Gepubliceerd op donderdag 27 maart 2025
IEFBE 3895
Gerecht EU - Tribunal UE ||
5 mrt 2025
Gerecht EU - Tribunal UE 5 mrt 2025, IEFBE 3895; ECLI:EU:T:2025:204 (Funline International Corp tegen EUIPO, MS Trade s. r. o), https://ie-forum.be/artikelen/poppers-vallen-buiten-geregistreerde-waren-gerecht-bevestigt-vervallenverklaring-jungle-premium-volledig

Poppers vallen buiten geregistreerde waren: Gerecht bevestigt vervallenverklaring JUNGLE PREMIUM volledig

Gerecht van de Europese Unie 5 maart 2025, IEF 22622; IEFbe 3895; ECLI:EU:T:2025:204 (Funline International Corp. tegen EUIPO, MS Trade s. r. o). Het Gerecht doet uitspraak in een zaak tussen Funline International Corp. en het EUIPO, met MS Trade s. r. o. als interveniënte. Het geschil betreft de geldigheid van het Uniemerk JUNGLE PREMIUM, dat door Funline is ingeschreven voor chemicaliën voor de vervaardiging van afrodisiaca en chemische preparaten ter stimulering van seksuele activiteit (klasse 1), alsook voor zepen, parfumerieën, etherische oliën, cosmetica, intieme gels, massageoliën en kamergeuren met afrodiserende werking (klasse 3). MS Trade had een verzoek tot vervallenverklaring ingediend voor alle waren. Funline had een eerste set bewijs overgelegd ter staving van daadwerkelijk gebruik van het merk. De Afdeling Nietigverklaringen stelde vast dat dit bewijs uitsluitend betrekking had op poppers, een eindproduct dat niet onder de geregistreerde klassen viel, en verklaarde het merk volledig vervallen. Funline stelde vervolgens beroep in bij de Kamer van Beroep en diende aanvullend bewijs in. Na verweer van MS Trade legde zij een derde set documenten over. De Kamer oordeelde dat het merk alleen was gebruikt voor poppers, en dat deze niet overeenkwamen met de ingeschreven waren. Zij bevestigde de volledige vervallenverklaring.

Voor het Gerecht voert Funline aan dat de Kamer ten onrechte de classificatie van Nice heeft gebruikt om de beschermingsomvang van het merk te bepalen. Volgens haar dient de classificatie enkel voor de registratie van merken en niet voor de interpretatie van de waren waarvoor het merk is ingeschreven. De warenomschrijvingen zouden op zichzelf voldoende duidelijk en precies zijn. Daarnaast stelt zij dat de verkochte producten multifunctioneel zijn en onder de geregistreerde waren vallen. Het Gerecht overweegt dat het slechts hoeft te onderzoeken of het overgelegde bewijs betrekking heeft op de ingeschreven waren. Het betoog dat de classificatie van Nice niet mag worden gebruikt bij de interpretatie van de omschrijvingen wordt verworpen. Gezien de algemene aard van de omschrijvingen mogen deze worden uitgelegd aan de hand van de systematiek van de classificatie, inclusief toelichtingen.

Verder stelt het Gerecht vast dat poppers eindproducten zijn en geen grondstoffen die onder klasse 1 vallen. Het overgelegde bewijs toont geen gebruik aan in relatie tot die grondstoffen, noch tot parfumerie of andere producten in klasse 3. Aanduidingen zoals “afrodisiac” of “liquid incense” op etiketten doen geen afbreuk aan het daadwerkelijke doel van deze producten. Volgens het Gerecht tonen de etiketten geen geurkarakter aan, en verandert ook de vermelding van een geurverspreider de werkelijke bestemming van het product niet. Het Gerecht overweegt bovendien dat het doel van ‘kamergeuren met afrodiserende werking’ er niet in bestaat gevoelens van euforie en ontspanning op te wekken door het verwijden van bloedvaten, zoals bij poppers het geval is. Het bewijs is onvoldoende om daadwerkelijk gebruik voor de ingeschreven waren aan te tonen.

Het tweede middel, waarin Funline stelt dat sprake is van geldige redenen voor het niet-gebruik, wordt als niet-ontvankelijk afgewezen, omdat dit argument pas voor het eerst bij het Gerecht is aangevoerd en geen deel uitmaakte van de procedure bij EUIPO. Het Gerecht verwerpt het beroep in zijn geheel. Funline wordt veroordeeld tot betaling van de kosten van EUIPO. MS Trade draagt haar eigen kosten.

34 In that regard, it follows from the case-law that, even though the Nice Classification is purely administrative, reference should, however, be made to it in order to determine, where necessary, the range or the meaning of the goods in respect of which a mark has been registered. In particular, where the description of the goods for which a mark is registered is so general that it may cover very different goods, it is possible to take into account, for the purposes of interpretation or as a precise indication of the designation of the goods, the classes in that classification that the trade mark applicant has chosen (see judgment of 26 April 2023, Wenz Kunststoff v EUIPO – Mouldpro (MOULDPRO), T‑794/21, not published, EU:T:2023:211, paragraph 23 and the case-law cited).

50 Moreover, notwithstanding the fact that some bottles, bearing the contested mark, contain the indication ‘aphrodisiac’, nothing in the evidence submitted by the applicant refers to a perfumed nature of poppers. In that respect, the indications contained on the labels of the goods bearing the contested mark cannot alter their real intended purpose. In addition, the purpose of ‘air fragrances for aphrodisiac purposes’ does not consist in producing feelings of euphoria and relaxation by dilating the blood vessels, as is the case with poppers.