Merken- Modellen- en Auteursrecht - 10 mei 2023
Een door AI gegenereerd stripboek wordt niet beschermd door Auteursrecht: waar of niet waar?
Volgens de Amerikaanse Copyright Office is deze bescherming inderdaad niet gegund aan degene die aan de basis stond van ´Zarya of the Dawn. De gebruiker van het AI programma waarmee de afbeeldingen werden gemaakt, heeft geen auteursrecht op de gemaakte afbeeldingen. De verhaallijn en de volgorde van de afbeeldingen zijn door wel door haar bepaald, en voor deze onderdelen ligt het auteursrecht wel bij haar. Wat betekent deze uitkomst voor de Nederlandse rechtspraktijk?
Dit en meer wordt besproken tijdens de Jurisprudentielunch Merken- Modellen- en Auteursrecht op woensdag 10 mei. Blijf op de hoogte van de laatste ontwikkelingen op het gebied van productvormgeving, auteursrecht en merkenrecht, met Tobias Cohen Jehoram, Jesse Hofhuis en Joris van Manen. De eerste in zijn soort en nog steeds relevant! In slechts drie uur tijd, tijdens de lunch, heeft u weer het complete overzicht.
Uitnodiging afscheidsrede prof. mr. Willem Hoyng
De Rector Magnificus van Tilburg University nodigt u uit tot het bijwonen van de academische zitting waarin Prof. mr. Willem Hoyng hoogleraar Intellectueel eigendomsrecht, een openbare afscheidsrede houdt, getiteld:
1 juni 2023: Het Eengemaakt Octrooigerecht opent zijn deuren! Enkele opmerkingen
op vrijdag 21 april 2023, om 16.15 uur precies, in de Aula van Tilburg University, Warandelaan 2, 5037 AB Tilburg.
De rede zal worden uitgesproken in het Engels. Hoogleraren zijn van harte welkom om (bij voorkeur in eigen toga) in het cortège mee te lopen. Zij worden om
uiterlijk 16.00 uur verwacht in toga in de Portrettenzaal.
U wordt vriendelijk verzocht om via onderstaande link u aan te melden voor de rede.
REGISTREREN (vóór 14 april 2023)
Ik zie ernaar uit om na afloop van de rede samen het glas te heffen en Willem te danken voor alles wat hij voor de universiteit heeft betekend!
Uitspraak ingezonden door Michaël De Vroey, Simont Braun
Blitz Power vs Smappee
Hof van Beroep Brussel 6 december 2022, IEFBE 3635; 2022/AR/1147 (Blitz Power tegen Smappee) Blitz Power BV beweert dat het ten uitvoer gelegde stakingsvonnis schade heeft veroorzaakt, waaronder bijkomende kosten, verlies van inkomsten en imagoschade. Er wordt beweerd dat Smappee zich schuldig maakt aan verboden slechtmaking en verboden vergelijkende en afbrekende reclame door een persbericht, LinkedIn-post en verklaringen aan de pers te publiceren over de inbreuk van Blitz Power op hun ontwerp voor laadstations. Smappee betwist dat haar berichten onrechtmatige reclame of slechtmaking uitmaken en stelt dat de mededelingen just, volledig, objectief en relevant zijn. Smappee heeft het recht om kritiek te uiten op de handelswijze van Blitz Power, maar moet de reputatie van Blitz Power niet onnodig beschadigen. Het is irrelevant of de informatie in het persbericht al dan niet juist is bij de beoordeling van ongeoorloofde slechtmaking. Blitz Power heeft zich conform aan het stakingsbevel gehouden en biedt nu een ander design aan. De ruchtbaarheid die werd gegeven aan het stakingsvonnis droeg niet bij tot de staking van de inbreuk.
Elektrode is afzonderlijk voortbrengsel
Gerecht EU 22 maart 2023; IEF 21320, IEFbe 3630; T‑617/21, ECLI:EU:T:2023:152 (B&Bartoni tegen EUIPO) In het onderhavige geschil draait het om het begrip "onderdeel van een samengesteld voortbrengsel” in de zin van artikel 4 lid 2 Gemeenschapsmodellenverordening. Volgens B&Bartoni heeft de kamer van beroep blijk gegeven van een onjuiste rechtsopvatting door te oordelen dat de betrokken elektrode geen onderdeel van een samengesteld voortbrengsel was. Het Gerecht oordeelt dat dit niet zo is. De snijmachine en de toorts kunnen bij vervanging van de elektrode niet uit elkaar worden gehaald en weer in elkaar worden gezet. Verder is het samengestelde voortbrengsel, te weten een toorts of een plasmasnijmachine, zonder elektrode een volledig voortbrengsel. Tot slot kan de betrokken elektrode worden vervangen door een andere elektrode en kunnen toortsen van verschillende typen de betrokken elektrode gebruiken. Op basis van deze reeks relevante aanwijzingen, heeft de kamer van beroep tot de slotsom kunnen komen dat de betrokken elektrode een afzonderlijk voortbrengsel is en geen onderdeel vormt van een samengesteld voortbrengsel in de zin van artikel 4 lid 2 van de Gemeenschapsmodellenverordening.
Duurzaamheidsclaims: EC doet voorstel voor richtlijn
Op 24 maart 2023 heeft de Europese Commissie een voorstel voor een nieuwe richtlijn gedaan. Dit voorstel bevat criteria die greenwashing en misleidende milieuclaims tegen dient te gaan. Met het voorstel krijgen consumenten meer duidelijkheid wanneer iets als ‘groen’ wordt verkocht, of het ook echt groen is, en krijgen zij betere informatie om milieuvriendelijke producten en diensten te kiezen. Ook bedrijven zullen hiervan profiteren, aangezien bedrijven die zich daadwerkelijk inspannen om de milieuduurzaamheid van hun producten te verbeteren, gemakkelijker door de consument zullen worden herkend en beloond, hetgeen hun verkoop zal stimuleren - in plaats van te worden geconfronteerd met oneerlijke concurrentie. Op die manier zal het voorstel bijdragen tot gelijke concurrentievoorwaarden wanneer het gaat om informatie over de milieuprestaties van producten.
Voorjaarsborrel Jong IE
Ha mede Jong IE-er,
De zeer geslaagde pubquiz bij Café Lust is al weer enige tijd geleden. De winter is ondertussen officieel voorbij en het zonnige weer is in zicht. Dat betekent dat het hoog tijd is voor een Jong IE-voorjaarsborrel!
Presentaties IE Symposium
Inmiddels is het al weer een week geleden dat het jaarlijkse IE Symposium plaatsvond. Van IE en duurzaamheid tot aan de gegronde redenen in het merkenrecht: het passeerde allemaal de revue afgelopen 15 maart in Zeist. Inmiddels zijn alle presentaties gepubliceerd op de website van AIPPI. De presentaties vindt u hier.
Uitspraak ingezonden door Nele Somers en Ellen Desnyder, Artes Law
Geen auteursrechtelijke bescherming voor handdoekvouwmachine: geen creatieve, maar banale keuzes
Hof van Beroep Antwerpen 15 februari 2023, IEFBE 3629 (appellante tegen geïntimideerde) De zaak heeft in essentie betrekking op de vraag of de handdoekmachine van appellante al dan niet auteursrechtelijke bescherming geniet. Net als in eerste aanleg, beslist de rechter dat er geen sprake is van dergelijke bescherming, nu de eisende partij nooit heeft aangetoond dat het voorwerp in kwestie het resultaat is van creatieve, niet-banale keuzes die niet bepaald worden door hun technische functie. Naast de identificatie van het werk, is het ook van belang dat de titularis van auteursrechtelijke bescherming aan de stelplicht voldoet. De appelrechter overweegt in dit verband dat, wanneer - zoals in casu - de originaliteit van een werk betwist wordt, de beweerde titularis de originaliteit moet aantonen. De beweerde titularis dient duidelijk te maken welke elementen van het werk origineel zijn, omdat zij de uitdrukking vormen van de persoonlijkheid van de auteur, en dus waarop hij zijn creatieve bekwaamheden tot uiting heeft kunnen brengen door het maken van vrije en creatieve keuzes. Ten slotte oordeelt de rechter dat bij het toekennen van de bescherming, de afweging dient te worden gemaakt tussen het algemene belang van derden op vrije beschikking over het werk tegenover de belangen van de auteur op bescherming. Ook wat de vordering tot staking gegrond op de oneerlijke marktpraktijken betreft, vangt appellante bot. Er is geen sprake van verwarring, in die zin dat het relevante publiek een verband zal leggen tussen de machine van appellante versus de beweerde kopie gemaakt door geïntimeerde. Alle andere machines uit het vormgevingserfgoed beschikken immers over dezelfde uiterlijke kenmerken. Appellante ondernam bijkomend geen poging om het tegendeel aan te tonen door aan te duiden waarop het verwarringsgevaar juist zou slaan. Tot slot werd de vermeende slechtmaking, waarvan geïntimeerde werd beticht, niet weerhouden door het hof.
Artikel ingezonden door Prof. mr. D.J.G. Visser, Visser Schaap & Kreijger
Stellingen over AI & IE
In aanvulling op een eerdere publicatie op IEF heeft Dirk Visser een lijst met een aantal stellingen over AI & IE opgesteld ten behoeve van de discussie over dit onderwerp en de vele scripties en werkstukken die er op dit moment over worden geschreven. Suggesties voor aanvulling of verbetering van deze stellingen zijn zeer welkom. Het is de bedoeling om periodiek een update van deze stellingen en reacties daarop te publiceren. Lezers van IEF worden dus ook nadrukkelijk opgeroepen op de stellingen te reageren (via d.j.g.visser@law.leidenuniv.nl en redactie@ie-forum.nl). Een selectie van deze stellingen en de aanvullingen daarop zal ook worden besproken tijdens de vergadering van de Vereniging voor Auteursrecht op 9 juni 2023.
HvJ EU: is de litigieuze bepaling geldig?
HvJ EU 16 maart 2023, IEF 21310; ECLI:EU:C:2023:218 (MS tegen Saatgut-Treuhandverwaltungs GmbH) Dit is een zaak tussen STV, een vereniging van houders van kwekersrechten, en MS, een landbouwer die wintergerstras heeft aangeplant. Het geschil gaat over de geldigheid van artikel 18 lid 2 van verordening (EG) nr. 1768/95, die voorziet in een forfaitaire minimumvergoeding die gelijk is aan het viervoud van de licentievergoeding. De nationale rechter heeft een prejudiciële vraag gesteld aan het Hof van Justitie van de Europese Unie over de geldigheid van deze bepaling. Het Hof oordeelt dat deze bepaling in strijd is met artikel 94, lid 2, van verordening nr. 2100/94, omdat deze niet nauwkeurig de werkelijke en zekere schade van de houder weerspiegelt en kan leiden tot een punitieve schadevergoeding. Het Hof concludeert dat de Commissie haar uitvoeringsbevoegdheid heeft overschreden bij het vaststellen van deze bepaling en dat deze daarom ongeldig is.