Auteursrecht - Droit d'auteur  

IEFBE 2820

Prejudicieel gestelde vragen aan HvJ EU: Verricht YouTube een mededeling?

HvJ EU - CJUE 13 sep 2018, IEFBE 2820; (YouTube e.a.), https://ie-forum.be/artikelen/prejudicieel-gestelde-vragen-aan-hvj-eu-verricht-youtube-een-mededeling

Prejudicieel gestelde vragen aan HvJ EU 13 september 2018, IEF 18242; IEFbe 2820; IT 2713; C-682/18; C-683/18 (YouTube e.a.) Via MinBuza: C-682/18 – Verzoeker is een muziekproducent en was mede-eigenaar van muziekuitgeverij “Petersongs Musikverlag KG”. Hij stelt ook eigenaar te zijn van “Nemo Studios”. Nemo Studio heeft met artieste ME een wereldwijd geldende exclusieve artiestenovereenkomst gesloten voor het gebruik van geluids- en video-opnamen. De artieste ME heeft een album uitgebracht en heeft opgetreden. Op YouTube zijn beelden en afbeeldingen van het optreden van de artieste ME verschenen. Verzoeker heeft toen Google verzocht om die beelden offline te halen. Later zijn op YouTube weer geluidsopnamen van uitvoeringen van de artieste op te vragen, die waren samengevoegd met stilstaande en bewegende beelden. Verzoeker eist van de eerste en de derde verweerster staking, verstrekking van inlichtingen en vaststelling van hun verplichting tot schadevergoeding. Deze eisen baseert hij op zijn eigen rechten als producent van de geluidsdrager „A Winter Symphony”, alsmede op eigen en van de artieste afgeleide rechten.

IEFBE 2812

Conclusie AG over art. 5 lid 3 Auteursrechtrichtlijn

HvJ EU - CJUE 10 jan 2019, IEFBE 2812; ECLI:EU:C:2019:16 (Spiegel Online tegen Volker Beck), https://ie-forum.be/artikelen/conclusie-ag-over-art-5-lid-3-auteursrechtrichtlijn

Conclusie AG 10 januari 2019, IEF 18207; IEFbe 2812; IT 2711; C‑516/17; ECLI:EU:C:2019:16 (Spiegel Online tegen Volker Beck) Auteursrecht. AG stelt voor dat het hof de prejudiciële vragen van het Bundesgerichthof als volgt beantwoordt. Lidstaten zijn verplicht in hun nationale recht bescherming te waarborgen van de uitsluitende rechten zoals in art. 2 t/m 4 Auteursrechtrichtlijn. Die rechten kunnen enkel worden beperkt door toepassing van de beperkingen en restricties die uitputtend zijn beschreven in artikel 5 van die richtlijn. De lidstaten blijven echter vrij in hun keuze van de middelen die zij passend achten om die verplichting na te komen. Gebruik van een werk van letterkunde in kader van verslag actuele gebeurtenis valt niet onder beperking art. 5 lid 3 onder c Auteursrechtrichtlijn indien met het gebruik beoogde doel lezing van het gehele werk of deel daarvan vereist. Art. 5 lid 3 onder d Auteursrechtrichtlijn n.v.t. indien werk zonder toestemming in geheel beschikbaar wordt gesteld als los in te zien en te downloaden bestand. Art. 11 Handvest EU vormt geen begrenzing van uitsluitende rechten auteur om reproductie en mededeling aan publiek van zijn werk toe te staan of verbieden, en biedt geen rechtvaardiging voor beperking van of inbreuk van die rechten. Geldt eveneens in situatie waarin auteur betrokken werk een publieke functie uitoefent en dat werk zijn overtuiging openbaart ten aanzien van kwesties van algemeen belang, voor zover dat werk reeds voor het publiek beschikbaar is.

IEFBE 2806

Conclusie AG: Verbod toepassing regels die zoekmachines verbieden fragmenten persproducten aan te bieden zonder voorafgaande toestemming uitgever

HvJ EU - CJUE 13 dec 2018, IEFBE 2806; ECLI:EU:C:2018:1004 (VG Media tegen Google), https://ie-forum.be/artikelen/conclusie-ag-verbod-toepassing-regels-die-zoekmachines-verbieden-fragmenten-persproducten-aan-te-bie

Conclusie AG 13 december 2018, IEF 18187; IEFbe 2699; IT 2806; C-299/17; ECLI:EU:C:2018:1004 (VG Media tegen Google) Auteursrecht. Naburig recht. Via het persbericht. In 2013 heeft Duitsland een naburig recht van het auteursrecht ingevoerd voor uitgevers van perspublicaties, zonder de ontwerpwetgeving aan de Commissie mee te delen. In de nieuwe bepalingen wordt vastgesteld dat commerciële exploitanten van een internetzoekmachine (en commerciële dienstenaanbieders die content bewerken) – anders dan andere gebruikers, waaronder commerciële gebruikers – zonder passende toestemming geen fragmenten – behalve losse woorden of zeer korte tekstfragmenten – van bepaalde content in de vorm van tekst, afbeeldingen of video verstrekt door uitgevers van perspublicaties mogen aanbieden. VG Media is een Duitse organisatie voor collectief beheer die auteursrechten en naburige rechten in naam van, onder andere, uitgevers van perspublicaties beheert. VG Media heeft namens haar leden een schadevordering tegen Google ingesteld bij het Landgericht Berlin (rechter in eerste aanleg van Berlijn) met betrekking tot het gebruik dat Google sinds 1 augustus 2013 maakt van tekstfragmenten, afbeeldingen en video’s uit door leden van VG Media geproduceerde pers- en mediacontent, zonder daarvoor een vergoeding te betalen. Lees verder.

IEFBE 2799

Prejudicieel gestelde vragen: is het feit dat een licentiehouder van software zich niet houdt aan de voorwaarden van de overeenkomst een auteursrechtinbreuk of kan hiervoor een afzonderlijke regeling gelden?

HvJ EU - CJUE 16 okt 2018, IEFBE 2799; (Free Mobile tegen IT Development), https://ie-forum.be/artikelen/prejudicieel-gestelde-vragen-is-het-feit-dat-een-licentiehouder-van-software-zich-niet-houdt-aan-de

Prejudicieel gestelde vragen aan HvJ EU 16 oktober 2018, IEF 18145; IT 2689; IEFbe 2799; C-666/18 (Free Mobile tegen IT Development) Via Minbuza. Free Mobile is een aanbieder van mobiele telefonie op de Franse markt. Bij overeenkomst van 25.08.2010 heeft IT Development aan Free Mobile een licentie verleend en een onderhoudscontract met haar afgesloten voor het softwarepakket ClickOnSite. IT Development heeft aangevoerd dat er in strijd met de licentieovereenkomst wijzigingen zijn aangebracht in de software en heeft op 22.05.2015 inbeslagneming wegens inbreuk laten verrichten ten kantore van de onderneming Coraso, een subcontractant van Free Mobile. Volgens Free Mobile zijn de verzoeken op grond van inbreuk niet ontvankelijk. Daarnaast stelt Free Mobile dat de originaliteit van de software niet is bewezen en dat de handelingen voor beslag inzake inbreuk nietig zijn. Ook stelt Free Mobile dat de aangebrachte wijzigingen alleen betrekking hebben op de eigen database van de licentiehouders en dat de clausule waarin is bepaald dat het softwarepakket niet mag worden gewijzigd in strijd is met de bepalingen van het wetboek van intellectuele eigendom. Deze bepalingen moeten worden geacht niet te zijn geschreven. De rechter in eerste aanleg heeft de vorderingen van IT Development niet-ontvankelijk verklaard. IT Development heeft hiertegen hoger beroep ingesteld en de rechter in tweede aanleg verzocht om een prejudiciële vraag te stellen aan het Hof. In eerste aanleg waren de verzoeken van IT Development uitsluitend gebaseerd op inbreuk. In hoger beroep zijn zij subsidiair tevens gebaseerd op de contractuele aansprakelijkheid.

IEFBE 2790

Uitspraak ingezonden door Josine van den Berg, Allard Ringalda en Sven Klos, KLOS c.s.; Selmer Bergsma en Tobias Cohen Jehoram, De Brauw Blackstone Westbroek.

HvJ EU: Geen auteursrecht op smaak van een voedingsmiddel

HvJ EU - CJUE 13 nov 2018, IEFBE 2790; (Heksenkaas - Levola Hengelo tegen Smilde), https://ie-forum.be/artikelen/hvj-eu-geen-auteursrecht-op-smaak-van-een-voedingsmiddel

HvJ EU 13 november 2018, IEF 18098; IEFbe 2790; ECLI:EU:C:2018:899; C-310/17 (Levola Hengelo tegen Smilde) Uit het persbericht: Hof volgt Conclusie AG [IEF 17873] Auteursrecht en naburige rechten – Begrip ‚werk’ – Smaak van een voedingsmiddel. De smaak van een voedingsmiddel kan niet auteursrechtelijk worden beschermd. De smaak van een voedingsmiddel kan namelijk niet worden aangemerkt als een „werk”.

[Infosorichtlijn] moet aldus worden uitgelegd dat zij eraan in de weg staat dat de smaak van een voedingsmiddel op grond van deze richtlijn auteursrechtelijk wordt beschermd en dat een nationale wettelijke regeling in die zin wordt uitgelegd dat zij auteursrechtelijke bescherming verleent aan een dergelijke smaak.

IEFBE 2779

Bijdrage ingezonden door Jacqueline Seignette, Höcker advocaten.

Jacqueline Seignette - Duitse BGH stelt prejudiciële vragen over auteursrechtelijke verantwoordelijkheid YouTube

HvJ EU - CJUE 13 sep 2018, IEFBE 2779; ECLI:DE:BGH:2018:130918BIZR140.15.0 (YouTube), https://ie-forum.be/artikelen/jacqueline-seignette-duitse-bgh-stelt-prejudici-le-vragen-over-auteursrechtelijke-verantwoordelijkhe

BGH 13 september 2018, ECLI:DE:BGH:2018:130918BIZR140.15.0 (YouTube) Op 12 september stemde het Europese Parlement in met een geamendeerd voorstel voor een richtlijn over auteursrecht in de digitale eengemaakte markt  (DSM richtlijn). Onderdeel van dit voorstel is een bepaling over de auteursrechtelijke verantwoordelijkheid van internet platforms als YouTube en Facebook. Deze platforms moeten ofwel licenties voor de content regelen, ofwel in samenspraak met de rechthebbenden maatregelen nemen om inbreukmakende content te weren. De Europese Commissie, de Raad van Ministers en het Europese Parlement zijn intussen in overleg getreden om op basis van de besluitvorming in het Europese Parlement tot een definitieve tekst te komen.

Eén dag (!) na de stemming in het Europese Parlement stelde het Duitse hoogste gerechtshof prejudiciële vragen aan het Europese Hof van Justitie over de auteursrechtelijke verantwoordelijkheid van YouTube. Het Bundesgerichtshof (BGH) vraagt of een video content platform een mededeling aan het publiek verricht en zo niet, wat dan de verantwoordelijkheid van het platform is in het licht van artikel 14 E-commerce richtlijn, artikel 8 lid 3 Auteursrechtrichtlijn en artikel 11 en 13 Handhavingsrichtlijn. Al deze bepalingen zeggen iets over de (grens aan de) maatregelen die rechthebbenden van Internet dienstverleners kunnen verlangen. Het toepassingsgebied en de reikwijdte van deze bepalingen en hun onderlinge verhouding zijn echter allesbehalve duidelijk. Een samenhangend regime voor indirecte aansprakelijkheid ontbreekt. Aan de rechter de taak om deze Europese regels te duiden en in te passen in de nationale regels over indirecte aansprakelijkheid.

IEFBE 2777

Conclusie AG: Eenvoudig militair rapport niet auteursrechtelijk beschermd

HvJ EU - CJUE 25 okt 2018, IEFBE 2777; ECLI:EU:C:2018:870 (Funke Medien NRW), https://ie-forum.be/artikelen/conclusie-ag-eenvoudig-militair-rapport-niet-auteursrechtelijk-beschermd

Conclusie AG HvJ EU 25 oktober 2018, IEF 18058; IEFbe 2777; ECLI:EU:C:2018:870; C‑469/17 (Funke Medien NRW) Auteursrecht. Volgens AG Szpunar (persbericht) kan een eenvoudige militair rapport geen auteursrechtelijke bescherming genieten. Allereerst voldoet zo'n rapport niet als een werk dat voor auteursrechtelijke bescherming in aanmerking komt. Ten tweede zou zo'n beperking een ongerechtvaardigde beperking betekenen van de vrijheid van meningsuiting. Conclusie AG:

„Artikel 11 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, gelezen in samenhang met artikel 52, lid 1, ervan, moet aldus worden uitgelegd dat een lidstaat zich niet kan beroepen op het auteursrecht zoals neergelegd in artikel 2, onder a), en artikel 3, lid 1, [InfoSoc-Richtlijn] teneinde te verhinderen dat vertrouwelijke documenten van die lidstaat worden meegedeeld aan het publiek in het kader van een debat over vraagstukken van algemeen belang. Deze uitlegging staat er niet aan in de weg dat die lidstaat andere bepalingen van nationaal recht toepast, met name die inzake de bescherming van vertrouwelijke informatie, mits hij daarbij het Unierecht in acht neemt.”

 

IEFBE 2767

HvJ EU: Houder van internetaansluiting kan zich niet aan filesharing auteursrechtinbreuk onttrekken door gewoon een gezinslid aan te wijzen dat toegang kon hebben

HvJ EU - CJUE 18 okt 2018, IEFBE 2767; ECLI:EU:C:2018:841 (Audioboek Dan Brown; Lübbe tegen Strotzer), https://ie-forum.be/artikelen/hvj-eu-houder-van-internetaansluiting-kan-zich-niet-aan-filesharing-auteursrechtinbreuk-onttrekken-d

HvJ EU 18 oktober 2018, IEF 18043; IEFbe 2767; IT 2657; ECLI:EU:C:2018:841; C-149/17 (Audioboek Dan Brown; Lübbe tegen Strotzer)
Uit het persbericht: De houder van een internetaansluiting waarmee inbreuken op het auteursrecht zijn gemaakt door filesharing, kan zich niet onttrekken aan zijn aansprakelijkheid door gewoon een gezinslid aan te wijzen dat toegang kon hebben tot die aansluiting.  De rechthebbenden moeten beschikken over een doeltreffende voorziening in rechte of over middelen op grond waarvan de bevoegde rechterlijke instanties kunnen gelasten dat de noodzakelijke informatie wordt verstrekt. HvJ EU:

Artikel 8, leden 1 en 2, [InfoSoc-Richtlijn], gelezen in samenhang met artikel 3, lid 1, van deze richtlijn, enerzijds, en artikel 3, lid 2,[Handhavingsrichtlijn], anderzijds, moeten aldus worden uitgelegd dat zij zich verzetten tegen een nationale wettelijke regeling als in het hoofdgeding, zoals uitgelegd door de bevoegde nationale rechterlijke instantie, krachtens welke de houder van een internetaansluiting waarmee inbreuken op het auteursrecht zijn gemaakt door filesharing, daarvoor niet aansprakelijk kan worden gesteld, wanneer hij minstens één gezinslid aanwijst dat toegang had tot deze aansluiting, zonder dat hij meer preciseringen verstrekt over het tijdstip waarop deze aansluiting is gebruikt door dat gezinslid en over de aard van het gebruik ervan door dat gezinslid.

IEFBE 2755

Conclusie AG: Afstand tussen magazijnen en winkel doet niet ter zake voor auteursrechtelijke distributie

HvJ EU - CJUE 3 okt 2018, IEFBE 2755; C-572/17 (Rock Town-Gamla Stan), https://ie-forum.be/artikelen/conclusie-ag-afstand-tussen-magazijnen-en-winkel-doet-niet-ter-zake-voor-auteursrechtelijke-distribu

Conclusie AG HvJ EU 3 oktober 2018, IEF 18006; IEFbe 2755; C-572/17 (Rock Town-Gamla Stan) Auteursrecht. Artikel 4, lid 1 [InfoSoc-richtlijn] dient aldus te worden uitgelegd dat het uitsluitende recht van de auteur om elke vorm van distributie onder het publiek van het origineel van zijn werken of van kopieën daarvan toe te staan of te verbieden, als bedoeld in die bepaling, van toepassing is op goederen die in magazijnen van een handelaar zijn opgeslagen en beschermde motieven bevatten die identiek zijn aan die welke zijn aangebracht op goederen die laatstgenoemde te koop aanbiedt in een winkel waarvan hij eigenaar is. In dat verband doet de afstand tussen de magazijnen en de winkel niet ter zake.

IEFBE 2732

La cour confirme le jugement d'un sac à l'achat de produits Léonidas

26 jul 2018, IEFBE 2732; (Léonidas contre Cassegrain), https://ie-forum.be/artikelen/la-cour-confirme-le-jugement-d-un-sac-l-achat-de-produits-l-onidas

Cour d'appel Bruxelles 26 juillet 2018, IEFbe 2732 (Léonidas contre Cassegrain) Droit d'auteur. Le juge du Tribunal de commerce de Bruxelles [IEFbe 2421] a condamne LEONIDAS à cesser d'offrir, distribuer, communiquer au public ou de détenir à ces fins des sacs dans lesquels est incorporée une contrefaçon du modèle LE PLIAGE. La cour reçoit l'appel mais le dit très partiellement fondé et confirme le jugement entrepris sous la seule émendation que le montant de l'astreinte est plafonné à € 200.000,00.