Gepubliceerd op donderdag 11 juli 2024
IEFBE 3754

Artikel geschreven door Caroline Theunis, advocaat.

Monopolisatie van taal? De zaak 'The Women Peloton' tegen Peloton Interactive Inc.

Monopolisatie van taal? De zaak 'The Women Peloton' tegen Peloton Interactive Inc.

Artikel geschreven door Caroline Theunis, advocaat.

Begin deze maand was te lezen in de media hoe de wielercommunity voor vrouwen, The Women Peloton (TWP), opgericht door Elke Bleyaert, door het Hof van Beroep te Brussel werd veroordeeld tot het staken van het gebruik van deze naam. De eiser was Peloton Interactive Inc. (PI), een Amerikaans bedrijf dat fitnesstoestellen (waaronder ook stationaire fietsen) en geconnecteerde elektronische diensten aanbiedt. PI daagde TWP voor de rechter om het gebruik van de naam “The Women Peloton” te doen staken.

Het Hof bevestigde dat het gebruik van “The Women Peloton” inbreuk maakte op de exclusieve rechten van PI, meer bepaald diens geregistreerde woordmerken ‘PELOTON’ op Unie- en Beneluxniveau. Dit ondanks dat “peloton” in het dagelijks taalgebruik verwijst naar een groep wielrenners. TWP was verontwaardigd over de schijnbare monopolisering van een gangbare term door een bedrijf.

In eerste aanleg kreeg TWP gelijk
Om te begrijpen hoe PI uiteindelijk kon slagen in haar vordering, is het nuttig om te kijken naar de voorgelegde argumenten en de overwegingen van de rechter. Het arrest van het Hof van Beroep is op het moment van schrijven nog niet gepubliceerd, maar de uitspraak in eerste aanleg biedt al inzicht in de vele factoren die een rol kunnen spelen.

Monopolie op taal?
Het intellectueel eigendomsrecht biedt wel degelijk garanties tegen de “monopolisatie” van alledaagse taal. Dit ten eerste op het niveau van de registratie van merken. Een merk kan niet worden ingeschreven wanneer:

  • Het louter beschrijvend is voor de betrokken waren of diensten. Bijvoorbeeld: “broden” voor een bakkerij.
  • Het uitsluitend uit tekens of aanduidingen bestaat die in de handel kunnen dienen tot aanduiding van kenmerken van de waren of diensten waarvoor bescherming wordt gevraagd. Bijvoorbeeld: “vers gebakken” voor een bakkerij.

Slechts wanneer het publiek een beschrijvend teken door promotie toch is gaan beschouwen als merknaam van een bepaald bedrijf, kan het als merk worden geregistreerd. Aangezien PI “PELOTON” heeft kunnen registreren, vonden de IE-bureaus het bij de aanvraag niet dermate beschrijvend voor PI’s waren en diensten dat het niet als merk daarvoor kon dienen. Belangrijk is de link tussen het merkteken en het aanbod van het bedrijf, en hoezeer het woord in die context als “gebruikelijk” kan worden gezien.

Geen overeenstemming
Bovenstaande inschrijvingsregels waren niet relevant in de procedure (wat deels te maken heeft met de opgeworpen middelen). De stakingsrechter moest niet oordelen over de geldigheid van PI’s registraties, maar over de vraag of het gebruik door TWP inbreuk maakte op het merk “PELOTON” door verwarringsgevaar.

Hier speelt de tweede garantie tegen “monopolisatie van taal”: het beschrijvend karakter van een teken beperkt de mogelijkheden van een merkhouder om zich te verzetten tegen andermans gebruik. Deze kan niet verbieden gebruik te maken van “tekens of aanduidingen die geen onderscheidend vermogen hebben” (oftewel, “normaal taalgebruik”). Denk aan een bakker die promotie moet kunnen maken met het woord “vers”. Ook deze regel was echter van weinig belang in de beoordeling in eerste aanleg. Volgens de rechter stemden “PELOTON” en “THE WOMEN PELOTON” überhaupt onvoldoende overeen om te moeten oordelen of er een inbreuk was. De combinatie van “women” met “peloton” zou maken dat TWP op een ander begrip wijst, omdat het etymologisch verwijst naar een groep sportende mannen.

Als tegenvoorbeeld kan hier de zaak over “peloton d’hivers” dienen. Daar oordeelde het Beneluxbureau dat “d’hivers” wel ondergeschikt was aan “peloton”, en louter diende ter nadere duiding zonder dat het aan de betekenis van “peloton” afdeed.

Geen verwarring
De rechter voegde toe dat er alleszins geen verwarringsgevaar had kunnen zijn, maar baseerde zich ook hier niet op de gangbare betekenis. De overwegingen waren dat PI in de EU enkel in Duitsland een zekere bekendheid geniet, en omdat TWP een specifiek - vrouwelijk - doelpubliek aanspreekt.

Slotopmerking
Hoewel er meerdere redenen zijn waarom een bedrijf minder snel kan optreden tegen het gebruik van woorden in hun normale betekenis, benadrukt de uitspraak in eerste aanleg dat de specifieke context cruciaal is voor het oordeel. Dit betreft zowel het afwijzen van de inbreukvordering wegens “normaal gebruik” als de overweging van verwarringsgevaar of andere inbreukgronden die zwaarder kunnen wegen. Het is nog onbekend op welke gronden het Hof van Beroep zich baseerde om de staking wél te bevelen.

Het is mogelijk dat specifieke elementen, zoals visuele overeenkomsten in merchandise, websites en slogans (op beide websites startend met “Together we…”), een rol hebben gespeeld. In een stakingsprocedure zijn de specifieke omstandigheden van het gebruik in de markt immers belangrijk, evenals de perceptie van het doelpubliek.