10% van netto-omzet voor artikels is roerend inkomen
Ruling Voorafgaande beslissing, 15 april 2014, IEFbe 1458; nr. 2013.252 (artikelen, nieuwsbrieven en columns)
Fiscaal. De door X geschreven artikels en bijdragen kunnen worden aangemerkt als werken van letterkunde. Zij vallen bijgevolg onder de bescherming van de wet van 30 juni 1994 betreffende het auteursrecht en de naburige rechten. Aangezien de bezoldiging van X niet wordt verminderd (en nog steeds wordt toegekend voor de activiteiten als zaakvoerder) en aangezien een afzonderlijke auteursovereenkomst werd afgesloten, wordt beslist dat de vergoeding van 10 % toegekend aan X door de bvba A op de door de bvba met de artikels en bijdragen gerealiseerde omzet als een roerend inkomen als bedoeld in artikel 17, § 1, 5°, WIB 92 ten name van X wordt aangemerkt.
22. Uit de aanvraag blijkt dat de bvba A aan dhr X:
22.1 verder een bezoldiging zal betalen voor zijn activiteiten als zaakvoerder;
22.2 een auteursrecht zou betalen van 10 % op de door de bvba gerealiseerde netto-omzet van de door hem geschreven artikels en bijdragen.|
23. Het bedrag van de op dit moment door de bvba A aan dhr X toegekende bezoldigingen zal daarbij in geen geval verminderen.
24. Aangezien de bezoldiging niet wordt verminderd en verder wordt toegekend voor de activiteiten als zaakvoerder, aangezien een afzonderlijke auteursovereenkomst werd afgesloten, kan gesteld worden dat de vergoeding van 10 % op de door de bvba met de artikels en bijdragen gerealiseerde netto-omzet als een roerend inkomen als bedoeld in artikel 17, § 1, 5°, WIB 92 wordt aangemerkt
25. de vergoeding van 10 % op de door de bvba A met de door dhr X geschreven artikels en bijdragen gerealiseerde netto-omzet (excl. BTW), als een roerend inkomen als bedoeld in artikel 17, § 1, 5°, WIB 92 wordt aangemerkt.
Uit J. Bossuyt, Auteursrechten in de inkomstenbelastingen, Wolters Kluwer 2014, p. 66:
(...) een bvba die aan haar zaakvoerder, auteur van artikelen, nieuwsbrieven, columns enz., een vergoeding ten belope van 10% van de door haar gerealiseerde netto-omzet wil uitkeren als vergoeding voor de overdracht van het exoploitatierecht aan de bvba. De DVB heeft vanzelfsprekend weinig problemen om vast te stellen dat de creaties binnen het toepassingsgebied van de auteurswet vallen. Voor de DVB is het opnieuw essentieel dat er een afzonderlijke overeenkomst bestaat. (...) De DVB aanvaardt dan ook dat de volledige vergoeding voor de exploitatie door de bvba van het auteursrecht van haar zaakvoerder als roerende inkomsten in de zin van artikel 17, § 1, 5°, WIB 92 moet worden aangemerkt.