Uitspraak ingezonden door Martijn de Lange, Octrooicentrum Nederland.
HvJ EU: uitleg verordening voor aanvullende beschermingscertificaten
HvJ EU 9 juli 2020, IEF 19314, LS&R 1840, IEFbe 3097; ECLI:EU:C:2020:531 (Santen) Artikel 3 d), van Verordening (EG) 469/2009 moet als volgt worden uitgelegd: een handelsvergunning kan niet worden beschouwd als de eerste handelsvergunning in de zin van deze bepaling, wanneer deze betrekking heeft op een nieuwe therapeutische toepassing van een actief ingrediënt of een combinatie van actieve ingrediënten, waarvoor al een handelsvergunning is verleend voor een andere therapeutische toepassing.
Het is voor de 2e keer in de geschiedenis - de eerste keer was C-121/17 [IEF 17872] - dat het Hof als Grand Chamber een uitspraak deed over de ABC-Verordening. De reden daarvoor was de spanning die bestond tussen een aantal uitspraken aan het begin van de eeuw en de beruchte uitspraak in de zaak Neurim in 2012. Het Hof neemt nu expliciet afstand van de redenatie in Neurim.
Uitspraak ingezonden door Michaël De Vroey, BakerMcKenzie.
Merkenrechtinbreuk ESSENTIALS FOG op ESSENTIEL
Nederlandstalige Ondernemingsrechtbank Brussel 13 februari 2020, IEFbe 3095; A/19/02799 (Kadine tegen FOG en PacSun) Merkenrecht. Kadine, een onderneming die kleding verdeelt onder het merk “ESSENTIEL”, verzet zich tegen het gebruik door FOG en PacSun van de benaming “ESSENTIALS (FEAR OF GOD)” in de EU op onder meer kleding, verpakkingen en in reclame op een wijze die bewerkelijk overeenstemt met haar ESSENTIEL-merken. Voor PacSun staat vast dat zij gebruik maakt van het teken in het economisch verkeer in de Benelux. Dit geldt niet voor FOG. Daarnaast is er sprake van overeenstemming van merk en teken: het “ESSENTIEL”-woordmerk en het “ESSENTIALS”-teken zijn in hoge mate visueel, auditief en conceptueel overeenstemmend. Ook gaat het om overeenstemmende waren en is er tenslotte sprake van verwarringsgevaar. Derhalve maakt PacSun inbreuk maakt op de merkenrechten van Kadine overeenkomstig artikel 2.20.2.b BVIE.
Verzoek wijziging vervaldatum kwekersrecht afgewezen
Gerecht EU (zesde kamer) 25 juni 2020, IEF 19304, IEFbe 3094; ECLI:EU:T:2020:289 (Siberia Oriental tegen CPVO) Kwekersrecht. Siberia Oriental verzoekt het Communautair Bureau voor Plantenrassen (CPVO) om wijziging van de vervaldatum van haar communautaire kwekersrecht voor het ras Siberia (van de soort Lilium L.), omdat zij meent dat het CPVO de beschermingstermijn verkeerd heeft berekend. Het CPVO verklaart dit verzoek niet-ontvankelijk, omdat de termijn om beroep in te stellen reeds was verstreken en omdat er geen rechtsgrondslag bestond voor een wijziging. Verzoekster gaat in beroep bij de kamer van beroep van het CPVO, die het beroep eveneens niet-ontvankelijk verklaart. Siberia Oriental verzoekt daarop het Gerecht de beslissing van de kamer van beroep te vernietigen en het CPVO te gelasten de vervaldatum te wijzigen. Deze tweede vordering is niet-ontvankelijk, want het Gerecht kan volgens vaste rechtspraak geen bevelen richten tot het CPVO. Het CPVO moet zelf consequenties verbinden aan het dictum van het Gerecht. Daarnaast moet elk verzoekschrift een summiere uiteenzetting van de aangevoerde middelen inhouden. Derhalve zijn verzoeksters algemene verwijzingen naar de beweringen en memories die zij in de procedure voor de kamer van beroep van het CPVO heeft gedaan en ingediend, niet-ontvankelijk. Een verzoek tot heronderzoek van een beslissing die niet binnen de gestelde termijn is bestreden kan enkel worden gerechtvaardigd door nieuwe belangrijke feiten. Verzoekster beroept zich niet op dergelijke wezenlijke nieuwe feiten, dus haar verzoek tot wijziging van de vervaldatum wordt niet gestaafd.
Uitspraak ingezonden door Michaël De Vroey, BakerMcKenzie.
Oneerlijke handelspraktijken en slechtmaking in voedingsmiddelenindustrie
Nederlandstalige Ondernemingsrechtbank Brussel 9 april 2020, IEF 19303, IEFbe 3093; A/19/00514 (Halal bouillonblokjes) Unilever produceert halal bouillonblokjes van het merk Knorr. Dit product wordt in de regel door Casa Foods verdeeld op de Europese markt. Tussen juni en september 2018 kocht ook Mondial Negoce deze bouillonblokjes bij Unilever en verkocht ze door aan MNS, die ze verdeelde in België. Casa Foods stelt dat op een grootverpakking een sticker over haar naam is geplakt waar op staat dat MNS de producten verdeelt in België. Casa Food stelt dat Mondial Negoce en MNS zich schuldig maken aan oneerlijke handelspraktijken, handelsnaaminbreuk en aan derde-medeplichtigheid omdat zij zouden meewerken aan een schending van haar distributieovereenkomst met Unilever Maghreb. Er is sprake van een schending van Verordening 1169/2011, omdat MNS producten in de handel aanbiedt waarop noch de naam van Mondial Negoce noch de naam van Casa Food vermeld zijn. Ook de tegenvordering van Mondial Negoce en MNS is gegrond. Door afnemers van Mondial Negoce en MNS berichten te sturen die afbreuk doen aan hun reputatie, maakt Casa Food zich schuldig aan slechtmaking.
Uitspraak ingezonden door Anniek Schalekamp, BRight Advocaten.
Wijziging domeinnaamhouder door identiek gebruik van merknaam
WIPO 18 juni 2020, IEF 19301, IEFbe 3092; DNL2020-0017 (KvK tegen Spain Build, Vliet B.V. en Dragos Dragi) Merkenrecht. Verweerders gebruiken domeinnamen met daarin hetzelfde merk als dat van de Kamer van Koophandel (kvk-uittreksel.nl, kvk-uittreksels.nl en uittreksels-kvk.nl), gelinkt aan websites waarop identieke, dan wel soortgelijke diensten worden aangeboden. Hierdoor ontstaat verwarringsgevaar. Het publiek zou ten onrechte kunnen denken dat de websites gelieerd zijn aan of worden beheer door de Kamer van Koophandel en dat de uittreksels die worden verstrekt afkomstig zijn van de Kamer van Koophandel. Daarnaast hebben verweerders geen recht op of legitiem belang bij de domeinnamen. Tot slot hebben verweerders de domeinnamen te kwader trouw geregistreerd en gebruikt, omdat zij de domeinnamen gebruikten om commercieel voordeel te behalen. De Geschillenbeslechter beveelt derhalve wijziging van de domeinnaamhouder van de domeinnamen, zodat de Kamer van Koophandel domeinnaamhouder van kvk-uittreksel.nl, kvk-uittreksels.nl en uittreksels-kvk.nl wordt.
Europees bureau onderzoekt COVID-19 gerelateerde namaakproducten
Het Europees Bureau voor Fraudebestrijding OLAF is in maart een onderzoek gestart naar de invoer van COVID-19 gerelateerde namaakproducten. Sinds de corona-uitbraak is er een enorme vraag naar mondkapjes, testkits, maskers en ontsmettingsmiddelen. Deze wereldwijde vraag heeft geleid tot de productie van en illegale handel in COVID-19 gerelateerde namaakproducten die bescherming zouden bieden tegen het virus. Deze namaakproducten voldoen vaak echter niet aan de veiligheidsvoorschriften die gelden voor sommige productcategorieën en vormen zo juist een potentiële bedreiging voor de gezondheid van de gebruiker. OLAF en de Douane werken samen om te voorkomen dat deze gevaarlijke namaakproducten de EU binnenkomen. Inmiddels zijn al ruim 340 bedrijven geïdentificeerd die - al dan niet als tussenpersoon - handelen in COVID-19 gerelateerde namaakproducten. Behalve dat deze producten een potentiële bedreiging vormen voor de gezondheid van de gebruiker, kan er door de import van namaakproducten inbreuk gemaakt worden op intellectuele eigendomsrechten van anderen.
HvJ EU: onjuiste rechtsopvatting van het Gerecht
HvJ EU 18 juni 2020, IEF 19284, IEFbe 3089; ECLI:EU:C:2020:489 (Primart tegen EUIPO) Merkenrecht. Primart diende op 27 februari 2015 een Uniemerkaanvraag in bij het EUIPO voor een beeldteken, welke op 3 februari 2015 werd gepubliceerd. Op vordering van het Spaanse merk PRIMA, wees het EUIPO de Uniemerkaanvraag van Primart uiteindelijk af. Primart vordert daarop vernietiging van de beslissing van het EUIPO bij het Gerecht, maar deze vordering wordt verworpen. In dit arrest verzoekt Primart bij het Europees Hof van Justitie om vernietiging van het arrest van het Gerecht. Zij voert hiertoe aan dat het Gerecht had moeten oordelen dat het oudere merk (PRIMA) een gering intrinsiek onderscheidend vermogen heeft, omdat de betekenis van het woord “prima” een algemeen bekend feit is. Derhalve kan geen sprake zijn van verwarringsgevaar. Daarnaast voert rekwirante aan dat het Gerecht artikel 76 lid 1 van Verordening 207/2009 heeft geschonden door haar argumenten betreffende het geringe onderscheidend vermogen van het oudere merk niet-ontvankelijk te verklaren op grond dat deze argumenten voor het eerst voor het Gerecht worden aangevoerd. De kamer van beroep heeft ambtshalve uitspraak gedaan over het intrinsieke onderscheidend vermogen van het oudere merk, waardoor rekwirante in staat moest worden gesteld hierop te reageren. Het Hof van Justitie stelt haar in het gelijk. Het Gerecht heeft blijk gegeven van een onjuiste rechtsopvatting door de argumenten van rekwirante betreffende het vermeende geringe onderscheidend vermogen van het oudere merk PRIMA niet-ontvankelijk te verklaren op grond dat deze argumenten voor het eerst voor het Gerecht waren aangevoerd. Het bestreden arrest wordt derhalve vernietigd en terugverwezen naar het Gerecht.
VMC webinar Corona apps - how-to (not) make one
Sinds de uitbraak van het nieuwe coronavirus is het maatschappelijk en economisch leven op zijn kop gezet. Om een te snelle verspreiding van het virus te remmen zijn er ongeëvenaarde vrijheidsbeperkingen opgelegd. Totdat er een vaccin of behandeling is lijkt het onwaarschijnlijk dat het leven snel weer wordt ‘zoals het was’.
Om in de tussentijd de verdere verspreiding van het virus zo goed als mogelijk te beheersen, zo veel mogelijk vrijheid terug te geven aan mensen, en nieuwe grootschalige uitbraken te voorkomen, worden wereldwijd tal van maatregelen getroffen of overwogen. Eén daarvan is de inzet van één of meerdere apps. Ter ondersteuning van (zelf)diagnoses, ter ondersteuning van contactonderzoek door GGD’s, of in de meer extreme gevallen ter handhaving van vrijheidsbeperkende maatregelen.
Uitspraak ingezonden door Marleen Splinter, RISE merkenbureau, Sander Verbeek, Good Law, en Robert Sampat, De Geschillenmeester.
EUIPO: nietigverklaring Uniemerk CASA
EUIPO 8 mei 2020, IEF 19275, IEFbe 3088; 34 124 C (Interstyle tegen Casa International) Het Uniemerk toebehorende aan Casa International nv (België) is nietig verklaard door het EUIPO op grond van het beschrijvende karakter van het woord “casa” in relatie tot alle in 2003 door Casa International ingeschreven waren en diensten, alsmede het gebrek aan onderscheidend vermogen. De vordering tot doorhaling was in maart 2019 geïnitieerd namens Interstyle bv, welk bedrijf sinds 2009 reeds handelt onder de handelsnaam “Casa Wonen” te Utrecht.
Uitspraak ingezonden door Tomas Westenbroek, BOIP, en Diederik Stols, Boekx Advocaten.
Geen strijd met ondernemersvrijheid door wettelijk stelsel van Benelux- en nationale merkbescherming
BenGH 15 juni 2020, IEF 19264, IEF 3087; C 2019/5/6 (SPORTS DIRECT) SPORTS DIRECT (hierna: SDC) is in 2009 door het Hof Arnhem-Leeuwarden - op vordering van Sport Direct Holding - verboden de handelsnaam SPORTS DIRECT te gebruiken, omdat het teken inbreuk maakt op de oudere handelsnaam SPORT DIRECT van Sport Direct Holding. Sindsdien gebruikt SDC in Nederland de naam SPORTS WORLD. In 2012 heeft SDC een aanvraag gedaan voor Uniewoordmerk SPORTS DIRECT bij het Benelux-Bureau voor de Intellectuele Eigendom. In 2018 heeft het Benelux-Bureau voorlopig besloten om de aanvraag te weigeren, omdat het teken te beschrijvend is en elk onderscheidend vermogen mist. SDC maakt bezwaar tegen deze weigering. Zij stelt dat het teken SPORTS DIRECT niet beschrijvend is en doet bovendien een beroep op inburgering, waardoor er sprake zou zijn van onderscheidend vermogen. Tot slot stelt SDC dat het wettelijk stelsel, waarbij gekozen is voor één Benelux-merk en een unitair territorium, ervoor zorgt dat haar ondernemersvrijheid (artikel 16 Handvest) ten opzichte van merkhouders in andere EU-landen ernstig wordt belemmerd. Vanwege een plaatselijk recht in Nederland wordt haar feitelijk het recht op merkbescherming in België en Luxemburg ontzegd. Desondanks heeft het Benelux-Bureau in 2019 de aanvraag definitief geweigerd.