7 mrt 2017
Uitspraak ingezonden door Dieter Geernaert, Praetica.
Rechtbank KH te Kortijk volstrekt onbevoegd inzake overdracht octrooiaanvraag
Rechtbank van KH Gent, afdeling Kortrijk 7 maart 2017, IEFbe 2196 (C.O.W. NV tegen Marcram BVBA) Exclusieve bevoegdheid van de Brusselse rechter inzake octrooigeschillen (artikel XI.337 WER). COW vordert nietigverklaring van overdrachtsakte tussen COW en Marcram aangaande Belgische octrooiaanvraag 2013/0012 voor een 'geboortebewaker voor het bewaken van de start van de geboorte van een kalf en de werkwijze voor het aanbrengen van een dergelijk geboortebewaker'. Verwerende partij beroept zich op XI.337 WER en 537 lid 1 Ger.W jo. XI.50 WER om te besluiten tot materiële onbevoegdheid. De rechtbank verklaart zich volstrekt onbevoegd en verwijst ex 660 Ger.W. naar de NL rechtbank van KH Brussel.
Gelet op het feit dat de materiële bevoegdheid betwist wordt, staat het de partijen niet vrij een akkoord te sluiten om de betwisting te laten verwijzen naar de volgens hen materieel bevoegde rechtbank.
Art. XI.50 WER regelt iedere overdracht of overgang, geheel of gedeeltelijk, van een octrooiaanvraag of van een octrooi.
Art. XI.337, par 1 WER luidt verder als volgt:
"De rechtbank van koophandel te Brussel neemt, zelfs wanneer de partijen geen kooplieden zijn, kennis van alle vorderingen inzake octrooien of aanvullende beschermingscertificaten, ongeacht het bedrag van de vordering."
In par 2 , tweede zin van datzelfde artikel XI.337 WER is gestipuleerd dat wat voorafgaat niet in de weg staat dat voor scheidsgerechten worden gebracht, onder meer geschillen betreffende het houderschap van een octrooiaanvraag of van een octrooi.
Uit die tweede alinea volgt zodoende dat geschillen betreffende het houderschap van een octrooiaanvraag of van een octrooi kunnen gebracht worden hetzij voor de rechtbank van koophandel te Brussel, hetzij voor scheidsgerechten.
Afbeelding CC BY-SA 3.0 Uberprutser