IEFBE 3754
11 juli 2024
Artikel

Monopolisatie van taal? De zaak 'The Women Peloton' tegen Peloton Interactive Inc.

 
IEFBE 3753
4 juli 2024
Uitspraak

HvJ EU: GEMA tegen GL

 
IEFBE 3751
2 juli 2024
Uitspraak

Gerecht verwerpt vordering Société du Tour de France, geen verwarringsgevaar of oneerlijk voordeel

 
IEFBE 1912

Prejudicieelgestelde vraag aan Grondwettelijk Hof: Schendt XI.29 WER de Grondwet wanneer toepassing van de werkwijze op Belgisch grondgebied is vereist?

Grondwettelijk hof - Cour constitutionelle 4 feb 2016, IEFBE 1912; (nv Europlasma tegen P2i Ltd), https://ie-forum.be/artikelen/prejudicieelgestelde-vraag-aan-grondwettelijk-hof-schendt-xi-29-wer-de-grondwet-wanneer-toepassing-v

Rechtbank van Koophandel (afd.) Gent 4 februari 2016, IEFbe 1912 (nv Europlasma tegen P2i Ltd) En français ci-dessous. De volgende prejudiciële vraag is aan het Grondwettelijke Hof gesteld: 

Schendt artikel XI.29 § 1, b WER van 28 februari 2013, de principes van gelijkheid en non-discriminatie zoals vervat in artikels 10 en 11 van de Belgische Grondwet en het eigendomsrecht zoals vervat in artikel 16 van de Belgische Grondwet en artikel 1 van het Eerste Protocol van 20 maart 1952 bij het EVRM, al dan niet in samenhang gelezen met artikels 10 en 11 van de Belgische Grondwet, wanneer de interpretatie van artikel XI.29, § 1, b WER voor de toepassing ervan vereist dat, naast het bestaan van een aanbod in België om de werkwijze toe te passen, dit aanbod zou gemaakt worden met het oog op een daaropvolgende toepassing van de werkwijze op Belgisch grondgebied ?

IEFBE 1909

Jugement envoyée par Aude Mahy, Loyens & Loeff.

Le mot CHOCO, dans le langage courant des consommateurs est un diminutif - non de chocolat - mais de "chocoladepasta"

Brussel - Bruxelles(Fr./Nl.) 25 nov 2015, IEFBE 1909; (Ferrero contre Delhaize), https://ie-forum.be/artikelen/le-mot-choco-dans-le-langage-courant-des-consommateurs-est-un-diminutif-non-de-chocolat-mais-de-choc

Tribunal de commerce francophone de Bruxelles 25 novembre 2015, IEFbe 1909 (Ferrero contre Delhaize)
Appel a été interjeté contre cette décision (bron : Aude Mahy, Loyens & Loeff). Ferrero demande d'ordonner à Delhaize la cessation de (1) certaines communications environnementales et certaines allégations nutritionnelles et de santé prétendument trompeuses et (2) toute référence aux mentions 'chocolat' et son diminutif CHOCO sur l'étiquette de sa pâte à tartiner aux noisettes qui ne contient pas de chocolat. Les demandes de Ferrero sont déclarées non fondées.

p. 15/16; La demanderesse reproche à la défenderesse d'identifier sa pâte à tartiner par le terme « CHOCO » figurant en rouge sur son étiquette, de faire référence dans un folder au "délicieux goût de chocolat" de sa pâte à tartiner, dans son magazine à "Une pleine saveur de chocolat" et d'utiliser, pour désigner son produit, l'expression "choco-noisettes".

 

IEFBE 1910

Prejudicieel gestelde vragen over champagne sorbetijs waarin echt Champagne zit

HvJ EU - CJUE 2 jun 2016, IEFBE 1910; (Champagne Sorbetijs), https://ie-forum.be/artikelen/prejudicieel-gestelde-vragen-over-champagne-sorbetijs-waarin-echt-champagne-zit

Prejudicieel gestelde vragen aan HvJ EU 2 juni 2016, IEF 16208; IEFbe 1910; C-393/16 (Champagne Sorbetijs) Via Minbuza: Geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen. Verzoekster is een vereniging van de FRA champagne-industrie, waarbij alle wijnboeren en bedrijven die betrokken zijn bij de aanbouw en productie van champagne zijn aangesloten. Galana (interveniënte aan de zijde van verweerster Aldi) produceert diepvriesproducten, waaronder “Champagner Sorbet”, die verweerster, een discounter, eind 2012 aanbood en waarvoor zij reclame maakte in brochures. Volgens de lijst van ingrediënten op de verpakking van het product bestaat “Champagner Sorbet” onder meer uit “champagne (12 %)”. Verzoekster is van mening dat de verkoop van het diepvriesproduct inbreuk maakt op de beschermde oorsprongsbenaming “champagne” en vordert een verbod op het gebruik van de benaming “Champagner Sorbet” in het economische verkeer van diepvriesproducten. De rechter in eerste aanleg wijst verweersters vordering toe. In hoger beroep (door interveniënte) wijst de appelrechter de vordering alsnog af. Hij oordeelt dat niet is voldaan aan de voorwaarden voor een verbod en dat er geen sprake is van misleiding in de zin van Vo. 1308/2013. Verzoekster stelt daarop beroep in Revision in bij de verwijzende rechter.

IEFBE 1907

Contribution envoyée par Christian Soulié, Soulié & Coste-Floret.

Christian Soulié - Le droit de communication au public: Le bateau ivre de la justice européenne?

Version courte d’un article publié sur le site de la SCP Soulié Coste - Floret. Dans la procédure GS MEDIA, l'Avocat General Whatelet a proposé a la CJUE de faire passer le droit de communication au public du Charybde d'un recours parfois contestable à la notion de public nouveau à un Scylla rendant ce droit ineffectif dans l'univers des réseaux, en ignorant gravement leur économie et en dénaturant l'acte de communication. Or d'une part la CJUE n'a aucune raison de se déjuger sur la qualification de l'acte de communication par elle retenue dans l'arrêt SVENSSON , et d'autre part, les spécificités des réseaux numériques conduisent à considérer que son acception du public nouveau dans l'arrêt SGAE suffit à juger l'affaire GS MEDIA.

La décision que la Cour de Justice de l’Union Européenne devrait rendre prochainement dans une procédure C - 160/15 Sanoma c/ GS Media est d’une rare importance. Si ce litige a en commun avec les affaires Svensson (Aff C - 466/12) et Bestwater (C - 348/13) la question de la qualification des liens hypertextes (sujet essentiel en ce que ces derniers assure nt le fonctionnement même du web) à l’aune des droits exclus ifs, les faits et les questions préjudicielles s’y ratta chant s’en éloignent. En effet, les liens communiqués par GS Media, éditeur du site GeenStijl, permettaient d’accéder à des photographies protégées par le droit d’auteur, reproduites sans autorisation du titulaire des droits, la société Sanoma .

IEFBE 1903

Prejudicieelgestelde vraag over terugkrijgen eigendom van gemachtigde of vertegenwoordiger van merk op andere gronden dan 18 GMVo

HvJ EU - CJUE , IEFBE 1903; (Esteban Torras Ferrazzuolo & Benjumea Bravo de Laguna), https://ie-forum.be/artikelen/prejudicieelgestelde-vraag-over-terugkrijgen-eigendom-van-gemachtigde-of-vertegenwoordiger-van-merk

Prejudicieelgestelde vraag aan HvJ EU, C-381/16; IEF 16187; IEFbe 1903 (Esteban Torras Ferrazzuolo & Benjumea Bravo de Laguna)
Merkenrecht. Is de claim voor het terugkrijgen van eigendom van een Gemeenschapsmerk op andere gronden dan artikel 18 Gemeenschapsmerkverordening* in overeenstemming met EU recht en met die Verordening? Via gov.uk:

Is the claim for the recovery of ownership of a Community trade mark on grounds other than those set out in Article 18 of Council Regulation (EC) No 207/2009 of 26 February 2009 on the Community trade mark and, in particular, in accordance with the cases provided for in Article 2(2) of Spanish Law 17 of 7 December 2001 on Trade Marks (BOE No 294 of 8 December 2001), compatible with EU law and in particular with that regulation?

IEFBE 1902

Getipt door Charles Gielen, NautaDutilh.

Vraag aan HvJ EU over technische uitsluitingsgrond in modellenrecht

Duitse jurisprudentie - Jurisprudence allemande 7 jul 2015, IEFBE 1902; (Schweisszentrierstiften), https://ie-forum.be/artikelen/vraag-aan-hvj-eu-over-technische-uitsluitingsgrond-in-modellenrecht

OLG Düsseldorf 7 juli 2015, I-20 U 124/15 (Schweisszentrierstiften- DOCERAM)
Prejudicieel verzoek; C-395/16 via Minbuza: Modellenrecht. Verzoekster produceert onderdelen uit technisch keramiek aan klanten uit de machine-industrie (auto’s, textiel, e.d.) en installatiebouw (pennen voor lasprocessen). Zij is houdster van diverse gemeenschapsmodellen die centreerpennen beschermen in drie verschillende geometrische vormen met telkens zes verschillende types. Verweerster Ceramtec produceert soortgelijke producten. Zij levert naar aanleiding van een testkoop op initiatief van verzoekster aan een derde. Verzoekster start daarop een procedure wegens schending van haar rechten. Verweerster stelt als reconventionele vordering nietigverklaring van de betreffende modellen omdat de bekendgemaakte uiterlijke kenmerken van de producten uitsluitend dor de technische functie worden bepaald. De rechter in eerste aanleg verklaart de modellen nietig op grond van artikel 8.1 van Vo. 6/2002 nietig en volgt daarmee de uitspraak van het BHIM in de zaak ‘Hakselaar’. De overweging daarin dat wanneer de uitwerking van de vormgeving niet van belang is voor het design van het product, maar het design alleen berust op overwegingen inzake functionaliteit, er geen aanleiding bestaat om modelbescherming te verlenen, is volgens het Landgericht overtuigend. Verzoekster gaat tegen deze beslissing in hoger beroep bij de verwijzende rechter.

De verwijzende DUI rechter (Oberlandesgericht Düsseldorf) stelt vast dat de litigieuze modellen nieuw zijn en een eigen karakter hebben. Relevant is dan ook of sprake is van technische bepaaldheid die bescherming in de zin van artikel 8.1 van Vo. 6/2002 uitsluit wanneer de (technische) functionaliteit de enige factor is die het design bepaalt. In rechtspraak en doctrine is daarover geen eenduidige mening. De rechter constateert dat de laatste tijd het aantal rechtsgeschillen over modelrechtelijk beschermde producten aanzienlijk toeneemt. Daarbij is hem gebleken dat uiterlijke kenmerken van een product voor het relevante professionele publiek helemaal niet belangrijk zijn. Blijft voor hem de vraag of de bescherming zich al dan niet dient uit te strekken tot onderdelen die onzichtbaar zijn wanneer eenmaal op hun plaats zijn aangebracht. Hij stelt het HvJEU de volgende vragen:

1. Is ook sprake van technische bepaaldheid die bescherming uitsluit in de zin van artikel 8, lid 1, van verordening (EG) nr. 6/2002 van de Raad van 12 december 2001 betreffende gemeenschapsmodellen (PB 2002, L 3, blz.1), wanneer de uitwerking van de vormgeving niet van belang is voor het design van het product, maar de (technische) functionaliteit de enige factor is die het design bepaalt?

2. Voor het geval dat het Hof de eerste vraag bevestigend beantwoordt:

Vanuit welk oogpunt moet worden beoordeeld of de afzonderlijke ontwerpkenmerken van een product alleen op basis van overwegingen inzake functionaliteit zijn gekozen? Moet worden uitgegaan van een “objectieve waarnemer” en zo ja, hoe moet deze worden omschreven?
 

via Gov.uk:

1. Does a technical function that precludes protection within the meaning of Article 8(1) of Council Regulation (EC) No 6/2002 of 12 December 2001 on Community designs (OJ 2002 L 3, p. 1) also exist if the design effect is of no significance for the product design, but the (technical) functionality is the sole factor that dictates the design?

2. If the Court answers Question 1 in the affirmative: From which point of view is it to be assessed whether the individual design features of a product have been chosen solely on the basis of considerations of functionality? Is an ‘objective observer’ required and, if so, how is such an observer to be defined?

In de oorspronkelijke taal:

IEFBE 1901

Verwarringsgevaar vanwege begripsmatige overeenstemming 'EAU CROCO' en beeldmerk Lacoste II

Nederlandse jurisprudentie - Jurisprudence néerlandaise 26 jan 2016, IEFBE 1901; ECLI:NL:GHDHA:2016:1218 ((Pacogi tegen Lacoste)), https://ie-forum.be/artikelen/verwarringsgevaar-vanwege-begripsmatige-overeenstemming-eau-croco-en-beeldmerk-lacoste-ii

Hof Den Haag 26 januari 2016, IEF 16181; IEFbe 1901; ECLI:NL:GHDHA:2016:1218 (Pacogi tegen Lacoste)
Merkenrecht, oppositie, overeenstemming beeldmerk en teken dat alleen uit woorden bestaat, verwarringsgevaar. Vgl. IEF 15659. Oppositie. Pacogi heeft het woordmerk ‘EAU CROCO’ ingediend ter inschrijving bij het Benelux-depot. Lacoste stelt oppositie in tegen deze inschrijving, welke wordt toegewezen door het BBIE [1267366]. Pacogi gaat in beroep en stelt onder meer dat alleen begripsmatige overeenstemming onvoldoende verwarringsgevaar oplevert. Het hof oordeelt, net als het BBIE, dat er een begripsmatige overeenstemming bestaat tussen het woordmerk ‘EAU CROCO’ en het beeldmerk van Lacoste. Door beiden wordt het concept ‘krokodil’ uitgedragen. Vanwege de sterke begripsmatige overeenstemming is er, ondanks gebrek aan visuele overeenstemming, sprake van verwarringsgevaar bij het relevante publiek. Het hof verwerpt het beroep.

IEFBE 1900

Gratis keuze uit fotodatabank voor eerste voetbaltijdschrift, daarna is geen prijsafspraak gekomen

Brussel - Bruxelles(Fr./Nl.) 31 dec 2012, IEFBE 1900; (Photo News tegen AMP e.a.), https://ie-forum.be/artikelen/gratis-keuze-uit-fotodatabank-voor-eerste-voetbaltijdschrift-daarna-is-geen-prijsafspraak-gekomen

Rechtbank van Koophandel Brussel 31 december 2012, IEFbe 1900 (Photo News tegen AMP e.a.)
[oud, maar opgevraagd via IEFbe 1738]. Photo News vordert vaststelling voor recht dat AMP e.a. auteursrechtinbreuk hebben gepleegd door foto's te reproduceren in tijdschrift "Passie voor voetbal". Voor het eerste nummer mocht gratis een keuze uit de databank worden gemaakt door Van Wichelen Consultancy, maar in het tweede en derde nummer verschenen ook foto's van de Photo News-databank. AMP is distributeur van tijdschriften; de hoofdvordering tegen hen is ongegrond. Photo News toont niet aan dat elke foto die voor het tijdschrift zijn gebruikt, auteursrechtelijk beschermd zijn. De foto's van Camp Nou zijn loutere registratie van een stadion. Portretfoto's, foto's van voetballers tijdens wedstrijden, het volstaat niet te stellen dat (ook portretfoto's) door het auteursrecht kunnen worden beschermd zonder aan te tonen waarom de foto's in kwestie beschermd zijn. Photo News is zelf onvoorzichtig geweest door het login en paswoord tot haar databank niet te blokkeren na het eerste nummer. Schadevergoeding mag niet karakter van strafbeding krijgen, de tarieven van Sabam kunnen niet weerhouden worden; vergoeding van EUR3.000 per nummer wordt vastgesteld.