Vragen aan HvJ EU: Kan een ABC-houder import naar Duitsland uit toetredende EU-lidstaten tegenhouden, ondanks dat er een ABC-regeling was, maar geen basisoctrooi van de ABC in die landen bestond?
HvJ EU 6 februari 2017, IEF 16569; IEFbe 2080; LS&R 1424; C-681/16 (Pfizer tegen Orifarm) ABC. Octrooirecht. Verzoekster is een in IER gevestigde onderneming van het Pfizer-concern. Zij is in het octrooiregister ingeschreven als houdster van een ABC dat is 31-03-2006 afgegeven door het DUI patentbureau voor het in DUI geldende basisoctrooi (voor TNF-bindende eiwitten), in 1989 afgegeven aan AHP Manufacturing en vervallen op 31-08-2010. Het ABC beschermt Etanercept (werkzame stof van het geneesmiddel Enbrel) en geldt als vergunning voor het in de handel brengen. De eerste vergnning voor Enbrel is op 01-02-2000 in ZWI afgegeven en zo geldig voor de EU. Het ABC was in DUI geldig tot 01-02-2015, en na een ‘pediatrische verlenging’ (Vo. 1901/2006) tot 01-09-2015 niet meer geldig. Verweerster (Orifarm in Leverkusen/DUI) maakt deel uit van de DEN Orifarm groep, actief in de parallelimport (uit landen waar de prijzen lager liggen). Zij maakt bij brief van 27-06-2013 aan verzoekster haar voornemen bekend parallelimport te beginnen vanuit EST en LET, en later ook uit andere NLS (BUL, KRO, LIT, POL, ROE, SLW, SLV, TSJ en HON). In april 2015 ontdekt verzoekster op de DUI markt verpakkingen waarop verweerster als parallelimporteur wordt genoemd. Zij start een procedure waarin zij betoogt dat verweerster het ABC heeft geschonden en verzoekt om informatie, terugroeping en vernietiging alsook om vaststelling van de schadevergoedingsplicht. Zij is van mening dat de regelingen van de specifieke mechanismen, die zijn opgenomen in de toetredingsakten van de NLS, op het onderhavige geval van toepassing zijn waardoor verweerster zich niet op het argument van uitputting kon beroepen. Verweerster stelt dat de specifieke mechanismen om verschillende redenen niet van toepassing zijn. (zie de noot van de vertaler onderaan pagina 4 voor wat betreft het verschil in de DUI versie van de toetredingsakten van de begrippen “Besonderen Mechanismus” en “Speziellen Mechanismus”.) Gestelde vragen:
1. Kan degene aan wie een aanvullend beschermingscertificaat is verleend voor de Bondsrepubliek Duitsland zich op de regelingen van de specifieke mechanismen beroepen om te verhinderen dat producten uit de nieuwe lidstaten Tsjechië, Estland, Letland, Litouwen, Hongarije, Polen, Slovenië, Slowakije, Roemenië, Bulgarije en Kroatië (bijlage IV bij de toetredingsakte van 2003, PB 2003, L 236, blz. 797, zoals gewijzigd bij PB 2004, L 126, blz. 4, voor Estland, Letland, Litouwen, Polen, Slovenië, Hongarije, Slowakije en Tsjechië; deel I, bijlage V, punt 1, van de toetredingsakte van 2005, PB 2005, L 157, blz. 268, voor Roemenië en Bulgarije; bijlage IV bij de toetredingsakte van 2011, PB 2012, L 112, blz. 60, voor Kroatië) in de Bondsrepubliek Duitsland worden ingevoerd, wanneer het aanvullende beschermingscertificaat in de Bondsrepubliek Duitsland werd aangevraagd op een tijdstip waarop in die nieuwe lidstaten (die toen nog toetredende landen waren) al regelingen bestonden voor de verkrijging van een dergelijk aanvullend beschermingscertificaat, maar een dergelijk certificaat in die staten niet kon worden aangevraagd door of verleend aan de houder van het voor de Bondsrepubliek Duitsland afgegeven beschermingscertificaat, aangezien deze in de betrokken staten niet beschikte over een basisoctrooi, wat nodig was om een aanvullend beschermingscertificaat te kunnen verkrijgen?
Impulsief downloaden van kosteloze versie Cariphy-software, duidt niet op grote mate van oplettendheid van professionals
Rechtbank Den Haag 1 februari 2017, IEF 16561; IEFbe 2079; ECLI:NL:RBDHA:2017:907 (IPPZ; Karify tegen Cariphy) Merkenrecht. Onvolmaakt beeld. Gemiddeld aandachtsniveau. IPPZ is actief op het gebied van softwareontwikkeling en advies in de zorgsector, onder de geregistreerde merken KARIFY voert zij een dochteronderneming. Cariphy brengt health en fitness software op de markt. Een kosteloze versie valt te downloaden en kan impulsief door professionals worden gedownload. Er is een gemiddeld aandachtsniveau bij het relevante publiek, auditief en begripsmatig is de overeenstemming volledig. De mindere visuele overeenstemming onvoldoende (tegen)gewicht in de schaal om die overeenstemming te neutraliseren. De aard van de producten is identiek; qua functionaliteit en gebruikers belangrijke overeenkomsten. De rechtbank is ambtshalve bekend met de nietigverklaring van het merk CARIPHY (IEF 16551), maar dat is voor de uitkomst niet relevant. Ex artikel 9 lid 2 sub b UMVo dient het teken CARIPHY ter aanduiding van software gericht op zorgaanbieders dient in de gehele EU te worden gestaakt, op last van een dwangsom. Karify kan geen aanspraak om merkenrecht maken, zij is slechts volle dochteronderneming van de merkhouder IPPZ.
Hogere voorziening tegen mededingingsrechtelijk besluit vanwege octrooischikkingen met Lundbeck
Hogere voorziening HvJ EU 25 november 2016, IEF 16559; IEFbe 2077; C-611/16 P (Xellia c.s. tegen Europese Commissie) en vgl. C-586/16 P (Sun Pharmaceutical) Octrooirecht. Mededingingsrecht. Beperking markttoegang vanwege bestaande octooirechten. Tot staving van de hogere voorziening voeren rekwirantes negen gronden aan, gebaseerd op onjuiste rechtsopvattingen van het Gerecht. Het Gerecht heeft de verkeerde juridische maatstaf toegepast om te beoordelen of Alpharma een potentiële concurrent was in de context waarin haar producten inbreuk maakten op Lundbecks octrooien. Bij het ontbreken van bewijs dat Lundbecks octrooien zwak waren, moeten de octrooien worden vermoed geldig te zijn en moet toetreding tot de markt met een inbreukmakend product worden geacht onwettig zijn.
Hoewel het Gerecht erkent dat Alpharma pas vlak voor de schikking ontdekte dat Lundbecks octrooi zou worden verleend en dat haar producten inbreuk maakten op Lundbecks octrooien, heeft het verzuimd te beoordelen of de Commissie had bewezen dat toetreding tot de markt voor Alpharma een economisch haalbare strategie bleef in het licht van deze bijkomende belemmeringen voor toegang. In plaats daarvan steunde het Gerecht op bewijs dat niet in het litigieuze besluit was genoemd en heeft het ten onrechte de bewijslast naar rekwirantes verschoven, opdat zij de stelling van de Commissie weerleggen dat Alpharma een potentiële concurrent was.
Gerecht EU: Het aandachtsniveau van het publiek kan relatief simpele tekens herkennen als merk
Gerecht EU 31 januari 2017, IEF 16557; IEFbe 2076; T-130/16; ECLI:EU:T:2017:44; (Coesia tegen EUIPO; Teken bestaand uit twee cursieve, rode haakjes) Merkenrecht. Examinator weigert de aanvraag voor alle producten en diensten vanwege gebruik aan onderscheidend vermogen. Het beroep werd verworpen met dezelfde motivatie. Het Gerecht EU vernietigt die beslissing, aangezien de kamer van beroep heeft nagelaten het aandachtsniveau van het relevante publiek in beschouwing te nemen; dat publiek heeft kennis van de markt en heeft hoge aandacht, en kan de relatief simpele, figuratieve tekens herkennen als merk.
Prejudicieel gestelde vragen over voorwaarden voor heretikettering parallelingevoerde Debrisoft
Prejudicieel gestelde vragen aan HvJ EU 6 oktober 2015; IEF 16556; IEFbe 2075; LS&R1419; C-642/16 (Debrisoft; Junek Europ-Vertrieb tegen Lohmann & Rauscher) Merkenrecht. Verzoekster is houdster van het op 22-06-2010 ingeschreven gemeenschapswoordmerk ‘debrisoft’ voor ‘hygiënische producten voor de geneeskunde’, ‘pleisters’ en ‘verbandmiddelen’. Zij fabriceert en verhandelt onder meer het product ‘Debrisoft zum Debridement, STERILE, 10x10 cm, 5 Stück’. Verweerster is een in OOS gevestigde vennootschap die in DUI via parallelimport verzoeksters producten verhandelt en naar OOS uitvoert. Verzoekster koopt 25-05-2012 in een apotheek in Düsseldorf een pakket dat door verweerster in DUI was ingevoerd en waarop door verweerster een etiket was aangebracht op een onbedrukt gedeelte van het doosje (zodat verzoeksters merk zichtbaar was). Op het etiket staat naast verweersters naam en adres onder meer een farmaceutisch nummer dat het goederenverkeer met apotheken moet vereenvoudigen. Verweerster heeft verzoekster niet geïnformeerd over de herinvoer van haar product en evenmin over de ompakking/heretikettering. Verzoekster vordert dat het verweerster wordt verboden haar product zonder toestemming in DUI in de handel te brengen, terugroeping van de al in de distributiekanalen aanwezige producten alsmede schadevergoeding. De rechter (Landgericht) wijst de vordering toe. In hoger beroep houdt het vonnis stand. De appelrechter constateert een inbreuk op verzoekster merkenrecht. Uit het feit dat verzoekster het product oorspronkelijk in de EU in de handel heeft gebracht vloeit geen uitputting van haar recht voort. Verweerster vraagt en krijgt beroep tot Revision en ligt nu voor bij de verwijzende rechter.
Conclusie AG: Verstrekken van persoonsgegevens geen plicht, maar nationale recht kan het wel mogelijk maken
Conclusie AG 26 januari 2017, IT 2215; IEFbe 2074; ECLI:EU:C:2017:43; zaak C-13/16 (Rīgas satiksme) Persoonsgegevens – Rechtmatige gegevensverwerking – Artikel 7, onder f), van richtlijn 95/46/EG – Omvang en voorwaarden – Verplichting of bevoegdheid om persoonsgegevens te verwerken – Begrip ‚verwerking noodzakelijk voor de behartiging van het gerechtvaardigde belang van de voor de verwerking verantwoordelijke of van de derde(n). Conclusie AG:
Artikel 7, onder f), van [Privacy]richtlijn 95/46/EG kan niet aldus worden uitgelegd dat de voor de verwerking verantwoordelijke verplicht is om de persoonsgegevens te verstrekken waar een derde om heeft verzocht teneinde een civielrechtelijke procedure in te stellen.
Artikel 7, onder f), van de richtlijn verzet zich er echter niet tegen dat deze gegevens worden verstrekt, mits het nationale recht het verstrekken van persoonsgegevens in situaties als aan de orde in het hoofdgeding mogelijk maakt. Het feit dat de betrokkene ten tijde van het ongeval minderjarig was, is in dit verband niet relevant.
Hof: Als gevolg van de misleiding, vanuit een zeker gevoel van herkenning, vraagtekensigaretten willen kopen
Hof van beroep Antwerpen 23 januari 2017, IEFbe 2073 (Tabacofina en Britisch American Tobacco tegen Torrekens Tobacco en Landewyck) Handelspraktijken. Het hof stelt vast dat het gebruik van "Since 1935", "C'est du belge" (FR), "Van bij ons" (NL), "Le Mélange Belge original pour un goût intense et authentique" (FR), "De originele Belgische mengeling met een intense en authentieke smaak" (NL) op de productverpakking met het vraagteken, alsook in reclame en communicatie een verboden en misleidende praktijk uitmaakt in de zin van artikelen VI.95, VI97, en VI.105.1.a WER. En het vraagtekenpakje, inclusief de blauwe en gouden variant inbreuk maakt op VI.95 en VI104 WER. Staking en vernietiging wordt bevolen. Arrest moet gepubliceerd wroden in vijf kranten met nationale spreiding. Vergelijk IEFbe 1680, IEFbe 1240, IEFbe 1639.
Uitspraak ingezonden door Janneke Wilzing, De Merkplaats.
EUIPO: CARIPHY is auditief identiek aan KARIFY
EUIPO Cancellation Division 25 januari 2017, IEF 16550; IEFbe 2072 (Cariphy ; Innovatie Psychologisch Psychiatrische Zorg tegen Cariphy) Merkenrecht. De verzochte nietigheid is deels toegewezen. Het merk CARIPHY is nietig voor de goederen en diensten in klasse 9 (software and evidence based software in the field of physiothepary), 41 (education), 42 (design and development of software) en 44 (medical services and advice). Het merk CARIPHY blijft wel geregistreerd voor de resterende goederen en diensten in klasse 5, 26, 28, 32, 41 (sports). Met een beroep op IPPZs ouder merk KARIFY wordt aangenomen dat de tekens visueel vergelijkbaar en auditief identief zijn; de letter K/C en f/ph worden gewoonlijk gebruikt als equivalenten met dezelfde klanken. Het is daarom voor het relevante publiek verwarringwekkend voor de goederen en diensten die identiek, gelijk of bijna gelijk zijn.
Uitspraak ingezonden door Jurriaan Cleuver, VO.
Teken van meer dan plaatstelijke betekenis, moet meer hebben dan alleen een geografisch-lokale betekenis
EUIPO Cancellation Division 23 januari 2017, IEF 16549; IEFbe 2071 (Petrogas Gas-Systems tegen Petrogas International) Merkenrecht. De administratieve nietigheidsactie is gericht tegen een Uniemerk, maar wordt afgewezen. Ze wordt geïnitieerd op grond van een niet-geregistreerd merk (teken van meer dan plaatselijke betekenis) én op grond van kwade trouw. ‘More than mere local significance’ is more than just a geographical examination. The economic impact of the use of the sign must also be evaluated. De verzoeker slaagt niet in het bewijs. De vordering tot doorhaling wordt afgewezen.
Jugement envoyée par Tanguy de Haan, NautaDutilh.
De ne pas porter atteinte dans l'ensemble des EU aux droits des modèles de jantes
Tribunal de commerce Francophone de Bruxelles 16 février 2015, IEFbe 2070 (BMW contre Auto Sport Willy, Eurawheels, Threeface Tuning) Droit des modèles. Droit des marques. BMW est titulaire exclusive pour l'Union européenne et internationaux de différents (28) modèles de jantes enregistrés en son nom; est également titulaire de droits d'auteur sur chachun de ces modèles de jantes et est en outre titulaire de tous les marques renommées. L'huissier a constaté l'offre à la vente sur le site Internet de différents modèles de jantes, lesquelle sont des copies serviles des modèles. L'employé de la SA Auto Sport Willy a ainsi remis à l'huissier quatre logos BMW 'd'origine'. Le tribunsal acte l'engagement de la SARL EURAWHEELS de ne pas porter atteinte dans l'ensemble des Etats de l'Union européenne aux droits exclusifs et ordonne de communiquer le nombre exact de jantes litigieuses qu'elle a commercialisées, etc. (...)