20 jun 2016
Uitspraak ingezonden door Vincent Vandevelde, Vandevelde & Heytens Advocatenkantoor.
Handelsnaam 'Mobiele Bandencentrale' is algemeen beschrijvend en daarmee niet te beschermen tegen verwarringsrisico
Hof van beroep Gent 20 juni 2016, p. 10: Rechtbank van Koophandel Gent 13 mei 2015; IEFbe 2273 (Mobiele Bandencentrale) Handelsnaamrecht. Appellant heeft een eenmanszaak met als handelsnaam 'Mobiele Bandencentrale'. Geïntimeerde maakt gebruik van de handelsnaam 'Mobiele Bandencentrale Waasland'. Beide bedrijven hebben dezelfde handelsactiviteit, namelijk 'Algemeen onderhoud en reparatie van auto's en lichte bestelwagens'. De vraag is of een jongere handelsnaam verwarring kan stichten met een oudere handelsnaam, m.a.w. of dit een oneerlijke marktpraktijk is die verboden kan worden o.g.v. de WER. De naam 'bandencentrale' is eerder banaal en beschrijvend, verwijzend naar de diensten van een bedrijf dat banden vervangt. De term 'mobiel' is eveneens banaal en beschrijvend en verwijst naar het feit dat de onderneming ook diensten levert buiten haar vaste vestiging. De combinatie doet hieraan geen afbreuk. De toevoeging aan de benaming van 'Waasland' sluit verder elke verwarring uit. De geografische locatie van beide handelszaken verschilt duidelijk. Door gebruik te maken van een algemeen beschrijvende benaming als handelsnaam kan appellant geen bescherming genieten waar er geen verwarringsrisico bestaat.
4.2 De naam "BANDENCENTRALE" is eerder banaal en beschrijvend, verwijzend naar de diensten van een bedrijf dat banden vervangt. De term "MOBIEL" is eveneens banaal en beschrijvend en verwijst naar het feit dat de onderneming ook diensten levert buiten haar vaste vestiging.
De combinatie van beide termen doet aan dit karakter geen afbreuk. Appellant heeft voor een zeer algemeen beschrijvende en gangbare benaming gekozen, wat blijkt uit de massa hits op Google bij het invoeren van deze zoekterm (stukken 8 geïntimeerde).
Het hof treedt de eerste rechter bij in zijn oordeel dat de toevoeging aan de benaming van "WAASLAND " in casu reeds elke verwarring uitsluit. Appellant stelt dan ook ten onrechte dat geïntimeerde een foutieve/onzorgvuldige naamkeuze heeft gemaakt.De geografische locatie van beide handelszaken verschilt duidelijk.
Appellant heeft een lokale vestiging te Oostakker, gericht op de regio Gent. Dit blijkt uit zijn website en klantenlisting (stukken 6 en 12 appellant/stuk 7 geïntimeerde) en zijn advertenties bij de lokale Topradio S.I.S. te Gent in 2013 (stuk 16 appellant).
Geïntimeerde is met zijn vestiging te Stekene gericht op het Waasland, zoals zijn handelsnaam duidelijk maakt. Dit blijkt ook uit zijn website (stuk 6 geïntimeerde).Het hof is van oordeel dat het "aan huis" gaan vervangen en monteren van nieuwe banden of winterbanden (voor wie geen tijd heeft om naar een gevestigde bandencentrale of zijn eigen garage te rijden) een plaatsgebonden handelsactiviteit uitmaakt, waarbij o.a. omwille van besparing op verplaatsingskosten, de klant de meest nabije onderneming zal kiezen.
Appellant toont nergens aan dat geïntimeerde klanten zou hebben afgeworven. Uit de facturen van Google die appellant voorlegt, blijkt dat het aantal personen die zijn advertentie hebben aangeklikt steeds blijft stijgen: 550,00 EUR kosten Adwords in december 2012 t.o.v. 1.000,00 EUR in december 2014 (stuk 15 appellant).
Ook de logo's van partijen zijn kennelijk verschillend (stukken 1 en 6 appellant/ stukken 2, 6 en 7 geïntimeerde). Door gebruik te maken van een algemeen beschrijvende benaming als handelsnaam kan appellant geen bescherming genieten waar er geen Verwarringsrisico bestaat. Bij gebrek aan fout beroept appellant zich eveneens ten onrechte op art. 1382 B.W. Terecht heeft de eerste rechter de vordering ongegrond verklaard. Het vonnis a quo wordt bevestigd. Het hoger beroep is ongegrond en appellant moet de gedingkosten van de beroepsprocedure dragen.