DOSSIERS
Alle dossiers

Herkomstaanduiding - Indications d’orgine  

IEFBE 2182

Conclusie AG: Toevoeging Charlotte aan de term Port doet op ernstige wijze afbreuk aan de BOB Porto/Port

HvJ EU - CJUE 18 mei 2017, IEFBE 2182; ECLI:EU:C:2017:394 (EUIPO tegen Instituto dos Vinhos do Douro e do Porto), https://ie-forum.be/artikelen/conclusie-ag-toevoeging-charlotte-aan-de-term-port-doet-op-ernstige-wijze-afbreuk-aan-de-bob-porto-p

Conclusie AG HvJ EU 18 mei 2017, IEF 16809; IEFbe 2182; ECLI:EU:C:2017:394 ; C‑56/16 P (EUIPO tegen Instituto dos Vinhos do Douro e do Porto) Geografische aanduidingen. Woordmerk ‚Port Charlotte’. Mogelijkheid van erkenning van een aanvullend niveau van bescherming door het nationale recht. BOB voor wijn en een Uniemerk dat volgens de houders van de BOB op ongerechtvaardigde wijze gebruik heeft gemaakt van de kenmerkende geografische naam van de BOB Porto/Port. Het EUIPO heeft eerst het onderscheidende teken „Port Charlotte” ingeschreven als Uniemerk ter aanduiding van whisky, en wijst de door het IVDP ingestelde vordering tot nietigverklaring af. Gerecht EU wijst het beroep van IVDP gedeeltelijk toe; de hogere voorziening geeft blijk van een onjuiste opvatting dat, a) volgens EUIPO, BOB's bescherming ook door nationaal recht wordt geregeld en, b) volgens IVDP, bevestiging dat het merk PORT CHARLOTTE verenigbaar is met BOB Porto/Port. Conclusie AG: vernietig de beslissingen.

IEFBE 2109

Prejudiciële vragen over 'indirect commercieel gebruik voor geografisch aangeduide producten'

HvJ EU - CJUE 19 jan 2017, IEFBE 2109; (Glen Buchenbach), https://ie-forum.be/artikelen/prejudici-le-vragen-over-indirect-commercieel-gebruik-voor-geografisch-aangeduide-producten

Prejudiciële vragen gesteld aan HvJ EU 19 januari 2017, IEF 16643; IEFbe 2109; C-44/17 (Glen Buchenbach) Etikettering; bescherming geografische oorsprong; ‘indirect gebruik’. Verzoekster is een naar Schots recht opgerichte organisatie van de Schotse whiskyindustrie ter bescherming van de handel in Schotse whisky, zowel in Schotland als in het buitenland. Zij is een zaak begonnen tegen verweerder vanwege het gebruik van de aanduiding ‘Glen Buchenbach’ voor whisky die geen Scotch whisky is. Glen Buchenbach wordt door de Waldhornbrennerei in Berglen/DUI vervaardigd. Op het etiket van de door verweerder in de handel gebrachte flessen wordt vermeld dat de whisky gefabriceerd is in ‘Waldhornbrennerei Glen Buchenbach’. Verzoekster eist staking van de productie. Het woord ‘glen’ betekent ‘smalle vallei’ in Gaelisch. Ongeveer een kwart van de distilleerderijen van Schotse whisky is genoemd naar de glen waarin zij liggen.

IEFBE 2046

Contribution envoyée par Camille Rideau, Heffels Spiegeler avocats.

Camille Rideau - Retour sur une affaire bien aiguisée

En bref – Première indication géographique déposée pour un produit manufacturé : les conséquences de l’affaire Laguiole. Depuis l’adoption de la loi du 17 mars 2014 relative à la consommation suivie de son décret d’application n°2015-595 en date du 2 juin 2015, la possibilité de protéger les produits manufacturés par une indication géographique (titre jusqu’alors réservé aux produits agricoles et viticoles) a été accordée.

IEFBE 1943

Vragen aan HvJ EU: mogen verduidelijkende aanvullingen als tofuboter, sojamelk ondanks verkoopbenamingseisen?

HvJ EU - CJUE 28 jul 2016, IEFBE 1943; C-422/16 (TofuTown), https://ie-forum.be/artikelen/vragen-aan-hvj-eu-mogen-verduidelijkende-aanvullingen-als-tofuboter-sojamelk-ondanks-verkoopbenaming

Prejudiciële vragen gesteld aan HvJ EU 28 juli 2016, IEF 16282; IEFbe 1943; LS&R 1375; RB 2779; C-422/16 (TofuTown) Merknamen. Verkoopbenaming. Verzoekster is een vennootschap die vegetarische/vegane levensmiddelen produceert en distribueert onder benamingen als Tofubutter, pflanzenkäse, veggie-cheese e.d.. Verweerster is het Verband Sozialer Wettbewerb, een vereniging tot bestrijding van oneerlijke mededinging. Verweerster heeft een stakingsvordering tegen verzoekster ingesteld wegens schending van de DUI mededingingswet in samenhang met bijlage VII van Vo. 1308/2013. Het gaat om de benaming van de betreffende producten.

IEFBE 1914

Jugements envoyée par Eric De Gryse, Simont Braun.

Un sorbet "Champagne" interdit dans sa composition spécifique

Brussel - Bruxelles 13 mrt 2016, IEFBE 1914; (Delhaize contre Comité interprofessionel du vin de champagne), https://ie-forum.be/artikelen/un-sorbet-champagne-interdit-dans-sa-composition-sp-cifique

Cour d'appel de Bruxelles 13 mars 2014, IEFbe 1914 (Delhaize contre Comité interprofessionel du vin de champagne) Pratiques du marché. Appellations protégées. Étendue de la protection. Réformation partielle. Le président du tribunal de commerce de Bruxelles a récemment jugé que ce sorbet portait atteinte aux droit de l'appellation d'origine contrôlée "Champagne". En conséquence, il a été ordonné de ne plus commercialiser ce sorbet. La cour réforme le jugement entrepris, uniquement en ce qu'il a condamné Delhaize à cesser toute distribution (le vocable: production est volontairement omis) et commercialisation au public d'un sorbet faisant état sur aucune de ses faces du vocable "Champagne" sauf sur l'étiquette légalement obligatoire, imposant au producteur de faire état de la composition de son produit (...)". La cour ordonne à Delhaize à cesser toute distribution commercialisation au public d'un sorbet "Champagne", sous cette dénomination.

IEFBE 1910

Prejudicieel gestelde vragen over champagne sorbetijs waarin echt Champagne zit

HvJ EU - CJUE 2 jun 2016, IEFBE 1910; (Champagne Sorbetijs), https://ie-forum.be/artikelen/prejudicieel-gestelde-vragen-over-champagne-sorbetijs-waarin-echt-champagne-zit

Prejudicieel gestelde vragen aan HvJ EU 2 juni 2016, IEF 16208; IEFbe 1910; C-393/16 (Champagne Sorbetijs) Via Minbuza: Geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen. Verzoekster is een vereniging van de FRA champagne-industrie, waarbij alle wijnboeren en bedrijven die betrokken zijn bij de aanbouw en productie van champagne zijn aangesloten. Galana (interveniënte aan de zijde van verweerster Aldi) produceert diepvriesproducten, waaronder “Champagner Sorbet”, die verweerster, een discounter, eind 2012 aanbood en waarvoor zij reclame maakte in brochures. Volgens de lijst van ingrediënten op de verpakking van het product bestaat “Champagner Sorbet” onder meer uit “champagne (12 %)”. Verzoekster is van mening dat de verkoop van het diepvriesproduct inbreuk maakt op de beschermde oorsprongsbenaming “champagne” en vordert een verbod op het gebruik van de benaming “Champagner Sorbet” in het economische verkeer van diepvriesproducten. De rechter in eerste aanleg wijst verweersters vordering toe. In hoger beroep (door interveniënte) wijst de appelrechter de vordering alsnog af. Hij oordeelt dat niet is voldaan aan de voorwaarden voor een verbod en dat er geen sprake is van misleiding in de zin van Vo. 1308/2013. Verzoekster stelt daarop beroep in Revision in bij de verwijzende rechter.

IEFBE 1788

EU-Rapport over inbreuk op Beschermde Geografische Aanduidingen

EUIPO Report Executive Summary, Infringement of protected GIs for wine, spirits, agricultural products and foodstuffs in the EU, april 2016.
In the European Union (EU), Geographical Indications (GIs) for wine, spirits, agricultural products and foodstuffs are protected as sui generis intellectual property rights that act as certification that certain products possess particular qualities, characteristics or reputation essentially attributable to their geographical origin and method of production.

The main objective of this study is to assess the size and value of the EU GI product market and the proportion of products in that market that infringe GIs protected in the EU. The impact of these infringements on EU consumers is also estimated.

IEFBE 1768

Vraag aan HvJ EU: Teken dat bestaat mogelijk als geografische indicatie moet worden gezien

HvJ EU - CJUE , IEFBE 1768; (Moreno Marin e.a.), https://ie-forum.be/artikelen/vraag-aan-hvj-eu-teken-dat-bestaat-mogelijk-als-geografische-indicatie-moet-worden-gezien

Prejudiciële vragen gesteld aan HvJ EU 15 februari 2016, IEF 15868; IEFbe 1768; C-139/16 (Moreno Marin)
Merkenrecht. Geografische indicatie. De drie verzoekers hebben een vordering tot staking ingesteld tegen verweerster Abadía Retuerta wegens inbreuk op verzoekers industriële eigendomsrechten en oneerlijke mededinging wegens oneigenlijk gebruik van het begrip domein in combinatie met het merkteken. Het merk ‘La Milla de Oro’ (klasse 33, wijnen) van verzoekers is op 23-04-2009 geregistreerd bij het SPA octrooibureau. Eerst op naam van eerste verzoeker, en op 26-11-2009 overgedragen aan medeverzoeker Cárdaba. Verweerster stelt kwade trouw bij registratie van verzoekers aanvraag tot registratie van de merken ‘La Milla de Oro’, ‘Abadía de Retuerta’ en ‘Balneario Retuerta’. In reconventie eist zij nietigverklaring van de inschrijving van ‘La Milla de Oro’ omdat het om een herkomstaanduiding gaat, hetgeen in strijd is met de SPA merkenwet. Verzoekers tonen aan dat zij de inschrijving van ‘Abadía de Retuerta’ hebben ingetrokken en voor ‘Balneario Retuerta’ inschrijving in een andere klasse was gevraagd (44 = diensten van kuuroorden) maar dat inschrijving voor klassen 33 en 34 werd gegeven omdat niet was voldaan aan de inschrijvingseisen voor klasse 44. Het teken ‘La Milla de Oro’ hebben verzoekers ook gebruikt voor inschrijving in andere klassen, zoals 16 (publicaties), 39 (excursies), 43 (restauratie) enz. Verzoekers ontkennen kwade trouw bij aanvraag. De handelsrechter wijst op 29-07-2014 verzoekers vordering af en de vordering in reconventie toe. De inschrijving ‘La Milla de Oro’ wordt nietig verklaard wegens de herkomstaanduiding. Over de andere merken wordt geen uitspraak gedaan. Verzoekers gaan in beroep bij de verwijzende rechter.
Gestelde vragen:

1. Omvat het verbod als bedoeld in artikel 3, lid 1, onder c), van richtlijn 2008/95 mede het gebruik van een teken dat verwijst naar het kenmerk van waren of diensten dat deze in overvloed op een en dezelfde plaats kunnen worden aangetroffen met een hoge waarde en kwaliteit?
2. Is een dergelijk teken aan te merken als een teken waarmee de plaats van herkomst wordt aangeduid, aangezien de concentratie van waren of diensten zich steeds voordoet op een bepaalde locatie?

 

IEFBE 1670

HvJ EU: gemiddelde Europese consument uitgangspunt bij bescherming geografische aanduiding Calvados

HvJ EU 21 januari 2016, C-75/16, IEFbe 1670; ECLI:EU:C:2016:35 (Verlados tegen Calvados)
Verordening Bescherming geografische aanduidingen van gedistilleerde dranken. Bescherming geografische aanduiding 'Calvados'. Een in Finland geproduceerde drank wordt verhandeld onder de benaming ‘Verlados’. Deze naam is afgeleid van het dorp en het landgoed Verla, waar de drank wordt vervaardigd. De controle-instantie heeft verboden de drank genaamde ‘Verlados’ te verhandelen wegens overeenkomsten met ‘Calvados’. Viiniverla doet een beroep tot nietigverklaring van dit besluit. De Finse rechter stelt prejudiciële vragen over de normaal geïnformeerde en redelijk omzichtige en oplettende gemiddelde consument, de overeenstemming tussen ‘Verlados' en ‘Calvados’ en het begrip ‘voorstelling’ in de zin van art. 16 onder b van de Verordening. Het Hof oordeelt dat ook inzake geografische aanduidingen de maatstaf van de gemiddelde consument geldt en dat, ook indien er geen risico tot verwarring bestaat, het gebruik van een benaming als ‘voorstelling’ in de zin van artikel 16 onder b niet kan worden toegestaan.

25      Uit inmiddels vaste rechtspraak inzake consumentenbescherming blijkt dat op dit gebied in de regel moet worden uitgegaan van de vermoedelijke verwachtingen van een normaal geïnformeerde en redelijk omzichtige en oplettende gemiddelde consument (zie met name arresten Mars, C‑470/93, EU:C:1995:224, punt 24; Gut Springenheide en Tusky, C‑210/96, EU:C:1998:369, punt 31; Estée Lauder, C‑220/98, EU:C:2000:8, punt 30; Lidl Belgium, C‑356/04, EU:C:2006:585, punt 78; Severi, C‑446/07, EU:C:2009:530, punt 61; Lidl, C‑159/09, EU:C:2010:696, punt 47, alsmede Teekanne, C‑195/14, EU:C:2015:361, punt 36).

26      De beoordeling of een voor de aanduiding van een product gebruikte term zodanig is dat deze een beschermde benaming kan voorstellen in de zin van artikel 16, onder b), van verordening nr. 110/2008, dient eveneens aan de hand van dit op het evenredigheidsbeginsel gebaseerde criterium plaats te vinden (zie in deze zin arrest Estée Lauder, C‑220/98, EU:C:2000:8, punt 28).

27      Wat betreft de twijfel van de verwijzende rechter of bij de toetsing aan het begrip „voorstelling” in de zin van artikel 16, onder b), van verordening nr. 110/2008 van belang is dat de benaming „Verlados” verwijst naar de plaats waar het in het hoofdgeding aan de orde zijnde product wordt vervaardigd – waarmee de Finse consument bekend is –, dient eraan te worden herinnerd dat artikel 16, onder b), van verordening nr. 110/2008 de in bijlage III bij die verordening geregistreerde geografische aanduidingen beschermt tegen elke „voorstelling” op het gehele grondgebied van de Unie. Gelet op de noodzaak om op dit grondgebied een daadwerkelijke en eenvormige bescherming van die geografische aanduidingen te waarborgen, dient met de Italiaanse regering en de Commissie te worden geoordeeld dat het begrip „consument”, waarop de in punt 21 van dit arrest genoemde rechtspraak betrekking heeft, ziet op de Europese consument, en niet enkel op de consument van de lidstaat waarin het product wordt vervaardigd dat de beschermde geografische aanduiding voor de geest roept.

28      Gelet op een en ander dient op de eerste vraag te worden geantwoord dat artikel 16, onder b), van verordening nr. 110/2008 aldus moet worden uitgelegd dat de nationale rechter voor de vaststelling of sprake is van een „voorstelling” in de zin van die bepaling, dient uit te gaan van de waarneming van een normaal geïnformeerde en redelijk omzichtige en oplettende gemiddelde consument, waarbij dit laatste begrip moet worden opgevat als betrekking hebbend op Europese consumenten en niet slechts op consumenten van de lidstaat waarin het product wordt vervaardigd dat de beschermde geografische aanduiding voor de geest roept.


48      Gelet op een en ander dient op de tweede vraag te worden geantwoord dat artikel 16, onder b), van verordening nr. 110/2008 aldus moet worden uitgelegd dat de verwijzende rechter voor de beoordeling of de benaming „Verlados” in geval van vergelijkbare producten een „voorstelling” in de zin van die bepaling oproept van de beschermde geografische aanduiding „Calvados”, rekening dient te houden met de fonetische en visuele gelijkenis tussen die benamingen, alsmede met eventuele gegevens die erop wijzen dat die gelijkenis niet berust op toeval, om op die manier na te gaan of de normaal geïnformeerde en redelijk omzichtige en oplettende gemiddelde Europese consument, bij het zien van de naam van een product, als referentiebeeld het product waarvoor de beschermde geografische aanduiding geldt voor de geest zal komen.

52      Gelet op een en ander dient op de derde vraag te worden geantwoord dat artikel 16, onder b), van verordening nr. 110/2008 aldus moet worden uitgelegd dat het gebruik van een benaming dat in de zin van die bepaling als „voorstelling” van een in bijlage III bij die verordening opgenomen geografische aanduiding is aangemerkt, ook dan niet kan worden toegestaan wanneer er geen risico van verwarring bestaat.

Het Hof (Tweede kamer) verklaart voor recht:

1)      Artikel 16, onder b), van verordening (EG) nr. 110/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 15 januari 2008 betreffende de definitie, de aanduiding, de presentatie, de etikettering en de bescherming van geografische aanduidingen van gedistilleerde dranken en tot intrekking van verordening (EG) nr. 1576/89 van de Raad, moet aldus worden uitgelegd dat de nationale rechter voor de vaststelling of sprake is van een „voorstelling” in de zin van die bepaling, dient uit te gaan van de waarneming van een normaal geïnformeerde en redelijk omzichtige en oplettende gemiddelde consument, waarbij dit laatste begrip moet worden opgevat als betrekking hebbend op Europese consumenten en niet slechts op consumenten van de lidstaat waarin het product wordt vervaardigd dat de beschermde geografische aanduiding voor de geest roept.

2)      Artikel 16, onder b), van verordening nr. 110/2008 moet aldus worden uitgelegd dat de verwijzende rechter voor de beoordeling of de benaming „Verlados” in geval van vergelijkbare producten een „voorstelling” in de zin van die bepaling oproept van de beschermde geografische aanduiding „Calvados”, rekening dient te houden met de fonetische en visuele gelijkenis tussen die benamingen, alsmede met eventuele gegevens die erop wijzen dat die gelijkenis niet berust op toeval, om op die manier na te gaan of de normaal geïnformeerde en redelijk omzichtige en oplettende gemiddelde Europese consument, bij het zien van de naam van een product, als referentiebeeld het product waarvoor de beschermde geografische aanduiding geldt, voor de geest zal komen.

3)      Artikel 16, onder b), van verordening nr. 110/2008 moet aldus worden uitgelegd dat het gebruik van een benaming dat in de zin van die bepaling als „voorstelling” van een in bijlage III bij die verordening opgenomen geografische aanduiding is aangemerkt, ook dan niet kan worden toegestaan wanneer er geen risico van verwarring bestaat.

Gestelde vragen:

„1.      Dient bij de beoordeling of er sprake is van voorstelling in de zin van artikel 16, onder b), van verordening nr. 110/2008 te worden uitgegaan van een normaal geïnformeerde en redelijk omzichtige en oplettende gemiddelde consument?

2.      Welke betekenis dient in het kader van de beoordeling van een ter bescherming van de geografische benaming ‚Calvados’ gegeven verbod op het gebruik van de benaming ‚Verlados’ voor een op nationaal niveau onder die benaming in de handel gebrachte, uit appels gedistilleerde drank, te worden gehecht aan de volgende omstandigheden bij de uitlegging van het begrip ‚voorstelling’ in de zin van artikel 16, onder b), van verordening nr. 110/2008 en de toepassing van deze verordening:

a)      het eerste deel van de benaming ‚Verlados’, Verla, een Fins dorp is en als zodanig door de Finse consument kan worden herkend;
b)      het eerste deel van de benaming ‚Verlados’, Verla, verwijst naar de fabrikant van het product ‚Verlados’, Viiniverla;
c)      ‚Verlados’ een in het dorp Verla gefabriceerd plaatselijk product is waarvan per jaar gemiddeld een paar honderd liter wordt verkocht in het eigen restaurant en dat voorts in beperkte omvang op bestelling kan worden geleverd in de staatswinkel in de zin van de wet inzake alcoholhoudende dranken;
d)      de woorden ‚Verlados’ en ‚Calvados’ slechts één gezamenlijke lettergreep (‚dos’) hebben van de drie lettergrepen, maar anderzijds vier letters (‚ados’), oftewel de helft van alle letters van beide woorden, hetzelfde zijn?

3.      Indien er wordt geacht sprake te zijn van ‚voorstelling’ in de zin van artikel 16, onder b), van verordening nr. 110/2008, kan het gebruik van de benaming Verlados dan toch worden gerechtvaardigd door een van de bovengenoemde omstandigheden of een andere omstandigheid, zoals de omstandigheid dat bij de Finse consument in ieder geval niet de opvatting kan ontstaan dat het product ‚Verlados’ gefabriceerd zou zijn in Frankrijk?”

IEFBE 1591

Miskenning van Portugese oorsprongsbenamingen PORTO en PORT

Gerecht EU 18 november 2015, IEFbe 1591; ECLI:EU:T:2015:863 (Instituto dos Vinhos do Douro e do Porto)
Merkenrecht. Oorsprongsbenaming. Nietigheidsprocedure gericht tegen Gemeenschapswoordmerk PORT CHARLOTTE voor whiskey op basis van oudere oorsprongsbenamingen PORTO en PORT. Onjuiste feitelijke vaststelling betreffende de naam Oporto, bescherming van de woorden „porto” en „port” als geografische aanduidingen per se en niet als „equivalenten” en bescherming van de oorsprongsbenamingen voor wijn niet alleen krachtens verordening nr. 491/2009, maar ook krachtens het nationale recht. De beslissing wordt vernietigd, vanwege vermeende miskenning van de Portugese oorsprongsbenaming „porto” of „port” op basis van nationale recht.

 

40      In casu staat vast dat de oorsprongsbenamingen „porto” of „port” zijn beschermd op grond van Decreto-Lei n° 173/2009 en Decreto-Lei n° 212/2004, de 23 de Agosto de 2004 (Portugees wetsdecreet nr. 212/2004 van 23 augustus 2004) en van het Portugees wetboek van intellectuele eigendom, met als gevolg dat zij eerst in de lijst van de v.q.p.r.d. en vervolgens in de database E-Bacchus zijn opgenomen (zie artikel 118 vicies, lid 1, laatste volzin, juncto artikel 118 quindecies van verordening nr. 491/2009). Overeenkomstig artikel 54, lid 2, onder a), van verordening nr. 1493/1999 omvatten de v.q.p.r.d. immers „in bepaalde gebieden voortgebrachte kwaliteitslikeurwijn, hierna ,v.l.q.p.r.d.’ genoemd, die beantwoordt aan de definitie van likeurwijn”, en krachtens artikel 54, lid 4, van diezelfde verordening moeten de lidstaten met betrekking tot die v.q.p.r.d. de Commissie de lijst verstrekken van door hen erkende v.q.p.r.d., met opgave, voor elk van deze v.q.p.r.d., van de nationale bepalingen die voor de productie en de bereiding ervan gelden. Voor de toepassing van artikel 118 quaterdecies, lid 2, van verordening nr. 491/2009 moest het BHIM bijgevolg rekening houden met het feit dat deze oorsprongsbenamingen krachtens het nationale recht beschermd waren, hetgeen de kamer van beroep in casu heeft gedaan (zie de punten 17 en 18 van de bestreden beslissing). Overigens wordt dit oordeel niet ontkracht door het argument dat er op nationaal niveau en op het niveau van de Unie beschermingsregelingen naast elkaar bestaan, dat verzoeker met name ontleent aan bepaalde voorstukken van de Commissie (zie punt 28 hierboven), aangezien deze stukken noch de omvang noch de precieze voorwaarden van deze bescherming betreffen.

48      In casu blijkt uit het dossier dat verzoeker zich zowel tijdens de procedure voor het BHIM als in de loop van het geding herhaaldelijk met behulp van diverse bewijsstukken heeft beroepen op de toepasselijke regels van Portugees recht betreffende de bescherming van de oorsprongsbenamingen „porto” en „port” en de beslissingspraktijk van de Portugese rechterlijke instanties en autoriteiten dienaangaande. Bovendien heeft de kamer van beroep noch het BHIM gesteld dat verzoeker niet heeft voldaan aan de op hem rustende bewijslast. De kamer van beroep was in die omstandigheden, gelet op haar verplichting krachtens artikel 76, lid 1, van verordening nr. 207/2009 om de feiten ambtshalve te onderzoeken en gelet op haar zorgvuldigheidplicht [zie in die zin arrest van 15 juli 2011, Zino Davidoff/BHIM – Kleinakis kai SIA (GOOD LIFE), T‑108/08, Jurispr., EU:T:2011:391, punt 19 en aldaar aangehaalde rechtspraak), evenwel niet gerechtigd om geen acht op de bewijsstukken te slaan en de betrokken Portugese regeling niet toe te passen op grond dat de bescherming van deze oorsprongsbenamingen of geografische aanduidingen uitsluitend door verordening nr. 491/2009 werd geregeld of zelfs tot de uitsluitende bevoegdheid van de Unie behoorde (punt 14 van de bestreden beslissing).
  • 1
  • 2
  • 3
  • 11 - 20 van 28