Gepubliceerd op donderdag 10 augustus 2017
IEFBE 2296
Hoven van Beroep - Cours d'Appel ||
7 nov 2016
Hoven van Beroep - Cours d'Appel 7 nov 2016, IEFBE 2296; (B&co tegen T), https://ie-forum.be/artikelen/geen-inbreuk-op-auteursrecht-b-co-omdat-de-software-programma-s-wel-degelijk-verschillen

Geen inbreuk op auteursrecht B&co omdat de software programma's wel degelijk verschillen

Hof van beroep Antwerpen 7 november 2016, IEFbe 2296 (B&co tegen T) Vanaf p. 24: Hof van beroep Antwerpen 21 maart 2016; vanaf p. 33: Rechtbank Antwerpen 12 november 2013; vanaf p. 49: Rechtbank Antwerpen 18 maart 2011. Auteursrecht. B is geneesheer en de VOF commercialiseerde de software voor het geëncrypteerd wisselen van wacht- en vervangingsverslagen tussen artsen. T was thesisstudent en heeft B geholpen. De thesis verschijnt naderhand in een gezaghebbend medisch tijdschrift. B verstuurt een aangetekend schrijven aan verweerder, stellende dat de inhoud en het besluit van deze thesis onterecht zouden doen geloven dat verweerder zich een volledig nieuwe versie van de software, die aan eiser zou toebehoren, zou hebben toegeëigend. Eisers vorderen te zeggen voor recht dat de door T beschreven mailer niét, dan wel onvoldoende, oorspronkelijk is om in aanmerking te komen voor auteursrechtelijke bescherming. Rb. Antwerpen benoemt in haar tussenarrest een deskundige om na te gaan of de mailer van B naar uitdrukkingswijze een originele creatie is en zo ja, of T deze informatie heeft gebruikt om zijn mailer samen te stellen, dan wel zelf tot een origineel concept is gekomen. Rb. Antwerpen beslist in het volgende vonnis dat, op basis van het deskundigenrapport, de vordering van B ongegrond is. Vervolgens is de VOF B&co ontbonden. De vraag rijst of de VOF nog bekwaamheid heeft om een vordering in te stellen. Het hof beveelt de heropening der debatten teneinde partijen toe te laten standpunt in te nemen. Het hof stelt dat de vereffenaar van de VOF het geding kan voortzetten. Het hof aanvaardt dat de mailer een intellectuele schepping is van B en voor bescherming in aanmerking komt. Volgens het hof hebben appellanten echter niet aangetoond dat geïntimeerde een inbreuk heeft gepleegd op hun intellectuele eigendom. Daarbij komt dat de gerechtsdeskundige besluit dat het programma van geïntimeerde een nieuwe ontwikkeling is van nul af aan die wel degelijk een reeks functionaliteiten aanbiedt die in de software van B eveneens aanwezig zijn, maar sommige andere niet. Geïntimeerde heeft geen inbreuk gepleegd op de auteursrechten van appellanten.

Leestip: r.o. 4.3.5 (p. 16)