HvJ EU: Door aanvrager gegeven kwalificatie als kleur- of beeldmerk vormt relevant element voor beoordeling
HvJ EU 27 maart 2019, IEF 18351; IEFbe 2859; C‑578/17; ECLI:EU:C:2019:261 (Hartwall) Kleurmerk of beeldmerk – Grafische voorstelling van een merk in de vorm van een afbeelding. Naar aanleiding van een tussenbeslissing van het nationale bureau voor de intellectuele eigendom heeft Hartwall toegelicht dat zij verzocht om inschrijving van het litigieuze merk als „kleurmerk” en niet als beeldmerk. HvJ EU:
1) Artikel 2 en artikel 3, lid 1, onder b), [Merkenrichtlijn] moeten aldus worden uitgelegd dat de door de aanvrager bij inschrijving aan een teken gegeven kwalificatie als „kleurmerk” of „beeldmerk” een van de relevante elementen vormt voor de beoordeling of dit teken een merk kan vormen in de zin van artikel 2 van deze richtlijn en of, in voorkomend geval, dit teken onderscheidend vermogen heeft in de zin van artikel 3, lid 1, onder b), van deze richtlijn, maar dat deze kwalificatie de bevoegde merkenrechtelijke autoriteit niet ontheft van haar verplichting om over te gaan tot een concrete en globale analyse van het onderscheidend vermogen van het betrokken merk, hetgeen betekent dat die autoriteit de inschrijving van een teken als merk niet kan weigeren op de loutere grond dat dit teken geen onderscheidend vermogen heeft verkregen door het gebruik dat ervan is gemaakt voor de geclaimde waren of diensten.
Artikel ingezonden door Dirk Visser, Visser, Schaap & Kreijger.
Dirk Visser: updated version of 'Trying to understand article 13'
Article 17, formerly known as article 13, is the most important and most controversial provision of the EU Directive on Copyright in the Digital Single Market on which the EU member states and institutions have reached agreement in principle in February 2019. 2 The European Parliament voted in favour on 26 March 2019. The council of ministers is expected to accept the final text on 9 April 2019.
This paper aims at analysing what the idea of article 17 is and how it might work out in practice. Which legal issues will arise, which preliminary questions will be put to the CJEU? It is not meant to argue for or against article 17. The article itself is taken as a given. This paper is merely a first attempt to look ahead and find out what could happen in practice.
It is obvious that article 17 is a compromise between many interests and wishes and that is quite contradictory at some points. But that in itself is nothing new. Much of the EU legislation consist of partly contradictory or incomprehensible clauses, because compromise apparently was the only option for reaching consensus. Consequently, it is often up to commentators, practitioners and judges to make the best of it.
The directive contains a large number of recitals on the issue article 17 addresses, and article 17 itself contains many subsections.
Lees het vernieuwde artikel hier (pdf).
De geplande lunchbijeenkomst van deLex, met onder andere Dirk Visser, op donderdag 11 april over de DSM-richtlijn gaat door. Voor meer informatie kijk hier.
Uitspraak ingezonden door Selmer Bergsma, Koen Limperg en Edmee Peijster, De Brauw Blackstone Westbroek.
Het patroon van de TIJGERNOOT is weliswaar onregelmatig, maar bevat voldoende karakteristieke, terugkerende elementen
Rechtbank Gelderland 27 maart 2019, IEF 18345; IEFbe 2856; ECLI:NL:RBGEL:2019:1444 (Frito-Lay tegen Intersnack) Merkenrecht. Inbreuk. Frito-Lay is houder van het woordmerk TIJGERNOOTJES. Intersnack brengt Girafnootjes op de markt. Intersnack stelt dat TIJGERNOOTJES is verworden tot soortnaam, maar heeft dit onvoldoende onderbouwd. De nootjes zelf zijn een samengesteld merk (merk 2) dat zowel kleur- als vormelementen kent, maar hoeft niet te voldoen aan zowel de vereisten voor zuivere kleurmerken, als de vereisten voor zuivere vormmerken. Dit geldt niet voor alle samengestelde merken van Frito-Lay, uit een zwart-wit foto, zonder beschrijving valt niet af te leiden wat beschermd dient te worden. Het patroon van de noot is weliswaar onregelmatig, maar bevat voldoende karakteristieke, terugkerende elementen om herkenbaar te zijn voor het in aanmerking komende publiek. Daarnaast is er geen sprake van een technisch effect o.i.d. nu het merk enkel het patroon op de nootjes betreft. Er is onvoldoende overeenstemming tussen de het woordmerk TIJGERNOOTJES en Girafnootjes. Het uiterlijk van de nootjes stemt wel voldoende overeen om van inbreuk te spreken. Het gebruik van een afbeelding van de open noot is geen inbreuk nu dit een informatief doel dient. Geen slaafse nabootsing, wel merkinbreuk op het patroon van de nootjes.
Prejudicieel gestelde vragen aan HvJ EU: Is een schriftelijke overeenkomst betreffende de terbeschikkingstelling van software tussen twee overheidsorganen, waaraan een samenwerkingsovereenkomst is verbonden, een "overheidsopdracht"?
Prejudicieel gestelde vragen aan HvJ EU 14 februari 2019, IT 2729; IEF 2855; C-796/18 (Informatikgesellschaft für Software-Entwicklung) via MinBuza: De stad Keulen is in 2016 op zoek gegaan naar nieuwe software voor het meldkamersysteem van haar beroepsbrandweer. Zij keek hiervoor onder andere naar de door de deelstaat Berlijn gebruikte software IGNIS Plus van Sopra Steria Consulting GmbH (hierna: “SSC”). De overeenkomst tussen Berlijn en SCC laat toe dat Berlijn de software IGNIS Plus kosteloos doorgeeft aan andere overheidsinstanties met veiligheidstaken (hierna: “BOS”). De stad Keulen en de deelstaat Berlijn sluiten overeenkomsten betreffende een kosteloze langdurige terbeschikkingstelling en gebruik van de software IGNIS Plus. Informatikgesellschaft für Software-Entwicklung (ISE), dat voor BOS software ontwikkelt en te koop aanbiedt, vordert nietigverklaring van de overeenkomsten. Zij stelt dat de overeenkomsten tussen de stad Keulen en de deelstaat Berlijn, die een juridische eenheid vormen, zijn onderworpen aan het aanbestedingsrecht en dat de verwerving daarom Europabreed diende te worden aanbesteed.
DSM-richtlijn aangenomen door Europees Parlement
Volg de plenaire vergadering live. Europees Parlement - Persberichten. Nadere informatie volgt.
Selectie van video's EP Plenary session: Copyright in the Digital Single Market
- Opening statements by Axel VOSS (EPP,DE), rapporteur, Nicola DANTI (S&D, IT) for IMCO committee and Mariya GABRIEL, Member of the EC in charge of Digital Economy and Society (8:59 - 9:10)
- MEPs debate Part 1, Part 2, Part 3 , Part 4
- Catch the eye (10:17 - 10:35)
- Closing statements by Andrus ANSIP, Vice-President of the EC in charge of DSM and by Axel VOSS (EPP, DE), rapporteur (10:35 - 10:40)
- Vote on the report by Axel VOSS (EPP, DE) (12:46 - 12:52)
Press release - Copyright reform: the Commission welcomes European Parliament's vote in favour of modernised rules fit for digital age
Vragen aan HvJ EU: Is auteursrechtelijke bescherming vouwfiets uitgesloten als verschijningsvorm noodzakelijk is voor technisch resultaat?
Prejudicieel gestelde vragen aan HvJ EU 18 december 2018, IEF 18332; IEFbe 2853; C-833/18 (Brompton Bicycle) Via MinBuza: Brompton Bicycle beschuldigt CHEDECH ervan inbreuk te maken op Brompton’s auteursrecht betreffende haar vouwfietsen. Net als de vouwfietsen van CHEDECH, hebben die van Brompton drie standen (gevouwen, open en stand-by). Brompton meent daarom dat inbreuk wordt gemaakt op haar auteursrecht door de identieke verschijningsvormen van de vouwfietsen. Richtlijn 2001/29/EG bepaalt dat voor gebruiksvoorwerpen auteursrechtelijke bescherming uitgesloten is indien het gaat om verschijningsvormen die noodzakelijk zijn voor het bereiken van het technische resultaat. CHEDECH stelt dat dit laatste in deze zaak ook het geval is. In de Belgische rechtspraak wordt om de noodzakelijkheid te bepalen het onlosmakelijke verbandcriterium toegepast. Het Hof past een ander criterium toe, namelijk het oorzakelijkheidscriterium. In dat licht wenst de verwijzende Belgische rechter duidelijkheid van het Hof.
Conclusie AG: Vooraf ingesteld selectievakje dat door de gebruiker moet worden gedeactiveerd is geen daadwerkelijke toestemming
Conclusie AG HvJ EU 21 maart 2019, IT 2730; IEFbe 2852; ECLI:EU:C:2019:246; C-673/17 (Planet49) Verwerking van persoonsgegevens en de bescherming van de persoonlijke levenssfeer in de sector elektronische communicatie. Cookies. Toestemming. Daadwerkelijke toestemming middel van een vooraf ingesteld selectievakje. Conclusie AG:
(1) There is no valid consent within the meaning of Articles 5(3) and 2(f) (...Directive on privacy and electronic communications), read in conjunction with Article 2(h) of [Directive 95/46/EC] and on the free movement of such data in a situation such as that of the main proceedings where the storage of information, or access to information already stored in the user’s terminal equipment, is permitted by way of a pre-ticked checkbox which the user must deselect to refuse his consent and where consent is given not separately but at the same time as confirmation in the participation in an online lottery.
In de tijdschriften maart 2019
Prejudicieel gestelde vragen aan HvJ EU: Telecomaanbieder die bepaalde applicaties tegen een nultarief hanteert in strijd met netneutraliteit?
Prejudicieel gestelde vragen HvJ EU 11 september 2018, IT 2728 en IEFbe 2850; C-807/18 en C-39/19 (Telenor) Telecom. Telenor, een van de voornaamste aanbieders van telecommunicatiediensten van Hongarije, biedt o.a. het de pakketten MyChat en MyMusic aan. Deze pakketten bieden een bepaalde hoeveelheid data (afhankelijk van welke versie je kiest) en daarnaast bieden ze onbeperkt gebruik van bepaalde apps. Bij MyMusic betreft het bepaalde muziekstreamingplatforms en bij MyChat betreft het bepaalde apps met chatfuncties. Het gebruik van de geselecteerde apps telt niet mee voor de limiet van dataverkeer en de apps zijn beschikbaar voor abonnees met volledige breedband, zelfs wanneer de datalimiet is opgebruikt. Terwijl andere apps - die niet onder het verlaagde tarief vallen - leiden tot betalend dataverkeer en beperkter toegankelijk worden doordat de snelheid wordt verlaagd wanneer de datalimiet is bereikt. De nationale media-autoriteit was van oordeel dat de gereduceerde tarieven van MyChat en Mymusic konden worden beschouwd als een op commerciële overwegingen berustende verkeersbeheersmaatregel die in strijd is met de eisen van gelijke en niet-discriminerende behandeling, artikel 3(3) van verordening 2015/2120, en drong er bij verzoekster op aan een einde te maken aan de onrechtmatige verschillen tussen bepaalde vormen van internetverkeer. In de bezwaarprocedure werd het besluit van de nationale media-autoriteit bevestigd. De gereduceerde tarieven zouden ontegenzeglijk een verkeersbeheersmaatregel vormen die, als zodanig, kunnen worden beschouwd als strijdig met artikel 3(3) van verordening 2015/2120, zonder dat er een markt- en effectbeoordeling hoeft te worden uitgevoerd. Verzoekster heeft bij de verwijzende rechter beroep ingesteld tegen dit besluit op bezwaar en voert aan dat er wel een markt- en effectbeoordeling had moeten plaatsvinden.
Prejudicieel gestelde vragen aan HvJ EU: In huis opslaan van merk-lagers in ruil voor een slof sigaretten en fles cognac economisch voordeel?
Prejudicieel gestelde vragen HvJ EU 28 november 2018, IEF 18325; IEFbe 2849; C-772/18 (Yhtiö-slof en cognac) Merkenrecht. Een Finse onderneming A is houder van een internationaal merk voor onder meer lagers. Een Finse particulier B heeft in 2011 een partij van zulke lagers ontvangen uit China (zonder betrokkenheid bij de verzending), opgehaald van het vliegveld en enkele weken opgeslagen in zijn huis. De partij lagers is vervolgens opgehaald en naar Rusland gebracht. Als beloning voor zijn verrichtingen heeft de particulier B een slof sigaretten en een fles cognac gekregen. Onderneming A heeft bij de civiele rechter een vordering tot schadevergoeding tegen particulier B ingesteld, wegens een inbreuk op haar merkenrecht. Artikel 5 van richtlijn 2008/95/EG (hierna: de richtlijn) verbiedt derden namelijk gebruik te maken van een ingeschreven merk in het economisch verkeer. Deze vordering ligt nu voor de hoogste Finse rechter, die nu vier prejudiciële vragen aan het Hof stelt.