Vraag aan HvJ EU: Wordt een product beschermd door een van kracht zijnd basisoctrooi als tegen de geldigheid van het octrooi nog hogere voorziening loopt?
“Op basis van welke criteria moet worden vastgesteld of “het product wordt beschermd door een van kracht zijnd basisoctrooi” in de zin van artikel 3, onder a), van verordening nr. 469/2009?”
ABC. Octrooirecht. De zaak betreft geldigheid van een ABC. Verzoeksters maken bezwaar tegen de geldigheid van verweersters ABC voor een combinatieproduct. Het ABC ziet op een antiretroviraal geneesmiddel dat wordt verhandeld onder de naam Truvada®. Verzoeksters willen generieke alternatieven voor Truvada op de markt brengen zodra het van kracht zijnde basisoctrooi (24-07-2017) vervalt. Zij betwisten het door verweerster gestelde dat het in het ABC omschreven product wordt beschermd door een Europees octrooi omdat het octrooi in hun ogen niet voldoet aan Vo. 469/2009. Dit zou onder meer duidelijk uit arresten C-322/10 en C-493/12 blijken. Zowel het product als de bestanddelen moeten vermeld staan in de conclusies van het octrooi en indien de conclusie een functionele definitie bevat moet zij “impliciet maar noodzakelijkerwijs en specifiek” betrekking hebben op dat product. Zij menen dat verwijzing naar het HvJEU niet nodig. Verweerster is het daar niet mee eens zolang geen duidelijkheid is over de juiste uitleg van artikel 3a van de Vo.
IE-Forum.be-lunch: Vergelijkende reclame, Procesrecht, Privacy & IT
Sponsors 50% reductie! Op donderdag 4 mei 2016 van 12u00 - 15u30 organiseert deLex, de uitgever van IE-Forum.be, een intensieve actualiteitenlunch. Tijdens deze IE-Forum.be-lunchbijeenkomst bespreken Tom Heremans, Tanguy de Haan en Heidi Waem met u de belangrijkste Belgische en Europese ontwikkelingen op het gebied van de vergelijkende reclame, procedurele vraagstukken in IE-zaken en Privacy en IT. De essentie en het belang voor de praktijk worden besproken. In slechts drie uur tijd bent u volledig op de hoogte van de meest recente ontwikkelingen van het afgelopen jaar. Philippe Campolini van het kantoor Simont Braun is de dagvoorzitter. Aanmelden hier
Uitspraak aangebracht door Lisbeth Depypere en Tom Heremans, CMS.
Brasseries en hun menukaarten maken geen inbreuk op de (beeld)merken CIPRIANI
NL Rechtbank KH Brussel 20 februari 2017, IEFbe 2138 (Altunis tegen Brasseries) Merkenrecht – geen bekend merk in de EU - geen merkinbreuk – geen schending eerlijke marktpraktijken. Altunis is beeldmerkhoudster van CIPRIANI en vordert staking van tekens die lijken op CIPRIANI/CAPRIANI met de handelsnamen van diverse brasseries, de domeinnaam capriani.be en in merk(aanvraag) BRASSERIE IL CAPRIANI en in de namen van de gerechten op de menukaart. Het Uniewoordmerk is op naam van mevrouw Giovanna Cipriani ingeschreven, zonder dat Altunis merklicentiehouder is. Eerdere oppositie is afgewezen (BBIE). De vorderingen wegens merkinbreuk op grond van artikel 9.2.c en 9.2.b UMVo worden afgewezen. Er zijn geen stukken overlegd over het marktaandeel van de merken, de intensiteit en de duur van het gebruik van de merken. Ook de vordering gebaseerd op vermeende oneerlijke marktpraktijken werd afgewezen, net als alle overige gevorderde maatregelen.
Changement de composition du Conseil d’administration de la BMM et YOUNG BMM
Une relève de la garde concernant plusieurs postes a eu lieu lors de l’Assemblée Générale des Membres qui s’est tenue pendant la réunion de printemps du 31 mars 2017. Tout d’abord, à Michiel Haegens a succédé en tant que président Paul Maeyaert. Paul sera le nouveau président pendant deux ans. Michiel reste membre ordinaire du Conseil d’administration. Stephanie Missotten a quitté le Conseil d’administration. L’Assemblée Générale a accepté qu’à sa place succède François Uyttenhove en tant que membre ordinaire. La répartition de certaines tâches a également été modifiée.
Voici la nouvelle composition du Conseil d’administration :
Parkeerplaats via p7-schipholprivium.nl aanbieden, is inbreuk sub b en c
Vzr. Rechtbank Amsterdam 23 april 2015, IEF 16716; IEFbe 2136 (Luchthaven Schiphol tegen IBR Investment) Merkinbreuk. Bestuurdersaansprakelijkheid. Schiphol is houdster van Benelux woord(beeld)merken PRIVIUM (SCHIPHOL) waaronder ze een serviceprogramma aanbiedt voor wie regelmatig vliegt en onder oponthoud wil reizen en parkeerfaciliteit aanbiedt. IBR biedt via p7-schipholprivium.nl, samen met GroupDeal, een actie aan om tijdelijk buiten de luchthaven Schiphol te parkeren. Dit levert inbreuk ex 2.20 lid 1 sub b en c BVIE op. Enig bestuurder en feitelijk leidinggevende van IBR kan persoonlijk een ernstig verwijt worden gemaakt. Het verbod op merkinbreuk is ook jegens hem toewijsbaar. Staking bevolen met opgaveplicht.
EHRM: weglaten aanhalingstekens maakt media niet aansprakelijk voor citaat
EHRM 4 april 2017, IEF 16713; IEFbe 2135; application no 50123/06 (MilisavljeviĆ tegen Servië) Mediarecht. Schending 10 EVRM. Via MediaReport: Kandić stond bekend als één van de voorvechters van volledige samenwerking tussen Servië en het Joegoslavië-Tribunaal. In het artikel vermeldde Milisavljević (red. journalist) dat Kandić in de media is uitgemaakt voor heks en prostituee. Dat deed zij zonder aanhalingstekens te gebruiken. Op 1 september 2005 veroordeelde een Servische rechtbank Milisavljević wegens belediging, en gaf haar een gerechtelijke waarschuwing. Door geen aanhalingstekens te gebruiken bij de zin “although she has been called a witch and a prostitute”, zo luidde de redenering, had Milisavljević haar eigen mening weergegeven en Kandić beledigd. (...) Het Hof concludeert in Milisavljević tegen Servië dat de veroordeling niet in redelijke verhouding staat tot het te dienen doel, en dus niet noodzakelijk is in een democratische samenleving. (...) Het Hof bevestigt met deze uitspraak weer de boodschappersfunctie van de pers. Een journalist kan in beginsel niet gestraft worden voor het verspreiden van uitingen van anderen, tenzij daar bijzondere zwaarwegende redenen voor bestaan. Het enkel en alleen weglaten van aanhalingstekens is geen zwaarwegende reden die het bestraffen van een journalist kan rechtvaardigen. Lees MediaReport
EFTA over openbare orde-beperking in het merkenrecht voor (bekende) beeldhouwwerken waarop geen auteursrecht meer rust
EFTA Court 6 april 2017, IEF 16706; IEFbe 2134; Case E-5/16 (Vigeland Park) Merkenrecht. EFTA (Europese Vrijhandelsorganisatie). Het Noorse Hof van Beroep voor Intellectuele Eigendomsrechten (Klagenemnda for industrielle rettigheter) heeft vragen gesteld over weigeren van een teken bestaande uit een kunstwerk, Vigeland Park, dat in het pubieke domein valt als merk vanwege openbare orde of de geaccepteerde moraal [gestelde vragen IEF 15907]. EFTA:
1. The registration as a trade mark of a sign which consists of works for which the copyright protection period has expired, is not in itself contrary to public policy or accepted principles of morality within the meaning of Article 3(1)(f) of Directive 2008/95/EC.
Uitspraak aangebracht door Hans Dhondt en Johannes Cassiman, Janson Baugniet.
Fotograaf ontvangt schadevergoeding voor bewerken onflatterende gelaatsuitdrukking
NL Rechtbank EA Brussel 22 december 2016, IEFbe 2133 (fotograaf tegen kledingwinkels) Auteursrecht. Geen toepassing SOFAM-tarieven. Eiser is fotograaf, verweerster is uitbater van kledingwinkels; voor een nieuwe kledinglijn in samenwerking met een 'mediafiguur' is een fotosessie gehouden. Na communicatie zijn photoshop en RAW-bestanden bij hoge uitzondering gedeeld en bleek dat X teleurgesteld was met het resultaat van de fotoshoot; slechts één foto voldeed, maar daarop was de gelaatsuitdrukking 'onflatterend'. Eigen medewerkers hebben de sprekende gelaatsuitdrukking van een andere foto in deze foto verwerkt. Op zender VijfTv werden deze bewerkte versie van foto's medegedeeld; daartegen was een eenzijdig verzoekschrift tegen SBS voor afgegeven. Eisers beroepen zich of de "officiële tarieven" van SOFAM met een verhoging van 200% als forfaitaire vergoeding voor de morele schade; echter nergens wordt naar de SOFAM-tarieven verwezen, zodat ze geen deel uitmaken van de overeenkomst. De schadevergoeding wordt begroot op de auteursrechten die zouden zijn verschuldigd geweest voor één bijkomende "nieuwe" foto, daarin begrepen de kosten van retouchering (€317,40) vermeerderd met de geraamde kosten van de "complex" bewerking die werd uitgevoerd (150%), in totaal: €523,50. Bij gebrek aan bewijs van morele schade kan hiervoor geen vergoeding worden toegekend.
EP opinion on the proposal on geo-blocking
European Parliament, Opinion on adressing geo-blocking and other forms 4 april 2017, 2016/00152 (COD) Your rapporteur welcomes the Commission's proposal but believes that it does not go far enough in abolishing geo-blocking. The electronic provision of non-audiovisual copyright protected works or services, including e-books, software, computer games and music should be included in the scope of the Regulation from the entry into force, and at the first review after two years of application it should be evaluated whether audiovisual works should also be included in its scope. A precondition for such inclusion would however be that the trader holds a copyright licence for such works or is otherwise a rightsholder in all relevant territories.
Peter Teunissen wint BMM Student Award
De BMM Student Award wordt dit jaar toegekend voor Het vormmerk: slechts voor de vorm? van Peter Teunissen.
Op 31 maart 2017 werd de BMM Student Award uitgereikt door juryvoorzitter Maarten Haak. Peter Teunissen koos een onderwerp waarover op het eerste gezicht weinig nieuws te melden is: de speelruimte voor vormmerken na Hauck/Stokke. Om op dat punt met een vernieuwende gedachte te kunnen komen, gaat hij eerst zeer systematisch en kritisch in op de vele arresten over de aard-, techniek- en waarderestrictie. Teunissen laat zien hoe de kenmerkrestricties (want de vormmerkrestricties zijn nu voor alle kenmerken van de waar gaan gelden) wél moeten worden toegepast. Het Hof van Justitie wordt door Teunissen geschoren in een scriptie die leest als een trein. Lees meer op BMM