Uitspraak ingezonden door Roderick Chalmers Hoynck van Papendrecht, AKD.
Geen coëxistentieregeling voor HOME PARTS
Rechtbank Zeeland-West-Brabant 18 mei 2016, IEF 16003; IEFbe 1823 (Beekman BV tegen Elka Pieterman en Handyman)
Merkenrecht. Handelsnaamrecht. Beekman vordert met succes de vervallenverklaring van Elka Pietermans Benelux beeldmerk 'home parts' en woordmerk HOME PARTS SHOP in klasse 11. In reconventie vordert Elka Pieterman cs de nietigverklaring van het beeldmerk Beekmans HOMEPART en veroordeelt Beekman tot staking van merk- en handelsnaaminbreuk. Een beroep op de coëxistentie-regeling ex 2.27 lid 3 en lid 4 BVIE, baat niet. [red. Beroep door Beekman is aangekondigd]. Opmerkelijk: 3.62. De rechter, ten overstaan van wie de comparities zijn gehouden, heeft dit vonnis niet kunnen wijzen omdat zij niet meer in het team handelsrecht werkzaam is. [red. Staking van de executie van het vonnis is bevolen IEF 16004]
Reep met vier cirkels met chocolade omhulde marshmellows is niet onderscheidend
Gerecht EU 1 juni 2016, IEF 16000; IEFbe 1822; ECLI:EU:T:2016:327; T‑240/15 (Marshmellow reep met vier cirkels)
Merkenrecht. De aanvraag voor een 3D-EU-merk van een reep met vier cirkels wordt afgewezen vanwege het ontbreken van onderscheidend vermogen. Het is voor een reep marshmallows omhuld door chocolade. Het simpele feit dat het een variant is op een gebruikelijke vorm, geeft het nog niet het onderscheidend vermogen dat nodig is voor een gemiddelde consument om het op te merken. Het beroep wordt afgewezen.
Uitspraak ingezonden door Léon Dijkman, HOYNG ROKH MONEGIER.
SPARTAN (RACE) nietig, beschrijvend voor obstacle race
Vzr. Rechtbank Den Haag 1 juni 2016, IEF 15997; IEFbe 1821; ECLI:NL:RBDHA:2016:6665 (Spartan tegen TERN)
Merkenrecht. Spartan Race organiseert "obstacle races" en is houdster van diverse merken. TERN exploiteert een tv-station dat wereldwijd uitzendt en heeft de eerste aankondigingen gedaan van een realityshow waarbij "Spartaanse opdrachten" worden uitgevoerd. Tussen partijen is niet in geschil dat de term SPARTAN enerzijds verwijst naar de antieke Griekse stadsstaat Sparta, maar anderzijds volgens woordenboeken ook naar het stoere, ruige, sobere karakter dat wordt toegeschreven aan de krijgers van die Griekse stadsstaat. Naar voorlopig oordeel valt niet uit te sluiten dat het relevante publiek het teken SPARTAN, nog meer als dit wordt gevolgd door het beschrijvende element RACE, kan opvatten als beschrijvend voor obstacle races. Dit merk moet voor nietig moet worden gehouden; er kan geen verbod worden opgelegd.
Leatherman-multitools.nl pleegt merkinbreuk
Rechtbank Den Haag 1 juni 2016, IEF 15995; IEFbe 1820; ECLI:NL:RBDHA:2016:5999 (Leatherman tegen gedaagde)
Merkenrecht. Leatherman is producent van multifunctionele (hand)gereedschappen en houdster diverse merken. Gedaagde is een webshop via leatherman-multitools.nl en later ook .de, .dk en .es gestart. Na een Duitse procedure blijft inbreuk doorgaan voor de .nl-site. Door de toevoeging -multitools.nl is het door gedaagde gebruikte teken niet aan het woordmerk Leatherman gelijk (ex sub a). Ex sub b heeft gedaagde de suggestie gewekt dat zijn onderneming een exclusieve door Leatherman goedgekeurde distributeur van haar producten is, althans dat tussen beide ondernemingen een commerciële band bestaat. Het verweer gericht op de geldige reden kan buiten beschouwing worden gelaten, nu inbreuk ex 2.20 lid 1 onder b BVIE wordt aangenomen. De rechtbank beveelt staking van inbreuk op het merkenrecht vanwege het verwarringsgevaar.
Vragen aan HvJ EU over 'dezelfde handelingen' en rechtsmacht online merkgebruik
Prejudiciële vragen gesteld aan HvJ EU IEF 15994; IT 2081; IEFbe 1819; C-231/16 (MERCK)
Merkenrecht. Procesrecht. Rechtsmacht. Over de rechtsmacht over een aantal Britse en internationale woordmerken MERCK. Artikel 109 Richtlijn EUTM. Is er sprake van dezelfde handeling als het gaat om onderhoud en wereldwijd gebruik van identieke online internet presentie op dezelfde domeinnaam? Wanneer voor rechterlijke instanties van verschillende lidstaten tussen dezelfde partijen met betrekking tot dezelfde handelingen vorderingen wegens inbreuk worden ingesteld, en de ene rechterlijke instantie op grond van een Uniemerk en de andere rechterlijke instantie op grond van een nationaal merk wordt aangezocht, moet de rechterlijke instantie de partijen verwijzen naar de eerst-aanhangig gemaakte zaak of kan de uitspraak aanhouden.
Merkenrechtelijk uitgeputte apparatuur en productfoto's van keukenapparatuur
Rechtbank Den Haag 1 juni 2016, IEF 15992; IEFbe 1818; ECLI:NL:RBDHA:2016:5952 (Atag-Intell tegen OfficePro en KitchenPro.nl)
Merkenrecht. Auteursrecht productfoto's. Distributie. Atag is actief op de markt voor (inbouw)keukenapparatuur en witgoed en verkoopt haar goederen via een selectief distributienetwerk onder de merken ATAG, ETNA en PELGRIM. Via OfficePro en KitchenPro.nl worden steeds roulerend de woord-/beeldmerken getoond. Vaststaat dat gedaagde uitgeputte apparatuur van de merken ATAG en PELGRIM aanbood. Niet gebleken is dat ook producten van het merk ETNA worden aangeboden, dus geldt gedaagde niet als wederverkoper en wordt een stakingsverbod opgelegd. Atag's Productfoto's (net voldoende persoonlijke keuzes gemaakt) moeten van de website worden afgehaald.
HvJ EU: Uitzending tv-programma's in revalidatiecentrum zijn mededeling aan het publiek
HvJ EU 31 mei 2016, IEF 15991; IEFbe 1817; ECLI:EU:C:2016:379; C-117/15 (Reha Training tegen GEMA)
Auteursrecht. Collectief beheer. Zie eerder de Conclusie AG [IEF 15714] en de gestelde vragen [IEF 14939 ]. De uitzending van televisieprogramma’s via televisietoestellen die de exploitant van een revalidatiecentrum in zijn ruimtes heeft geïnstalleerd, beoordeeld aan de hand van zowel artikel 3, lid 1, InfoSoc-richtlijn, als artikel 8, lid 2, [uitleen/naburige rechten-richtlijn], en aan de hand van dezelfde uitleggingscriteria, is een „mededeling aan het publiek”.
Conclusie AG over vervallen beschermingstermijn auteursrecht
Auteursrecht en naburige rechten – Beschermingstermijn – Verval en herleving van het auteursrecht Zie eerder: IEF 14819 en vgl. IEF 14714. Ter beantwoording van de door de Hoge Raad gestelde vragen (ECLI:NL:HR:2013:1881), heeft het Benelux-Gerechtshof zelf vragen aan het HvJ EU gesteld nu zij van mening was dat de beslechting van het geding afhangt van de uitlegging van richtlijn 93/98/EEG aangaande de beschermingstermijn van het auteursrecht en bepaalde naburige rechten. Conclusie AG:
Conclusie AG over tweedehands licentie computerprogramma op niet originele cd-rom
Conclusie AG HvJ EU 1 juni 2016, IEF 15984; IEFbe 1815; IT&R 2079; ECLI:EU:C:2016:384; C‑166/15 (Ranks & Vasiļevičs)
Auteursrecht. Gebruikte licentie. Computerprogramma. Zie eerder IEF 14979. Verzoekers Aleksandrs Ranks en Jurijs Vasiļevičs worden vervolgd wegens illegale verkoop van auteursrechtelijk beschermd materiaal en illegaal en bewust gebruikmaken van andermans merk. De advocaat van de verdachten heeft verzocht aan het Hof van Justitie van de Europese Unie een prejudiciële vraag voor te leggen over de uitlegging van artikel 4, lid 2, en artikel 5, leden 1 en 2, van richtlijn 2009/24/EG betreffende rechtsbescherming van computerprogramma’s. Conclusie AG:
Uitspraak ingezonden door Wouter Pors en Wieke During, Bird & Bird.
Oberlandesgericht Wien oordeelt ondanks bifurcation over geldigheid octrooi
Oberlandsgericht Wien 20 mei 2016, IEF 15981; IEFbe 1814 (B. Braun Melsungen tegen Becton Dickinson)
Het Oberlandesgericht Wien oordeelt in kort geding over octrooiinbreuk, nadat de Technische Kamer van Beroep in een oppositieprocedure tussen dezelfde partijen over de geldigheid van het octrooi heeft geoordeeld.
Ondanks dat Oostenrijk net zoals Duitsland bifurcation heeft, bekijkt het Oberlandesgericht of het octrooi, in het licht van de uitspraak van de EPO TBA prima facie geldig is en past dan de overwegingen van de TBA toe voor het bepalen van de beschermingsomvang. Letterlijke inbreuk is aangenomen en tevens is een recall bevolen. Het Formstein verweer (dat betrekking heeft op equivalentie) wordt afgewezen.