Gepubliceerd op donderdag 14 april 2016
IEFBE 1764
Nederlandse jurisprudentie - Jurisprudence néerlandaise ||
13 apr 2016
Nederlandse jurisprudentie - Jurisprudence néerlandaise 13 apr 2016, IEFBE 1764; ECLI:NL:RBDHA:2016:3789 (Bacardi tegen Seva), https://ie-forum.be/artikelen/inbreukverbod-uniemerken-bacardi-voor-plaatsing-goederen-onder-de-accijnsschorsingsregeling

Inbreukverbod Uniemerken BACARDI voor plaatsing goederen onder de accijnsschorsingsregeling

Rechtbank Den Haag 13 april 2016, IEF 15862; IEFbe 1764; ECLI:NL:RBDHA:2016:3789 (Bacardi tegen Seva)
Merkenrecht. Parallelimport. Merkenrechtelijke status van accijnsgoederen. Het HvJEU IEF 15117, IEF 14058 heeft beslist dat de merkhouder zich ertegen kan verzetten dat een derde van het merk voorziene goederen onder de accijnsschorsingsregeling laat plaatsen na ze, zonder toestemming van die houder, de EER heeft doen binnenbrengen en in het vrije verkeer heeft doen brengen. De rechtbank veroordeeld Seva om inbreuk op de Uniemerken BACARDI, DEWAR’S en BOMBAY SAPPHIRE te staken en gestaakt te houden die niet door Bacardi of met haar toestemming in de EER in de handel zijn gebracht. Er wordt een opgaveplicht opgelegd.

2.3. In het licht van het in r.o. 4.20 van het tussenvonnis overwogene en de beslissing van het HvJEU in de zaak C 379/14, is de slotsom dat de onder r.o. 4.5. onder b en c van het tussenvonnis genoemde handelingen inbreuk hebben gemaakt op het Uniemerk BACARDI. De vorderingen die daarop zijn gebaseerd zullen dus worden toegewezen.

2.4. De rechtbank heeft haar voorshands oordeel dat de prijslijst afkomstig is van Seva gebaseerd op het feit dat de prijslijst is voorzien van het logo van Seva en het emailadres van de heer [A] , en dat zij is gevonden in de administratie van een klant van Seva, de heer [X] (h.o.d.n. [Handelsnaam X] ) in het kader van de opgave die hij heeft gedaan krachtens een veroordeling ter zake van merkinbreuk door deze rechtbank (zaak 392818 / HA ZA 11-1335, vonnis van 14 november 2012).

2.8. Gezien het voorgaande zijn in het licht van r.o. 4.32. en 4.33 van het tussenvonnis de vorderingen voor zover gebaseerd op inbreuk op de Uniemerken BACARDI, DEWAR’S en BOMBAY SAPPHIRE in beginsel toewijsbaar. Bacardi c.s. heeft geen separaat belang gesteld, noch is dit gebleken, bij een afzonderlijk verbod op basis van haar (gelijkluidende) Benelux-merken, zodat in zoverre de vorderingen zullen worden afgewezen.

De rechtbank veroordeelt Seva om met onmiddellijke ingang na betekening van dit vonnis inbreuk op de Uniemerken BACARDI, DEWAR’S en BOMBAY SAPPHIRE te staken en gestaakt te houden, meer in het bijzonder elk gebruik in het economisch verkeer van producten die zijn voorzien van de merken BACARDI, DEWAR’S en/of BOMBAY SAPPHIRE die niet door Bacardi c.s. of met haar toestemming in de EER in de handel zijn gebracht, waarbij onder gebruik in het economisch verkeer in ieder geval dient te worden verstaan het (doen) invoeren, het (doen) verkopen, het te koop (doen) aanbieden, het (doen) leveren, het (doen) gebruiken, dan wel het in voorraad (doen) hebben, al dan niet onder AGD-status, voor één van deze doeleinden, een en ander op straffe van een dwangsom van € 10.000,- voor iedere dag dat, dan wel ter keuze van Bacardi c.s., van € 1.000,- voor ieder product waarmee door Seva na betekening van dit vonnis aan de bovenstaande veroordeling in het geheel of gedeeltelijk geen gevolg is gegeven, met een maximum van € 250.000,-;