Octrooi voor presentatiesysteem ClickShare niet nieuw en inventief

Rechtbank Den Haag 9 december 2020, IEF 19656, IEFbe 3159; ECLI:NL:RBDHA:2020:12547 (Barco NV tegen Delta Electronics) Octrooirecht. Barco is een onderneming die onder meer presentatiehulpmiddelen op de markt brengt. Barco is daarbij houdster van Europees octrooi EP 668, voor een “Electronic tool and methods for meetings”. In het presentatiesysteem ‘ClickShare’ brengt Barco onderdelen op de markt waarin EP 668 wordt toegepast. Delta NL houdt zich bezig met de ontwikkeling en handel in elektrische systemen en apparaten. Sinds augustus 2017 brengt zij onderdelen van een presentatiesysteem, onder de naam ‘NovoConnect’, op de Europese markt. Net als bij 'Clickshare' maakt het systeem het mogelijk voor deelnemers aan een vergadering om beeldmateriaal op hun computer te delen met andere deelnemers, via een centraal presentatiescherm. Daarnaast heeft Barco het uiterlijk van haar ClickShare Button als Gemeenschapsmodel geregistreerd. Barco vordert een verbod op inbreuk op EP 668 en een verbod op inbreuk op het model. Delta voert verweer en vordert nietigverklaring van het octrooi en doet een beroep op het vormgevingserfgoed. De conclusies van EP 668 zouden in het licht van oudere modellen niet nieuw, althans niet inventief zijn. Geoordeeld wordt dat het oudere systeem de kenmerken van de conclusie 1 van EP 668 al heeft geopenbaard. Het in conclusie 2 geclaimde kenmerk wordt ook afgewezen, omdat het kenmerk niet als uitvinding kan worden aangemerkt. Daarnaast wordt geoordeeld dat het model een andere algemene indruk wekt ten opzichte van het vormgevingserfgoed. Barco wordt als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten veroordeeld, waarvan de hoogte in redelijkheid wordt gematigd tot een bedrag van 160.000,-.
Vertaalbureau Hendriks & James stelt zich voor

Nynke Hendriks & Ian James Gaukroger zijn de oprichters van juridisch vertaalbureau Hendriks & James. Hun bureau is inmiddels bijna 20 jaar in Amsterdam gevestigd en telt vele internationale advocatenkantoren tot zijn klantenkring. Zij vertalen uitsluitend juridische stukken Nederlands/Engels v.v. en zijn onder meer gespecialiseerd in vertalingen op het gebied van IE (www.hendriks-james.nl).
Wat vertalen jullie het liefst?
Nynke: Ik ben afgestudeerd op de octrooirechtelijke bepalingen van het TRIPs-verdrag en ben nog steeds graag bezig met octrooiteksten. En wetsbepalingen vind ik mooi om te vertalen omdat er geen woord te veel in staat. Elk woord is gewogen.
Ian: Ik vind de manier waarop rechters denken altijd interessant. Hun logica en de manier waarop een gevolgtrekking tot stand komt: ‘Het feit dat … betekent niet dat…’.
Wiggin in Brussel verwelkomt Carina Gommers en Carl De Meyer

Media, technologie en intellectueel eigendom advocatenkantoor Wiggin versterkt haar kantoor in Brussel met de komst van de toonaangevende IE-specialisten Carina Gommers en Carl De Meyer, samen met twee extra teamleden, Eva De Pauw en Eleni Foscolos. De verhuizing weerspiegelt de aanhoudende groei van en investering in Wiggin's intellectuele eigendomspraktijk in het VK en de EU.
Lees verder.
HvJ EU: besluit Europese Commissie over mededinging nietig verklaard

HvJ EU 9 december 2020, IEF 19638, IT 3353, IEFbe 3156; ECLI:EU:C:2020:1007 (Groupe Canal+ tegen Europese Commissie) Mededinging. Televisiedistributie. Uit het persbericht: het Hof verklaart een besluit van de Commissie nietig waarbij toezeggingen verbindend worden verklaard die door een onderneming zijn gedaan om de mededinging op de markten in stand te houden. De omstandigheid dat de medecontractanten van een onderneming die heeft toegezegd om bepaalde contractuele clausules niet na te komen, zich tot de nationale rechter kunnen wenden, kan de gevolgen van dat besluit van de Commissie voor de contractuele rechten van die medecontractanten niet opheffen.
SABAM maakt geen misbruik van feitelijke machtspositie

HvJ EU 25 november 2020, IEF 19620, IEFbe 3155; ECLI:EU:C:2020:959 (SABAM tegen Weareone.world en Wecandance) Vervolg op [IEF 18572]. Sabam is een beheermaatschappij voor auteursrechten en heeft het recht een vergoeding te vragen voor het gebruik van haar repertoire. Weareone.World en Wecandance organiseren festivals waaronder Tomorrowland en Wecandance. In lijn met de conclusie van de A-G beslist het Hof dat SABAM geen misbruik maakt van haar feitelijke machtspositie door een auteursrechtelijke vergoeding te vragen die wordt gebaseerd op de bruto-ontvangsten van de ticketverkoop. Wel wordt het aan de nationale rechter overgelaten om per geval te oordelen of er geen alternatieve methoden bestaan om de daadwerkelijk uitgevoerde muziekwerken te identificeren. Hiermee zou een passender evenwicht kunnen worden bereikt tussen het belang van de bescherming van de auteurs en het belang van de gebruikers van die werken.
Artikel ingezonden door Maarten Russchen, Russchen advocatuur.
Maarten Russchen: muziek in audio-visuele productie is geen fonogram

Op 18 november 2020 heeft het Hof van Justitie in de zaak Atresmedia/Agedi [IEF 19610] bepaald dat een geluidsopnamen zijn status als “fonogram” verliest wanneer het wordt opgenomen in een audio-visueel werk. De uitspraak is nog vers, maar lijkt mij verstrekkende gevolgen te hebben voor de praktijk.
In Nederland ontvangen de producenten en muzikanten die meewerken aan het maken van de geluidsopname een vergoeding van SENA wanneer de muziek op TV wordt uitgezonden. Meestal staat de muziek dan niet alleen, maar is onderdeel geworden van een audio-visueel werk. Dat geldt bijvoorbeeld ook voor muziek bij TV-reclames. De uitvoerige jurisprudentie over de vergoeding die SENA zou moeten betalen voor TelSell reclames is niet meer relevant, want deze uitspraak van het Hof van Justitie betekent dat er helemaal geen recht is op een vergoeding van SENA. Die vergoeding ziet namelijk op verspreiding van fonogrammen.
VMC webinar over desinformatie

Vrijdagmiddag 11 december 2020, 15.00-17.00 uur - Online
Iedereen kan in een oogwenk content online zetten. Ongefilterd en desgewenst anoniem. Een deel van die content is helaas onrechtmatig. Maar wat online staat is niet eenvoudig weg te krijgen.
De hoeveelheid desinformatie over COVID-19 neemt met de dag toe. Dit kan tot maatschappelijke ontwrichting leiden wanneer grote groepen mensen gaan geloven in complottheorieën en zich daardoor niet langer aan de richtlijnen van de overheid willen houden.
Denk ook aan het verspreiden van politieke advertenties waarbij de afzender zich niet bekend maakt. Advertenties die er uitzien als nieuws en worden gericht op zorgvuldig geselecteerde doelgroepen. Met de Amerikaanse presidentsverkiezingen van 3 november 2020 achter de rug en met het oog op de Nederlandse parlementsverkiezingen van 17 maart 2021 is dit onderwerp belangrijker dan ooit.
‘Notice and takedown’ werkt in de praktijk onvoldoende. Welke praktische en juridische instrumenten kunnen desinformatie indammen? Wat is de juridische stand van zaken? Welke ontwikkelingen zijn er in regulering en zelfregulering?
Invulling van het AVG toestemmingsvereiste

HvJ EU 11 november 2020, IT 3338, IEFbe 3153; ECLI:EU:C:2020:901 (Orange Romania tegen ANSPDCP) Privacyrecht. Telecomrecht. Orange Romania levert mobiele telecommunicatiediensten op de Roemeense Markt. De Roemeense toezichthoudende autoriteit voor de verwerking van persoonsgegevens heeft een geldboete opgelegd aan Orange Romania, wegens het verzamelen en bewaren van kopieën van identiteitsbewijzen van haar klanten, zonder geldige toestemming. De Roemeense rechter heeft naar aanleiding hiervan prejudiciële vragen gesteld aan het HvJ EU. Geoordeeld wordt dat op grond van art. 4 lid 11 en art. 6 lid 1 sub a AVG, het de verantwoordelijkheid van de verwerker is om aan te tonen dat de betrokkene met een actieve gedraging blijk heeft gegeven van zijn toestemming voor de verwerking van zijn persoonsgegevens en dat de betrokkene vooraf op de juiste wijze is geïnformeerd. Een overeenkomst waarin een beding is opgenomen dat de betrokkene in kennis is gesteld en toestemming heeft gegeven, kan niet aantonen dat de betrokkene op geldige wijze toestemming heeft gegeven wanneer 1) het vakje van het beding vooraf door de verwerkingsverantwoordelijke is ingevuld, 2) het beding de betrokkene kan misleiden omtrent de mogelijkheid om de overeenkomst te sluiten zonder toestemming te geven voor de verwerking van zijn gegevens of 3) de vrije keuze om zich te verzetten tegen het verzamelen van gegevens onnodig wordt aangetast, doordat geëist wordt dat de betrokkene een aanvullend formulier invult waaruit die weigering blijkt.
Geen billijke vergoeding voor fonogram in audiovisueel werk

HvJ EU 18 november 2020, IEF 19610, IEFbe 3152; ECLI:EU:C:2020:935 (Atresmedia tegen AGEDI en AIE) Naburige rechten. Prejudiciële verwijzing. Atresmedia heeft meerdere televisiezenders. Op deze zenders worden audiovisuele werken uitgezonden waarin fonogrammen zijn opgenomen. AGEDI en AIE zijn entiteiten die respectievelijk de intellectuele eigendomsrechten van producenten van fonogrammen en die van uitvoerende kunstenaars beheren. In 2010 hebben deze entiteiten een vordering ingesteld tot veroordeling van Atresmedia tot betaling van een schadevergoeding wegens de mededeling aan het publiek van voor handelsdoeleinden uitgegeven fonogrammen of van reproducties daarvan. Zij menen dat de door Atresmedia verrichte mededeling aan het publiek van audiovisuele werken recht geeft op de enkele billijke vergoeding waarin de richtlijnen betreffende bepaalde naburige rechten voorzien.
Uitspraak ingezonden door Gert-Jan van den Bergh en Auke van Hoek, Bergh Stoop & Sanders, en Berber Brouwer, Walden Law.
Modelregistratie waterballonvuller terecht nietig verklaard

Gerecht EU 18 november 2020, IEF 19589, IEFbe 3150; ECLI:EU:T:2020:543 (Tinnus Enterprises tegen EUIPO) Modellenrecht. Het Gerecht van de Europese Unie heeft bevestigd dat zowel de Invalidity Division als de Boards of Appeal van het EUIPO terecht de ongeldigheid hebben uitgesproken van de modelregistratie van Tinnus voor een waterballonvuller (fluid distribution equipment), omdat alle kenmerken van het model uitsluitend door de technische functie zijn bepaald. Het Gerecht verwijst naar de DOCERAM-uitspraak van het HvJ EU [IEF 17542] en zie ook [IEF 17701] en [IEF 18001], waarin de ‘multiplicity of forms’ theorie is afgewezen en bevestigd dat het bestaan van technische alternatieven niet betekent dat het model niet technisch is bepaald. Alle objectieve factoren moeten daarbij worden meegenomen, waaronder het bestaan van een octrooi voor hetzelfde product. Een getuigenverklaring van de ontwerper kan niet als objectieve factor worden aangemerkt.