Hyperlink met "Böcker goederen" waarbij slechts concurrerende goederen worden aangeboden is niet toegestaan
Rechtbank van Koophandel Brussel 24 juni 2015, IEF 16910; IEFbe 2232 (Böcker tegen Euro Top) Merkenrecht. Google metatags. Böcker is fabrikant van liften en kranen en houdster van het Gemeenschapsmerk "Böcker". Euro Top is verkoper en verhuurder van concurrerende merken. Böcker stelt dat Euro Top het publiek misleidt en onrechtmatig gebruik maakt van hun handelsnaam door het gebruik van metatags en hyperlinks op de zoekmachine Google te relateren aan "Böcker". Het is niet toegestaan te verwijzen naar de misleidende melding "Böcker goederen - kranen en liften - van Böcker" meteen bij de hyperlink en de uitnodiging om Euro Top telefonisch te contacteren nu er bij het doorklikken slechts concurrerende producten worden aangeboden.
Hamlet-chocola 'Bedankt! Merci!' maakt inbreuk op het woordmerk MERCI
Rechtbank van Koophandel Brussel 25 maart 2015, IEF 16903; IEFbe 2228 (MERCI Bedankt) Merkenrecht. August Storck KG is eigenaar van het internationaal (320574) en Gemeenschapsmerk (003858231) 'MERCI'. Hamelt verkoopt een nieuw product op de Belgische markt, zijnde melkchocolade met hazelnoten, onder de tekens 'Bedankt! Merci!'. Merci is een identiek teken en dit woordmerk is dan ook automatisch beschermd in alle gebruiksvormen. Ook het teken 'Bedankt' moet beschouwd worden als een identiek teken. Dit betekent dat een vertaling van MERCI in het Nederlands dezelfde bescherming geniet als MERCI. De toevoeging van een uitroepteken aan het eind verandert niets aan de vaststelling dat de tekens identiek zijn aan het merk.
La seule inversion des syllabes dans les signes MAXIMMO et IMMOMAX, n'est pas de nature à écarter la similitude entre les signes
Tribunal de Commerce de Mons et de Charleroi 16 février 2015, IEFbe 2226 (MAXIMMO) Droit des marques. La SPRL BRM INVEST demande de dire pour droit que les parties défenderesses portent atteinte à ses droits exclusifs découlant de la marque Benelux 0918125 et de son nom commercial «MAXIMMO» par l'utilisation du nom «IMMOMAX » et faire interdiction aux parties défenderesses d'utiliser le nom «IMMOMAX» comme marque, nom commercial etc. Disons qu'en faisant usage du nom «IMMOMAX», X portent atteinte aux droits exclusifs de la SPRL BRM INVEST sur sa marque Benelux 0918125 et son nom commercial «MAXIMMO».
Ontknoping in discussie over octrooirecht plantenveredeling
Het Europees Octrooi Bureau (EOB) verleent geen octrooien meer op klassiek veredelde planten, zodat plantenveredelaars weer ongehinderd nieuwe, sterkere gewassen kunnen kweken. Dat heeft het EOB vandaag besloten na een jarenlange discussie over het octrooirecht. Het probleem was dat plantveredelaars geen beschermd materiaal mochten gebruiken voor het ontwikkelen en exploiteren van een nieuw ras, zonder toestemming van de octrooihouder. Door de octrooien hadden zij minder toegang tot genetische diversiteit, wat innovatie in de plantenveredelingssector belemmert. Dit was onwenselijk, omdat plantenveredelaars een belangrijke rol spelen in de wereldvoedselvoorziening. Zij ontwikkelen nieuwe rassen die kunnen groeien onder de meest uiteenlopende omstandigheden en bijvoorbeeld bestand zijn tegen droogte, verzilting en plantenziekten. Innovatie in de veredelingssector is goed voor de Nederlandse concurrentiekracht en cruciaal voor de voedselzekerheid in de wereld.
Rijksoverheid 29 juni 2017.
Pi Pharma mag geneesmiddel onder de naam Co-Diovane invoeren
Rechtbank van Koophandel Brussel 18 maart 2015, IEF 16902; IEFbe 2227; LS&R 1467 (Novartis tegen Pi Pharma) Merkenrecht. Een van de geneesmiddelen van Novartis is 'Co-Diovane' ook wel 'Co-Valsartan' genoemd. Pi Pharma wenst het geneesmiddel 'Valsartan Hydrochlorothiazide' vanuit het V.K. in te voeren en in België te verhandelen onder een van de bovengenoemde benamingen van Novartis. Novartis stelt dat Pi Pharma niet had mogen 'hermerken' naar een van haar merken. Met het oog op een effectieve toegang tot de Belgische markt is het hermerken noodzakelijk.
Il y a lieu d'interdire au défendeur de faire usage de la marque YETI
Tribunal de Commerce Bruxelles 6 juin 2015, IEFbe 2225 (YETI) Droit des marques. La société de droit français YETIGEL INTERNATIONAL produit et commercialise des bâtonnets à congeler se présentant sous la forme d'un tube en plastique souple et transparent, laissant voir le liquide coloré selon l'arôme choisi. Sur ces bâtonnets à congeler, apparaissent la marque YETI ainsi que la présentation d'un singe en couleur cyan entouré de blanc. X fabrique et commercialise, lui aussi. Ces glaçons sont, depuis longtemps, vendus sous la dénomination «CONFISERIE KENNES YETI» accompagnée de la représentation graphique d'un petit singe. Eu égard à ce qui précède, il y a lieu d'interdire au défendeur X de faire usage de la marque YETI pour les produits visés par la marque communautaire 11227170 de YETIGEL, en raison de l'identité avec cette dernière. A titre subsidiaire, le défendeur estime que l'annulation de la marque doit être limitée «en ce qu'elle inclut le mot YETI». Il reste que l'article 2.30 CBPI dispose que : «L'annulation d'un enregistrement ( ... ) doit porter sur le signe constitutif de la marque en son intégralité». L'annulation ne peut donc pas être limitée au seul mot «YETI ».
Conclusie AG: OHP-richtlijn verzet zich tegen nationaal verbod verkoop met verlies, ook voor groothandelaren
Conclusie AG HvJ EU 29 juni 2017, RB 2907; IEFbe 2231; ECLI:EU:C:2017:506; zaak C-295/16 (Europamur tegen Dirección General de Consumo, Comercio y Artesanía de la Comunidad Autónoma de la Región de Murcia) Bescherming van de consument – Richtlijn 2005/29/EG – Oneerlijke handelspraktijken van ondernemingen jegens consumenten – Groothandelsonderneming die verkoopt aan de detailhandel – Bevoegdheid van het Hof – Nationale wetgeving die op algemene wijze verkoop met verlies verbiedt. Conclusie AG:
Richtlijn 2005/29/EG van het Europees Parlement en de Raad van 11 mei 2005 betreffende oneerlijke handelspraktijken van ondernemingen jegens consumenten op de interne markt en tot wijziging van richtlijn 84/450/EEG van de Raad, richtlijnen 97/7/EG, 98/27/EG en 2002/65/EG van het Europees Parlement en de Raad en van verordening (EG) nr. 2006/2004 van het Europees Parlement en de Raad (‚richtlijn oneerlijke handelspraktijken’) moet aldus worden uitgelegd dat zij zich verzet tegen een nationale wettelijke regeling als die welke in het hoofdgeding aan de orde is, die een algemeen verbod behelst om goederen met verlies te koop aan te bieden of te verkopen en voorziet in gronden voor afwijking van dit beginsel die zijn gebaseerd op criteria die niet in deze richtlijn zijn opgenomen.
Uitspraak ingezonden door Tobias Cohen Jehoram en Astrid Janssen, De Brauw Blackstone Westbroek.
Normaal gebruik van Spaans woordmerk NN onvoldoende bewezen
Gerecht EU 28 juni 2017, IEF 16908; IEFbe 2230; ECLI:EU:T:2017:444; T-333/15 (Josel tegen EUIPO) Woordmerk. Nationale Nederlanden (NN) heeft een internationaal woordmerk voor het woord NN. Josel heeft oppositie ingesteld vanwege zijn eerdere geregistreerde Spaanse woordmerk NN. Het merk is vernietigd door de Spaanse rechter. De oppositieafdeling verwierp de oppositie op grond dat het bewijs van het gebruik van het eerdere teken niet was verstrekt. De inschrijving heeft betrekking op een woordmerk, maar het bewijs toont dat sprake is van een beeldmerk. Verder wordt gesteld dat geen sprake is van normaal gebruik in de vorm waarvoor het is ingeschreven. Het Gerecht EU bevestigt dat normaal gebruik van het merk onvoldoende is bewezen.
La promotion des vins mousseaux sous le signe orange de MHCS, constitue un acte contraire aux pratiques honnêtes du marché
Tribunal de Commerce Bruxelles 17 décembre 2014, IEFbe 2222 (Couleur orange) Droit des marques. La promotion et la mise sur le marché en Belgique des vins mousseux litigieux sous le signe attaqué - qui entraîne une appropriation par les défenderesses de l'image de prestige véhiculée par les marques de MHCS - constitue, à l'évidence, un acte contraire aux pratiques honnêtes du marché, au sens des articles Vl.104 et 105, 1, a) du CED. En effet, premièrement, la violation des droits de propriété intellectuelle constitue, en soi, une atteinte aux pratiques honnêtes du marché au sens de l'article VI. 104 du CDS. Deuxièmement, l'usage de la teinte de couleur litigieuse auquel se livrent les défenderesses est susceptible d'induire les consommateurs en erreur, notamment sur les caractéristiques ou l'origine géographique des vins "Cuvée de l'Ecusson", ce qui constitue une violation de l'article VI. 105, l, a du CED. L'usage d'une teinte de couleur évoquant les vins "Veuve CLICQUOT" de MHCS pourrait en effet amener le public pertinent à penser que les vins "Cuvée de l'Ecusson" sont des vins de Champagne, et non des crémants.
Uitspraak ingezonden door Eric De Gryse, Simont Braun.
X a participé au concours en connaissance de cause et doit assumer lui-même les risques liés à celui-ci
Cour d'appel Bruxelles 2 juin 2017, IEFbe 2223 (RTBF contre X) X, qui en supporte la preuve, n'établit pas non plus que la RTBF aurait commis un manquement à la bonne foi ou une imprudence fautive soit en faisant choix de Delta Concept comme partenaire, soit en omettant de prendre une assurance pour couvrir le risque de faillite de celle-ci. Il ne démontre pas que la situation financière de Delta Concept ou sa réputation commerciale était préoccupante au moment où celle-ci était la partenaire de la RTBF pour le concours 2006. Il n'est pas non plus établi que tout organisateur de concours prudent et diligent veille à prendre une assurance pour couvrir l'insolvabilité des partenaires qui offrent les prix et que l'abstention de prendre une telle couverture d'assurance serait fautive, outre qu'en l'espèce, la non concrétisation du gain dans le chef de X s'explique au premier chef par le dépassement du délai. X a participé au concours en connaissance de cause et doit assumer lui-même les risques liés à celui-ci, en l'espèce le risque que Delta Concept n'honore pas ses engagements. Le jugement doit être réformé. La demande principale est non fondée et X en est débouté.