DOSSIERS
Alle dossiers
Gepubliceerd op donderdag 6 juni 2019
IEFBE 2895
HvJ EU - CJUE ||
5 jun 2019
HvJ EU - CJUE 5 jun 2019, IEFBE 2895; ECLI:EU:C:2019:460 (Skype tegen BIPT), https://ie-forum.be/artikelen/skype-biedt-een-telecommunicatiedienst-aan

Skype biedt een telecommunicatiedienst aan

HvJ EU 5 juni 2019, IEF 18509, IEFbe 2895, IT 2791; ECLI:EU:C:2019:460 (Skype tegen BIPT) Telecommunicatie. De vennootschap Skype Communications is de ontwikkelaar van communicatiesoftware met de benaming Skype, het BIPT heeft Skype Communications verzocht om dit instituut overeenkomstig artikel 9, § 1, WEC kennis te geven van haar diensten. Omdat Skype dit heeft nagelaten, heeft het BIPT Skype een boete opgelegd. In geschil is de vraag of dit mogelijk is omdat Skype betoogd geen telecommunicatiedienst aan te bieden in de zin van artikel 2, onder c), van richtlijn 2002/21/EG. Het hof is van oordeel dat Skype wel een telecommunicatiedienst aanbiedt, en overweegt als volgt:

Artikel 2, onder c), van richtlijn 2002/21/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 maart 2002 inzake een gemeenschappelijk regelgevingskader voor elektronische-communicatienetwerken en ‑diensten (kaderrichtlijn), zoals gewijzigd bij richtlijn 2009/140/EG van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2009, moet aldus worden uitgelegd dat het aanbieden door een softwareontwikkelaar van een functionaliteit waarmee een „Voice over Internet Protocol”-dienst (VoIP) [spraak over het internetprotocol (VoIP)] ter beschikking wordt gesteld waardoor de gebruiker via het openbaar geschakeld telefoonnet (PSTN) van een lidstaat vanaf een terminal naar een vast of mobiel nummer van een nationaal nummerplan kan bellen, een „elektronische-communicatiedienst” in de zin van die bepaling is wanneer de ontwikkelaar voor het aanbieden van deze dienst wordt vergoed en met het oog op het aanbieden ervan overeenkomsten moet sluiten met de aanbieders van telecommunicatiediensten die naar behoren zijn gemachtigd om oproepen naar het PSTN over te brengen en daaraan af te geven.

Prejudiciële vragen:

1. Moet volgens de definitie van elektronische-communicatiedienst in artikel 2, onder c), van [de kaderrichtlijn] een via software aangeboden VoIP-dienst waarbij de oproep via een openbaar geschakeld telefoonnet wordt afgegeven aan een vast of mobiel E.164-nummer van een nationaal nummerplan, worden gekwalificeerd als elektronische-communicatiedienst, ook al vormt de internettoegangsdienst waarmee een gebruiker tot die VoIP‑dienst toegang heeft, op zich al een elektronische-communicatiedienst, wanneer de softwareaanbieder die dienst tegen vergoeding aanbiedt en met de aanbieders van telecommunicatiediensten die naar behoren zijn gemachtigd om oproepen naar het openbaar geschakeld telefoonnet over te brengen en daaraan af te geven, overeenkomsten sluit waardoor de gespreksafgifte aan een vast of mobiel nummer van een nationaal nummerplan mogelijk is?
2. Ingeval de eerste vraag bevestigend wordt beantwoord, blijft het antwoord dan ongewijzigd als er rekening mee wordt gehouden dat de functionaliteit van de software die de spraakoproep mogelijk maakt, slechts een functionaliteit van die software is en de software ook zonder die functionaliteit kan worden gebruikt?
3. Ingeval de [eerste en de tweede vraag] bevestigend worden beantwoord, blijft het antwoord op de eerste vraag dan ongewijzigd als er rekening mee wordt gehouden dat de aanbieder van de dienst in zijn algemene voorwaarden bepaalt dat hij geen aansprakelijkheid jegens de eindgebruiker aanvaardt voor het overbrengen van de signalen?
4. Ingeval de [eerste, de tweede en de derde vraag] bevestigend worden beantwoord, blijft het antwoord op de eerste vraag dan ongewijzigd als er rekening mee wordt gehouden dat de verrichte dienst ook aan de definitie van ,dienst van de informatiemaatschappij’ voldoet?”