Uitspraak ingezonden door Geert Philipsen, GSJ Advocaten.
Verpakking kinderspeelgoed is auteursrechtelijk beschermd
Hof van Beroep Antwerpen 6 juli 2021, IEFbe 3259; 2020/AR/503 (Smart tegen Aldi) Smart is producent van magnetisch constructiespeelgoed. Aldi verkoopt in haar winkels soortgelijk speelgoed met nagenoeg dezelfde soort verpakking en handleiding. Smart stelt dat hiermee inbreuk wordt gemaakt op haar auteursrechten en vordert vernietiging van alle nog voorradige exemplaren van het betreffende speelgoed van Aldi. Het hof oordeelt allereerst dat aan Smart auteursrechten toekomen wat betreft de verpakking in zijn geheel, omdat deze het resultaat is van vrije en creatieve keuzes. Ook de handleiding is oorspronkelijk genoeg om in aanmerking te komen voor auteursrechtelijke bescherming. Vervolgens oordeelt het hof dat Aldi met haar verpakking inbreuk maakt op de auteursrechten van Smart, omdat bijna alle afzonderlijke elementen van de verpakking van Smart terugkomen op de verpakking van Aldi. De totaalindruk is nagenoeg identiek. Hetzelfde geldt voor de handleiding.
Uitspraak ingezonden door Geert Philipsen, GSJ
Beeldje 'P'tit Maurice' niet het resultaat van vrije en creatieve keuzes
Hof van Beroep Gent 1 februari 2021, IEFbe 3258; 2018/AR/254 (Aldi, Vango en Cardiff tegen Jolipa) Jolipa is een groothandel van onder meer interieurdecoratie. Vango is een Belgische importeur en groothandelaar in diverse niet-elektronische huishoudartikelen en aanverwante producten. Cardiff is een met Vango economisch verbonden onderneming. Jolipa stelt dat er inbreuk is gemaakt op hun auteursrecht op het beeldje 'P'tit Maurice'. In dit hoger beroep heeft het hof in Gent de uitspraak in eerste aanleg teruggedraaid en geoordeeld dat er geen sprake is van schending van de auteursrechten van Jolipa. Volgens het hof komt dit, doordat Jolipa niet kan aantonen wie de maker van het beeldje is. Ten overvloede merkt het hof nog op dat het beeldje niet het resultaat is van vrije en creatieve keuzes en daardoor niet in aanmerking komt voor auteursrechtelijke bescherming. Eisers hebben hierbij onder andere verwezen naar prehistorische muurschetsen van een mens met armen en benen. Ook Jolipa's vordering op misleidende handelspraktijken faalt. [IEFbe 2639]
Uitspraak ingezonden door Sabin Tigu en Yvonne Hamerling, Ploum
Gerecht EU: Nomad is een geldig merk
Gerecht EU 30 juni 2021, IEF 20115, IEFbe 3257; ECLI:EU:T:2021:397 (MCM tegen The Nomad Company) Nomad is een Nederlands outdoor merk en merkhouder van onder andere het woordmerk NOMAD, ingeschreven voor onder andere rugtassen, slaapzaken, kleding en schoenen. MCM is een Zwitsers bedrijf dat ook kleding, schoenen en tassen verkoopt. In 2017 is MCM op grond van vermeende beschrijvendheid en vermeend gebrek aan onderscheidend vermogen bij het EUIPO tevergeefs een nietigheidsactie tegen het merk NOMAD gestart. Het door MCM ingestelde beroep bij het EUIPO is eveneens volledig afgewezen. Het Gerecht bevestigt dat het merk NOMAD, dat volgens het woordenboek zoveel betekent als “een lid van een volk dat van de ene naar de andere plaats reist en geen vaste woonplaats heeft”, niet beschrijvend is voor de waren waarvoor het merk is ingeschreven. MCM bracht naar voren dat bepaalde nomadische stammen tassen verkopen, maar het Gerecht oordeelt dat het relevante publiek echter geen link zal leggen tussen NOMAD en tassen. MCM wordt veroordeeld tot betaling van de kosten van de procedure.
Uitspraak ingezonden door Tanguy de Haan, NautaDutilh.
Gerecht EU: Ongewone lippenstift komt in aanmerking voor merkregistratie
Gerecht EU 14 juli 2021, IEF 20098, IEFbe 3256; ECLI:EU:T:2021:443 (Guerlain tegen EUIPO) Guerlain is producent van lippenstift en wil het specifiek driedimensionale ontwerp registreren. Het EUIPO heeft de aanvraag in eerste instantie afgewezen vanwege een gebrek aan onderscheidend karakter, maar het Gerecht oordeelt anders. Ze oordeelt dat de vorm van de lippenstift zodanig ongewoon is binnen deze sector, dat het zich onderscheidt van andere merken. De ovale vorm leidt tot een bepaalde herkenning bij het relevante publiek en wijkt af van de norm. Hierbij is ook van belang dat de lippenstift niet rechtop kan staan. Zodoende komt het Gerecht tot de conclusie dat het merk in aanmerking komt voor inschrijving.
Najaarsagenda opleidingen
Voor de één is het zomerreces al begonnen, de ander is nog druk aan het werk. Bij deLex bereiden we rustig het nieuwe programma voor, om in september een vliegende start te maken met Entertainment en IE. Vanaf dan verwelkomen we u graag weer bij onze opleidingen!
Najaarsprogramma
- Donderdag 8 september: Entertainment en IE
- Dinsdag 5 oktober: Benelux Merkencongres 2021 deel 2
- Donderdag 7 oktober: Nederlands Octrooicongres 2021 deel 2
Uitspraak ingezonden door Dirk Visser, Universiteit Leiden.
Conclusie A-G in de zaak Polen tegen Parlement en Raad
Volgens de Advocaat-Generaal van het Hof van Justitie is de zogenaamde 'uploadfilter' niet in strijd met de vrijheid van meningsuiting. Op grond van artikel 17 van de DSM-richtlijn zijn online deelplatformen verplicht om geüploade beschermde content te monitoren en te filteren ten behoeve van de rechthebbenden van deze beschermde content. Polen heeft hierop een zaak bij het Hof aangespannen om artikel 17 nietig te laten verklaren. Volgens Polen is een uploadfilter in strijd met de vrijheid van meningsuiting. De A-G concludeert vandaag (15 juli) dat dit niet het geval is. Weliswaar wordt het recht op vrijheid van meningsuiting op deze manier beperkt, maar volgens de A-G is dit in overeenstemming met artikel 52 lid 1 van het Handvest. Dit artikel regelt de voorwaarden waaronder de vrijheid van meningsuiting mag worden beperkt. Het volledige persbericht is hier te lezen (Engelstalig).
Deze uitspraak zal ook op vrijdag 16 juli worden besproken tijdens de Leiden Law Lunch - 'Uploadfilter en uitingsvrijheid'.
Artikel ingezonden door Wouter Pors, Bird & Bird.
Finally a green light for the start of the UPC
Finally a green light for the start of the UPC – an analysis of the ruling by the Bundesverfassungsgericht and the remaining preparatory work.
On 23 June 2021 the German Constitutional Court (Bundesverfassungsgericht) issued an order rejecting the requests for a preliminary injunction against ratification of the Unified Patent Court (UPC) Agreement . The order was published on 9 July 2021 [IEF 20078] and immediately drew a lot of attention, because this removed the most important obstacle for the start of the UPC. In fact, the UPC will now almost certainly open for business by the end of 2022, or the beginning of 2023 at the latest.
I will first discuss the judgment of the German Constitutional Court and then briefly the next steps towards the start of the UPC.
Lees verder >>
Gerecht EU: 'Bio' in merknamen heeft nagenoeg zelfde betekenis
Gerecht EU 30 juni 2021, IEF 20087, IEFbe 3251; ECLI:EU:T:2021:396 (Biovène Cosmetics tegen EUIPO en Eugène) Biovène heeft in 2016 de gelijknamige merknaam bij het EUIPO ingeschreven. Eugène Perma is houder van de merknaam Biorene en is van mening dat Biovène inbreuk maakt op haar merknaam. Beide ondernemingen zijn actief in de cosmeticasector. EUIPO heeft vanwege verwarringsgevaar de inschrijving van Biovène afgewezen. Het Gerecht gaat na of er sprake is van vergelijkbare producten en vergelijkbare beeldmerken. Volgens het Gerecht betreft het inderdaad vergelijkbare producten, omdat beide zijn bedoeld voor lichamelijke verzorging en hygiëne. Daarnaast is er geen sprake van producten die voor de gemiddelde consument goed te onderscheiden zijn, onder andere vanwege het feit dat ‘Bio’ in deze context nagenoeg dezelfde betekenis heeft.
Auteursrecht en platformaansprakelijkheid: YouTube moet wat het al doet
In zijn column op Mr-online gaat Dirk Visser, hoogleraar intellectueel eigendomsrecht aan de Universiteit Leiden, in op de uitspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie van 22 juni 2021, ECLI:EU:C:2021:503 (YouTube & Cyando) [IEF 20039].
Deze uitspraak zal ook vrijdag a.s. worden besproken tijdens de Leiden Law Lunch - ‘Uploadfilter en uitingsvrijheid’.
Gerecht EU: Wolf en Rolf conceptueel en fonetisch te verschillend
Gerecht EU 30 juni 2021, IEF 20085, IEFbe 3250; ECLI:EU:T:2021:406 (Wolf tegen EUIPO en Rolf) Wolf is houder van de gelijknamige merknaam. Rolf is houder van het later ingeschreven beeldmerk. Beide partijen zijn in vergelijkbare sectoren actief. Wolf heeft bij het EUIPO bezwaar gemaakt tegen de inschrijving van het beeldmerk, maar dit is afgewezen. Wolf vordert nu bij het Gerecht vernietiging van die beslissing en voert daartoe aan dat er sprake is van verwarringsgevaar. Volgens Wolf lijken de merken teveel op elkaar. Ondanks het feit dat drie van de vier letters hetzelfde zijn en in dezelfde volgorde staan, is er volgens het Gerecht geen sprake van een fonetische en conceptuele gelijkenis. De twee beeldmerken zijn niet zodanig gelijk, dat het voor het relevante publiek leidt tot verwarring. Het Gerecht bevestigt de uitspraak van het EUIPO.