Naamgevingsrechten en hun toepassing bij sponsoring
Joost VYNCKIER, “Naamgevingsrechten en hun toepassing bij sponsoring”, NjW 2015, afl. 325, 474-489.
Samenvatting via LegalWorld: In de praktijk zien we dat naast subjecten ook goederen en diensten een naam kunnen dragen (bijv. Empire State Building of Tomorrowland). In het eerste deel van de bijdrage wordt onderzocht
- of er in het Belgische recht een ‘bevoegdheid tot benoemen’ met betrekking tot zowel goederen, diensten als subjecten bestaat;
- wat de juridische grondslag hiervan is;
- wie als titularis deze bevoegdheid ab initio kan uitoefenen;
- en welke uitzondering er gelden op de principiële benoemingsvrijheid.
In een tweede deel komen de perspectieven die deze benoemingsbevoegdheid in sponsoringscontext kan bieden, aan bod.
Initiële benoemingsbevoegdheid
Vooreerst levert de dagdagelijkse praktijk het bewijs dat een benoemingsbevoegdheid op goederen, diensten en subjecten wel degelijk bestaat. Het bestaan van dergelijke bevoegdheid vindt eveneens bevestiging in diverse naambeschermingsregimes zoals het merkenrecht, het persoonlijkheidsrecht op naam en de handelsnaam. Bij de benoeming van subjecten blijkt het bestaan van zo’n bevoegdheid ook nog uit diverse wettelijke bepalingen inzake naamgeving en -wijziging.
De juridische grondslag waarop die benoemingsbevoegdheid steunt verschilt naar gelang het respectievelijke benoemingsobject. Waar de bevoegdheid tot benoemen bij goederen uit de gebruiks- en genotsbevoegdheden en bij diensten uit de aan de dienstverstrekker toekomende beslissingsbevoegdheid voortvloeit, is de benoemingsbevoegdheid met betrekking tot subjecten gegrond in het persoonlijkheidsrecht op zelfbeschikking. Vanzelfsprekend is de grondslag ook bepalend voor het aanwijzen van de initieel benoemingsbevoegde titularis. In de regel zijn dan ook de gebruiker van een goed, de dienstverstrekker of het aan benoeming onderhevige subject ab initio benoemingsbevoegd.
Bij het uitoefenen van zijn benoemingsbevoegdheid moet de titularis eveneens oog hebben voor de rechten die derden op een welbepaalde naam kunnen doen gelden (op basis van zijn naamrecht, handelsnaam, uithangbord, gebruiks- en genotsbevoegdheden, intellectuele eigendomsrechten of de eerlijke handelsgebruiken). Ook de wetgever kan daarnaast de in principe vrije naamkeuze aan banden leggen (bijv. art. 1 en 3 Namenwet).
Het naamgevingsrecht als sponsoringsinstrument
De kern van een sponsoringstransactie ligt in de door de sponsor beoogde associatie met het sponsoringsobject. Het aan de sponsor verleende persoonlijke, exclusieve en aan huur verwante recht om de goederen, diensten of persoon van de gesponsorde te benoemen (i.e. naamgevings- of benoemingsrecht) blijkt in dit kader dan ook een bijzonder nuttig associatie-instrument. Kent de sponsoringsovereenkomst dergelijk recht aan de sponsor toe, dan is sprake van naam- of titelsponsoring.
Besluit
Wil de sponsor zich met de goederen, diensten of persoon van de gesponsorde associëren, dan kan hij het respectievelijke sponsoringsobject met een naar hem (of zijn producten) verwijzende naam benoemen. Zo’n naamsponsoringstransactie krijgt juridisch vorm via een door de gesponsorde – als initieel benoemingsbevoegde titularis – aan de sponsor toegekend naamgevingsrecht.