Gepubliceerd op dinsdag 21 januari 2025
IEFBE 3852
Gerecht EU - Tribunal UE ||
20 nov 2024
Gerecht EU - Tribunal UE 20 nov 2024, IEFBE 3852; ECLI:EU:T:2024:846 (Pernod Ricard tegen EUIPO en West End Drinks Ltd), https://ie-forum.be/artikelen/gedeeltelijke-nietigverklaring-van-euipo-beslissing-wegens-onrechtmatige-correcties

Gedeeltelijke nietigverklaring van EUIPO-beslissing wegens onrechtmatige correcties

Gerecht van de Europese Unie 20 november 2024, IEF 22482, IEFbe 3852; ECLI:EU:T:2024:846 (Pernod Ricard tegen EUIPO en West End Drinks Ltd). In 2018 diende West End Drinks Ltd een aanvraag in bij het EUIPO voor de registratie van het beeldmerk The King of Soho, voor gin en vodka. Pernod Ricard maakte bezwaar tegen deze registratie en beriep zich op het oudere EU-woordmerk SOHO, dat is geregistreerd voor alcoholische dranken. Pernod Ricard voerde aan dat er verwarringsgevaar zou ontstaan bij het relevante publiek vanwege de overeenkomsten tussen de merken. De Oppositieafdeling van het EUIPO gaf Pernod Ricard aanvankelijk gelijk en weigerde de registratie van het nieuwe merk. West End Drinks ging hiertegen in beroep bij de Kamer van Beroep, die de beslissing van de Oppositieafdeling vernietigde. De Kamer van Beroep oordeelde dat er geen verwarringsgevaar bestond tussen de merken en dat het publiek beide merken duidelijk van elkaar zou kunnen onderscheiden. Vervolgens paste de Kamer van Beroep haar beslissing aan door een aantal passages te corrigeren of te schrappen, waaronder overwegingen over het relevante publiek, het relevante territorium en de mate van overeenstemming tussen de merken.

Pernod Ricard stelt beroep in bij het Gerecht van de Europese Unie en voert aan dat de Kamer van Beroep fouten heeft gemaakt in haar beoordeling en haar procesrechtelijke verplichtingen heeft geschonden. Het Gerecht oordeelt dat de Kamer van Beroep de correcties deels onrechtmatig heeft doorgevoerd. De wijzigingen in de beoordeling van de conceptuele en fonetische overeenstemming tussen de merken, evenals de beoordeling van het aandachtsniveau van het relevante publiek, veranderen de inhoud en reikwijdte van de oorspronkelijke beslissing. Deze wijzigingen betreffen geen evidente fouten die eenvoudig gecorrigeerd konden worden, maar waren inhoudelijke wijzigingen die niet toegestaan zijn zonder een nieuw onderzoek en de betrokkenheid van de partijen. Het Gerecht stelt echter dat de schrapping van een overbodige passage in punt 48 van de eerdere beslissing wel rechtmatig was. Deze passage herhaalt informatie die elders al in de beslissing staat en de schrapping heeft geen invloed op de inhoudelijke beoordeling. Het Gerecht stelt verder vast dat het recht van Pernod Ricard om te worden gehoord niet was geschonden, aangezien de correctie van punt 48 geen nadelige gevolgen voor haar had. Uit het bovenstaande blijkt dat het besluit moet worden vernietigd voor zover daarbij punt 45 van het besluit van 19 juni 2023 is geschrapt. Ook moeten de wijzigingen in punt 95 en 98, die betrekking hebben op de beoordeling van de begripsmatige overeenstemming, en de wijziging in punt 95 over de beoordeling van de fonetische overeenstemming, worden vernietigd. Daarnaast moet de wijziging in punt 107, die gaat over het aandachtsniveau van het relevante publiek, eveneens worden vernietigd. Voor alle overige onderdelen wordt het beroep afgewezen.

44 Wat betreft de beoordeling van de visuele, fonetische en conceptuele overeenstemming van de merken, stelde de Kamer van Beroep in de punten 79, 80 en 83 van de beslissing van 19 juni 2023 vast dat deze visueel in "zeer geringe" mate overeenkwamen, conceptueel "gering" overeenkwamen en fonetisch in een "boven gemiddelde" mate of "hoogstens gemiddeld" overeenkwamen. In het deel over de algemene beoordeling van het verwarringsgevaar stelde punt 95 van die beslissing dat de betrokken merken fonetisch "hoogstens gemiddeld" overeenkwamen en visueel en conceptueel in een "zeer geringe" mate overeenkwamen, terwijl punt 98 verwees naar een zeer geringe visuele en conceptuele overeenstemming.

66 However, Article 41(2) of the Charter of Fundamental Rights guarantees the right of every person to be heard only in relation to an individual measure which would affect that person adversely. The mere deletion of a repetitive passage does not adversely affect the applicant.