29 jun 2017
Kopieer citeerwijze ||
Europamur tegen Dirección General de Consumo, Comercio y Artesanía de la Comunidad Autónoma de la Región de Murcia
Conclusie AG: OHP-richtlijn verzet zich tegen nationaal verbod verkoop met verlies, ook voor groothandelaren
Conclusie AG HvJ EU 29 juni 2017, RB 2907; IEFbe 2231; ECLI:EU:C:2017:506; zaak C-295/16 (Europamur tegen Dirección General de Consumo, Comercio y Artesanía de la Comunidad Autónoma de la Región de Murcia) Bescherming van de consument – Richtlijn 2005/29/EG – Oneerlijke handelspraktijken van ondernemingen jegens consumenten – Groothandelsonderneming die verkoopt aan de detailhandel – Bevoegdheid van het Hof – Nationale wetgeving die op algemene wijze verkoop met verlies verbiedt. Conclusie AG:
Richtlijn 2005/29/EG van het Europees Parlement en de Raad van 11 mei 2005 betreffende oneerlijke handelspraktijken van ondernemingen jegens consumenten op de interne markt en tot wijziging van richtlijn 84/450/EEG van de Raad, richtlijnen 97/7/EG, 98/27/EG en 2002/65/EG van het Europees Parlement en de Raad en van verordening (EG) nr. 2006/2004 van het Europees Parlement en de Raad (‚richtlijn oneerlijke handelspraktijken’) moet aldus worden uitgelegd dat zij zich verzet tegen een nationale wettelijke regeling als die welke in het hoofdgeding aan de orde is, die een algemeen verbod behelst om goederen met verlies te koop aan te bieden of te verkopen en voorziet in gronden voor afwijking van dit beginsel die zijn gebaseerd op criteria die niet in deze richtlijn zijn opgenomen.
Gestelde vragen [MinBuza]:
Moet richtlijn 2005/29/EG1 betreffende oneerlijke handelspraktijken aldus worden uitgelegd dat zij zich verzet tegen een nationale bepaling als artikel 14 van wet 7/1996 van 15 januari 1996 op de detailhandel, die strenger is dan die richtlijn aangezien verkoop met verlies in die bepaling zonder meer wordt verboden, ook voor groothandelaren, op de grond dat een dergelijk handelwijze een bestuurlijke overtreding oplevert, waarvoor dus een sanctie wordt opgelegd, ermee rekening houdende dat de Spaanse wet niet alleen strekt tot regeling van de markt, maar ook tot bescherming van de belangen van de consument?
Moet richtlijn 2005/29/EG aldus worden uitgelegd dat zij zich verzet tegen artikel 14 van wet 7/1996 ook al kan er op grond van die nationale bepaling een uitzondering worden gemaakt op het algemene verbod en met verlies worden verkocht wanneer (i) de overtreder aantoont dat met verlies wordt verkocht om dezelfde prijzen te hanteren als een of meer concurrenten die zijn verkoop aanzienlijk kunnen beïnvloeden, of (ii) het beperkt houdbare producten betreft die op het punt van bederven staan?