Contribution envoyé par Brigitte Spiegeler, Louise Libaud et Samy Akeb, Heffels Spiegeler advocaten.
Les photographies d’œuvres d’art seraient-elles … des œuvres d’art ?!
Cour de Cassation, Chambre Civile 1, 31 janvier 2018, IEFbe 2488; 16-25291 C’est ce que semblent confirmer les juges français dans une décision de la Cour de Cassation du 31 janvier 2018. La question de la reconnaissance de la photographie en tant qu’œuvre à part entière n’est pourtant pas nouvelle. Le débat opposant les photographes à la communauté artistique date du XIXème siècle. Alors considérée comme une invention servile et technique, la photographie serait une simple reproduction de la réalité. Il faudra attendre 1862 pour voir émerger la reconnaissance de la photographie avec le procès Mayer & Pierson aux États-Unis. Cette querelle pourrait paraitre dépassée, et pourtant, l’explosion de la société numérique nous amène à une certaine réminiscence de la discussion. La photo prise par un paparazzi est-elle une œuvre d’art ? Quant est-il de nos selfies : le selfie d’un singe fait-il de l’animal un artiste?
Vragen aan HvJ EU over "tekens die uitsluitend bestaan uit de vorm die een wezenlijke waarde aan de waren geeft" bij inschrijving in breed palet aan warenklassen
Prjudicieel gestelde vragen aan HvJ EU 12 februari 2018, IEF 17527; IEFbe 2487; C-21/18 (Textilis) Merkenrecht. Auteursrecht. Via Minbuza:
Geïntimideerde (Aktiebolag) handelt onder meer in meubels, textiel en andere producten voor de inrichting van huizen en andere gebouwen. Begin jaren dertig ging hij samenwerken met de architect J. J heeft diverse patronen voor stoffen ontworpen; één daarvan is het patroon dat bekend staat als Manhattan. Geïntimideerde verhandelt en verkoopt onder meer stoffen met door J ontworpen patronen, waaronder een stof met het Manhattan-patroon. Volgens geïntimideerde zijn de door J ontworpen stofpatronen artistieke werken in de zin van de auteurswet, waarvan de onderneming het auteursrecht bezit.
Conclusie AG over 'indirect gebruik' van geografische aanduiding door gebruik van 'Glen' voor whiskeymerk
Conclusie AG HvJ EU 22 februari 2018, IEF 17516; IEFbe 2484; C-44/17; ECLI:EU:C:2018:111 (Glen Buchenbach) Etikettering; bescherming geografische oorsprong; ‘indirect gebruik’. Uit het persbericht: Advocaat-generaal Saugmandsgaard Øe spreekt zich uit over de uitlegging van Unierechtelijke bepalingen inzake geografische aanduidingen voor gedistilleerde dranken in het kader van een geschil over een Duitse whisky met de naam "Glen Buchenbach". Een Duitse rechtbank heeft het Hof van Justitie gevraagd of het gebruik van een dergelijke whisky naam kan een "indirect gebruik" of een "zinspeling" van de geregistreerde geografische aanduiding "Scotch Whisky" vormen of een "valse of misleidende aanduiding die een onjuiste indruk kan wekken met betrekking tot [de] oorsprong" van het betreffende product. Conclusie AG:
AIPPI One-day Conferentie Brussel 20 april 2018
Les plateformes, les fournisseurs d’accès et le respect des droits intellectuels
Les plateformes et les fournisseurs d’accès internet jouent un rôle important lorsqu’il s’agit d’assurer le respect des droits intellectuels dans l’environnement numérique. Quelques projets législatifs ont été proposés récemment ou le seront bientôt, à la fois au niveau de l’Union européenne et au niveau belge. Par ailleurs, la jurisprudence a beaucoup évolué pendant que les différents acteurs en cause ont accompli des progrès significatifs à divers égards. C’est pourquoi les groupes belges de l’AIPPI et de l’ALAI ont décidé de joindre leurs forces pour organiser une conférence à ce sujet. Les exposés traiteront successivement des développements législatifs et jurisprudentiels récents (par des fonctionnaires européens et belges ainsi que des magistrats) et de questions juridiques importantes telles que les moyens d’action basés sur la responsabilité ou sans lien avec celle-ci (par des enseignants ou chercheurs à l’université et des avocats). Des représentants des ayants droit (marques et droit d’auteur), des plateformes et des fournisseurs d’accès exposeront leurs vues et leurs expériences confrontées à leurs besoins pratiques et aux questions juridiques qui leur sont propres.
Voor Nederlands, lees verder.
Uitspraak ingezonden door Carina Gommers, Margot Van Meerbeeck, HOYNG ROKH MONEGIER.
Derdenverzet beschikking mini-portefeuille ongegrond
Voorz. NL Rechtbank van Koophandel Brussel 13 februari 2018, IEFbe 2483; C/17/00087 (Griffe J tegen Secrid) Kort geding. Derdenverzet. Octrooirecht. Modellenrecht. Verweerster is houdster van Europees octrooi EP 2 434 922 B1 met de titel "Houder voor betaalkaarten" en Benelux modelregistratie 38548-01 dat het ontwerp van de "mini-portefeuille" beschermt. Eisende partij op derdenverzet biedt eveneens mini portefeuilles aan via webshops. Verweerster heeft eiser in gebreke gesteld. Verweerster meent dat eiser na deze ingebrekestelling nog steeds de inbreukmakende producten aanbiedt. De voorzitter van de rechtbank van koophandel staat toe dat er een beschrijvend en bewarend beslag wordt gelegd. Deze beschikking is proportioneel. De vorderingen van eiser op derdenverzet zijn ongegrond.
Uitspraak aangebracht door Frederic Debusseré, Time.lex.
Facebook moet plaatsen van cookies en equivalente technieken staken voor gebruikers op Belgisch grondgebied
NL Rechtbank van EA Brussel 16 februari 2018, IEFbe 2482 (Privacycommissie tegen Facebook) Privacyrecht. Zie eerder IEFbe 1569. De onlinedienst Facebook haalt in belangrijke mate inkomsten uit reclame/advertenties, meer specifiek reclame gericht op persoonlijke eigenschappen, interesses en gedragspatronen van individuele gebruikers. De Privacycommissie beoogt een einde te doen stellen aan inbreuken middels cookies, social plug-ons en pixels. Facebook wordt bevolen ten aanzien van elke internetgebruiker op Belgisch grondgebied om het plaatsen van cookies of eender welke andere equivalente cookie met vergelijkbare functionaliteit en aanwending te staken, tenzij voorafgaandelijk duidelijk en begrijpelijk wordt geïnformeerd. Staking van informatie te verschaffen die betrokkenen zou kunnen misleiden omtrent de draagwijdte van de mechanismen die Facebook ter beschikking stelt. Vernietiging van alle persoonsgegevens. Publicatie van het vonnis op Facebook.com en het beschikkend gedeelte in Belgische papieren dagbladen. Dwangsom van €250.000 per kalenderdag vertraging, maximum van 100 miljoen euro.
EHRM: Gebruik verborgen camera's om diefstal door kassières te ontdekken is disproportioneel
EHRM 9 januari 2018, IT 2485; IEFbe 2481; Application nos. 1874/13 en 8567/13 (López Ribalda en anderen tegen Spanje) Een filiaalmanager van een Spaanse supermarkt merkte enkele onregelmatigheden op tussen voorraadniveaus van de supermarkt en wat er dagelijks werd verkocht. Om de economische verliezen te onderzoeken heeft hij zowel zichtbare als verborgen bewakingscamera's geïnstalleerd. De cassières werden op de hoogte gesteld van de aanwezigheid van de zichtbare, maar niet van de onzichtbare camera's. Alle werknemers die verdacht werden van diefstal werden opgeroepen voor individuele vergaderingen. Tijdens deze vergaderingen erkenden de eisers in deze zaak hun betrokkenheid bij de diefstallen. Eisers vochten hun ontslag aan met een beroep op inbreuk op hun privacy. De nationale gerechten oordeelden dat de inbreuk gerechtvaardigd was. Het Hof oordeelt dat het gebruik van de bewakingscamera's niet proportioneel was. De kassières waren niet op de hoogte van het bestaan van de verborgen camera's en het doel van deze camera's.
EHRM: Plaatsen camera's in hoorcollegezalen maakt inbreuk op privacy studenten
EHRM 28 november 2017, IT 2484; IEFbe 2480; Application no. 70838/13 (Antović en Mirković tegen Montenegro) Privacy. De school voor wiskunde van de universiteit van Montenegro heeft camera’s opgehangen in de hoorcollegezalen om de veiligheid van studenten en eigendommen te waarborgen. Hiertegen hebben eisers een klacht ingediend bij de nationale DPA. De universiteit heeft op bevel van de DPA de camera’s uit de hoorcollegezalen verwijderd. Eisers vorderde compensatie van de universiteit voor de inbreuk op hun privacy. De nationale gerechten wijzen de vordering af. Het EHRM oordeelt dat de universiteit een ongerechtvaardigde inbreuk heeft gemaakt op het recht op privacy van eisers. Er was geen reden om aan te nemen dat de studenten of eigendommen in gevaar waren. Er is dus geen rechtvaardiging voor het plaatsen van de camera’s. De vorderingen van eisers worden toegewezen.
Vragen aan HvJ EU: Dient de uitdrukking „passende schadeloosstelling” uit de Handhavingsrichtlijn te worden uitgelegd dat de lidstaten zorg moeten dragen voor de vaststelling van materieelrechtelijke regels?
Prejudicieel gestelde vragen aan HvJ EU 9 november 2017, IEF 17498; IEFbe 2479; LS&R 1573; C-688/17 (Bayer Pharma) Octrooirecht. Via Minbuza: Verzoekster (Bayer Pharma) heeft op 08.08.2000 octrooi aangevraagd bij het Hongaars bureau voor intellectueel eigendom (hierna: bureau) voor een uitvinding op het gebied van geneesmiddelen. Het bureau heeft het gevraagde octrooi op 04.10.2010 verleend. Verweersters hebben hun geneesmiddelen in november 2009, augustus 2010 en oktober 2010 geïntroduceerd op de Hongaarse markt. Verweersters hebben op 08.12.2010 een vordering tot nietigverklaring van het octrooi ingediend bij het bureau. Verzoekster verzocht om voorlopige maatregelen bij de verwijzende rechter. Naar aanleiding van dit verzoek werd bij vonnissen van 11.07.2011 verweersters verboden de producten nog langer te verhandelen. De voorlopige maatregelen zijn op 08.08.2011 in werking getreden. Verweersters dienden hiertegen hoger beroep in. Bij vonnissen van 23.01.2012 en 30.01.2012 heeft de rechtbank de verzoeken van verzoekster om voorlopige maatregelen afgewezen.
Vragen aan HvJ EU: Kan de beoordeling van het verwarringsgevaar worden beïnvloed door het feit dat bij inschrijving een zogenaamde disclaimer is opgenomen?
Prejudicieel gestelde vragen aan HvJ EU 20 november 2017, IEF 17497; IEFbe 2478; C-705/17 (Roslags Punsch tegen Roslagsöl) Merkenrecht. Via Minbuza: Het voor alcoholhoudende dranken van klasse 33 ingeschreven beeldmerk ROSLAGS PUNSCH wordt sinds 2007 gehouden door Norrtelje Brenneri Aktiebolag. Het merk is ingeschreven met de volgende disclaimer: “Inschrijving geeft geen uitsluitend recht voor het woord Roslagspunsch”. Roslagen is de naam van een geografisch gebied aan de oostkust van Zweden. Op 16.12.2015 heeft verzoeker (Mats Hansson) bij het Zweeds bureau voor intellectuele eigendom (hierna: PRV) een aanvraag ingediend voor de inschrijving van ROSLAGSÖL als nationaal woordmerk voor onder andere bepaalde alcoholvrije dranken en bier van klasse 32. Het PRV heeft de aanvraag bij beslissing van 14.07.2016 afgewezen op grond van de overweging dat er sprake was van gevaar voor verwarring tussen het aangevraagde merk en het ingeschreven beeldmerk ROSLAGS PUNSCH, en er derhalve sprake was van een weigeringsgrond.