12 jan 2017
Beautiful Freak Tattoo mag niet verder als handelsnaam: plaatst geen tatoeages
Rechtbank van Koophandel Gent 12 januari 2017, IEFbe 2745 (Beautiful Freak Tattoo) Handelsnaamrecht. Merkenrecht. Eiser en verweerster woonden samen en hielden zich bezig met tatoeëringen of plaatsen van piercings. Eiser is onder de naam Beautiful Freak Tattoo actief te Koksijde. Na de relatiebreuk ging verweerster onder dezelfde naam verder te Koksijde. Zij heeft BVBA Sweet P opgericht, de domeinnamen 'beautifulfreakpiercing.be' en 'beautifulfreak.be' geregistreerd en de naam Beautiful Freak als Benelux woordmerk ingeschreven. Besluit: de inschrijving dient nietig te worden verklaard wegens depot te kwader trouw beperkt tot de activiteiten van tatoeage in klasse 44. De verplaatsing van haar activiteiten naar het Gentse betekenen geen verwijdering uit het fysieke territorium waaruit eiser cliëntieel puurt. Besluit: in de beperkte mate dat hun gedragingen de schijn zouden wekken dat zij actief zijn in de plaatsing van tatoeage, maken verweersters inbreuk op de eerlijke handelspraktijken en kunnen de corresponderende gevraagde stopzettingsmaatregelen worden ingewilligd.
p. 11: Aan het onderdeel van de vordering van eiser om verweersters verbod op te leggen om de naam 'BEAUTIFUL FREAK' of enig daarmee overeenstemmende naam op enigerlei wijze als merk in welk register dan ook te deponeren voor identieke of soortgelijke waren en diensten als de waren en diensten waarvoor hij het teken 'BEAUTIFUL FREAK (TATTOO) (& MIXED ARTS)' gebruikt én voor andere waren en diensten (met inbegrip van kledij en accessoires), op straffe van een dwangsom, kan geen gevolg gegeven worden. Uit voorgaande overwegingen volgt dat een verbod opgelegd voor andere waren of diensten dan deze ontwikkeld door eiser, niet te verantwoorden is. Voorts zou de rechtbank door in te gaan op dit onbeperkte en algemeen geformuleerde verbod anticipatief ingrijpen op de uitoefening van mogelijke toekomstige gebruik en hieraan verbonden rechten van verweersters die thans louter hypothetisch zijn, terwijl het opleggen van een verbod uitsluitend een bestaande en concrete praktijk kan treffen.
p. 14: Eiser vordert ex aequo et bono een bedrag dat 'terughoudend' begroot is op 2.500€, zonder dat het de rechtbank mogelijk is zich te vergewissen van de mogelijke schadelijke gevolgen of andere nadelen die eiser effectief heeft moeten dragen: eiser brengt op dit punt geen stukken bij, er is geen informatie bij omtrent eventuele omzetschade die zij geleden heeft, in oorzakelijk verband met het inbreuk makend gebruik door verweersters, De gevorderde schade is niet bewezen, en hiervoor kan slechts één provisionele euro worden toegekend.