Gepubliceerd op woensdag 18 maart 2015
IEFBE 1268
De weergave van dit artikel is misschien niet optimaal, omdat deze is overgenomen uit onze oudere databank.

Bevoegd omdat Belgische gedaagde inbreuk door Nederlandse mede-gedaagde niet heeft voorkomen

Rechtbank Den Haag 18 maart 2015, IEFbe 1268; ECLI:NL:RBDHA:2015:2989 (Bacardi tegen Gedaagden)
Gerechtelijk recht. Bevoegdheid. Bacardi vordert verklaring voor recht dat er inbreukmakende en/of Onrechtmatige Bacardi producten worden verhandeld. Internationale bevoegdheid ambtshalve getoetst. Bevoegdheidsincident opgeworpen door in België woonachtige gedaagde [A]. De rechtbank verklaart zich deels onbevoegd (5 aanhef en onder 3 EEX-Vo (oud)).  De rechtbank verklaart zich bevoegd op grond van artikel 6 aanhef en onder 1 EEX-Vo (oud) door te bewerkstelligen, althans niet te voorkomen dat de Nederlandse mede-gedaagden inbreuk maken en/of hebben gemaakt op BACARDI-Gemeenschapsmerken.

Artikel 6 EEX-Vo (oud)
5.10. Volgens [A] is van een zodanige nauwe band geen sprake omdat zowel feitelijk als rechtens sprake zou zijn van een geheel andere grondslag. Het is echter slechts denkbaar dat [A] onrechtmatig heeft gehandeld wegens het bewerkstelligen, althans niet voorkomen van inbreuk op de BACARDI-Gemeenschapsmerken door de Nederlandse mede-gedaagden, indien allereerst wordt vastgesteld dat deze gedaagden inbreuk op BACARDI-Gemeenschapsmerken hebben gemaakt. Derhalve moet in zowel de procedure tegen [A] als die tegen de Nederlandse mede-gedaagden worden beslist of de Nederlandse mede-gedaagden inbreuk op BACARDI-Gemeenschapsmerken hebben gemaakt. Die beslissingen zien op eenzelfde situatie, feitelijk en rechtens. Bij de beoordeling van de betreffende vorderingen jegens [A] moet daarnaast worden beoordeeld of het bewerkstelligen, althans niet voorkomen van de gestelde inbreuk onrechtmatig is geweest, maar dat doet aan het gevaar van tegenstrijdige beslissingen niet af.

5.11. Het voorgaande leidt tot het oordeel dat van een nauwe band zoals vereist in artikel 6 aanhef en onder 1 EEX-Vo (oud), sprake is voor zover het gaat om vorderingen jegens [A] ingesteld op de onder 5.3 i genoemde grondslag. De rechtbank is dus bevoegd van deze vorderingen kennis te nemen op grond van artikel 6 aanhef en onder 1 EEX-Vo (oud).

Artikel 5 aanhef en onder 3 EEX-Vo (oud)
5.12. Bacardi c.s. heeft in de dagvaarding niets gesteld waaruit moet worden afgeleid dat de onder 5.3 vermelde schadebrengende feiten zich (mede) hebben voorgedaan of zich kunnen voordoen in het arrondissement Den Haag. Derhalve kan Bacardi c.s. geen bevoegdheid jegens [A] ontlenen aan artikel 5 aanhef en onder 3 EEX-Vo (oud). De stelling in de conclusie van antwoord in het incident dat de B&S groep onder meer heeft gehandeld in Inbreukmakende producten met een bedrijf dat gevestigd is te Leiden kan er niet toe leiden dat door deze nadere stelling alsnog bevoegdheid ontstaat, daargelaten dat niet is in te zien waarom op deze grond moet worden aangenomen dat het bewerkstelligen van deze merkinbreuk door [A] dan eveneens in het arrondissement Den Haag zou hebben plaatsgevonden, zoals Bacardi c.s. stelt.

Verknochtheid
5.13. Voor zover Bacardi zich nog op het standpunt heeft gesteld dat de internationale bevoegdheid van de rechtbank in de vorderingen jegens [A] kan worden gegrond op “verknochtheid” faalt ook dat betoog nu de EEX-Vo (oud) verknochtheid niet als afzonderlijke bevoegdheidsgrond kent, naast een eventuele bevoegdheid die bestaat op grond van artikel 6 aanhef en onder 1 EEX-Vo (oud).