Controversieel standpunt geïnterviewde ligt niet aan redactionele aanpak journalist
RvdJ 18 juni 2015, IEFbe 1409; 2015/13 (Kitobo t/ VRT - Het Journaal)
Mediarecht. Klacht ongegrond. Klager, slachtoffer van seksueel misbruik in de kerk, acht het ongepast dat de bisschop zijn standpunt kan ventileren zonder ook de slachtoffers om hun mening te vragen. De invalshoek van de reportage is relevant en de journalist geeft het standpunt van de geïnterviewde waarheidsgetrouw en onafhankelijk weer. Dat het standpunt van de geïnterviewde controversieel kan overkomen, ligt niet aan de redactionele aanpak van de journalist. Het probleem van de verjaring is een – overigens niet eenvoudige – juridisch-technische kwestie waarover de reportage geen oordeel velt.
(...) De journaliste had volgens klager ook moeten vragen waarom de bisschop het gerecht niet op de hoogte heeft gebracht van de problematiek. Daardoor komt de bisschop er makkelijk vanaf, wat volgens klager leidde tot een ongepast zelfbeklag van de bisschop. Klager noemt deze benadering ongepast en kwetsend voor alle slachtoffers van seksueel misbruik in de Kerk. Bovendien laat Het Journaal de bisschop zijn standpunt ventileren zonder ook de slachtoffers om hun mening te vragen, terwijl de journaliste volgens klager wist dat minstens één slachtoffer bereikbaar was.
(...) Het Journaal behandelt het dossier rond de priester vanuit de invalshoek van de maatregelen die de Kerk hem oplegde. Dat is een relevante redactionele insteek voor een item van twee minuten, waarin niet alle aspecten rond seksueel misbruik in de Kerk aan bod kunnen komen. De journaliste interviewt de bisschop van Gent over het reisverbod en geeft zijn standpunt waarheidsgetrouw en onafhankelijk weer, wat dat standpunt ook moge zijn. Dat het standpunt controversieel kan overkomen, ligt niet aan de redactionele aanpak van de journaliste.
Het probleem van de verjaring is een – overigens niet eenvoudige – juridisch-technische kwestie waarover de reportage geen oordeel velt. De Raad stelt verder vast dat de formulering van enkele passages in het verslag onnauwkeurig is, maar de onnauwkeurigheden zijn niet van die aard dat ze als een beroepsethische fout beschouwd kunnen worden.