Het EHRM benadukt verder dat de stijl die in veel comments wordt  gebruikt deel uitmaakt van de uitingsvorm en dus ook wordt beschermd  door de uitingsvrijheid. Ook op andere punten veel interessants voor de  perspraktijk in deze uitspraak.
Feiten
 De Hongaarse  nieuwsportal Index (Index.hu ZRT) en MTE (Magyar Tartalomszolgáltatók  Egyesülete), het overkoepelende orgaan van Hongaarse internet content  providers, werden in Hongarije veroordeeld voor het weergeven van  comments van derden. Zij opinies gepubliceerd over een bedrijf dat 30  dagen lang gratis advertentiediensten bood, en na verloop van die  termijn opeens een bedrag in rekening bracht, zonder de klanten daarover  vooraf te informeren. Dit lokte comments uit als:
 - “They have talked about these two rubbish real estate websites a thousand times already.”
 - “Is  this not that Benkő-Sándor-sort-of sly, rubbish, mug company again? I  ran into it two years ago, since then they have kept sending me emails  about my overdue debts and this and that. I am above 100,000 [Hungarian  forints] now. I have not paid and I am not going to. That’s it.”
 En de wat bijzondere:
 - “People like this should go and shit a hedgehog and spend all their money on their mothers’ tombs until they drop dead.”
 Het  bedrijf vond dat haar reputatie was besmeurd en dat sprake was van  inbreuk op haar artikel 8 EVRM rechten. Zij hield beide portals  aansprakelijk voor de comments die derden onder de opiniestukken hadden  geschreven. Daarop haalde de portals de comments offline.
 De  Hongaarse rechter vond dat ook een comment van een derde gewoon  redactionele content is, dat ze ontoelaatbaar waren en hield de portals  daarvoor aansprakelijk. Dit oordeel hield stand tot aan de hoogste  Hongaarse rechter, waarop de portals naar het EHRM stapten. Zij vonden  de veroordeling een ontoelaatbare beperking van de vrijheid van  meningsuiting (10 EVRM).
 Het EHRM wijst op de bekende factoren uit zijn vaste rechtspraak (Couderc/Paris Match, Von Hannover v. (no. 2) en Axel Springer) die relevant zijn voor de afweging tussen artikelen 8 en 10 EVRM, en met name: “contribution  to a debate of public interest, the subject of the report, the prior  conduct of the person concerned, the content, form and consequences of  the publication, and the gravity of the penalty imposed on the  journalists or publishers“. Die factoren komen hierna aan de orde.
 Geen uitspraak over safe harbor bescherming; kan in Nederland anders uitvallen
 De Hongaarse rechter oordeelde dat de portals geen beroep toekwam op de safe harbor  bescherming voor internet tussenpersonen. Deze bescherming  (bijvoorbeeld onder de E-Commerce Richtlijn) bepaalt dat hosts van  content in principe niet aansprakelijk zijn voor claims als zij prompt  reageren op een klacht. Het is onder deze regeling verder verboden een  filter- of monitorverplichting op te leggen. Net als in de Delfi zaak, concludeert het EHRM slechts dat het zich heeft neer te leggen bij het oordeel van de nationale rechter hierover.
 Dat  is een belangrijk punt, omdat de conclusie van de Estse (in Delfi) en  Hongaarse rechter voor discussie vatbaar is. Zo zijn partijen als  Google, Ebay en bepaalde social netwerk websites wel aangemerkt als  hosting provider. Als een dergelijke casus in Nederland voor de rechter  zou komen dan is het goed mogelijk dat een nieuwssite de safe harbor bescherming wel kan inroepen.
 Impact Delfi ingeperkt?
 Het EHRM maakt een duidelijk onderscheid tussen deze casus en die in Delfi, waar het volgens het EHRM ging om “clearly unlawful expressions, amounting to hate speech and incitement to violence“. Later noemt het EHRM het feit dat het in Delfi ging om hate speech zelfs het “pivotal element”  uit die zaak. En in de onderhavige Hongaarse zaak zijn de comments  misschien vulgair of beledigend, maar betrof het zeker geen hate speech  of aanzetten tot geweld. Ook wijst het Hof ter onderscheiding op het  feit dat in deze zaak één van de klagers (MTE) een organisatie zonder  winstoogmerk is.
 In Delfi, zo vervolgt het Hof, heeft het  EHRM verder een aantal specifieke elementen genoemd die relevant zijn  voor de beoordeling van uitingen die door tussenpersonen worden  gepubliceerd, waaronder: de context van de comments, de maatregelen die  de klager heeft genomen om onrechtmatige uitingen te voorkomen en te  verwijderen en de vraag of de auteurs van de comments ook zelf  aansprakelijk hadden kunnen worden gesteld.
 Context en content: ook de “low style” van internetcomments wordt beschermd
 Het EHRM stelt eerst nog eens vast dat “in  the light of its accessibility and its capacity to store and  communicate vast amounts of information, the Internet plays an important  role in enhancing the public’s access to news and facilitating the  dissemination of information in general“. Daartegenover noemt het EHRM de potentiële impact van internetpublicaties.
 Het EHRM wijst verder op de communicatiestijl op internetportals. Die behoort misschien wel tot “a low register of style”, maar die stijl is eigen aan internetportals. En dat vermindert de impact ervan. Het EHRM wijst er verder op dat ook ‘offensive’ en ‘outright vulgar‘  uitingen worden beschermd. Belediging kan weliswaar ontoelaatbaar zijn  als het uitsluitend denigrerend is, bijvoorbeeld wanneer het enige doel  van de uiting is om te beledigen. Maar het vulgaire karakter van een  uiting op zich is niet beslissend bij de beoordeling ervan. Stijl maakt  deel uit van de communicatie als de uitingsvorm en wordt als zodanig  beschermd samen met de inhoud van de uiting, aldus het EHRM.
 Aansprakelijkheid van de auteurs
 De nationale rechter heeft ten onrechte geen enkele aandacht besteed aan de vraag of de auteurs te traceren waren.
 Ook  is ten onrechte buiten beschouwing gebleven dat het enkele onderhouden  van een platform waarbinnen anderen comments kunnen plaatsen een  journalistieke activiteit is. Het helpen verspreiden van uitingen van  anderen mag alleen worden belemmerd als er “particularly strong reasons for doing so” zijn (onder verwijzing naar het Jersild arrest).
 Maatregelen portals en het handelen van eiser
 Het EHRM wijst op de volgende maatregelen die de portals namen om onrechtmatige comments te vermijden of te verwijderen:
 - een disclaimer in hun voorwaarden waarin stond dat de plaatser, en niet de portal, aansprakelijk was voor diens comment;
 - een verbod in de voorwaarden op comments die inbreuk maken op de rechten van anderen;
 - een van de twee portals verbood ‘onrechtmatige uitingen’;
 - Index had een team moderators
 - beide portals hadden een notice en takedown systeem;
 
 De  nationale rechter vond toch dat de portals aansprakelijk waren, omdat  ze ongefilterde comments doorlieten, terwijl ze hadden moeten weten dat  sommige daarvan mogelijk in strijd met de wet waren. Onzin, aldus het  EHRM: dit komt neer op het vereisen van excessief en onhaalbaar  voorafgaand toezicht en dat ondermijnt de vrijheid om informatie te  verstrekken op het internet.
 Ook had de nationale rechter mee  moeten wegen dat eiser rauwelijks had gedagvaard, zonder gedaagden eerst  te vragen de comments offline te halen.
 Gevolgen van de veroordeling voor de klagers - Reputatie bedrijf minder brede bescherming
  Het EHRM wijst op het verschil tussen de commerciële belangen van een  bedrijf om de reputatie te beschermen, en het belang van een individu  bij reputatiebescherming. Bij die laatste kan ook de waardigheid worden  aangetast, een morele dimensie die ontbreekt in een zakelijke omgeving.  Hier gaat het om een bedrijf: de gevolgen zijn dus minder vergaand. Ook  liep er al een onderzoek naar het handelen van de websites; het EHRM is  niet overtuigd dat de comments aanvullende impact hadden op de  consument.
 Bij de afweging van de consequenties van de  veroordeling voor de klagers merkt het EHRM verder nog op dat weliswaar  geen schadevergoeding is toegekend, maar dat de veroordeling wel kan  worden gebruikt om in de toekomst alsnog schade te vorderen. Dat moet de  nationale rechter dus ook meewegen.
 Beslissend is verder dat het  aansprakelijk houden van internetportals voor comments, voorzienbare  negatieve gevolgen kan hebben voor de comment omgeving op portals en er  zelfs toe kan leiden dat sites de comment sectie maar helemaal sluiten.  En dat kan weer een chilling effect hebben op de vrijheid van meningsuiting op internet. Ook dat is ten onrechte niet meegewogen door de Hongaarse rechter.
 Conclusie
 Het  EHRM overweegt tenslotte dat in Delfi is bepaald dat een notice en  takedown systeem, met een snelle reactietijd, in veel gevallen een goede  manier is om botsende rechten tegen elkaar af te wegen. Een  uitzondering kan zich voordoen als comments bestaan uit hate speech  en directe bedreigingen voor de fysieke integriteit van individuen.  Voor die gevallen zijn lidstaten ‘mogelijk’ gerechtigd nieuwssites  aansprakelijk te houden als zij nalaten maatregelen te nemen om evident  onrechtmatige comments te verwijderen, zelfs zonder voorafgaande  waarschuwing. Maar let wel; dit geldt alleen als sites zich inderdaad  niet kunnen beroepen op de safe harbor bescherming. een punt waar het EHRM zich niet over uitlaat.
 Het is duidelijk: het EHRM concludeert dat de veroordeling van de Hongaarse nieuwsportals strijdig was met artikel 10 EVRM.
 Wat betekent dit voor Delfi? Zijn de zaken niet te vergelijken omdat wordt benadrukt dat het in dit geval geen hate speech  betreft en in Delfi wel? Ja, dat is een terecht onderscheid, maar het  EHRM lijkt in dit arrest wel degelijk het Delfi duveltje weer een beetje  terug in het doosje te duwen.