IEFBE 3736
25 april 2024
Uitspraak

Modeontwerpster kan merkgebruik verbieden op grond van niet-ingeschreven pseudoniem

 
IEFBE 3735
25 april 2024
Uitspraak

Arrest van Benelux-Gerechtshof over woordmerk NIELSON

 
IEFBE 3734
18 april 2024
Uitspraak

HvC over auteursrechten in beroepsuitoefening advocaat

 
IEFBE 3567

HvJ EU Conclusie A-G: vereniging houders kwekersrechten

HvJ EU - CJUE 27 nov 2022, IEFBE 3567; ECLI:EU:C:2022:847 (MS tegen STV), https://ie-forum.be/artikelen/hvj-eu-conclusie-a-g-vereniging-houders-kwekersrechten

HvJ EU Conclusie A-G 27 oktober 2022, IEF 21065, IEFbe 3567; C‑522/21, ECLI:EU:C:2022:847 (MS tegen STV) STV is een vereniging van houders van kwekersrechten, die door deze houders is belast met de behartiging van hun rechten en in het bijzonder met het in eigen naam uitoefenen van het recht op informatie en het recht op betaling. MS, verzoeker in het hoofdgeding, is een landbouwer, tegen wie in eerste aanleg door STV een vordering is ingesteld om onder meer informatie te verkrijgen over de onrechtmatige aanplanting van het door het Unierecht beschermde wintergerstras "KWS Meridian”. STV heeft betaling gevorderd van een verdergaande schadevergoeding ten bedrage van het viervoud van het gemiddelde bedrag dat in rekening wordt gebracht voor het produceren onder licentie. MS betoogt dat de schade van STV is gecompenseerd door de betaling van de "enkelvoudige” licentievergoeding, in plaats van het bedrag dat verschuldigd is als vergoeding voor aanplanting.

IEFBE 3566

HvJ EU: SodaStream tegen MySoda

HvJ EU - CJUE 27 nov 2022, IEFBE 3566; ECLI:EU:C:2022:834 (SodaStream tegen MySoda), https://ie-forum.be/artikelen/hvj-eu-sodastream-tegen-mysoda

HvJ EU 27 oktober 2022, IEF 21062, IEFbe 3566; C‑197/21, ECLI:EU:C:2022:834 (SodaStream tegen MySoda) SodaStream produceert en verkoopt bruiswatertoestellen waarmee consumenten koolzuurhoudend water en koolzuurhoudende dranken met een smaakje kunnen bereiden uit leidingwater. SodaStream is houder van de Uniemerken en nationale merken SODASTREAM en SODA-CLUB. MySoda verkoopt in Finland onder het merk MySoda bruiswatertoestellen in verpakkingen die doorgaans geen kooldioxidefles bevatten. Sinds juni 2016 biedt MySoda in Finland flessen afgevuld met kooldioxide aan, die compatibel zijn met zowel haar eigen bruiswatertoestellen als die van SodaStream. Sommige van deze flessen werden aanvankelijk door SodaStream in de handel gebracht. SodaStream vordert vaststelling dat MySoda inbreuk maakt op haar merkenrechten. Uiteindelijk komt de zaak bij de Korkein oikeus (hoogste rechter in burgerlijke en strafzaken, Finland), die stelt een viertal prejudiciële vragen aan het Hof. De verwijzende rechter wenst met zijn vier vragen in wezen te vernemen of, en onder welke voorwaarden, de houder van een merk die in een lidstaat waren op de markt heeft gebracht die zijn bestemd om meermaals te worden hergebruikt en te worden nagevuld zich kan verzetten tegen verdere verhandeling van die waren in die lidstaat door een wederverkoper die de flessen heeft nagevuld en het etiket met het oorspronkelijke merk heeft vervangen door een andere etikettering, doch daarbij het oorspronkelijke merk op die waren zichtbaar heeft gelaten. Het Hof oordeelt dat de merkhouder zich in een dergelijke situatie niet tegen de wederverkoper kan verzetten, mits die nieuwe etikettering bij consumenten niet de onjuiste indruk wekt van het bestaan van een economische band tussen de wederverkoper en de merkhouder. Dit verwarringsgevaar dient globaal te worden beoordeeld, aan de hand van de vermeldingen op de waar en op de nieuwe etikettering ervan, alsmede tegen de achtergrond van de distributiepraktijken in de betrokken sector en de mate waarin de consumenten op de hoogte zijn van deze praktijken.

IEFBE 3565

Conclusie A-G: La Quadrature du Net

27 okt 2022, IEFBE 3565; ECLI:EU:C:2022:838 (La Quadrature du Net), https://ie-forum.be/artikelen/conclusie-a-g-la-quadrature-du-net

HvJ EU Conclusie A-G 27 oktober 2022, IEF 21055, IEFbe 3565, IT 4131; ECLI:EU:C:2022:838 (La Quadrature du Net) Zie [IEF 20258]. Vier organisaties die zich inzetten voor rechten en vrijheden op het internet, waaronder La Quadrature du Net, hebben bij de Conseil d’État (hoogste bestuursrechter in Frankrijk) verzocht om nietigverklaring van de stilzwijgende beslissing waarbij de Franse eerste minister hun verzoek tot intrekking van nationale regeling heeft afgewezen. De nationale regeling in kwestie staat toe dat een administratieve instantie die belast is met de bescherming van auteursrechten en naburige rechten tegen op het internet gepleegde inbreuken op deze rechten, toegang heeft tot met IP-adressen overeenkomende identiteit, zodat deze instantie de houders van deze adressen die ervan worden verdacht verantwoordelijk te zijn voor de inbreuken kan identificeren en in voorkomend geval tegen hen kan optreden. De toegang wordt niet vooraf door een rechter of een onafhankelijke bestuurlijke entiteit getoetst. Met zijn eerste en tweede prejudiciële vraag wenst de verwijzende rechter te vernemen of het Unierecht zich tegen een dergelijke nationale regeling verzet. A-G Szpunar concludeert dat het Unierecht zich niet tegen een dergelijke nationale regeling verzet wanneer die gegevens het enige onderzoeksmiddel vormen met behulp waarvan de persoon kan worden geïdentificeerd aan wie dat adres was toegewezen op het moment waarop het strafbare feit werd gepleegd.

IEFBE 3564

IE-rechten Bokmerk niet geschonden

Nederlandse jurisprudentie - Jurisprudence néerlandaise 19 okt 2022, IEFBE 3564; ECLI:NL:RBDHA:2022:10739 (Bokmerk tegen gedaagden ), https://ie-forum.be/artikelen/ie-rechten-bokmerk-niet-geschonden

Rb Den-Haag 19 oktober 2022, IEF 21048, IEFbe 3564; ECLI:NL:RBDHA:2022:10739 (Bokmerk tegen gedaagden) Bokmerk houdt zich bezig met de verkoop van aluminium panelen. Gedaagden 1 en 2 zijn een echtpaar dat een tijd lang middels een licentieovereenkomst exclusief gerechtigd om de Bokmerk-producten binnen het overeengekomen licentiegebied (België) voor eigen rekening en risico te verkopen. De licentieovereenkomst bevat onder meer een verbod om na het einde van die overeenkomst gebruik te  maken van de intellectuele eigendomsrechten en knowhow van Bokmerk, een geheimhoudingsbeding en een non-concurrentiebeding van één jaar na het einde van de overeenkomst. Per 1 maart 2021 is de licentieovereenkomst beëindigd, gedaagden 1 en 2 hebben een nieuwe onderneming opgezet. Gedaagde 3 is een vriend van hen die helpt bij de onderneming. Ook gedaagde 3 heeft in het verleden met Bokmerk samengewerkt. Bokmerk vordert van de 3 gedaagden onder meer dat zij de inbreuk op de IE-rechten van Bokmerk staken. Bokmerk wordt niet-ontvankelijk verklaard in haar vorderingen jegens gedaagde 3 omdat gedaagde 3 onder bewind is gesteld. De rechtbank oordeelt ten aanzien van de vorderingen jegens gedaagden 1 en 2 dat de licentieovereenkomst niet geschonden wordt. Verder oordeelt de rechtbank dat er geen sprake is van onrechtmatige daad, slaafse nabootsing en gebruik van beschermde knowhow. Evenwel is er geen schending van de handelsnaam-, merken- en auteursrechten van Bokmerk.

IEFBE 3563

HvJ EU Conclusie A-G: exploitant streamingsplatform

HvJ EU - CJUE 20 okt 2022, IEFBE 3563; ECLI:EU:C:2022:818 (Grand Production tegen GO4YU), https://ie-forum.be/artikelen/hvj-eu-conclusie-a-g-exploitant-streamingsplatform

HvJ EU Conclusie A-G 20 oktober 2022, IEF 21046, IEFbe 3563; C‑423/21, ECLI:EU:C:2022:818 (Grand Production tegen GO4YU) Verzoekster is een producent van audiovisuele amusementsprogramma’s die op het Servische grondgebied worden uitgezonden door de Servische omroeporganisatie Prva Srpska Televizija. Verweerster exploiteert een streamingplatform waarop krachtens overeenkomsten met de Prva Srpska Televizija de programmering van deze televisieomroep wordt doorgegeven. Dit platform is zowel binnen als buiten het grondgebied van Servië beschikbaar. Verweerster heeft ook een Oostenrijkse dochter, maar zij heeft niet het recht om de programma's buiten het grondgebied van Servië en Montenegro via het internet door te geven. Via een VPN kunnen internetgebruikers echter toch buiten dit grondgebied de programma's bekijken, verweerster weet dit ook. Met zijn eerste prejudiciële vraag wenst de verwijzende rechter te vernemen of de exploitant van een streamingplatform inbreuk maakt op het uitsluitende recht van mededeling indien gebruikers de toegangsblokkering omzeilen door middel van een VPN, zodat beschermde werken beschikbaar zijn op grondgebied waarvoor de exploitant geen toestemming heeft van de auteursrechthebbende. Verder wenst de verwijzende rechter te vernemen of de exploitant van een streamingsplatform inbreuk maakt op het uitsluitende recht van mededeling indien beschermde werken via dat platform zonder beperking op het grondgebied van de Europese Unie beschikbaar waren zonder toestemming van de auteursrechthebbende. A-G Szpunar concludeert dat de exploitant van een streamingsplatform in de eerste situatie geen inbreuk maakt op het  uitsluitende recht van mededeling, in de tweede situatie wel.

IEFBE 3561

Uitspraak ingezonden door Luuk Jonker en Daan Breuking, Holla legal & tax.

Model Puma Creeper nietig verklaard

EUIPO - BHIM - OHMI 11 aug 2022, IEFBE 3561; (Puma tegen Van Hilst), https://ie-forum.be/artikelen/model-puma-creeper-nietig-verklaard

Board of Appeal EUIPO 11 augustus 2022, IEF 21043, IEFbe 3561; R 726/2021-3 (Puma tegen Van Hilst) Zie onderaan dit bericht een drietal interessante uitspraken over de nietigheid van een tweetal modelregistraties van Puma die betrekking hebben op de Puma Creeper, een schoenmodel dat Puma in het verleden op grote schaal heeft verkocht. Puma heeft dit model ook veelvuldig gehandhaafd in het verleden richting marktdeelnemers. Bij beslissing van 18 en 19 maart 2021 heeft het EUIPO de beide modellen van Puma die betrekking hebben op de Puma Creeper (een model van alleen de zool en een model van de hele schoen) al nietig verklaard. Puma is tegen slechts één van de beslissingen in beroep gedaan, namelijk de beslissing die betrekking had op de gehele schoen (inclusief de zool) van de Creeper. De Kamer van Beroep van het EUIPO heeft op 11 augustus 2022 in beroep de nietigheidsbeslissing bevestigd. De modellen van de Puma Creeper zijn nietig verklaard omdat de bekende zangeres Rihanna, die in de betreffende periode tot creative director van Puma werd aangesteld, de betreffende schoenen al voor de start van de ‘grace period’ heeft gedragen en getoond aan het publiek. Een foto van deze ‘disclosure’ waarop Rihanna duidelijk zichtbaar de schoenen draagt, is door Rihanna zelf op haar Instagram-account geplaatst. Die vermelding heeft veel likes en commentaar gekregen en vormt volgens de Derde Kamer van Beroep van het EUIPO al “solid evidence of effective and sufficient disclosure of the prior design.” De uitspraak laat zien dat gebruik in social media belangrijke impact kan hebben op de geldigheid van modellen en is te meer interessant omdat de Kamer van Beroep duidelijke regels/richtlijnen aangeeft voor wanneer dergelijke uitingen via social media kanalen meegenomen mogen worden.

IEFBE 3562

Samenstelling van het Unified Patent Court bekend

Op 19 oktober 2022 zijn de 85 rechters benoemd die plaats zullen nemen in het Unified Patent Court (UPC). Het UPC beslist vanaf begin 2023 over inbreukzaken en nietigheidszaken bij Europese octrooien én unitaire octrooien. Een uitspraak van het UPC zal gelden voor inbreukzaken en nietigheidszaken in alle 17 aangesloten landen.

De samenstelling van 85 rechters bestaat uit 34 jurdisch gekwalificeerde rechters en 51 technisch gekwalificeerde rechters. Het Court of Appeal bestaat uit zeven rechters, waaronder twee uit Nederland; Rian Kalden en Peter BlokMargot Kokke en Edger Brinkman zijn benoemd als rechters in eerste aanleg te Den Haag. Drie Nederlanders zijn benoemd als technisch gekwalificeerde rechters; András Kupecz en Cornelis Schüller op het gebied van biotechnologie en Bernard Ledeboer op het gebied van werktuigbouwkunde. De laatst genoemde drie zijn geselecteerd op basis van hun ervaring met octrooigeschillen in een specifieke sector. 

Het UPC is de eerste rechtbank die uitspraken doet over civiele geschillen met rechtskracht in meerdere landen. De totstandkoming van het UPC wordt dan ook gezien als de belangrijkste ontwikkeling binnen het octrooirecht in de afgelopen 40 jaar.

 

IEFBE 3560

Studiedag AIPPI op 24 november

Dear colleagues,

We are pleased to invite you to our yearly Study Day on Thursday the 24th of November 2022. The theme is: Recent developments in patent, trademark and copyright laws.
Please find enclosed the detailed program, practical information and registration link. If you have any questions, please contact us via aippi@arnold-siedsma.be.

We look forward to your participation!

Feel very free to share this information with your colleagues and contacts!

Very cordially,
André Clerix, BNVBIE vzw / ANBPPI asbl and Dominique Kaesmacher, AIPPI Belgium

IEFBE 3559

Uitspraak ingezonden door Syb Terpstra, bureau Brandeis en Alexander Hagen en Olivier ten Brink, HGF Ltd.

Verwarringsgevaar bij merk Greenwich Polo Club

Gerecht EU - Tribunal UE 19 okt 2022, IEFBE 3559; ECLI:EU:T:2022:643 (Greenwich Polo Club tegen EUIPO), https://ie-forum.be/artikelen/verwarringsgevaar-bij-merk-greenwich-polo-club

Gerecht EU 19 oktober 2022, IEF 21036, IEFbe 3559; ECLI:EU:T:2022:643 (Greenwich Polo Club tegen EUIPO) Op 8 februari 2018 heeft Greenwich Polo Club bij het EUIPO een aanvraag tot inschrijving van een EU-merk ingediend. Op 29 maart 2018 is hiertegen oppositie ingesteld omdat op 14 november 2017 het EU-woordmerk Beverly Hills Polo Club is ingeschreven voor soortgelijke waren of diensten. De oppositie is gedeeltelijk toegewezen, Greenwich Polo Club is hiertegen in beroep gegaan bij het EUIPO. Het EUIPO heeft dit beroep verworpen wegens verwarringsgevaar bij de conflicterende merken. Het Hof oordeelt dat er verwarringsgevaar is omdat er sprake is van visuele en fonetische overeenstemming van tekens voor soortgelijke waren of diensten. De vordering van Greenwich Polo Club wordt afgewezen.

IEFBE 3558

Uitspraak ingezonden door Charlotte Vrendenbarg, Universiteit Leiden.

Prejudiciële beslissing over beschermende maatregel

HvJ EU - CJUE 13 okt 2022, IEFBE 3558; ECLI:EU:C:2022:791 (Perfumesco tegen Procter & Gamble), https://ie-forum.be/artikelen/prejudiciele-beslissing-over-beschermende-maatregel

HvJ EU 13 oktober 2022, IEF 21032, IEFbe 3558; C‑355/21, ECLI:EU:C:2022:791 (Perfumesco tegen Procter & Gamble) Procter & Gamble is een producent van parfumerieproducten. Door middel van een verleende licentieovereenkomst had zij het uitsluitende recht om het Uniewoordmerk HUGO BOSS te gebruiken. HUGO BOSS stelt aan de door haar erkende verkopers gratis productmonsters ter beschikking zodat klanten deze kunnen testen. Perfumesco is via een webwinkel actief als groothandelaar in parfumerieproducten. Zij biedt regelmarig productmonsters te koop aan die voorzien zijn van het merk HUGO BOSS, met de mededeling dat deze monsters zich qua geur niet van het gewone product onderscheiden. De zaak komt uiteindelijk bij de verwijzende rechter in kwestie, de Sąd Najwyższy (hoogste rechterlijke instantie in burgerlijke en strafzaken, Polen). Er bestaat onuidelijkheid over de vraag of de productmonsters vernietigd moeten worden. De Sąd Najwyższy verzocht het Hof een prejudiciële beslissing beslissing te nemen over of art. 10, lid 1 richtlijn 2004/48 aldus worden uitgelegd dat het zich verzet tegen de uitlegging van een nationale bepaling volgens welke een beschermende maatregel niet kan worden toegepast op goederen die zijn vervaardigd en voorzien van een Uniemerk met toestemming van de merkhouder, maar die zonder zijn toestemming in de handel zijn gebracht in de EER. Het Hof oordeelt dat artikel 10 lid 1 richtlijn 2004/48 zich inderdaad hiertegen verzet. Art. 10 lid 1 richtlijn 2004/48 beperkt zich in de toepassing van beschermende maatregelen niet tot bepaalde vormen van een inbreuk op een IE-recht.