Hoger beroep omtrent octrooien gegrond verklaard

Hof van Beroep Brussel 12 maart 2019, IEFbe 3472; Rolnr. 2018/AR/1718 (Genentech tegen Pfizer) Genentech verzoekt het hof om de vorderingen van Pfizer ongegrond te verklaren voor zover de vorderingen zien op het Belgische luik van EP 1 308 455. Daarnaast verzoekt Genentech het hof ook om de vorderingen omtrent het Belgische luik van EP 1 037 926 zonder voorwerp te verklaren en daardoor als niet ontvankelijk te bestempelen. Het hof oordeelt dat deze vorderingen van Genentech gegrond zijn en verklaart het bestreden vonnis teniet voor zover het deze vorderingen betreft.

5. Uit de brief van 19 februari 2019 van de raadsman van Pfizer PFE Belgium BVBA, blijkt dat zij geen verdere betwisting zal voeren omtrent de beroepsgronden in de dagvaarding hoger beroep van Genentech d.d. 4 oktober 2018,

6. Gelet op hetgeen Genentech uiteenzet in haar conclusie neergelegd op 19 februari 2019 en de vaststelling dat zij niet wordt tegengesproken door Pfizer, is de vordering van Genentech zoals thans geformuleerd, gegrond in de mate zoals bepaald in het dispositief van dit arrest.

De motivering in het bestreden vonnis met betrekking tot het beweerde gebrek aan nieuwheid van EP 1 308 455, op grond waarvan de eerste rechter dit octrocl nietig verklaarde, is ongegrond.

Wat EP 1 037 926 betreft, stelt het hof vast dat de geldigheidsduur ervan is verstreken, zoals Genentech terecht opmerkt.