Gepubliceerd op maandag 17 januari 2022
IEFBE 3354
EUIPO - BHIM - OHMI ||
22 dec 2021
EUIPO - BHIM - OHMI 22 dec 2021, IEFBE 3354; (Nestlé tegen Impossible Foods), https://ie-forum.be/artikelen/euipo-impossible-burger-is-een-geldig-uniemerk

Ingezonden door Tobias Cohen Jehoram, Lamyae Ramdani en Irenah Klink, De Brauw Blackstone Westbroek.

EUIPO: "Impossible Burger" is een geldig Uniemerk

EUIPO the Fifth Board of Appeal 22 December 2021 IEF 20471, IEFbe 3354 ; R 973/2021-5 (Nestlé tegen Impossible Foods) In 2018 diende Impossible Foods Inc. (een bedrijf dat plantaardige vervangers voor vleesproducten ontwikkelt) een aanvraag in voor de inschrijving van het woordmerk Impossible Burger. Op 28 februari 2019 is het merk ingeschreven. Op 18 maart 2019 heeft Nestlé een verzoek tot nietigverklaring van het ingeschreven Uniemerk ingediend. De argumenten die door Nestlé zijn aangevoerd ter onderbouwing van het feit dat het woordmerk slechts een verwijzing is naar de kenmerken van de waren en dus een onderscheidend vermogen mist, slagen niet. Nestlé wijst er ook op dat de houder van het Uniemerk merk de term onmogelijk op een beschrijvende manier gebruikt in zijn promotie- en reclameactiviteiten en dat dit dus zou aantonen dat het publiek het teken als niet-onderscheidend of beschrijvend zou opvatten.

The Fifth Board of Appeal concludeert dat Nestlé niet heeft kunnen aantonen dat het woordmerk op de datum van indiening werd gezien als een niet-onderscheidend teken dat niet in staat was de oorsprong van de betrokken waren aan te geven. Integendeel, het lijkt erop dat door het bijvoeglijk naamwoord "Impossible" naast het zelfstandig naamwoord "Burger" te plaatsen, het woordmerk op zijn minst op de datum van indiening een begripsmatige band creëerde die erg vaag, onduidelijk en niet onmiddellijk begrijpelijk was en evenmin enig kenmerk aanduidde van de goederen. Het woordmerk had daarom een ​​fantasierijk en onderscheidend vermogen dat een interpretatieve inspanning van de consumenten vergt en een cognitief proces in hun geest op gang bracht. The Fifth Board of Appeal wijst het beroep af.

77.  In light of the above, the Board concludes that the cancellation applicant was not able to show that the contested sign was at the date of filing perceived as a non- distinctive sign unable to indicate the origin of the goods at hand. Rather to the contrary, it appears that by juxtaposing the adjective ‘impossible’ with the noun ‘BURGER’ the sign created at least at the date of filing a conceptual link which was very vague, unclear and not immediately comprehensible nor did it denote any characteristic of the goods. Therefore, the sign had a fanciful and distinctive character which called for an interpretative effort on the consumers and setting off a cognitive process in their mind (22/01/2015, T-133/13, WET DUST CAN’T FLY, EU:T:2015:46, § 49-51). 

78.  Moreover, as stated in the contested decision the evidence submitted by the cancellation applicant mainly refers to a period after the relevant filing date and hence does not permit any conclusion to be reached as regards the perception of the contested mark by the public at that relevant point in time. This further contributes to the rejection of the request for invalidity.