de werkgroepen aan het werk kunnen.

Zie voorgaande verslag AIPPI World Congres Seoul: IEF 11939

IEFBE 463

Verhouding Creative Commons en de modernisering van het auteursrecht

Paul Keller, Kennisland, over de verhouding tussen Creative Commons en modernisering van het auteursrecht, Buenos Aires @ Global Summit van Creative Commons.

Citaatselectie: "We need to make sure that the success of Creative Commons is not (mis)used by those pushing for more restrictive copyright laws or who are trying to defend the status quo. I am increasingly hearing the argument that copyright does not need to be made more flexible because Creative Commons already allows flexibility within the existing system.

This argument is quite new for many of us (we are still used to be accused of undermining copyrights), but as the position of rights holders in discussions about copyright moves from ‘we need more copyright protections’ to ‘we acknowledge that the current status quo is not perfect, but that does not mean that we need to reform copyright legislation, this means that we need to become better at licensing’ we increasingly see our opponents pointing to Creative Commons as a proof that you can have flexibility within the existing system."

Gehele introductie: Let me give you a little bit of background where we are coming from with regards to this discussion about the relationship between Creative Commons and Copyright Reform. If you want, this discussion is a follow up of a discussion that surfaced during last year's Global Congress on Intellectual Property and the Public Interest in Rio de Janeiro.

People from Creative Commons affiliate teams formed the biggest contingent of participants from a single community there, yet we did not have a position on what we were doing there as Creative Commons.

It is obvious that lots of people involved in Creative Commons are also involved in copyright reform activities, but until now we have mostly attempted to keep these two activities separated. Personally, I cannot count how often I have prefaced contributions to discussions by stating that "I am not making this point with my CC hat on".

After the 10th anniversary of the Creative Commons movement we feel that the time has come to rethink this separation as well as the notion that Creative Commons, as a steward of the CC licenses, needs to be neutral when it comes to copyright reform efforts that are going on around the world. This is even more important as we currently see a lot of opportunities to push for meaningful of reform copyright:

These reform efforts are often linked to making copyright fit for the digital age and, let's face it, the creative commons community brings together an impressive group of people with a deep understanding of how copyright works or ought to work in the digital environment. This is why so many of us involved are working towards copyright reform (in the sense that we want to strengthen access to knowledge and culture and the public domain). Ultimately, this is also why we need to review the relationship between what we are doing as Creative Commons and how we contribute to reforming copyright legislation.

I think - and this is something that is shared among all the organisers of today’s event - that we have two main incentives for clarifying this relationship: a defensive one and a offensive one.

Let me start with the defensive reason for pursuing this:

We need to make sure that the success of Creative Commons is not (mis)used by those pushing for more restrictive copyright laws or who are trying to defend the status quo. I am increasingly hearing the argument that copyright does not need to be made more flexible because Creative Commons already allows flexibility within the existing system.

This argument is quite new for many of us (we are still used to be accused of undermining copyrights), but as the position of rights holders in discussions about copyright moves from ‘we need more copyright protections’ to ‘we acknowledge that the current status quo is not perfect, but that does not mean that we need to reform copyright legislation, this means that we need to become better at licensing’ we increasingly see our opponents pointing to Creative Commons as a proof that you can have flexibility within the existing system.

Given this, we will need to prevent that our opponents use the success of Creative Commons as an argument for advancing their positions which are often the opposite of what we strive for and why we are active within Creative Commons. As long as Creative Commons does not clearly positions itself with regards to legislative reform efforts this will be very difficult to achieve. We really need Creative Commons to make very clear that it supports efforts to strengthen user rights through legislative reform efforts.

Now onto the offensive reason for clarifying the relationship with copyright reform activities:
For a while one of the principal beliefs of Creative Commons was (and maybe still is) that we cannot be normative in the sense that we can tell creators how they should license their rights works. The argument goes that we simply offer creators tools to exercise their rights in a particular way. If and how these creators use our tools is up to them.

This was usually followed by the qualification that there are a few areas where we do have a normative position in favour of using free licenses. Areas like education and science or, more generally, those areas of creative production that are based on public funding. Where does this idea that we can be normative in these fields come from? Most likely from a deep ingrained belief that for society to function we need a vibrant and meaningful public domain. We have developed the CC licenses as tools to strengthen the public domain and in many areas (Open Educational Resources, Open Access to Scientific Research, Open Government and increasingly Open Cultural Heritage) and they are an important instrument to ensure support the public domain.

Now there are also areas where Creative Commons licenses do not work so well in defending a vibrant and meaningful public domain. Take the WIPO treaty for the visually impaired: There had to be a treaty because a voluntary or market driven solution to end the book famine for visually impaired people in the developing world did not emerge even though the problem had been known for a long time. Quite clearly the problem cannot not be solved by encouraging publishers to license their works openly and, instead, it required a tailored legislative approach that builds on new limitation and exemptions that address this specific issue.

There are many more issues that are very similar: Yes, if all popular artists used Creative Commons licenses for their creative output, there would probably be a lot less discussion about the legal status of noncommercial transformative reuse (also known by the hideous term User Generated Content), but it is not very likely that this will happen all of a sudden. This is why in the Netherlands, next to our work as Creative Commons Netherlands, we are also advocating for a reform of the quotation exception in our copyright code that would ensure that the public has a right to make remixes.

Now obviously, a right to remix is something that Creative Commons (and it’s founders) have been championing for as long as I can remember, and I think that it is time that we, as the Creative Commons community, take a position in support of legislative efforts to strengthen user rights in the digital environment. In the end, promoting the use of our licenses and fighting for legislative reform are two sides of the same coin: The desire to maintain a vibrant and meaningful public domain in the digital age.

IEFBE 462

Artikel Advocatenblad naar aanleiding open brief van Wouter Pors

Digitaal versus papier, Advocatenblad september 2013

'Zoekt de advocaat digitaal of op papier? Die vraag houdt de markt van juridische vakinformatie in zijn greep.'

'Bij kantoorbezoeken viel het de Haagse deken Bas Martens zo op dat advocatenkantoren bezuinigen op papieren bronnen, dat hij het hoog tijd vond de sector een signaal te geven. (...) Dat kwam hem op een stevige reactie te staan van advocaat Wouter Pors (Bird & Bird).' Zie IEF 12647 en IEF 12640.

'Deze intellectueel-eigendomspecialist stelt op de website IE-Forum.nl dat 'tegenwoordig  van een advocaat verlangd kan worden dat hij tijdens een zitting kan reageren op stellingen van de wederpartij, ook met behulp van online toegang tot zijn knowhow. Een papieren bibliotheek biedt die mogelijkheid niet en voldoet dus niet meer.''

Lees hier meer.

IEFBE 459

The effect of an opt out under Article 83 of the agreement on a Unified Patent Court

P. van Gemert en W. Pors, The effect of an opt out under Article 83 of the agreement on a Unified Patent Court on Jurisdiction for decisions on the merits and preliminary injunctions
Een bijdrage van Peter van Gemert en Wouter Pors, Bird & Bird.

1. The Unified Patent Court and the issue of Article 83
Since the Regulation (EU) No 1257/2012 of the European Parliament and of the Council of 17 December 2012, implementing enhanced cooperation in the area of the creation of unitary patent protection (Unitary Patent Regulation) and the Council Regulation (EU) No 1260/2012 of 17 December 2012, implementing enhanced cooperation in the area of the creation of unitary patent protection with regard to the applicable translation ar-rangements (Regulation on Translation Arrangements) have been adopted in December 2012 and following that the Agreement on a Unified Patent Court (UPC Agreement) was signed on 19 February 2013, the creation of a Unitary Patent and of a Unified Patent Court to enforce it seem to be making steady progress towards implementation, which is expected early 2015. As of then, Unitary Patents, with effect in all Member States partici-pating in the enhanced cooperation can be obtained and the first action can then be launched in the Unified Patent Court.

It is clear that the Unified Patent Court will have exclusive jurisdiction for the infringe-ment and validity of Unitary Patents right from the start, without any exception. In addi-tion to that, the Court is also intended to have exclusive jurisdiction for traditional Euro-pean patents, which will remain a permanent alternative for the Unitary Patent. Howev-er, giving unconditional exclusive jurisdiction for those patents to a court that does not exist yet and that will apply rules that are not yet completely known was one step too far. Therefore, the UPC Agreement contains a transitional regime which will initially apply for a period of at least 7 years, but may even be prolonged.

(...)

2. The effect of an opt out on actions on the merits


Basically there are two possible interpretations. First, the phrase “opt out from the exclu-sive competence” may simply have been worded that way because Article 32 contains the phrase that “the Court shall have exclusive competence in respect of” and may thus have been intended as a simple reference to the competence of the Court in general, which happens to include the word “exclusive” in Article 32. This interpretation would indeed mean that an opt out for a given traditional European patent fully blocks out the Unified Patent Court’s competence with regard to that patent.

3. Preliminary injunctions

(...)

The issue gets even more complicated in case of a preliminary injunction. Article 24(1)a UPCA provides that Union law takes priority over the UPC Agreement and Article 31 UP-CA provides that jurisdiction shall be established in accordance with the Brussels I Regu-lation. Also, in view of the light of Article 5 Unitary Patent Regulation and its history, it is quite clear that both the European Union and the contracting Member States of the en-hanced cooperation agreed that Union law should have priority. Now, Article 35 of the Brussels I Regulation (recast) provides that “application may be made to the courts of a Member State for such provisional, including protective, measures as may be available under the law of that Member State, even if the courts of another Member State have jurisdiction as to the substance of the matter”. Under Consideration 11 of the Brussels I Regulation (recast) and certainly under the proposed Brussels I Amendment it is clear the Unified Patent Court is a court as meant in Article 35.

IEFBE 456

India verklaart octrooi GSK voor kanker medicijn ongeldig

Uitspraak en samenvatting ingezonden door Jenny Cromsigt, V.O.

India heeft een octrooi van GSK ongeldig verklaard dat gericht was op het medicijn Tykerb. Tykerb is een medicijn tegen kanker en bevat een ditosylate  vorm van de originele stof lapatinib en wordt gebruikt om vrouwen te behandelen met gevorderde borst kanker.

GSK heeft voor zowel Tykerb als voor lapatinib octrooi aangevraagd in India. De Indiase Octrooi Hoger Beroepsraad (IPAB) heeft het octrooi op de originele stof, Iapatinib in stand gehouden maar  vond dat Tykerb niet voldoende verbeterde therapeutisch werkzaamheid bezat ten opzichte van lapatinib om een octrooi te verlenen. Deze afwijzing is op grond van een speciale regel in de Indiase octrooiwet  Sectie 3 (d). Deze regel zegt dat een nieuwe vorm van een bekende stof geen octrooibare materie oplevert als deze geen verbetering van de reeds bekende werkzaamheid heeft . Deze regel is relevant voor nieuwe vormen zoals zouten en andere kristalvormen. Als de basis stof zelf al bekend is dan is het zout daarvan niet octrooieerbaar in India, als deze geen sterk verhoogde therapeutisch werkzaamheid heeft ten opzichte van het basis medicijn. Dit is in tegenstelling tot de meeste andere landen, waar nieuwe zouten en/of kristalvormen, mits nieuw en inventief, wel octrooieerbaar zijn.

De uitspraak volgt een lijn waarin India geen octrooi verleend wordt aan stoffen die een kleine veranderingen/verbeteringen zijn van reeds bekende stoffen. In april van dit jaar was een octrooi van Novartis AG gericht op het kanker medicijn Glivec ook al ongeldig verklaard, net als vorig jaar een octrooi op kanker medicijn Sutent van Pfizer, als ook een octrooi op Pegasys tegen Hepatitis C van Roche, en een octrooi op Merck’s asthma aerosol formulatie.

 

IEFBE 447

Het citaat in Midnight in Paris

Een redactionele bijdrage van Thijs van den Heuvel, Bird & Bird LLP.
Deze vrijdagmiddagbijdrage gaat niet over de - in de avondschemering van Parijs verreden - afsluitende etappe van de Tour de France 2013, maar over auteursrecht. Aanleiding is een recente uitspraak uit de Verenigde Staten over Woody Allen's film Midnight in Paris [red. US District Court Mississippi 18 juli 2013, CASE NO. 3:12cv100 (Faulkner tegen Sony Pictures)]. In deze, met een Oscar bekroonde, film spreekt de hoofdpersoon de volgende woorden: “The past is not dead. Actually, it’s not even past. You know who said that? Faulkner, and he was right. I met him too. I ran into him at a dinner party.

Een mooi citaat, maar volgens de mensen die waken over de rechten van William Faulkner is hier sprake van inbreuk op zijn auteursrecht. In Faulkner's boek Requiem for a Nun (1950) komt de volgende zin voor: "The past is never dead. It’s not even past.

Lees verder op IE-Forum.nl, IEF 12923.