Gepubliceerd op dinsdag 13 januari 2015
IEFBE 1135
De weergave van dit artikel is misschien niet optimaal, omdat deze is overgenomen uit onze oudere databank.

Inbreuk op beschermde databank voor fertilisatietechniek

Hof van beroep Gent 24 september 2014, IEFbe 1135 (Roland Fertilizer Technology tegen Uhde Fertilizer Technology)
Databankenrecht. Zelfs zonder cijfergegevens over de kost of de bestede tijd nodig staat voldoende vast dat  een substantiële investering is verricht. E-mailverkeer bewijst afdoende dat de databanken werden gekopieerd zonder instemming van UFT. Het beroep is ongegrond.

Bescherming

8. (...) UFT toont naar genoegen van recht aan dat zij belangrijke investeringen deed voor de presentatie van de inhoud van de beide databanken. Zo werden de resultaten van de metingen bijeen gebracht in andere structuren. Een overzicht van alle verrichte testen, werden per datum van de test en per type sproeier opgenomen. Er werden diagrammen per parameter toegevoegd met de vergelijking van de verschillende sproeiers op basis van de respectievelijke testgegevens tegenover de betreffende parameters. Er is dus sprake van meer dan het polijsten van testresultaten, die in het kader van de activiteiten van UFT bekomen werden. Zelfs zonder cijfergegevens over de kost of de tijd nodig voor het bekomen van van deze presentatie staat voldoende vast dat hiervoor een substantiële investering gedaan werd door UFT. UFT toont aan dat zij aanzienlijke middelen ingezet heeft voor het omzetten van de ruwe gegevens in een echte databank. De metingen en testen werden verwerkt, gecontroleerd, vergeleken en geordend volgens bepaalde criteria, wat substantieel inzet en tijd gevergd heeft.

Inbreuk

11. (...) Een rechtstreeks bewijs van de inbreuk is hoe dan ook rechtens niet vereist. Het bewijs van de inbreuk kan ook met ander middelen, zoals de inhoud van e-mails, bewezen worden. (...) Terecht heeft de eerste rechter ui het mailverkeer afgeleid dat bewezen is dat de databanken, minstens delen ervan, gekopieerd werden zonder het medeweten, laat staan de instemming van UFT en bovendien aan HFT overgemaakt werden, door elk van de drie appellanten.