Gepubliceerd op maandag 12 januari 2015
IEFBE 1131
De weergave van dit artikel is misschien niet optimaal, omdat deze is overgenomen uit onze oudere databank.

Niet dezelfde globale indruk beeldhouwwerk 'De Wereldburger'

Hof van Beroep Antwerpen 5 januari 2015, IEFbe 1131 (De Wereldburger)
Uitspraak aangebracht door Patricht Verachtert en Gregory Appeltans, Servilex Advocaten. Auteursrecht. Geïntimeerde is kunstenares van beeldhouwwerk "De Wereldburger". Keramieken of bronzen wereldbol met opklimmende personages "survivals" genoemd. Het hof hervormt de bestreden beschikking [IEFbe 697]. De globale indruk gewekt door het werk van de appellante en de geïntimeerde sluit iedere verwarring uit. Het werk is van een totaal andere orde.

4.2.2.3. Uit de foto's van het werk van de appellante, gehecht aan de processen-verbaal van vaststelling van 12 november 2011 en van 6 mei 2014 en de door de geïntimeerde genomen foto's van het werk van de appellante tijdens een kunstmarkt, blijkt dat de oorspronkelijke kenmerken van het werk van de geïntimeerde niet op identieke wijze terug te vinden zijn bij het door de appellante geproduceerde werk en dat de totaalindruk van het werk van de appellante en de geïntimeerde niet gelijkend is.

Het werk van de appellante bestaat uit een bol waarop zich eerder banaal uitziende figuren bevinden die bijna uitsluitend in een alledaagse zittende houding. De bol bij de appellante is louter een vorm waarop zij figuren aanbrengt. De bol wekt niet de suggestie dat het om een wereldvol gaat. Er is geen verban tussen de figuren en de bol. Ze vormen inhoudelijk geen geheel. De figuren zijn meestal gekleed in gekleurde dames- of herenkleding. Het werk van de appellante is decoratief, maar niet meer dan dat. Een alledaags tafereel wordt afgebeeld op een bol.

Kortom, de globale indruk gewekt door het werk van de appellante en van de geïntimeerde sluit iedere verwarring uit, zelfs voor de "normale consument", het is werk van een totaal andere orde.

4.2.2.4. Van namaak van het werk van de geïntimeerde door de appellante is geen sprake. De vordering van de geïntimeerde is ongegrond.