DOSSIERS
Alle dossiers
Gepubliceerd op dinsdag 19 januari 2016
IEFBE 1662
De weergave van dit artikel is misschien niet optimaal, omdat deze is overgenomen uit onze oudere databank.

Nationale regelgevende instantie moet vergunningsprocedure bij elke verlening opnieuw toepassen aan aanzienlijke marktmachtexploitant

HvJ EU 14 januari 2016, IEFbe 1662; C-395/14; ECLI:EU:C:2016:9 (Vodafone tegen Bundesrepublik Deutschland)
Telecom. Gemeenschappelijk regelgevingskader voor elektronischecommunicatienetwerken en ‑diensten – Richtlijn 2002/21/EG – Artikel 7, lid 3 – Procedure voor de consolidatie van de interne markt voor elektronische communicatie – Richtlijn 2002/19/EG – Artikelen 8 en 13 – Exploitant die is aangewezen als exploitant met een aanmerkelijke marktmacht – Verplichtingen opgelegd door nationale regelgevende instanties – Verplichtingen inzake prijscontrole en kostentoerekening – Tariefvergunning voor mobielegespreksafgifte”. Antwoord:

Artikel 7, lid 3, van [kaderrichtlijn], moet aldus worden uitgelegd dat een nationale regelgevende instantie die een exploitant aangewezen als een exploitant met aanzienlijke marktmacht heeft verplicht mobielegespreksafgiftediensten te verrichten en de tarieven voor deze afgiftediensten na de in die bepaling neergelegde procedure aan een vergunningsplicht heeft onderworpen, gehouden is deze procedure bij elke verlening van een tariefvergunning aan die exploitant opnieuw toe te passen indien deze vergunning van invloed kan zijn op de handel tussen de lidstaten in de zin van deze bepaling.

 

Gestelde vraag:

„Moet artikel 7, lid 3, van [de kaderrichtlijn] aldus worden uitgelegd dat een [NRI] die een exploitant met aanzienlijke marktmacht heeft verplicht diensten inzake mobielegespreksafgifte te verrichten en de afgiftetarieven met inachtneming van de in die bepaling [...] neergelegde procedure aan een vergunningsplicht heeft onderworpen, gehouden is [deze] procedure [...] voor de vergunning van elk concreet gevraagd tarief opnieuw toe te passen?”