Gepubliceerd op donderdag 15 oktober 2015
Uber moet overmaken aanvragen voor bezoldigde ritten staken, vragen aan HvJ EU over onbezoldigde ritten
Voorz. NL Rechtbank van Koophandel Brussel 23 september 2015, IEFbe 1541 (Uber BVBA, Taxi Radio Bruxellois)
Marktpraktijken. Bij verstekvonnis werd de vordering van TRB ontvankelijk en gegrond verklaard [IEFbe 782]. De stakingsrechter verklaart de eerdere vordering niet gegrond. Vastgesteld wordt dat Uber door aanvragen voor bezoldigde ritten over te maken aan vervoerders die niet beschikken over de toelatingen zoals voorzien in de 'Taxi-Ordonnantie' handelingen verricht in strijd met de eerlijke marktpraktijken ex VI.104 WER. De praktijk moet worden gestaakt. De stakingsrechter stelt - alvorens verder recht te doen ten gronde - de volgende prejudiciële vraag aan het HvJ:
"Dient het evenredigheidsbeginsel, neergelegd in artikelen 5 VEU en 52par1 van het Handvest, in samenhang gelezen met de artikelen 15,16 en 17 van het Handvest en met de artikelen 28 VWEU en 56 VWEU, aldus te worden geïnterpreteerd dat het zich verzet tegen een regeling zoals neergelegd in de Ordonnantie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest van 27 april 1995 betreffende de taxidiensten en de diensten voor het verhuren van voertuigen met vervoerder, zo begrepen dat het begrip "taxidiensten" eveneens van toepassing is op onbezoldigde particuliere vervoerders die aan ridesharing (gedeeld vervoer) doen door in te gaan op ritaanvragen die hun worden aangeboden door middel van een softwareapplicatie van de in een andere lidstaat gevestigde onderneming Uber BV et al.?"