Bouwsoft.com maakt ook inbreuk op jonger merk bouwsoft
Hof van Beroep Antwerpen 27 november 2014, IEFbe 1080 (C.T.K. tegen USE IT GROUP)
Uitspraak aangebracht door Geert Philipsen, GSJ advocaten. Merkenrecht. Domeinnaamrecht. Inbreuk. Op basis van de merkregistratie 'bouwsoft' uit 2010 wordt gebruik van een in maart 2003 geregistreerde domeinnaam www.bouwsoft.com verboden. Grondslag is ongerechtvaardig voordeel (2.20 lid 1 sub d BVIE) en anterioriteit in gebruik door de merkhouder van www.bouwsoft.be (maart 2003). Inbreuk op basis van art. XII.22 en XII.23 WER wordt niet aangenomen, omdat niet is aangetoond dat kwade trouw aanwezig was tijdens registratie. Wel is er sprake van verwarring, dus een inbreuk op art. VI.104 WER. Het Hof verwerpt het beroep met als enige wijziging de vaststelling van inbreuk op het woordmerk 'bouwsoft'.
Inzake Domeinnamenwet en WER:
De partijen zijn voorbij gegaan aan het feit dat de Domeinnamenwet is opgeheven bij Wet van 15 december 2013 houdende invoeging van Boek XII, “Recht van de elektronische economie”, in het Wetboek van Economisch Recht, en houdende invoeging van de definities eigen aan Boek XII en van de rechtshandhavingsbepalingen eigen aan boek XII, in de Boeken I en XV van het Wetboek van Economisch Recht.
Deze wet trad in werking op 31.05.2014.
Het WER voorziet inzake het verbod van registreren van domeinnamen in artikelen XII.22 en XII.23 soortgelijke bepalingen als in artikelen 3 en 4, lid 2 van de Domeinnamenwet. De opgeven bepaling van de Domeinnamenwet inzake de mogelijkheid tot staking, doorhaling, overdracht en publicatie zijn in grotendeels gelijkluidende bewoordingen overgenomen in art. XVII.23 §2, §3 en §5 WER.
Deze bepalingen, net als die van de opgeheven Domeinnamenwet, laten evenwel enkel toe op te treden tegen de registratie te kwader trouw van een domeinnaam en niet tegen het latere gebruik ervan te kwader trouw. Door voorwaarden moeten beoordeeld worden op het ogenblik van registratie.
Door Use It is onvoldoende aangetoond dat de registratie op 6 december 2003 door C.T.K. plaats vond met het doel om haar te schaden of een ongerechtvaardigd voordeel uit de domeinnaam te halen. Dat zij hieruit later een ongerechtvaardigd voordeel heeft getrokken, zoals hoger is uiteengezet, bewijst nog niet haar kwade trouw op het ogenblik van de registratie.
Volledigheidshalve merkt het hof op dat, vermits de Domeinnamenwet enkel de wederrechtelijke registratie van de domeinnaam viseert en niet de wederrechtelijke instandhouding ervan, en de wet pas op 19 september 2003 in werking trad, de stakingsvordering ingesteld tegen een registratie daterend 6 maart 2003 in elk geval niet op die grond kan worden toegestaan.