Boete voor VTM voor het reclamebumpers verweven met reclamespot
VRM 11 mei 2015, IEFbe 1388 (Medialaan reclamebumper)
Mediarecht. Tijdens de onderzochte periode worden reclamebumpers uitgezonden die verweven zijn met de eerstvolgende reclamespot. De VRM stelt daarbij vast dat na de audio van de sponsorvermelding onmiddellijk de audio van de reclamespot volgt. De bumper met de tekst “VTM – Reclame” wordt gedurende 1,5 seconde beeldvullend getoond (zonder visuele inmenging van de reclamespot). In een ander geval wordt de reclamebumper gedurende maximaal 1 seconde beeldvullend getoond (zonder visuele inmenging van de reclamespot). Er wordt geen tekst “Reclame” getoond.
Artikel 79, § 1, van het Mediadecreet bepaalt :
“Televisiereclame, zelfpromotie uitgezonderd, en telewinkelen moeten duidelijk herkenbaar zijn en moeten kunnen worden onderscheiden van redactionele inhoud. Zonder afbreuk te doen aan het gebruik van nieuwe reclametechnieken, moeten reclame en telewinkelen met visuele en/of akoestische en/of ruimtelijke middelen van andere onderdelen van het programma worden gescheiden.”
Deze bepaling heeft tot doel te vermijden dat er bij de kijkers verwarring ontstaat tussen reclame en andere programmaonderdelen.
De VRM meent dat de door VTM gebruikte middelen niet volstaan opdat de reclamespots duidelijk herkenbaar zouden zijn en kunnen worden onderscheiden van redactionele inhoud.
Met name het hanteren van zeer korte beginbumpers – korter dan 2 seconden – kan tot verwarring leiden, te meer wanneer het woord “reclame” niet wordt vermeld. Dit is ook het geval voor het gebruik van reclamebumpers die visueel worden verwerven met de daaropvolgende reclamespot. Dergelijke bumpers zorgen niet voor een duidelijk herkenbare afbakening van reclame en redactionele inhoud.
De VRM besluit VTM een administratieve geldboete op te leggen van enerzijds 2.500 euro voor het hanteren van te korte beginbumpers bij reclameblokken en anderzijds 2.500 euro voor het verweven van reclamebumpers met de eerstvolgende reclamespot.