Gepubliceerd op donderdag 3 december 2015
IEFBE 1599
De weergave van dit artikel is misschien niet optimaal, omdat deze is overgenomen uit onze oudere databank.

Beschrijvende en beslagmaatregelen in octrooigeschil AstraZeneca toegewezen

Hof van Beroep Brussel 3 november 2015, IEFbe 1599 (AstraZeneca tegen Sandoz)
Uitspraak ingezonden door Carina Gommers en Liesbeth Weynants, HOYNG ROKH MONEGIER. Octrooirecht. Astrazeneca is houdster van EP 364. Sandoz is van mening dat dit octrooi nietig is. In een eerdere procedures is het octrooi inderdaad nietig verklaard, het hoger beroep hiertegen is hangende. In dit geding vordert Astrazeneca zowel beschrijvende maatregelen als beslagmaatregelen. Deze worden allen toegewezen, behalve de maatregel die ziet op toekomstige voorraad. Deze wordt afgewezen nu het beslag inzake namaak niet zover reikt volgens de rechter. Het hoger beroep wordt ontvankelijk en gegrond verklaard.

De prima facie geldigheid van EP 364
24 Het hof besluit dat het vermoeden juris tantum van de geldigheid van het Belgische luik van EP ‘364 niet wordt aangetast door de buitenlandse beslissingen betreffende de respectieve parallelle buitenlandse luiken van dat Europees octrooi.

28 In concrete en rekening houdend met alle feiten en omstandigheden, oordeelt het hof dat het octrooi waarvan de bescherming door Astrazeneca wordt ingeroepen, ogenschijnlijk geldig is.

Zijn, na de betrokken belangen, waaronder het algemeen belang, te hebben afgewongen, de feiten en, in voorkomend geval, de stukken waarop Astrazeneca zich baseert, van dien aard dat ze het beslag, dat tot bescherming strekt van het ingeroepen recht, redelijkerwijs verantwoorden
34. Sandoz betwist de gevorderde beslag maatregelen en verwijst hiervoor naar het algemeen belang, inzonderheid naar het belang van de patiënten die nood hebben aan quetiapine met verlengde afgifte formulering.

35. Patiënten die nood hebben aan quetiapine met verlengde afgifte hebben Seroquel XR ter beschikking. Zij dienen zodoende bij gebrek aan een generiek daarvan geen medicatie te ontberen. Dat voormeld geneesmiddel in vergelijking met een generiek daarvan dermate duurder zou uitvallen voor de patiënt dat dit zijn belangen zou schaden, wordt niet bewezen.

36. In elk geval staan tegenover de door Sandoz ingeroepen belangen het belang van Astrazeneca, octrooihouder van EP 364. Octrooien zijn exclusieve en negatieve rechten in die mate dat ze de octrooihouder toelaten om elke derde te verbieden om op dat octrooi inbreukmakende handelingen te stellen voor een bepaalde periode in de tijd.

Een octrooihouder beschikt over een aantal maatregelen die hem moeten toelaten om zijn rechten te beschermen. De artikelen 1639bis 1. en volgende Ger.W. kaderen hierin. Zij zijn de omzetting in Belgisch recht van Richtlijn 2004/48/EG van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 betreffende de handhaving van intellectuele-eigendomsrechten (“Handhavingsrichtlijn”).

37. Gelet op hetgeen door het hof hiervoor werd overwogen, weegt het belang van de octrooihouder zwaarder door dan het algemeen belang (voor zover hier zou aan geraakt worden, hetgeen niet wordt aangetoond) of dan het belang van Sandoz.

Besluit van het hof in verband met de gevorderde beslagmaatregelen
38. Het hof besluit dat de voorwaarden voorgeschreven door de bepalingen van het gerechtelijk wetboek vervuld zijn om machtiging te verlenen om over te gaan, tot beschrijvende maatregelen, tot beslagmaatregelen.

Het hof stelt echter vast dat één van de maatregelen die door Astrazeneca wordt gevorderd ertoe strekt te horen verklaren dat het verbod opgelegd aan Sandoz en elke derde waar product wordt aangetroffen, zich te ontdoen van de inbreukmakende goederen, bij de productie daarvan gebruikte materialen en werktuigen en de desbetreffende documenten, deze te verplaatsen, te wijzigen of hun werking te wijzigen op straffe van een dwangsom, tevens zou gelden voor elke toekomstige voorraad van Sandoz’ producten op basis van Quetiapin Retard Sandoz die Sandoz zou fabriceren, importeren, te koop aanbieden, commercialiseren, opslaan of gebruiken in België.

Deze maatregel is ongegrond, aangezien hij slaat op toekomstige voorraad en een dergelijk verbod naar het oordeel van het hof het bestek en het beslag inzake namaak zoals gereguleerd bij de artikelen 1369bis/1. e.v. Ger.W. te buiten gaat.

Voor het overige zijn de gevorderde maatregelen, in strijd met hetgeen Sandoz beweert, redelijk en is er geen schending van een proportionaliteitsmaatregel, gelet op hetgeen door het hof in dit arrest werd overwogen. Het kan mogelijkerwijze nog jaren duren alvorens er een definitieve uitspraak ten gronde zal zijn in de betwisting aangaande de geldigheid van het Belgische luik van EP 364.