Gepubliceerd op donderdag 21 juli 2016
IEFBE 1874
HvJ EU - CJUE ||
21 jul 2016
HvJ EU - CJUE 21 jul 2016, IEFBE 1874; ECLI:EU:C:2016:580 (Staatssecretaris van Financiën tegen Argos), https://ie-forum.be/artikelen/hvj-eu-over-het-begrip-communautaire-veredelaars-bij-passieve-veredeling-en-vermenging-met-tijdelijk

HvJ EU over het begrip communautaire veredelaars bij passieve veredeling en vermenging met tijdelijk uitgevoerde goederen

HvJ EU 21 juli 2016, IEF 16128; IEFbe 1347; LS&R 1874; C‑4/15;  ECLI:EU:C:2016:580 (Staatssecretaris van Financiën tegen Argos)
Douanerecht. Veredelingsproducten (brandstof). De Hoge Raad wenst met name verduidelijking van het begrip „communautaire veredelaars” aangezien die economische voorwaarden betrekking hebben op het ontbreken van een ernstige schade voor de wezenlijke belangen van deze veredelaars.  HvJ EU:

Artikel 148, onder c), van [Douaneverordening], moet aldus worden uitgelegd dat, om in het kader van een verzoek om een vergunning voor gebruikmaking van de regeling passieve veredeling te beoordelen of is voldaan aan de economische voorwaarden voor gebruikmaking van die regeling, niet alleen rekening moet worden gehouden met de wezenlijke belangen van communautaire producenten van soortgelijke producten als het eindproduct dat uit de voorgenomen veredelingshandelingen zou ontstaan, maar ook met die van communautaire producenten van soortgelijke producten als de niet-communautaire grondstoffen of halffabricaten die bestemd zijn om tijdens deze handelingen te worden vermengd met tijdelijk uitgevoerde communautaire goederen.

Gestelde vraag [minBuza]:

Dient in het kader van een toetsing van de economische voorwaarden voor een regeling passieve veredeling het begrip „communautaire veredelaars” in artikel 148, letter c, van het [douanewetboek] aldus te worden uitgelegd dat daaronder mede worden verstaan communautaire producenten van grondstoffen of halffabricaten gelijk aan die welke bij het veredelingsproces als niet-communautaire goederen worden verwerkt?