DOSSIERS
Alle dossiers

Marktpraktijken - Pratiques du commerce  

IEFBE 2187

Prejudiciële vraag: Is een natuurlijke persoon die acht tweedehands-advertenties heeft geplaatst een handelaar?

HvJ EU - CJUE 16 feb 2017, IEFBE 2187; (OLX verkoop Longines horloge), https://ie-forum.be/artikelen/prejudici-le-vraag-is-een-natuurlijke-persoon-die-acht-tweedehands-advertenties-heeft-geplaatst-een

Prejudiciële vragen gesteld aan HvJ EU 16 februari 2017, IEFbe 2187; IT 2291; RB 2870; C-105/17 (OLX verkoop Longines horloge) Consumentenbescherming. Oneerlijke handelspraktijken. Bij de Commissie voor consumentenbescherming (verweerster) is een klacht ingediend over levering van een tweedehands ‘longines’-horloge dat via een website van een aanbieder was gekocht onder de voorwaarden van verkoop op afstand. Het product wordt 20-10-2014 door een koerier afgeleverd met gegevens van de aanbieder (= verzoekster). De klant is niet tevreden met het product omdat het niet de eigenschappen bezit die op de website worden vermeld, waarna hij verzoekster belt om de overeenkomst te ontbinden. Daartoe is verzoekster echter niet bereid. Verweerster start een onderzoek en komt via de koeriersdienst en de exploitant van de website uit bij verzoekster. Zij blijkt acht advertenties op de website te hebben geplaatst voor verschillende producten (iPhones, een BMW, Turkse tegels). In geen van de advertenties worden gegevens van de aanbieder genoemd, noch de prijs, leveringsvoorwaarden, garanties en termijnen voor uitoefening van consumentenrechten. Verweerster besluit daarop 27-02-2015 tot vaststelling van een bestuursrechtelijke overtreding op grond van de BUL consumentenbeschermingswet, waartegen verzoekster 17-03-2015 bezwaar maakt omdat zij meent niet als handelaar in de zin van die wet te kunnen worden aangemerkt. Dit wordt afgewezen en verzoekster krijgt een boete. Zij vecht die aan bij de Rb Varna die vaststelt dat verzoekster niet de hoedanigheid van ‘handelaar’ in de zin van de uitvoeringsbepalingen van de wet heeft, en evenmin in de zin van RL 2005/29. Het boetebesluit wordt 22-03-2016 vernietigd. Verweerster gaat in cassatieberoep bij de verwijzende rechter.

IEFBE 2154

Richtlijn OHP verzet zich niet, maar richtlijn elektronische handel en VWEU verzet zich wel tegen reclameverbod voor tandartsen

HvJ EU - CJUE 4 mei 2017, IEFBE 2154; ECLI:EU:C:2017:335 (VVT vzw tegen Vanderborght), https://ie-forum.be/artikelen/richtlijn-ohp-verzet-zich-niet-maar-richtlijn-elektronische-handel-en-vweu-verzet-zich-wel-tegen-rec

HvJ EU 4 mei 2017, IEFbe 2154; LS&R 1448; RB 2844; ECLI:EU:C:2017:335; C‑339/15 (VVT vzw tegen Vanderborght) Reclamerecht. Oneerlijke handelspraktijk. Verzoeker Luc Vanderborght is sinds 1985 gevestigd als erkend tandarts en gespecialiseerd in cosmetische en implantaatbehandelingen. Hij wordt ervan verdacht tussen 1 maart 2003 en 24 januari 2014 reclame te hebben gemaakt voor zijn praktijk door middel van een reclamezuil ‘van onbescheiden afmeting’ en andere verboden reclamepraktijken. HvJ EU:

1) [Richtlijn oneerlijke handelspraktijken] moet aldus worden uitgelegd dat zij zich niet verzet tegen een nationale wettelijke regeling zoals die in het hoofdgeding, die de volksgezondheid en de waardigheid van het beroep van tandarts beschermt door alle reclame voor mond- en tandverzorging op algemene en absolute wijze te verbieden en door bepaalde vereisten van bescheidenheid voor uithangborden van tandartspraktijken vast te stellen.

IEFBE 2148

Duitse BGH over de informatieplicht van een online prijsvergelijkingssite

Duitse jurisprudentie - Jurisprudence allemande 27 apr 2017, IEFBE 2148; (Bestattungspreisvergleich), https://ie-forum.be/artikelen/duitse-bgh-over-de-informatieplicht-van-een-online-prijsvergelijkingssite

BGH 27 april 2017, RB 2841; IEFbe 2148; I ZR 55/16 (Bestattungspreisvergleich) § 5a UWG (Irreführung durch Unterlassen). Informatie dat in een prijsvergelijkingsportaal slechts aanbieders staan die zich verbonden hebben aan portaalaanbieder een provisie te betalen op het moment van de totstandkoming van een overeenkomst, is wezenlijke informatie in de zin van § 5a UWG. Een gebruiker gaat niet uit dat bij een snelle prijsvergelijking slechts aanbieders worden betrokken die provisie betalen bij afsluiting van een contract. Een gebruiker verwacht een prijsvergelijking van alle op het internet beschikbare markten en niet van slechts provisieplichtige selectie van aanbieders.

IEFBE 2129

HvJ EU: Vereiste informatie over handelaar die uitsluitend online verkoopt, moet eenvoudig en snel worden meegedeeld

HvJ EU - CJUE 29 mrt 2017, IEFBE 2129; ECLI:EU:C:2017:243 (Verband Sozialer Wettbewerb tegen DHL Paket), https://ie-forum.be/artikelen/hvj-eu-vereiste-informatie-over-handelaar-die-uitsluitend-online-verkoopt-moet-eenvoudig-en-snel-wor

HvJ EU 29 maart 2017, RB 2833; IEFbe 2129; ECLI:EU:C:2017:243; C-146/16 (Verband Sozialer Wettbewerb tegen DHL Paket) Oneerlijke handelspraktijken – Reclame in een gedrukt medium – Weglaten van essentiële informatie – Toegang tot die informatie via de internetsite waar de betrokken producten worden verdeeld – Producten verkocht door de persoon die de advertentie heeft gepubliceerd of door derden. HvJ EU:

Artikel 7, lid 4 [OHP-richtlijn], moet aldus worden uitgelegd dat met een reclameadvertentie als in het hoofdgeding, die onder het begrip „uitnodiging tot aankoop” in de zin van die richtlijn valt, aan de in die bepaling voorziene informatieverplichting kan worden voldaan. Het staat aan de verwijzende rechter om, per geval, na te gaan of de beperkingen qua ruimte in de reclametekst rechtvaardigen dat informatie over de leverancier uitsluitend op het onlineverkoopplatform ter beschikking wordt gesteld, en voorts, in voorkomend geval, of de door artikel 7, lid 4, onder b), van die richtlijn vereiste informatie inzake het onlineverkoopplatform eenvoudig en snel wordt meegedeeld.

IEFBE 2120

Vragen aan HvJ EU: Is opnemen bepaalde telefoondiensten op simkaart ongepaste beïnvloeding en agressieve handelspraktijk?

HvJ EU - CJUE 22 sep 2016, IEFBE 2120; (AGCM tegen Wind Telecomunicazioni; en tegen Vodafone Omnitel), https://ie-forum.be/artikelen/vragen-aan-hvj-eu-is-opnemen-bepaalde-telefoondiensten-op-simkaart-ongepaste-be-nvloeding-en-agressi

Prej. vragen aan HvJ EU 22 september 2016, IEFbe 2120; IT 2250; RB 2829; C-54/17 - 1 (AGCM tegen Wind Telecomunicazioni) en C-55/17 (AGCM tegen Vodafone Omnitel) Verzoeksters zijn telecombedrijven. Verweerster AGCM (ITA NMa) heeft een handelwijze van verzoeksters bestaande in de activering van diensten (het instellen van een internet- en voicemaildienst) op simkaarten voor mobiele telefoons zonder dat de consumenten van tevoren daarover waren geïnformeerd en zonder dat zij daarvoor toestemming hadden gegeven, zodat zij niet wisten dat hun eventueel kosten in rekening konden worden gebracht, bij besluit van 06-03-2012 als agressieve handelspraktijk aangemerkt en beboet. Verzoeksters zijn daartegen opgekomen bij de bestuursrechter Lazio wegens onbevoegdheid van verweerster. De Rb wijst het beroep 18-02-2013 toe. De bevoegdheid om niet-gevraagde levering van diensten te bestraffen zou uitsluitend aan AGCOM (de CommunicatieAut) toekomen. Verweerster gaat in beroep en stelt dat de Rb het specialiteitsbeginsel onjuist heeft uitgelegd. De zaak ligt nu voor bij de ITA RvS.

IEFBE 2073

Hof: Als gevolg van de misleiding, vanuit een zeker gevoel van herkenning, vraagtekensigaretten willen kopen

Hoven van Beroep - Cours d'Appel 23 jan 2017, IEFBE 2073; ((Tabacofina en Britisch American Tobacco tegen Torrekens Tobacco en Landewyck)), https://ie-forum.be/artikelen/hof-als-gevolg-van-de-misleiding-vanuit-een-zeker-gevoel-van-herkenning-vraagtekensigaretten-willen

Hof van beroep Antwerpen 23 januari 2017, IEFbe 2073 (Tabacofina en Britisch American Tobacco tegen Torrekens Tobacco en Landewyck) Handelspraktijken. Het hof stelt vast dat het gebruik van "Since 1935", "C'est du belge" (FR), "Van bij ons" (NL), "Le Mélange Belge original pour un goût intense et authentique" (FR), "De originele Belgische mengeling met een intense en authentieke smaak" (NL) op de productverpakking met het vraagteken, alsook in reclame en communicatie een verboden en misleidende praktijk uitmaakt in de zin van artikelen VI.95, VI97, en VI.105.1.a WER. En het vraagtekenpakje, inclusief de blauwe en gouden variant inbreuk maakt op VI.95 en VI104 WER. Staking en vernietiging wordt bevolen. Arrest moet gepubliceerd wroden in vijf kranten met nationale spreiding. Vergelijk IEFbe 1680, IEFbe 1240, IEFbe 1639.

IEFBE 2035

HvJ EU: Een piramidespel is ook een handelspraktijk indien er slechts indirecte band bestaat tussen nieuwe en bestaande leden

HvJ EU - CJUE 15 dec 2016, IEFBE 2035; ECLI:EU:C:2016:958 (Loterie Nationale – Nationale Loterij NV), https://ie-forum.be/artikelen/hvj-eu-een-piramidespel-is-ook-een-handelspraktijk-indien-er-slechts-indirecte-band-bestaat-tussen-n

HvJ EU 15 december 2016, RB 2798; IEFbe 2035; C-667/15; ECLI:EU:C:2016:958 (Loterie Nationale – Nationale Loterij NV) Oneerlijke handelspraktijken van ondernemingen jegens consumenten – Misleidende handelspraktijk – Piramidesysteem – Door nieuwe leden verrichte betalingen en door de bestaande leden ontvangen vergoedingen – Indirecte financiële band. HvJ EU:

Punt 14 van bijlage I bij [„richtlijn oneerlijke handelspraktijken”] moet aldus worden uitgelegd dat op grond van deze bepaling een handelspraktijk ook als een „piramidesysteem” kan worden gekwalificeerd indien er slechts een indirecte band bestaat tussen de door nieuwe leden van een dergelijk systeem verrichte betalingen en de door de bestaande leden ontvangen vergoedingen.
IEFBE 2001

HvJ EU: Geen nieuwe conformiteitsbeoordeling EG-markering door parallelimporteur

HvJ EU - CJUE 24 nov 2016, IEFBE 2001; ECLI:EU:C:2016:903 (Lohmann & Rauscher tegen BIOS), https://ie-forum.be/artikelen/hvj-eu-geen-nieuwe-conformiteitsbeoordeling-eg-markering-door-parallelimporteur

HvJ EU 24 november 2016, IEF 16393; IEFbe 2001; LS&R 1395; ECLI:EU:C:2016:903; C‑662/15 (Lohmann & Rauscher tegen BIOS) Medische hulpmiddelen – Hulpmiddel van klasse I (chirurgisch wondverband) dat door de fabrikant aan een conformiteitsbeoordelingsprocedure werd onderworpen – Parallelimport – Toevoeging op de etikettering van gegevens betreffende de importeur – Aanvullende conformiteitsbeoordelingsprocedure. HvJ EU:

Artikel 1, lid 2, onder f), en artikel 11 van Medischehulpmiddelenrichtlijn 93/42/EEG moeten aldus worden uitgelegd dat zij niet voorschrijven dat een parallelimporteur van een medisch hulpmiddel als in het hoofdgeding, dat voorzien is van een EG-markering en waarvoor een conformiteitsbeoordeling in de zin van voormeld artikel 11 is uitgevoerd, een nieuwe beoordeling dient uit te voeren om de conformiteit te attesteren van de informatie die zijn identificatie mogelijk maakt en die hij toevoegt aan de etikettering van dat hulpmiddel om het in de lidstaat van invoer in de handel te brengen.

IEFBE 1956

Arrêt envoyée par Kristof Neefs, Altius.

La description du procédé à mettre en œuvre ne peut être assimilée à une utilisation ou une offre d'utilisation dudit procédé

Brussel - Bruxelles 4 feb 2016, IEFBE 1956; (Franki contre Infrabel), https://ie-forum.be/artikelen/la-description-du-proc-d-mettre-en-uvre-ne-peut-tre-assimil-e-une-utilisation-ou-une-offre-d-utilisa

Cour d'appel Bruxelles 4 février 2016, IEFbe 1956 (Franki contre Infrabel) Marché public. Adjudication publique. Brevets belges pour un 'procédé et dispositif de construction dans le sol de parois verticales partant d'un conduit souterrain'. Durée de validité expirée. Contrefaçon (non). Concurrence déloyale (non). Adjudication irrégulière (non). La cour reçoit l'appel mais le dit non fondé. La cour condamne la SA Franki Construct à payer à Infrabel l'indemnité de procédure d'appel de 16.500,00 €.

7. En l'espèce, la SA Franki n'établit pas qu'Infrabel a fait usage ou offert d'utiliser le procédé breveté au sens de la loi. La description du procédé à mettre en oeuvre - à supposer qu'il s'aggissait du procédé breveté par la SA Franki, ce que Infrabel conteste - ne peut être assimilée à une utilisation ou une offre d'utilisation dudit procédé. (...)

Concernant les soumissionnaires - qui ne sont du reste pas parties à l'instance - il n'est pas établi qu'ils auraient déposé leur offre avant l'expiration de la durée de validité du brevet de la SA Franki.

Enfin, le calendrier choisi par Infrabel n'implique pas un raccourcissement de la durée de protection conférée aux brevets comme le soutient la SA Franki; c'est au contraire la thèse défendue par cette dernière qui tend à l'allonger artificiellement.

IEFBE 1916

HvJ EU: Koppelverkoop van een computer met voorgeïnstalleerde software is geen oneerlijke handelspraktijk

HvJ EU - CJUE 7 sep 2016, IEFBE 1916; ECLI:EU:C:2016:633 (Deroo-Blanquart tegen Sony), https://ie-forum.be/artikelen/hvj-eu-koppelverkoop-van-een-computer-met-voorge-nstalleerde-software-is-geen-oneerlijke-handelsprak

HvJ EU 7 september 2016, IEFbe 1916; IT 2125; RB 2773; ECLI:EU:C:2016:633; C-310/15 (Deroo-Blanquart tegen Sony) Koppelverkoop. Oneerlijke handelspraktijk. Verzoeker Vincent Deroo-Blanquart koopt in december 2008 een computer met voorgeïnstalleerde software bij verweerster Sony France (nu Sony Europe). Hij vraagt verweerster tevergeefs terugbetaling van de kosten van de meegeleverde software en begint een procedure. Hij stelt dat dit verboden koppelverkoop is, een oneerlijke handelspraktijk. HvJ EU: Een handelspraktijk bestaande in de verkoop van een computer met voorgeïnstalleerde software zonder de mogelijkheid voor de consument om hetzelfde model computer zonder voorgeïnstalleerde software te kopen, vormt als zodanig geen oneerlijke handelspraktijk:

1) Een handelspraktijk bestaande in de verkoop van een computer met voorgeïnstalleerde software zonder de mogelijkheid voor de consument om hetzelfde model computer zonder voorgeïnstalleerde software te kopen, vormt als zodanig geen oneerlijke handelspraktijk in de zin van artikel 5, lid 2, van richtlijn 2005/29/EG van het Europees Parlement en de Raad van 11 mei 2005 betreffende oneerlijke handelspraktijken van ondernemingen jegens consumenten op de interne markt en tot wijziging van richtlijn 84/450/EEG van de Raad, richtlijnen 97/7/EG, 98/27/EG en 2002/65/EG van het Europees Parlement en de Raad en van verordening (EG) nr. 2006/2004 van het Europees Parlement en de Raad („richtlijn oneerlijke handelspraktijken”), tenzij een dergelijke praktijk in strijd zou zijn met de vereisten van professionele toewijding en het economische gedrag van de gemiddelde consument met betrekking tot dat product wezenlijk verstoort of kan verstoren, wat aan de nationale rechter toekomt om te beoordelen rekening houdend met de bijzondere omstandigheden van het hoofdgeding.

2) In het kader van een gezamenlijk aanbod bestaande in de verkoop van een computer met voorgeïnstalleerde software, vormt het ontbreken van een prijsaanduiding voor elk van de voorgeïnstalleerde softwareprogramma’s geen misleidende handelspraktijk in de zin van artikel 5, lid 4, onder a), en artikel 7 van richtlijn 2005/29.