DOSSIERS
Alle dossiers

Contracten - Contrats  

IEFBE 2463

HvJ EU: Overeenkomst tussen farmaceutische groep is een mededingingsbeperking "naar strekking"

HvJ EU - CJUE 23 jan 2018, IEFBE 2463; ECLI:EU:C:2018:25 (F. Hoffmann-La Roche), https://ie-forum.be/artikelen/hvj-eu-overeenkomst-tussen-farmaceutische-groep-is-een-mededingingsbeperking-naar-strekking

HvJ EU 23 januari 2018, IEF 17451; IEFbe 2463; LS&R 1561; ECLI:EU:C:2018:25; C-179/16 (F. Hoffmann-La Roche) Mededingingsrecht. Uit het persbericht: The agreement between the pharmaceutical groups Roche and Novartis designed to reduce the use of Avastin in ophthalmology and to increase the use of Lucentis might constitute a restriction of competition ‘by object’

IEFBE 2419

HvJ EU: Leverancier van luxeproducten mag zijn erkende wederverkopers verbieden, de producten op een internetplatform van derden te verkopen

HvJ EU - CJUE 6 dec 2017, IEFBE 2419; ECLI:EU:C:2017:941 (Coty Germany tegen Parfümerie Akzente), https://ie-forum.be/artikelen/hvj-eu-leverancier-van-luxeproducten-mag-zijn-erkende-wederverkopers-verbieden-de-producten-op-een-i

HvJ EU 6 december 2017, IEF 17329; IEFbe 2430; IT 2419; ECLI:EU:C:2017:941; C-230/16 (Coty Germany tegen Parfümerie Akzente) Merkenrecht. Uit het persbericht: Een leverancier van luxeproducten mag zijn erkende wederverkopers verbieden, de producten op een internetplatform van derden zoals Amazon te verkopen. Een dergelijk verbod is geschikt en gaat niet verder dan voor het in stand houden van het luxeimago van de producten noodzakelijk is. HvJ EU:

1)      Artikel 101, lid 1, VWEU moet aldus worden uitgelegd dat een stelsel van selectieve distributie voor luxeproducten dat primair tot doel heeft, het luxe-imago van die producten in stand te houden, verenigbaar is met die bepaling, mits de wederverkopers worden gekozen op grond van objectieve criteria van kwalitatieve aard die uniform worden vastgesteld voor alle potentiële wederverkopers en zonder discriminatie worden toegepast, en de vastgestelde criteria niet verder gaan dan noodzakelijk is.

IEFBE 2272

A défaut de pouvoir faire valoir des droits sur le signe « Xeon », la demande de la SA Oriol et la SA Marly n'est pas fondée

Hoven van Beroep - Cours d'Appel 16 jun 2016, IEFBE 2272; (XENUM XEON), https://ie-forum.be/artikelen/a-d-faut-de-pouvoir-faire-valoir-des-droits-sur-le-signe-xeon-la-demande-de-la-sa-oriol-et-la-sa-mar

Cour d'appel Bruxelles 16 juin 2016, IEFbe 2272 (XENUM XEON) Droit des marque. Contracts. X travaille au sein de la SA Marly. X (le Vendeur), d'une part, et la SA Oriol (l'Acheteur), d'autre part, signent une convention de cession d'actions par laquelle le vendeur vend à l'acheteur les 6.300 actions au porteur qu'il détient dans la SA Marly. Le 12 mai 2004, la SA Marly effectue le dépôt de la marque Benelux verbale «Xeon». Le septembre 2004, la SA SWF - société constituée le 28 mai 2004 et contrôlée par X dépose la marque Benelux verbale «Xenum». Par un courrier recommandé du 26 juin 2006, la SA Marly se plaint auprès de X a de plusieurs violations de la clause de non-concurrence dans les termes suivants: 'Vous commercialisez directement, sous la marque «XENUM», toute une gamme d'additifs et de produits pour le secteur automobile, qui sont directement concurrents à nos produits. X fait valoir que la clause de non-concurrence qui impliquerait l'obligation d'empêcher toute importation parallèle de ses produits vers la Belgique serait nulle car contraire à l'interprétation restrictive des clauses de non-concurrence ainsi qu'à l'ordre public économique. Il résulte cependant des développements qui précèdent qu'il est établi que X a enfreint la clause de non-concurrence en développant et en distribuant directement ou indirectement ses produits en Belgique et qu'il n'est pas « victime » d'importations parallèles. Il se fonde dès lors sur une prémisse inexacte. A titre surabondant, la société luxembourgeoise Marly International étant seule titulaire de la marque Xeon et n'ayant pas pris part à l'action, la SA Oriol et la SA Marly ne peuvent demander la nullité de la marque Xenum au regard de l'article 2.4.f de la CBPI. Le jugement entrepris doit être réformé sur ce point. A défaut de pouvoir faire valoir des droits sur le signe « Xeon », la demande de la SA Oriol et la SA Marly n'est pas fondée. Le jugement entrepris est également réformé sur ce point.

IEFBE 2281

Conclusie AG: selectieve distributiestelsels voor verkoop van luxe artikelen die tot doel hebben het 'luxe-imago' in stand te houden, vormen in beginsel een met artikel 101 lid 1 VWEU verenigbare mededingingsfactor

HvJ EU - CJUE 26 jul 2017, IEFBE 2281; ECLI:EU:C:2017:603 ( Coty tegen Parfümerie Akzente ), https://ie-forum.be/artikelen/conclusie-ag-selectieve-distributiestelsels-voor-verkoop-van-luxe-artikelen-die-tot-doel-hebben-het

Conclusie AG HvJ EU 26 juli 2017, IEF 16992; IEFbe 2281; C-230/16; ECLI:EU:C:2017:603 (Coty tegen Parfümerie Akzente) Zie eerder [IEF 16093]. Mededinging. Selectieve distributie. Contractbepaling op grond waarvan het detailhandelaren verboden is bij onlineverkoop een niet-erkende derde in te schakelen.

Conclusie AG:
1) Selectieve distributiestelsels voor de verkoop van luxe en prestigieuze artikelen die primair tot doel hebben het ‚luxe-imago’ van de artikelen in stand te houden, vormen een met artikel 101, lid 1, VWEU verenigbare mededingingsfactor, mits de distributeurs worden gekozen op basis van objectieve criteria van kwalitatieve aard die voor alle potentiële wederverkopers uniform worden vastgesteld en zonder discriminatie worden toegepast, de aard van het betrokken product, waaronder het prestigieuze imago, selectieve distributie ter waarborging van het behoud van de kwaliteit en het juiste gebruik van het product noodzakelijk maakt, en de vastgestelde criteria niet verder gaan dan noodzakelijk is.

IEFBE 2133

Uitspraak aangebracht door Hans Dhondt en Johannes Cassiman, Janson Baugniet.

Fotograaf ontvangt schadevergoeding voor bewerken onflatterende gelaatsuitdrukking

Brussel - Bruxelles(Fr./Nl.) 22 dec 2016, IEFBE 2133; (fotograaf tegen kledingwinkels), https://ie-forum.be/artikelen/fotograaf-ontvangt-schadevergoeding-voor-bewerken-onflatterende-gelaatsuitdrukking

NL Rechtbank EA Brussel 22 december 2016, IEFbe 2133 (fotograaf tegen kledingwinkels) Auteursrecht. Geen toepassing SOFAM-tarieven. Eiser is fotograaf, verweerster is uitbater van kledingwinkels; voor een nieuwe kledinglijn in samenwerking met een 'mediafiguur' is een fotosessie gehouden. Na communicatie zijn photoshop en RAW-bestanden bij hoge uitzondering gedeeld en bleek dat X teleurgesteld was met het resultaat van de fotoshoot; slechts één foto voldeed, maar daarop was de gelaatsuitdrukking 'onflatterend'. Eigen medewerkers hebben de sprekende gelaatsuitdrukking van een andere foto in deze foto verwerkt. Op zender VijfTv werden deze bewerkte versie van foto's medegedeeld; daartegen was een eenzijdig verzoekschrift tegen SBS voor afgegeven. Eisers beroepen zich of de "officiële tarieven" van SOFAM met een verhoging van 200% als forfaitaire vergoeding voor de morele schade; echter nergens wordt naar de SOFAM-tarieven verwezen, zodat ze geen deel uitmaken van de overeenkomst. De schadevergoeding wordt begroot op de auteursrechten die zouden zijn verschuldigd geweest voor één bijkomende "nieuwe" foto, daarin begrepen de kosten van retouchering (€317,40) vermeerderd met de geraamde kosten van de "complex" bewerking die werd uitgevoerd (150%), in totaal: €523,50. Bij gebrek aan bewijs van morele schade kan hiervoor geen vergoeding worden toegekend.

IEFBE 2078

Hogere voorziening tegen mededingingsrechtelijk besluit vanwege octrooischikkingen met Lundbeck

HvJ EU - CJUE 25 nov 2016, IEFBE 2078; (Xellia c.s. tegen Europese Commissie), https://ie-forum.be/artikelen/hogere-voorziening-tegen-mededingingsrechtelijk-besluit-vanwege-octrooischikkingen-met-lundbeck

Hogere voorziening HvJ EU 25 november 2016, IEF 16559; IEFbe 2077; C-611/16 P (Xellia c.s. tegen Europese Commissie) en vgl. C-586/16 P (Sun Pharmaceutical) Octrooirecht. Mededingingsrecht. Beperking markttoegang vanwege bestaande octooirechten. Tot staving van de hogere voorziening voeren rekwirantes negen gronden aan, gebaseerd op onjuiste rechtsopvattingen van het Gerecht. Het Gerecht heeft de verkeerde juridische maatstaf toegepast om te beoordelen of Alpharma een potentiële concurrent was in de context waarin haar producten inbreuk maakten op Lundbecks octrooien. Bij het ontbreken van bewijs dat Lundbecks octrooien zwak waren, moeten de octrooien worden vermoed geldig te zijn en moet toetreding tot de markt met een inbreukmakend product worden geacht onwettig zijn.

Hoewel het Gerecht erkent dat Alpharma pas vlak voor de schikking ontdekte dat Lundbecks octrooi zou worden verleend en dat haar producten inbreuk maakten op Lundbecks octrooien, heeft het verzuimd te beoordelen of de Commissie had bewezen dat toetreding tot de markt voor Alpharma een economisch haalbare strategie bleef in het licht van deze bijkomende belemmeringen voor toegang. In plaats daarvan steunde het Gerecht op bewijs dat niet in het litigieuze besluit was genoemd en heeft het ten onrechte de bewijslast naar rekwirantes verschoven, opdat zij de stelling van de Commissie weerleggen dat Alpharma een potentiële concurrent was.

IEFBE 2036

Jugement envoyée par Amélie Genin, JVM.

La Cour donne acte des désistement des actions, Le Tribunal: il y avait lieu d'appliquer en l'espèce le droit luxembourgeois

Hoven van Beroep - Cours d'Appel 14 jul 2015, IEFBE 2036; (Les Films de l'Elysee contre RTL, CLT-UFA), https://ie-forum.be/artikelen/la-cour-donne-acte-des-d-sistement-des-actions-le-tribunal-il-y-avait-lieu-d-appliquer-en-l-esp-ce-l

Tribunal de commerce francophone de Bruxelles 15 septembre 2010, IEFbe 2036 (Les Films de l'Elysee contre RTL) Les films de l'Elysee était titulaire exclusive en Belgique et au Luxembourg des droits de diffusion des films 'Quasimodo D'el Paris' et 'Le Derrière' qui sont sortis en salles 1999. Les deux fims ont toutefois été diffusés sur la chaîne RTL-TVI et LFDLE a alors mis RTOL en demeure de lui verser la sommer €50.000 pour diffusion illégale des deux films. Le Tribunal ordonne la réouverture des débats.

Tribunal de commerce francophone de Bruxelles 30 juin 2011, IEFbe 2036 (Les Films de l'Elysee contre RTL) Droit de Un exclusivité de distribution. Le tribunal a admis la recevabilité de cette demande après avoir constaté à l'examen des conventions produites que la SA LES FILMS DE L'ELYSEE (LFDLE) avait été investie de droits de distribution relatifs aux deux film litigieux. C'est en vain que la LFDLE persiste à considérer que cette question doit être réglée au regard du droit belge dès lors qu'aux termes du jugement précité, le tribunal a d'ores et déjà decidé qu'il y avait lieu d'appliquer en l'espèce le droit luxembourgeois. La LFDLE bénéficiait certes d'un exclusivité de distribution sur le territoire belge. Le tribunal déclare la demande principale non fondée et en déboute la SA LFDLE. Le tribunal déclare la demance reconventionelle recevable, mais non fondée et en déboute RTL en CLT-UFA.

Cour d'appel Bruxelles 14 juilliet 2015, IEFbe 2036 (Les Films de l'Elysee contre RTL, CLT-UFA) Désistement d'action. Droit d'auteur. La cour donne acte à l'appellante, demanderesse originaire, de son désistement d'action; décrète ledit désistement. La cour donne acte aux intimées, demanderesses originaire sur reconvention, de leur désistement d'action reconventionelle, décrète ledit désistement.

IEFBE 1997

Conclusie AG: Plaats waar houder van exclusieve distributierecht verkoopdaling heeft, is schadebrengende feit

HvJ EU - CJUE 9 nov 2016, IEFBE 1997; ECLI:EU:C:2016:843 (concurrence tegen Samsung en Amazon), https://ie-forum.be/artikelen/conclusie-ag-plaats-waar-houder-van-exclusieve-distributierecht-verkoopdaling-heeft-is-schadebrengen

Conclusie AG HvJ EU 9 november 2016, IEF 16382; IEFbe 1997; IT 2174; ECLI:EU:C:2016:843; Zaak C‑618/15 (concurrence tegen Samsung en Amazon) Procesrecht. Bevoegdheid. Verbintenissen uit onrechtmatige daad. Selectief distributienetwerk met verbod op online doorverkoop buiten een netwerk. Concurrence is een elektronicadetailhandel met een winkel in Parijs en verkoop via een website. Zij heeft met verweerster Samsung een selectieve distributieovereenkomst gesloten voor de verkoop van Samsung-producten. Samsung verwijt nu verzoekster doorverkoop via een onlinemarktplaats het contractuele beding te schenden en beëindigt de relatie. Vordering tot staking van de onrechtmatige verstoring. Aanknopingspunt schadebrengende feit. Conclusie AG:

Artikel 5, punt 3, van EEX-Vo moet aldus worden uitgelegd dat, in geval van schending van het verbod op verkoop buiten een exclusief distributienetwerk door middel van een online aanbod, op websites in verschillende lidstaten, van producten die onder het exclusieve recht vallen, als de plaats waar het schadebrengende feit zich heeft voorgedaan moet worden aangemerkt: de plaats waar de houder van het exclusieve distributierecht te maken heeft met een verkoopdaling, welke plaats samenvalt met het grondgebied waarop zijn recht wordt beschermd. De oorsprong van de websites waar de betrokken producten op worden aangeboden, is niet relevant bij de vaststelling van de rechterlijke bevoegdheid.

 

IEFBE 1954

Uitspraak ingezonden oor Eric De Gryse, Simont Braun.

Voorlopige BMa-maatregelen inzake exclusieve TV-zendrechten Superprestige veldritten bevestigd

Brussel - Bruxelles 7 sep 2016, IEFBE 1954; (Telenet tegen Belgische Mededingingsautoriteit; Veldritorganisatoren), https://ie-forum.be/artikelen/voorlopige-bma-maatregelen-inzake-exclusieve-tv-zendrechten-superprestige-veldritten-bevestigd

Hof van beroep Brussel 7 september 2016, IEFbe 1955 (Telenet tegen Belgische Mededingingsautoriteit; Veldritorganisatoren) Mededinging. Uitzendrechten. Exclusiviteit. Telenet verzoekt het hof om de beslissing met voorlopige maatregelen te vernietigen. De beslissing omvat de exclusiviteitsclausule betreffende de zendrechten voor de Hansgrohe Superprestige veldritten te schorsen bij toepassing van artikel IV. 64 par 1 WER. Veldritorganisatoren dient binnen een maand te informeren of de exclusiviteit wordt geschorst of dat er een biedprocedure wordt georganiseerd. Beroepen zijn ongegrond. Beroep is opgedeeld in negen middelen:

IEFBE 1886

Conclusie AG: Royalties en licentierechten niet opnemen in douanewaarde

HvJ EU - CJUE 27 jul 2016, IEFBE 1886; ECLI:EU:C:2016:62 (GE Healthcare tegen Hauptzollamt Düsseldorf), https://ie-forum.be/artikelen/conclusie-ag-royalties-en-licentierechten-niet-opnemen-in-douanewaarde

Conclusie AG HvJ EU 27 juli 2016, IEF 16157; LS&R 1352; IEFbe 1886; C-173/15; ECLI:EU:C:2016:621 (GE Healthcare tegen Hauptzollamt Düsseldorf)
Royalties en licentierechten moeten niet worden opgenomen in de douanewaarde als niet vaststaat dat licentierechten voor merken verschuldigd zijn. Conclusie AG:

1)      Artikel 32, lid 1, onder c) [DouaneVo], moet aldus worden uitgelegd dat het niet verlangt dat het bedrag van de royalty’s of de merklicentierechten reeds wordt bepaald op het tijdstip waarop de douaneschuld ontstaat opdat de in dit artikel voorziene aanpassing van de douanewaarde van de ingevoerde goederen waarop dit merk is aangebracht, zou kunnen worden verricht.